T WEED E B L A D, behoorende l>ij tie Alkmaarsche Couranl.
Onderstaand adres is aan de Prov. Staten van Noordholland ingediend
i
</e (^tov-incia/e
dei (^lovmcie /reid/re
'en
Het is een niet te weerspreken feit, dat de gemeenschap tusschen liet
Oosten en het Westen dezer Provincie zeer veel te wenschen overlaat.
Verschillende redenen hebben daartoe medegewerkt. Wel het meest de
eeuwenheugende handelspolitiek der noordhollandsche marktsteden. Hoorn,
Purmerend en Alkmaar bestonden langen tijd door en om hunne markten.
In die steden ontwikkelde zich een levendige kleinhandel, die zich bijna
uitsluitend ten doel stelde de bevrediging der behoeften van de omliggende
plattelands bevolking. Iedere stad trachtte haar eigenen kring zoo groot
mogelijk te maken. Van daar het dubbele streven, eenerzijds om het ver
keer van de stad met de omliggende plaatsen zoo gemakkelijk mogelijk te
maken, anderzijds om de communicatie met de andere steden zooveel
mogelijk tegen te gaan en te belemmeren. Die steden zagen in elkander
slechts concurrenten, ijverig bezig om elkander de welvaartbrengende klanten
af te nemen.
Van de 16de eeuw af in 1577 verhinderden schout en schepenen
van Alkmaar gewapenderhand het maken van eene sluis nabij Rustenburg,
waardoor de bewoners van Schagen en van den Langendijk hunne producten
naar Hoorn zouden hebben kunnen brengen tot voor korten tijd, totdat
de aanleg der Staatsspoorwegen zijn machtigen invloed op het verkeer heeft
doen gevoelen, heeft dit stelsel gegolden. Ja! het vindt nog hier en daar
verdedigers in de ouderen van dagen, die in de Noordhollandsche steden
slechts ijverzuchtige mededingers zien naar de voordeelbrengende genegenheid
van den marktbezoekenden landman
De gevolgen zijn bekend. De vaart tusschen Hoorn en Alkmaar is
voor de scheepvaart volkomen onbruikbaar, ondiep en door vaste dammen in
drie verschillende deelen gesplitstde wegendie de beide steden verbinden
zijn gebrekkig, smal en gedeeltelijk loopende over hooge dijken, en in onder
houd bij verschillende corporatiën. De andere wegen in het noorden dei-
Provincie, loopende van Oost naar West, zijn in niet beteren toestandslechts
bruikbaar voor lichte rijtuigen, en voor een verkeer, dat niet met tijd en
kosten behoeft te rekenen.
De toestand kan niet langer zoo blijven zonder de vroeger zoo bloeiende
thans nog welvarende, marktsteden Alkmaar en Hoorn neer te drukken tot
den rang van „doode" steden.
De spoorwegen hebben de platteland-bewoners zoo dicht gebracht bij
de hoofdstad des Rijks, dat dezen met voorbijgang van den winkelier en den
koopman in de marktstedenin hunne behoeften grootendeels voorzien door
aankoop in Amsterdam.
De eischen aan het marktwezen gesteld worden steeds hooger, de
gemeente-kassen worden aangesproken tot het vergrooten van marktpleinen,
eu ter verbetering van weeg- en handelsinrichtingenen tegelijkertijd wordt
er een zoodanige sterke aandrang tot verlaging der geheven wordende
rechten uitgeoefenddat de rijks-wetgever reeds eenmaal eene vermindering
dier rechten heeft bevolenen de heffing tot het tegenwoordig bedrag slechts
tijdelijk wordt toegestaan.
De marktsteden zijn gedwongen andere bronnen van bestaan te zoeken
naast de vroegereen kunnen die nergens anders vinden dan in de ont
wikkeling van handel en industrie, waartoe in Alkmaar, dat, eerder dan
Hoorn aan het spoorwegnet aangeslotendie noodzakelijkheid vroeger heeft
ingezien, ernstige pogingen zijn gedaan, zooals blijkt uit het bestaan van
meerdere in de laatste jaren opgerichte fabrieken.
Maar sterk doet zich nu het nadeel gevoelen, dat die nieuwe nijverheid
en deze zich in de marktsteden ontwikkelende handel, afgesneden zijn van
een groot deel der Provincie door gebrekkige communicatie. Het is waar,
dat er eene communicatie over Zaandam bestaat, maar voor ieder die weet,
hoe scherp in het tijdvak, dat wij beleven, de concurrentie werkt, is het
duidelijk, dat die tijd en geld kostende omweg, voldoende is om een aantal
transactiën onmogelijk te maken.
De afstand tusschen Hoorn en Alkmaar bedraagt 22 kilometer, die
Aan Ploorn naar Zaandam en van Zaandam naar Alkmaar te zamen ruim
61 kilometer.
Kunstmatig is dus de afstand tusschen de beide sleden bijna driemaal
grooter gemaakt dan zij in werkelijkheid is!
Men heeft aan den weg van Alkmaar naar Hoorn de dubbele lengte
gegeven van den afstand van ieder der beide steden naar Amsterdam. Dat
zich onder dergelijke omstandigheden het verkeer tusschen beide steden niet
ontwikkelen kan, ligt voor de hand.
Hetzelfde geldt met eenig verschil in de verhoudingen voor alle
plaatsen noordelijk van Alkmaar en van Hoorn gelegen.
Voor een deel van het publiek kan men zeggendat de verbinding
over Zaandam als niet bestaat
De visscherlieden uit de Zuiderzee, die met hunne vaartuigen in het
Nieuwediep binnenvallen, gebruiken den spoorweg slechts tot Noordscharwoude,
en gaan van daar te voet naar Ploorn en Enkhuizen. De reis over Zaandam
is voor hen te duur.
Een aantal personen, die woonachtig in het oosten der Provincie,
hetzij als getuigen in strafzakenhetzij als belanghebbenden in civiele zaken
op een bepaald uur in Alkmaar moeten zijn ter terechtzitting van de aldaar
gevestigde Rechtbank, zijn verplicht een rijtuig te nemen, indien zij tijdig in
Alkmaar willen zijn; voor hen bestaat de verbinding over Zaandam niet,
omdat zij te veel tijd neemt.
In spoedeischende zaken, bij descentes, verhooren van zieken en zwak
zinnigen, moet de rechterlijke macht zich van een rijtuig bedienen.
Voor de kaashandelarendie van Hoorn uit de markt te Alkmaar
bezoeken, bestaat er geen spoorweg over Zaandam. Met den eersten trein uit
Hoorn vertrekkende komt men om 10.46 uur in Alkmaar!
Vestigt men de aandacht op de verbinding van Noordholland met
Friesland en Groningen over EnkhuizenStavoren, eene verbinding die voor
de ontwikkeling van het verkeer in deze geheele Provincie van liet hoogste
nut zoude kunnen zijn, dan blijkt, dat het Noorden dezer Provincie aan den
bestaanden weg over Zaandam bijna niets heeft, en alleen eene kortere ver
binding met Hoorn het Noorden veroorloven zoude de voordeelen te trekken
van den weg over de Zuiderzee.
De noodzakelijkheid eener verbinding tusschen Hoorn en Alkmaar is
dan ook sedert geruimen tijd begrepen en ingezien.
Reeds in 1864 had zich een comité gevormd tot het maken van een
spoorweg van Amsterdam naar Leeuwarden, met een zijtak van Hoorn naar
Alkmaar. Bij de bekende concessie-aanvrage van de Rotterdamsche Bank c. s.
in 1873 verklaarden zich deze aanvragers, voorgelicht door hunnen ingenieur,
wijlen den Heer Stieltjes, bereid de verbinding Hoorn—Alkmaar in hun
plan op te nemen, en bij de openbare behandeling van de wet van 10 Novem
ber 1875 in de Tweede Kamer hebben meerdere leden het groote belang dezer
verbinding breedvoerig aangetoond.
De ondergeteekenden hebben gemeend eene poging te moeten doen om
de verbinding Hoorn—Alkmaar tot stand te brengen.
Nadat een nauwkeurig plaatselijk onderzoek had aangetoond, dat de
bouw van een stoomtrambaan langs of op een der bestaande wegenbij den
aard en de geringe breedte dier wegen, onoverkomelijke bezwaren zoude
opleveren, hebben de ondergeteekenden aan den Heer J. D. Evers toen no°-
eerst-aanwezend ingenieur bij de Staatsspoorwegen te Hoorn, opgedragen het
maken van een plan met begrooting voor een lokaalspoorweg Hoorn—Alkmaar,
in beide steden aansluitende aan het bestaande spoorwegnet. De Heer Evers
wiens erkende bekwaamheden en de door hem verkregene ondervinding van
lokale toestanden, hem tot den aangewezen man voor dezen arbeid maakten,
verzekerde zich van de diensten van den Heer W. Nivel, toen ingenieur der
Geldersch- O ver ij sselsche Spoorweg-Maatschappij, en het door die deskundigen
opgemaakte avant-projet met begrooting werd door de ondergeteekenden op
22 Mei 1887 toegezonden aan Gedeputeerde Staten dezer Provincie, als bijlagen
tot een verzoekschrift, waarbij de ondergeteekenden Gedeputeerde Staten eer
biedig uitnoodigdenaan de Provinciale Staten een voorstel te doen om aan
de ondergeteekenden voor den spoorweg Hoorn—Alkmaar eene subsidie toe te
staan tot het bedrag der kosten van onteigening. Die kosten waren geraamd
op f 317,000eventueel van Hoorn en Alkmaar te verkrijgen subsidiën zouden
in mindering van die som worden gebracht.
Dit verzoekschrift gaf aanleiding tot eene correspondentie met Gedepu
teerde Staten dezer provincietengevolge waarvan de ondergeteekenden eenige
wijzigingen brachten ia hunne oorspronkelijke plannen en in hun verzoek.
Tot ons leedwezen ontvingen wij echter van Gedeputeerde Staten eene
LOKAALSPOORWES
A I, k II A 4 It IIO O It A.
b