FEUILLETON. Een Huwelijksleven, No. 119. Een en Negentigste Jaargang. 1889. ZONDAG 6 OCTOBER. De Minister van Koloniën. Prijs der gewone Advertentiën: Dit nummer bestaat uit twee bladen. EERSTE BLAD. (PiHgittl (Bebeettc. JONiLS LIES. ILKIHAAitSCHE CIH BIM Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag-en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele rijk f 1, De 3 nummers f 0,06. 4RIA "V Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HEEM". COS- TEE ZOON. De DIEECTEUE van het POSTKANTOOR te ALKMAAE brengt ter kennisdat op Zon- en algemeen erkende christel ij ke feestdagen de diensten richting Amsterdam, Haarlem 5.06 's avonds en richting Helder 6.12 's avonds, niet meer worden uitgevoerd. De Directeur voornoemd GOUWE. Onder de merkwaardigste leden van het Ministerie behoort ongetwijfeld de Minister van Koloniën geteld te worden. De heer Keuchenius heeft in Indië vele en velerlei betrekkingen bekleed en mag dus geacht warden met Indië en zijn bestuur bekeud te zijn. Als lid van de Tweede Kamer bleef hij nooit in gebreke zijn meening over Indische zaken te doen hooren en hij deed het zonder aarzelen met groote beslist heid met onverbiddelijkeniets ontziende scherpte van uitdrukking. Hij rnstte nietvoordat hij het meest bijtende woord had gevonden om zijn af keuring over de handelingen zijner voorgangers te uiten. Zijn afkeuring want zijn oordeel was bijna altijd zoo lijnrecht in strijd met de denkbeelden van de Minis ters van Koloniën en de Gouverneurs-Generaal die aan zijne komst tot den troon van Buitenzorg vooraf gingen, dat er van goedkeuring geen sprake kon zijn. Wat zou er gebeuren, indien zoo iemand eens Minister van Koloniën werd Dat heeft ongetwijfeld menigeen zich zeiven afgevraagden ofschoon de maatregelen die van hem verwacht werden, door den een evenzeer werden gevreesd als door den ander bij voorraad toe gejuicht, waren voor- en tegenstanders het tamelijk wel hierover eensdat die maatregelen in elk geval niet lang zouden uitblijven. Zoo iemand, dan wist de heer Keuchenius wat hij wildeen hij brandde blijkbaar van begeerte om in toepassing te brengen wat hij zoo lang bad overdacht en zoo dikwijls met warmte had aanbevolen. De heer Keuchenius is nu anderhalf jaar Minister van Koloniënvoor de tweede maal heeft hij een begrooting van Nederlandsch-Indië bij de Staten- Generaal ingediend, maar geen enkele belangrijke maatregel is nog genomengeen enkel voorstel van gewicht is nog van hem uitgegaan. Van hervormingen, van ingrijpende beslissingen van doortastende maat- BOOB 8) Aan het korte in haast gebruikte ontbijt vóór dat J&kob naar het kantoor ging, dwaaldeu Jorgens oogen telkens van zijn gastheer naar zijn gastvrouw en om gekeerd. Hij had het gevoel van een verkoeling, zooals er een ontstaan kau na het uitbarsten van een on weersbui een koele, bedaarde vriendelijkheid had de plaats ingenomen van den lossen vrijen kameraad- schappelijken toon die nog gisteren avond beerschte. Hij meende al terstond een spoor van rcode oogen op gemerkt te hebben bij de jonge vrouwtoen zij in een sierlijk morgengewaad zoo deftig en vriendelijk op hem toekwam en hem vroeg of hij goed geslapen had. Zij zag er elegant en netjes uit al zoo vroeg op den dag het was toch een drommelsch innemend vrouwtje, met de deftige ingetogen bondingdie zij zoo goed wist te bewaren. Aan het middagmaal lette Jacob heel nauwkeurig op de schotels en borden die bij rond moest geven en deed zijn uiterste best, om zjjn vrouw in het ge sprek te mengen. Hij praatte met haar over het ge braad en de wijze waarop het gesneden moest worden die Jakob, die anders noo.t wist, wat hij at! Entoen Jorgen met zaken voor den dag kwam zeide Jacob „Laten wij dat straks bepraten op het kantoor aan die praatjes heeft Letta niets." En zoo liep het gesprek over wederzijdsche kennissen en de nieuwtjes van de hoofdstad het theater en alle soortgelijke onderwerpen, waar Jorgen niets om gaf, en zooals hij met recht veronderstelde Jakob evenmin. „Zon de arme joDgen al onder de pantoffel zjjn regelen geen sprake. Op elk gebied wordt onderzocht en overwogenen dat niet alleen door den Minister en de ambtenaren van zijn departementdoor den Gouverneur-Generaal en geheel het Indische bestuur, maar daarenboven door buitengewone staatscommissies. Nooit schijnt er aan het departement van koloniën zooveel behoefte aan licht te hebben bestaan als nu de heer Keuchenius de leiding van zaken in han den heeft. Hoe de gouvernements-koffieteelt geregeld moet worden, om te gelijkertijd een rijke bron van inkom sten voor de schatkist en een zegen voor de bevol king te zijn een staatscommissie zal het ons moeten zeggen. Hoe onze zeemacht in de Indische wateren geregeld moet worden welke taak elk harer verschillende be- standdeelen zal hebben te vervullen, en hoe de kosten over Nederland en Indië verdeeld behooren te worden, een staatscommissie zal het onderzoeken. Hoe de Protestantsche Kerk in Indië beter aan hare roeping zal kannen beantwoorden wordt in een voor de Indische predikanten hoogst beleedigenden brief gevraagd aan de Synode van de Nederlandsche Hervormde Kerk die ten aanzien van de Hervormde Kerk in Indië gezagbeheer noch invloed bezit. De Opiumpacht is een vloek voor Indië, een schande voor Nederland; een vloek die onmiddellijk afgewend, een schande die zoo spoedig mogelijk uitgewischt moest worden. In de Memorie van Toelichting op de tweede Indische begrooting van den Minister Keu chenius lezen wij thans »De ondergeteekende had gewenscht bij het indienen dezer begrooting reeds meer zekerheid te kunnen geven omtrent de oplossing vau bet zeer belangrijke en ingewikkelde opium- vraagstuk. Maatregelen welke eene verandering van stelsel in het leven roepen, zijn nog niet genomen kunnen worden omdat het overleg van het Opper bestuur met de Indische Regeering en dat van deze laatste met hare adviseurs nog niet geëindigd is." De eenige maatregel die tot nog toe genomen is bestaat hierin dat de gewone verpachtingen van den verkoop van opinm aan de inlanders niet voor vier jaren maar voor slechts één jaar zullen worden aan gegaan. irDe weg tot het aanbrengen van de ver langde wijzigingen of tot het toepassen van eenig nieuw stelsel blijft hierdoor voor een volgend jaar open", schrijft de Minister. Scherper toezicht op de pachters zal worden gehouden; de eenjarige contracten zullen vermoedelijk voor de pachters de verzoeking minder groot maken tot het in het leven roepen eener organisatie die den smokkelhandel op groote schaal mogelijk maakt. Allicht zal de wetenschap dat de IV. „He neen." Alette veegde haar fijn besneden pen af; „ik weet heuscb niet, wat ik schrijven zal.... Dat het echt herfstweer is vandaag en de straatstee- nen bedekt met de gele bladen van de boomen dat is nog het eeuigemaar op zulke nieuwtjes kan ik Ingeborg Gran toch niet trakteeren Zij stond ongeduldig op van haar klein schrijftafeltje en lag de mooie russisch lederen portefeuille weer op zijn plaats bij allerlei kleine ornamenten.„Ik geloof heuscb niet, dat men ooit wat bijzonders te schrijven heeft als men getronwd is. Dat we op visite zijn ge weest bij den apotheker of bij den schout en dat het er hetzelfde was als de eerste keer. Onze kamers wel voor de zevende maal beschrijven.... Zij keek in 't rond alsof zy van verveling niet wist waf te doen alles stond op zijn oude plaats er was niets meer van te vertellen. Zij liep een paar keer met huisvrouweljke waardig heid de kamer op en neer en nam toen plaats op een der stoelen voor het raam. Er was buiten niets te zien dan modder en een paar parapluiesd e zich tegen den wind in moesten op werken.Een vrouw met den rok over het hoofd had moeiteom een groote mand over de halve open deur van den bakker te tillen.... niemand was er op straat te zien dien zij kende. Daar ging Krabbe naar aehool met zijn plaid om. Men kon toch nooit goed zien of hij slechts een hoogen rug of een bochel had de regen droppelde van zjn parapluie af en zeker ook wel van zijn grooten neus als hij ia gedachten stond te filosofeeren. Nu stond hij eeus stildan liep hij weer haastig door. Zij ondernam een tocht naar de keuken. Het was er koud het was nog te vroeg in den ochtend om al aan haf middageten te denkea.alles stond zoo mooi en schoon en netjes op zijn plaats dat het er erg leêg en verlaten uitzag. Regeering op maatregelen tot wegneming van de aan het tegenwoordige pachtstelsel klevende gebreken be dacht isniet zonder invloed op de verpachtingen zijn maar deze schade dient men zich ter wille van de goede zaak te getroosten. Natuurlijk. Wie zou dien troost niet gaarne aannemen Maar hoe nu Bedacht zijn op maatregelen tot wegneming van de aan het tegenwoor dige pachtstelsel klevende gebreken! Zal zich daartoe voorloopig het werk van dezen Indi- schen specialiteit bij uitnemendheid bepalen? Welke regeering zou daarop niet bedacht zijn Zal het stelsel zelf dan gehandhaafd worden Het schijnt zoo. Het denkbeeld om het pachtstelsel te laten varen en on middellijk van regeeringswege opium te verkoopen (régie) is wel ter sprake gebrachtmaar de beden kingen tegen de invoering van dat stelsel bleken te ernstig te zijn. Naar het gevoelen van den Gouver neur-Generaal zou het daarenboven schatten kosten. Slechts het nemen van een bescheiden proef in een of ander gewest buiten Java en Madura is door hem aanbevolen en in Cochin-China zal een onderzoek ingesteld worden naar de werking van het in de Eransche kolonie aldaar geldend stelsel van regie. Alzoo ook omtrent deze bij uitstek gewichtige zaak niets anders dan een onderzoek. Voorloopig wordt het pachtstelsel behouden. Een der groote bezwaren van dit stelsel is hierin gelegendatwaar de Re geering geen opium verkrijgbaar stelt, de smokkelaars hare taak overnemen en het weren van dien smok kelhandel door velen zoo goed als onmogelijk wordt geacht. Daarom heeft men in 1870 afgezien van de geleidelijke uitbreiding der zoogenaamde verboden kringenwaarbinnen geen opinm mag verkocht wor den. Thans wil men daartoe terugkeeren. Althans de Minister en de Gouverneur-Generaal achten dit beiden wenschelijk. Voorts zijn de verkoopplaatsen (opium-kitten) door de Regeering aangewezen maar het is van algemeene bekendheiddat daarnaast tal van geheime kitten zich in een ruim debiet verheugen. Die toestand mag niet bestendigd worden; doch omtrent de maatregelen waarmede het krachtig weren dezer misbruiken zou moeten gepaard gaan loopen de meeuingen wijd uiteen. De Raad van Nederlandsch- Indië heeft een aanzienlijke vermeerdering van het aantal wettige kitten aanbevolen daartegenover staat echter het oordeel van anderen, wier gevoelen op dit punt aan onderzoek en ervaring gewicht ontleent. Aan welke zijde de Gouverneur-Generaal zich scharen zalis nog onzeker. De Minister schrijft althans omtrent den raad om het aantal wettige kitten te Zij riide even van de koude en liep den gang even in. Ja, er waren menseben op het kantoor, voor de deur zag men natte voetstappen zij kon dus ook niet naar Jakob gaan Het eenige wat zij kon doen om den ochtend mid- dag te maken, was aan haar tapisseriewerk tegaau of, zij nam een roman en vleide zich daarmee in den schommelstoel. „Als er nn maar eens wat gebeurde in dat vervelende boek!" riep zy ongeduldig uit; zij bladerde bet vluchtig door en keek naar het slot, vóór zij aan 't lezen ging. De klok sloeg half en heel en zij hoorde eindelijk Karen vuur aanmaken in de keuken. Daar klonken stemmen, die vaD de meid en nog een grove mannenstem. „Nu krijgen we heerlijk brandhout; echte pijnblok- ken 1" kwam Jakob vergenoegd binnen; hij was blootshoofds in den regen buiten geweest om den man, die met de brandstof kwam, terecht te helpen ....„En betaald ook." Hij boog zich over baar heen en kuste baar. „We hebben wel een stapel van vier vademen „He, Jakob, je bent heelemaal nat, ge hadt toch wel eene parapluie meê kannen nemen.maar wie is er bij je op het kantoor geweestik heb zoo'n druk gepraat gehoord „Och er was iemand die iets kwam vragen na tuurlijk." „Die gedagvaard wilde worden of zoo iets „Ha, ha, ha - neen, daar verlangde hij nu juist niet naar I" „Kan men dat dan niet zeggen procedeeren of wat dan „Neen kindje liefdaar begrijp je nu niets van hij streek haar met een medelijdend lachje over den wang. „Een mandie vraagt om gedagvaard te worden „Je bent in een bijzonder vrooüjke stemming Jakob waarom is dat „Omdat ik dien brandstof dadelijk betaald heb en de

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1889 | | pagina 1