No. 116, Een en Negentigste Jaargang. 1889 Postdienstregeling. Mazelen» iNaar de Eerste Kamer. FEUILLETON. Pen Huwelijksleven, ZONDAG 29 SEPTEMBEU. Prijs der gewone Advertentiën: Dit nummer bestaat uit twee bladen. EERSTE BLAD. H|} dit Mo. wordt aan onze abonné's in de stad de dienstregeling van het Postkantoor alhier verzonden, aan- tevangen 1 October, welke aan onze abonné'» buiten de stad op verlangen gratis wordt toegezonden. Overigens is z|) voor uiet-geabonneerden a ÏO cents verkrUgbaar. hoesten, verkouden in 't hoofd zijn, last aan de OOgen hebben en lusteloosheid vertoonen, welke verschijnselen zich doorgaans voordoen, indien zij mazelen onder de leden hebben. JONAS LIE. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag-en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele rijk f 1, De 3 nummers f 0,06. Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HEEM». COS- TEE ZOON. De gezondheids comrr issie meent ouders en voogden van schoolgaande kinderen ernstig te moeten aanradendeze niet ter school te zenden, doch ze liever een paar dagen tehuis te houden ingeval zij In dit tijdperk dier ziekte toch is de kans, dat zij die op andere kinderen overbrengen, het grootst. Het gedurende een paar dagen tehuishouden is in elk geval, zoowel in het belang vau het kind zelf als van de overige leerlingen der school wenscbelijk. De gezondheids-commissie, Mr. F. FKAKSEBOOM, voorz. A, E. MULDER. A. E. KEMPEES. Dr. J. BEOEES. Dr. J. D. BOEKE, secretaris. Het wetsvoorstel tot gedeeltelijke herziening der wet van 17 Augustus 1878 (Staatsblad No. 127) tot regeling van het lager onderwijs is door de Tweede Kamer aangenomen en door haar aan de Eerste Ka mer gezonden met het in de Grondwet voorgeschreven formulier: »De Tweede Kamer der Staten-Generaal zendt aan de Eerste Kamer het hiernevens gaande voorstel des Konings en is van oordeel dat het zoosls het daar ligt, door de Staten-Generaal behoort te worden aangenomen." Zal de Eerste Kamer overeenkomstig dat oordeel handelen en evenzoo haar goedkeuring schenken aan het ontwerp Waren in de Eerste Kamer de politieke partijen in dezelfde verhouding vertegenwoordigd als in de Tweede, dan was de aanneming zeker. Hadden alle of bijna alle liberale leden der Tweede Kamer zich DOOB 5) Hoodstuk III. „Kom met avondtrein laat geen vreemden toewij moeten alleen rustig praten." Zoo luidde de telegramdie Jacob's oude kameraad, Jorgen Basberg Berven dien ochtend uit de hoofd stad had verzonden om er zeker van te zijn dat hij Jacob thuis zou vinden. Het bevreemdde Aletta in 't eerste oogenblik wel dat hij zoo uitsluitend Jacob in beslag nam en hem zoo erg intiem en alleen moest spreken want Jacob's beste vriend moest immers 'ook haar vriend worden. Hij en Jacob hadden samen één kamer gehad en el kander in alles geholpen in den tijdtoen de een aan de universiteitde ander voor technicus studeerde zij hadden elkaar door en door gekend en Jorgen Basberg Berven's naam klonk als een echo in alles wat Jacob haar van zijn jeugd vertelde vau wat hij ondervonden had vóór hij haar kende. Die innige verhouding hield hare verbeelding en al hare gedachten bezig. Hoe zou die oude vriend wel wezeD, die Jacob nog uit zijn kinderjaren kende Hoe zou hij er wel uitzien En hoe zou hij haar wel vin den Het kwam er erg op aan of Jacob's beste vriend, zijn tweede ik van haar zou houden haar zou goed keuren. Zij moest een nieuwe verovering maken Zij was meer in spanniug dan zij wel wilde beken- Den en was den geheelen dag bezig met de ontvangst te regelen. tegen het ontwerp verklaard, dan kon moeilijk ver wacht worden, dat in de Eerste Kamer van de liberale leden, die er verreweg de overhand hebben, zoovelen met het ontwerp vrede zouden hebbendat zij met hunne antirevolutionaire en katholieke medeleden de meerderheid kouden uitmaken. Had daarentegen de liberale partij in de Tweede Kamer eenstemmig of met slechts enkele uitzonderingen voor het ontwerp gestemd, dan mocht van hunne geestverwanten aan de overzijde van het Binnenhof een gelijke stemming verwacht worden, Nu echter de Tweede Kamer het ontwerp aannam met 71 tegen 27 stemmen en van de liberale leden zich 17 voor en 26 tegen verklaar den, kan de uitslag dezer stemming ons geen voldoen den grond geven om er een vermoeden omtrent de stemming der Eerste Kamer aan te ontleenen. Het ontwerp zal daar, evenals in de Tweede Kamer, naar zijn eigen verdiensten moeten worden bèoordeeld. Men mag aannemen dat ook bij de meeste liberale leden van dezen tak onzer Vertegenwoordiging in beginsel geen bezwaar bestaat tegen het ondersteunen van niet voor allen toegankelijke en bruikbare bij zondere scholen met gelden uit de openbare kas sen. Dat deze steun zal verleend worden aan scho len waar de godsdienstige gevoelens van anderen mogen worden gekrenktwaar onze geschiedenis kan worden onderwezen op een wijza die velen diep moet grieven, blijft, om de woorden te ge- bruikeu van Het Handelsbladdat overigens het tot stand komen van deze wijziging der schoolwet in het algemeen belang wenscbelijk acht, »een leelijke pil om te slikken." Het ontwerp heeft gedurende het voorbereidend onderzoek en de openbare behande ling enkele wijzigingen ondergaan waardoor het in de oogen van sommige liberalen aanuemelijker is ge worden. Anderen echter achten die wijzigingen van veel minder belang huns inziens zijn het tegemoet komingen in schijn, maar is het ontwerp in beginse en in net wezen der zaak onveranderd gebleven. Die twee meeningen zijn tegenover elkander blijven staan. De voornaamste bezwaren tegen het ontwerp zijn naar onze meening de volgende: 1° De zoogenaamde rechtsgelijkheid tusschen de openbare en de bijzondere scholen is gehandhaafd ten aanzien van het toekennen van bijdragen uit 's Rijks kas voor de onderwijzers. Beide soorten van scholen zullen precies evenveel ontvangen. Intusschen is de vraaghoeveel voor de openbare scholen door het rijk en hoeveel voor haar door de gemeente wordt betaaldeen zaak die voor het bijzonder onderwijs van geen belang is. Als eenmaal vaststaat dat bij voorbeeld de bijzondere school voor het hoofd der school f 300 of f 400 en voor eiken anderen onder- Onder alles wat zij deed, zag zij dat „beste" vrienden- oog dat natuurlijk zijn uiterste best zou doen om te weten te komen, of de vrouw, die Jacob gekregen bad, wel een parel van groote waarde was. Zij kwam eeu paar keer in 't kantoor en sloeg de armen om Jacob's bals. Er was niets zeide zij. „Ik wilde er mij alleen maar eren vau overtuigen dat ik je heb en dat ge veel vau mij bondt, beel veel meer dan van iemand anders op de wereld En zij zou zorgen dat het souper fijn en eenvoudig wasbeide wat het servies en de gerechten aanging geen spoor van uithalen of var. feestelijkheid Hij zou alles zoo innig gezellig en huiselijk moeten vinden. Daarom paste zij voer den slaapkamerspiegel allerlei oebtendmutjes op dat met de lichtroode lintjes stond haar wel goed. Toen Jacob 's avonds eindelijk naar het station ging, om zijn vriend af te balen liep zy onrustig in haar licht japonnetje in de kamers op en neer. Zij wist dat alles klaar wasde theeketel raasde op de thee tafel en het meisje, met een schoon wit boezelaar voor, had in de keuken alles klaar gemaaktwat later op tafel moest komen. Zij bekeek zich een paar maal in den spiegel en Btreek het haar glad. Wat duurde het vau avond tcch laag eer de trein aankwam Dan keek zij weer eens uit het raam dan liet zij de vingers over de toetsen glijden, omdat zij misschien eens zou moeten zingenof verschikte de bloemen op tafel. Daar hoorde zy precies op zijn tijdvijf minuten over achten het fluitje van den trein Wat zag Jacob er vroolijk en vergenoegd uittoen zij daar samen kwamen aanrijden ia het oude sjeeeje. Jorgen had zeker iets zeer vermakelijks verteld, waar zij zoo om lachten. En even daarna hoorde zij Jacob op den trap praten; er klonk iets jeugdigs iets jongensachtigs in zijn stem; wijzer f 200 ontvangtwat gaat het dan den be stuurders der school aan, hoe de kosten van de open bare school tusschen het rijk en de gemeente wor den verdeeld Waren de gemeente-financiën in 1878 beter geregeld geweest, hadden de gemeenten ruimer belasting kunnen heffendan zou men zeker geen 30 percent der kosten van het open baar onderwijs ten laste van het rijk hebben ge bracht en waren alle kosten evenals onder de wet van 1857 het geval was ten laste van de gemeenten gebleven. Nu men eenmaal aau de rijkstoelagen voor de openbare school gewoon is en de toestand der gemeente-financiën niet toelaat daarop terug te komen, is men er toe gekomen eenvoudig te bepalen, dat de bijzondere school evenveel van het rijk zal ontvangen als de openbare; maar nu kan men ook in de ver houding tusschen het aandeel in de kosten van de openbare school dat door het rijk wordt gedragen, en het aandeel dat ten laste van de gemeente blijft, geen verandering brengen zonder tevens verandering te brengen in de rijkstoelagen voor de bijzondere school. Mocht men in het vervolg, na verbetering van het gemeentelijk belastingstelsel, meeneu dat het rijk iets minder in de kosten van het openbaar onderwijs be hoeft bij te dragen, men zou stuiten op het bezwaar, dat ook de bijzondere scholen zooveel minder zouden outvaugen. Slaagt men daarentegen niet in het vin den van nieuwe bronnen van inkomsten voor de gemeenten of in het vèrruimen vau de bestaande, en mocht het na eenigeo tijd wenschelijk worden geacht nog een grooter aandeel der kosten van de openbare school op het rijk over te brengen, men zou het niet kuuiien doen zonder tevens ruimere bijdragen toe te kennen aan de bijzondere scholen. Toch mag men vrageu wat heeft het eeu met het andere te maken 2°. De gemeenteraden zijn verplicht bij de bepaling vau het bedrag van het schoolgeld aan de openbare scholen ook te letten op het schoolgeld aau de bijzondere scholen ten einde een behoorlijke concurrentie mo gelijk te makeu en de hoogere besturen zijn bevoegd om te beoordeelen of zij zich van die verplichting naar behooren kwijten. 3°. De waarborgen voor de deugdelijkheid van het onderwijs aan de bijzondere scholen die toelagen van het rijk ontvangen zijn onvoldoende. 4° De leerplicht is zelfs niet in beginsel in de wet opgenomen om bij een latere wet nader te worden geregeld. Alleen wat de finauciëele bezwaren voor de gemeen ten betreftis het ontwerp aanmerkelijk verbeterd door een hoogst belangrijke overgangsbepaling die zeer lang kan duren. Wel zullen de gemeenten niets meer van het rijk ontvangen voor ouderwijzerswoningea zij haddeD ieder hnn eigenaardigen lachen Berven hoestte tusschenbeide. „Hier is hij Alette klonk het en daar kwam nog half lachend een donkertamelijk lang en mager man binnen. Alette ondervond dadelijk den invloed van zijne bruine onderzoekende oogen de tanden schitterden door zijn korten zwarten baard als hy lachte. „Goeden avond, mevrouw, ik hoop niet dat ik n on on ongelegen kom P" Jorgen Berven stotterde soms een beetje, als hij hartelijk was. „Vondt u mijn telegram niet te brutaal? Zeg het maar gerust; ik heb het later pas bedacht.... later,... ik bedenk mij dikwijls iets te laat." „Jacob heeft den geheelen dag over u gepraathij was er zoo vervuld van en ge kunt begrijpen hoe ver langend ik was om met u kennis te maken." „En zijt ge in 't geheel niet boosdat ik zoo driest gebruik maak van mijn oud recht op uw man. Ziet geik ben eerder met hem getrouwd geweest dan gij.... maar de hemel bewar9dat ik mij met u zou hebben willen gelijkstellen ge zietik heb het opge geven gij hebt overwonnen Hy had een hooge, zenuwachtige stem. „Maar ik heb al zooveel van u gehoord dat ik mij verbeeld dat ik u al heel lang ken." „Van Jacob, ja, natuurlijk, niets dan lofredenen. Maar daar moet ge niets om geven mevrouw Jacob heeft nooit eenige menschenkennis gehaden was nooit vrij in zijn oordeelals hy van iemand hield. Als men maar eens in een goed blaadje bij hem staat, dan kan men hem zelfs mishandelen. Het moet een waar geluk wezen om met hem getrouwd te zijn I" „Op zoo'n manier zou ik geen groot denkbeeld krij gen van nw oude vriendschap en van uw menschen kennis", meende Alette. „Jacob is in 't geheel zoo volgzaam niet." „Ja wel ik begrijp het wel gij beschouwt hem nog door den rozenbril der eerste liefdeMaar weet

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1889 | | pagina 1