FEUILLETON.
1889.
No. 121. Een en Negentigste Jaargang.
Veemarkt.
Een Huwelijksleven,
V R IJ D A G
11 OCTOBER.
BADEN GASTHUIS.
Prijs der gewone Advertentiën:
(BcSeelte.
JONAS LIE.
v.
PARIJSCHE BRIEVEiV.
ALKIAAESCHE COURANT
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag-en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80 1 franco door
bet geheele rijk f 1,—.
De 3 nummers f 0,06.
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HEEM". COS-
TEE ZOON.
De gelegenheid tot het bekomen van baden in het
Gasthuis, is van I October 1889 alleen opengesteld
op woensdag en zaterdag van iedere week, van
's morgens 7 tot 's avonds 7 uur.
De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR;
In ervaring gekomen, dat sommige personen op de veemarkt
de houding aannemenals zijn zij door het daartoe bevoegde
gezag belast met het houden van toezicht op den gezond
heidstoestand van het ter imrkt aangevoerde veeten einde
op die wijze het vee van de bevreesd geworden aanvoerders
tegen lageren prijs te kunnen koopen
Brengt ter algemeene kennisdat van wege de gemeente
Alkmaar op den gezondheidstoestand van het ter markt aange
voerde vee alleen toezicht wordt uitgeoefend door den heer
F. RAVEN veearts aldaar; dat verder de gemeente Alkmaar
behoort tot het district, waarin de te Haarlem gevestigde
district-veearts, de heer M. J. HENGEVELD G.Jz., toezicht
uitoefent; dat die twee ambtenaren dus uitsluitend bevoegd
en gerechtigd zijn tot het uitoefenen van dat toezicht en dat
de aanvoerders van vee zich niet hebben te storen aan de op
merkingen of bevelenhun door andere personenzonder
daartoe gerechtigd te zijnten aanzien van den gezondheids
toestand van hun vee gedaan of gegeven.
Verder deelt hij mede dat tegen de personen, die zich den
7 October daaraan schuldig maakteneene strafvervolging is
ingesteld en dat verder ook proces-verbaal zal worden opge
maakt tegen hen, die zich aan dergelijke handelingen mochten
schuldig maken.
Ue Burgemeester van Alkmaar,
A. MACLA1NE PONT.
Alkmaar, 8 October 1889.
DOOB
10)
De kachels hadden verbazend snel de vier vademen
pynblokken verbruikt en waren al een heel eind ge
vorderd met de verslinding van een weeden voorraad
van meer hitte gevend berkenhouthet bleef maar
kond.
Alette zat in de warme huiskamer met een bankje
onder de voeten en het werktafeltje dicht bij haar.
Zij was bezig het halsje te borduren van een klein
kinderjurkje dat zon een prachtstuk worden. De groene
zak onder het tafeltje stond open om de jurkjes er in
te verstoppen als er visite kwam en om nog meer
te bedriegen lag er een balf begonnen dameskraagje
met een ingestoken naald er by en de priem in een
der gaatjes. Er waren al zeven jurkjes klaar, die
netjes opgevouwen in de slaapkamer in de groote kast
lagen en van middag zou er nog een bijkomen. Zij
wachtten nn nog maar op een eigen kastje.
Die blijde verwachting had hen verheugd iu den
triestigen wintertijd, die de duisternis en de dikke zware
sneeuwvlokken meebracht. Die tijd was voor hen voor
bijgevlogen. Onder sneeuw- en regenstormen, die daar
buiten builden en gierden waren zij slechts meer en
meer vervuld geweest van dat ééne dat éóne.
Het gaf ook zooveel bezigheid en drukte de dagen
werden zoo wonderlijk kort. En in deze paar koude
wintermaanden na het Kerstfeest, toen ieder over keel-
en kiespijn klaagdeen men van niets anders hoorde
spreken dan van bet water, dat dicht vroor, en van
bijvoegsel van de officieele staatscourant, welke de lijst
der belooningen bevatte. Verscheidene duizenden van
deze exemplaren zijn dienzalfden avond verkocht ge
worden.
Wij vinden het niet onaardig eens op een regen-
achtigen avond tehuis te blijven en dit bijvoegsel der
Staatscourant te doorloopen, eens te zien, welke onzer
landgenooten bijzondere bekroningen verwierven. Dit
ia een vrij ongemakkelijk werkje, want de namen staan
allen door elkander, klasse na klasse, en in alfabetische
volgorde, doch niet elk land afzonderlijk, zoodat wij dit
lijvige boekdeel van 143 bladzijden geheel moeten door
loopen, om er de namen der Nederlanders uit te visschen.
In klasse 1 en 2, in welke Artz en Willy Martens tot
de juryleden der schilderafdeeling behooren, zien wij in
klasse 1 met groot genoegen onder de groote «ereprij
zen I. Israels, onder de gouden medailles I. Maris en
Mesdag onder de zilveren Bakbuijsen van de Sande
Bisschop, Breitner, Gabriel, Kaemmerer, Henry Luyten,
Willem Maria, mejuffr. Sohwartze, Neuhujjs en Eoelofsj
gaan de bronzen medailles en eervolle vermsldingen
stilzwijgend voorbij, en wijzen in klasse 2 op S. J. ten
Cate gouden en Tb. de Bock, Bosboom en Weiseenbrach
zilveren medailles.
Onze schilders hebben zich dus goed gehouden, maar
waar onze landgenooten zich voornamelijk onderscheidden,
dat is op het gebied van het onderwijs klasse Sbis, on
derricht in de teekenkunst, en groep II Opvoeding en
onderwijs. De Rijksschool voor teekenondervrijzers te
Amsterdam verwerft den grooten eereprysen haar
directeur de heer Molkenboer, de groote gomlen me
daille. Eene zilveren medaille aan de Teekensctool der
Kunstnijverheid te Haarlem en aan harea directeur,
den heer voa Saher, en eene bronzen medaille aan de
particuliere school vau mej. Alida Stolk en aan deze
directrice zelve. Wij zien de onmogelijkheid in alle
bekroningen op te noemen, bepalen wy ons dus tot de
bepaald groote onderscheidingen, en vermelden vij nog
de gouden medailles, toegekend aan de kweekschool voor
bewaaracboolhouderesseu te Leiden en aan het blinden
instituut te Amsterdam.
Terecht wezen wij in een vroeger schrijven op de
fraaie poroeleicen van Joost Toooft en Labouchère te
Deifc en op de fraaie spiegels vau Boavy te Dordiecht;
beiden werden eene gouden medaille waardig gekeurd,
terwijl de delftscbe flesschenfabriek eene zilveren ver
kreeg. Wij verlaten deze groep IIIzijnde die der
meubelen en toebehooreuna nog even gewezen te
hebben op de gouden medailles voor de koninklijke
tapijtf'abriek te Deventer en voor J. C. Boldoot's gar-
fumeriën.
Het koninklijk uederlandsch instituut voor ingeniears
neemt eene waardige plaats in onder de groote
eereprijzen.
Wat heeren exposanten van levensmiddelen, likeuren,
chocoladen, confiseriën enz. enz. betreft, zoo willen zij
ons wel ten goede houden, dat wij niet alle hunne namen
hier opteekenen, doch willen hun liever den raad geven
den scherpen wind die door alle reten in de hnizen
drong en de menschen die aan 't rijden waren, bijna
deed bevriezen al zaten ze ook in wolfspelzen gedo
ken begonnen en eindigden al hare gedachten in
dat ééne.
Het mysteriedat zij met zich droeg gaf haar een
eigenaardig gevoel van eigenwaardeeen ander kijkje
op haar zelve en ook op Jacob alsof zij reeds
de dure plichten en verantwoordelijkheid eener buis
moeder op zich voelde rusten. Zij was nu niet
langer het jonge meisjedat vlug en licht als een
hinde de trappen op en af vloog
En Jakob was zoo zorgelijk en paste zoo goed
op haarals zij maar een kleine wandeling ging maken
was hij even bezorgd alsof zij een tocht op schaatsen
ondernam. Hij bedacht telkens een voorwendsel, om
eens in de buiskamer naar haar te komen kijken, kwam
's morgens wel eens midden in den kantoortijd zien
of zij bet wel goed warm had en of zij nog over haar
naaiwerk gebogen zatzy wist toch dat het niet
goed voor haar was en het was toch te gek om het
door te drijven. Hij nam haar dan dikwijls het werk af
en bekeek het kindergoedmen kon onder den bril
niet goed zien, wat er in zijn brnine oogen blinkte....
„Hebt ge na heusch die zware werktafel verzet
ge weet toch dat ge zoo iets niet moogt doen. Ge
kunt me toch wel roepen als ge iets verplaatst wilt
hebben."
„Wees maar niet boos Jakob."
„Ja maar het is toch ook erg dom en onnaden
kend Ge hebt toch niets anders te doen dan er
aan te denkendat ge niets moogt doenwat je
schaden kan. Ge vergeet het telkens. En dan zit
ge maar te naaien en te naaien ik zie je maar niet
anders doen."
„Nu zit ik te breien, Jakob, kijk maar...."
„Kousen
„Ja."
„Hm moet dat den voet voorstellen
onder elkander eene duidelijke lijst op te maken en die
aan de gezamenlijke naderlandsche pers te zenden. De
dagbladen zullen zeker met genoegen die lijst open
baar maken.
Het is ons niet geheel duidelijk waarom de fraaie
bakkerij van de Haan, die ons gedurende zoovele maan
den zoo lekkere broodjes en beschuit verkocht slechts
eene zilveren medaille verwierf, daarentegen erkennen
wij gaarne de welverdiende onderscheiding in de ge
daante eener gouden medaille aan de firma de Bont en
Leyter te Amsterdam voor chocolade en bonbons. Bij
de gouden medailles voor likeuren bemerken wy die
zelfde firma de Bont en Leijter, benevens Hellebrekers
Zonen, en Hulstkamp Zoon en Molijn. Zoo zoetjesaan
krijgen wij genoeg van bet doorbladeren van dit bij
zonder droge boekdeelen sluiten dus deze opsomming
met den grooten prijs, toegekend aan Heineken's bier
brouwerij, en de gouden medailles aan het bier van de
Valk en aan het koninklijk beiorsch bier te Amsterdam.
Wij hopen dat de nederlacdscbo inzenders verstan
dig genoeg zullen zijn en niet zullen protesteeren, zoo
soms eene belooning hun tegenviel. Hier verneemt men
nog al eens een protest van dezen of genen evenwel
moesten de ontevredenen bedenken dat de juryleden
onmogelijk aan alle exposanten eene gouden medaille
konden geven.
Daar de tentoonstelling nog slechts enkele weken
open blijft, zoo willen wij nog hier en daar een kijkje
nemen. Brengen wij alzoo een bezoek aan onze naaste
buren, de Belgen, die ook zoo een weinig Nederlanders
zijn. Onze buren dan hebben buitengewoon groot en
fraai ingezondenen onder de vreemden worden zij
stellig door geene enkele natie overtroffen. In alle
groepen en in bijna alle klassen is dit kleine nijvere
land vertegenwoordigd. Eaeds zagen wij ben in de
maehinegalerijook in de schoone en vrije kansten
beslaan zij eene groote ruimte, doch voornamelijk in de
afdeeling nijverheid kan men uren lang, ja zelfs geheele
dagen-rondwandelen. Hoe fraai dat belgische glaswerk,
hoe prachtig die drie reusachtige spiegels van Charleroi,
hoe keurig porcelein en aardewerk, wit, gekleurd, ge
decoreerd. Ook de tapijten van Mecheleu verdienen
eene bijzondere vermelding, een leek op dit gebied zon
ze gemakkelijk voor echte gobelins kunnen honden, zoo
fraai en bedriegelyk zijn de kleuren. Een van deze
tapijten behoort aan den belgischen Senaat en stelt de
vereenigdo vlaamsche edellieden voor die op 3 April
15(56 aan Margaretha van Parma in het paleis te
Brussel een verzoekschrift overhandigdenwaarin zij
op vrijheid van geweten aandrongen. Tot de ondste
takken van belgische nijverheid behoort voorts de echte
kantde belgische fabrikanten maken hierin buitenge
wone vorderingen, en in hnnne vitrines bewonderen wij
zeer fraaie proeven van nitstekenden arbeid. Wijzen wij
op een praebtigen brnidsluier Louis XVIvan 3 el
leDgte bij twee el breedte. Het motief bestaat uit
bloemen en het werk is zoo fijn en keurig dat er
meer dan twee jaar over gewerkt is en de prijs op
negenduizend franken komt. En waar wij ook komen
by de meubelen, by de rijtuigen, wapenen, bontwerken,
overal is alles even mooi en artistiek. Geen wonder
dan ookdat onder de bekroonden op zondag j.l. de
Belgen eene rnime plaats innemen.
Parijs, 5 Oct. 1889. J. M. T.
De glimlach en de i itdrnkk'ng om de oogen waren
half vroolijkhalf plagend.
Zij nam ze hem af.
„Och je weet er niets van ik laat je nooit
weer iets zien
„Nooit weer
„Neen, zeker nietals ge me zoo plaagt."
„Plaag ik f Ik zie heusch niets liever dan myn
vrouwtje met die kousjes."
„Ik moet er zes paar makendrie paar witte en
drie paar roodezie je. Het is oen heerlijkaardig
werkje om ze te breien"; zy spreidde het konsje voor
zichtig uit op de werktafel.
„Maar er is geen hiel aan, moet dat zoo?' kon hy
niet nalaten te vragen.
„Geloof je heuschdat het geen goed model is r
vroeg zij plotseling op angstigen toon.
„Het komt er maar op aan welke voet er in moet
weet je."
„Och nu zie ik het welje houdt me weer voor
den gek...."
„Neen, zeker niet, maar ik heb toch gelijk als ik
zeg dat het evenveel lijkt op een geldbeurs als op een
kous, ten minste een kous voor een gewoon menschen-
kind misschien niet voor een aardmannetje."
„Een aardmannetje verbeeld je nn maar niet
dat je aardig bent
„Neen neen Letta-lief ik trek mijn woorden in,
hoor Ik meen heusch dat het alleraardigst en aller
liefst is" hy liefkoosde haar„net als myn snoeperig
klein vrouwtje...."
„Je kon toch wel wat liever wezenvind ik" en zij
keek naar de kousjes. Wordt vervolgd.
XXXVI
Het succes der tentoonstelling vermindort nog in het
geheel nietmen zou zelfs zeggen dat het aantal der
bezoekers eer toe aan afneemt. Het weder is bij af
wisseling droog of nat, en in het laatste geval is het
nu niet bepaald aangenaam op het Champ de Mars,
vooral niet op zondag j.1., toen er stellig over de 300
duizend menschen waren, en wij onder gedurige slag
regens in den modder rondplasten, of wel in de gale
rijen geen voet voor den anderen konden zetten zoo
stikvol was het er binDen. Toch was de dag van zondag
j.l. een der merkwaardigste op het gebied der tentoon
stellingsfeesten op den middag de uitreikiug der
bekroningen aan de heeren exposanten door president
Carnot in het Palais de l'lndustrie des avonds groot
feestillumunatiën enz. ênz. op het Champ de Mars.
Het was er echter zoo guur en nat, dat wy er niet
blijven wilden doch liever tegen 7 uur het terrein
verlieten en slechts met de grootste moeite een rijtuig
vonden om naar bnis te keeren.
Aan de uitgangen van Porte Eapp, Pont Jena enz.
verkochten reeds dadelijk een aantal camelots een dik