No. 134*. Een en Negentigste Jaargang. 1889. op Woensdag 13 November 1889. TWEEDE BLAD. ZONDAG 10 NOVEMBER. Itaitcuiftub. (Sebstlte. BELGIE. Zoowel do gemeenteraad van Qent ala die van Luik heeft met algemceae stemmen een krachtig protest aangenomen tegen het door de regeering inge diende wetsontwerp tot wijziging der kieswet. DUITSCHLAND. Prins Bismarck ontving den 6 een telegram van den Keizer uit Konstantinopel luidende: „Op het punt van te vertrekken deel ik Uwe Doorluchtigheid mede, dat mijn verblijf alhier tot mijne volkomen tevredenheid is uitgevallen. De Sultan en de geheele bevolking, van eiken stand en elk geloof, hebben op de vriendelijkste wijze gewedijverd mij hunne Volle sympathie te betnigen. PROVINCIALE STATEN VAN NOORDHOLLAND. ALKMAARSCHE COURANT. GEVONDEN VOORWERPEN. Aan het Commissariaat van Politie zijn voor de rechtheb benden terug te bekomeneen lederen hondenhalsband met penning; een bos schaatsenriempjes (neusjes); een zilveren knip- beurseen stuk eiken scheepshouteen slagersmes een hon denpenning een zwarte stropdaseen schuiereen gouden kinderoorbelletje met blauw steentje; een petroleumlampje uit 'een lantaarntje; een kinderhalskettingje met vermoedelijk gouden sluiting; een oorbelletje met haarwerk; een streng Zwarte koralen. Volgens nib Zanzibar ontvangen bericht zou de heer Peters en zijn geheele gevolg op één europeaan en één somali na door de sai's of somali's vermoord zijD, De twee overgeblevenen, zelf gekwetst, zouden zich te Ngao bevinden. In de op den 7 gehouden zitting der begrotings commissie van den Rijksdag werden door den verte genwoordiger van het ministerie van buitenlandsche zaken de berichten omtreut het vernietigen van de expeditie van dr. Peters bevestigd. Hij verklaarde verder, dat de betrekkingen met Zwitserland voortreffelijk waren; de regeering was niet ongeneigd omtrent een nieuw vestigingsverdrag met de zwitsersehe republiek te ouder bandelen. Rijksdag. Den 7 is het ontwerp der socialisten wet naar eene commissie van 28 leden verzonden. De liberalen die recht hadden op drie leden in die com missie, hebben één zetel ter beschikking van de sociaal democraten gesteld, daar zij wegens hun gering aantal anders in de commissie niet vertegenwoordigd zouden zijn. Den 8 is de behandeling der bankwet aangevangen; zij is naar eene commissie van veertien leden gezonden. ENGELAND. Den 6 is het standbeeld van prins Willem III, van wit italiaansob marmer op een voetetab van Deroniaansoh graniet, in tegenwoordigheid van eene talrijke menigte te Brixham in Devonshire onthuld, dicht bij de plaats, waar hij den 5 Nov. 1688 het eerst den voet op het engelseh grondgebied zette. Het beeld 18 voeten hoogstelt den prins voor rechtop staande, met de éóne hand op zijne pluimhoed en de andere op de borstde woorden uitsprekende „de vrijheden van Engeland en de protestantsehe gods dienst zal ik handhaven I Overeenkomstig den wensch van Koning Willem III der Nederlanden staat aan de ééne zijde van bet standbeeld het opschrift„Engeland'a vrijheid door Oranje hersteld." FRANKRIJK. De bevolking van Parijs, ten be drage van ODgeveer 3 iniUioen zielen, bestaat voor een tiende gedeelte uit vreemdelingennamelijk12.804 engelsohen, 6.414 amerikanen, 22.519 italianen, 45.649 belgen, 16.341 nederlanders, 30,229 duitschers, 23.781 Zwitsers enz. De engelsohen en amerikanenSpan jaarden en portugeeien behooren meest tot de rijken de overigen vooral de italianen tot den werkenden stand. De russen zijn vrij gelijk tusscben de arme en rijke wijken verdeeld. Het blad, de Onverzoenlijke, van Rochefort is tot 500 boete en f 1000 schadeloosstelling veroordeeld omdat het een lid van den raad te Parijs een stillen verklikker had genoemd. De tentoonstelling te Parijs werd den 4 door 195.000 personen bezocht. Het aantal bezoekers op den 6, den laatsten dag, wordt begroot op 450.000 a 500.000 personen. De verlichting slaagde des avonds uitstekend. Den 8 heeft op het eiland Jersey eene bijeenkomst van aanhangers van Boulanger met Bouianger zeiven plaats gehad. SERVIE. Koning Milan heeft het regentschap doen wetendat hij over 8 dagen te Belgrado zal komen en aldaar eenige dagen denkt te blijven. VEREENIGDE STATEN. De republikeinen hebben bij de verkiezingen met eene geringe meerder heid de overwinning behaald in Massachusettsin Pensylvanie en Ohio. Bij de in de stad en den Btaat Nieuw-York gehouden verkiezingen hebben de demo eraten overwonnen. De republikeinscbe meerderheid in de aanstaande wetgevende vergadering is van 30 tot op 6 teruggebracht. Tot gouverneur van Massachusetts is een republikein en van Ohio een democraat gekozen. De verkiezing van een democratisch senaatslid te Was hington is zeker. Nadat den 7 de coramiasiënin wier handen den 5 de ver schillende voorstellen om bericht en raad gesteld waren, rapport uitgebracht hadden werd met 45 tegen 17 stemmen besloten die dadelijk te behandelen. Aan het Matrozen-Instituut te Amsterdam werd voor 3 jaren, ingaande met 1890, eene subsidie uit de provinciale fondsen verleend van 1 500 's jaars. Het voorstelom aan de commissie voor de algemeene be waarschool te Hippolytushoef op YVieringen voor 3 jaren, in gaande met 1890 eene provinciale bijdrage van t 100 's jaars te verleenenwerd bestreden door den heer Heemskerk, die in het algemeen het verleenen van subsidie door de provincie aan bewaarscholen niet wenschelyk en in het bijzonder deze subsidie voor de instandhouding dier school niet noodig achtte. Nadat de heer de LeaoLagunaerop gewezen had, dat het hier slechts gold het op nieuw verleenen van een subsidie, die met het oog op de begrooting der bewaarschool voor 1890 wel noodig was en het verleenen der subsidie aanbevolen had, ook omdat men zich van de zijde der ingezetenen veel inspan ning getroostte, werd het voorstel met 58 tegen 4 stemmen aangenomen. Zonder stemming werd aangenomen het voorstel van Ged. Staten om aan bestuurderessen der Bewaar- en Handwerksebool op Terschelling voor 3 jaar, ingaande met 1890, eene provinciale bijdrage te verleenen van f 125 's jaars. Bij besluit der Staten van 4 Juli 1.1. was voor f 5000 deel genomen in het waarborgfonds voor de kosten van inzending van vee ter tentoonstelling te Buenos-Ayres, onder voorwaarde, dat het door de regeering te verleenen krediet van f 25000 bij eventueel verlies het eerst aangesproken en de volle waarborg som van 1 50000 volteekend zou worden. Daar aan die beide voorwaarden niet kon worden voldaan vroeg het Ned. Landbouw-Comité ontheffing van die voor waarden of desnoods vermindering van het toegestane bedrag. Op voorstel der commissie werd besloten f 2500 als bijdrage in het waarborgfonds toe te staanmits minstens 20 stuks run deren uit Noordholland naar die tentoonstelling worden gezonden. De eerste suppletoire begrooting van bet gesticht Meerenberg voor 1890 werd vastgesteld. Door Gedeputeerde Staten was voorgesteld aan concessiona rissen voor de indijking en droogmaking van een deel van den Westeinderplas een provinciaal subsidie te verleenen van 40000. De commissie adviseerde tot het verleenen daarvan, onder be paling dat, bijaldien op 1 Januari 1893 het werk niet met ernst aangevangen en de voltooiing niet verzekerd was, de aan spraak op provinciaal subsidie zou zijn vervallen. De heer Ledeboer stelde als amendement voor, het sub sidie te verboogen tot t 60000. Dit amendement, bestreden door den heer Rutgers van Rozenburg en ondersteund door den beer Westerwoudt, werd verworpen met 37 tegen 25 st. De heer J o r d e n s stelde daarna als amendement voor, om aan bet besluit tot het verleenen van subsidie de voorwaarde te verbindendatwanneer later bij eindrekening der droog making mocht blijken dat het subsidie onnoodig ware geweest, het bedrag in de provinciale kas moest worden teruggebracht. Dit amendementbestreden door de heeren Westerwoudt Rutgers van Rozenburg en Philips, werd verworpen met 57 tegen 2 stemmen. Het voorstel van Ged. Staten, aangevuld overeenkomstig het advies der commissie, werd daarop aangenomen met 53 tegen 6 stemmen. De voorstellen tot wijziging van bijzondere reglementen van bestuur voor de ambachten van Westfriesland, genaamd Geest- merambacht en de Scbager- en Niedorperkoggen, en voor den Koog en Bleekmeerpolder werden aangenomen. Door den heer Bos werdnaar aanleiding van de plaats gehad hebbende overstrooming door dijkbreuk van den polder Mijzen, welke bij toeschreef aan schade, door stoombootjes op de Beemsterringvaart aan den dijk toegebracht en aan den onzekeren toestand van het peil op het Noordzee-kanaal, er de aandacht op gevestigd dat aan het voor dat kanaal vastgestelde peil van 0,60 el onder A. P. niet altijd de hand wordt gehouden hij verzochtdat Ged. zich te dier zake tot de regeering zouden wenden. Door den heer W esterwoudt werd daarop met cijfers aangetoond, dat het peil van het Noordzee-kanaal in den regel niet zoo heel veel verschilt van het vastgestelde peil van 0,50 el onder A. P. Hij geeft te kennen dat Ged. Staten echter hunne aandacht aan deze zaak zullen blijven wijden en als het noodig isdaarop bij de regeering zullen terugkomen. De heer Bos verklaart met deze toezegging genoegen te nemen. De najaarsvergadering der Staten werd daarna gesloten. Vergadering van den gemeenteraau te Zijpö, d d. 5 November 1889. Afwezig de heer K. A, Kaan. 1. De voorzitter opent de vergadering. De secretaris leest de notulen der vorige zitting, welke worden goed gekeurd. 2. Is aan de orde het voorstel van den heer Fran cis in de vorige vergadering aangebonden tot plaatsing van bliksemafleiders op de o. 1. scholen. Hierop wordt door het dag. bestuur een uitvoerig praeadvies uitgebracht, hetwelk strekt om. de aanneming te ontraden om de volgende redenen a. omdat de bliksem in een bnurt veel zeldzamer treft dan in alleen staande gebouwen, en men hoogst zeldzaam verneemt van brand, door het on weder ontstaan in een stad of dorp b. omdat meest alle geleerden verschillen in hunne meeuing welke bliksemafleiders de beste zijD. Uitvoerig wordt dit uiteengezet en ten slotte als de meening vau het dag. bestuur uitgesproken, dat het stelsel van Melsens 't beste is. Deze geleerde na wil vele spitsen, ijzer als geleider en vele dunne draden die het gebouw omgeven. Op het dak loopt dan een draad, die, evenals een hek, van vele spitse punten is voorzien; c. omdat, indien de bliksemafleiders werkelijk voor het inslaan van den bliksem beveiligen 't welk blijkens het sub 2 gezegde minstens onzeker is, het even noodzakelijk zoo niet noodzakelijker moet worden geacht, dat ook een leider worde geplaatst op het raadhuis, weeshuis, armenhuis en de brandspnithuizen. De redenen die hiervoor pleitrm worden duidelijk in het licht gesteld. De kosten nu van aankoop, onder houd en onderzoek van al die leiders acht het dag. bestuur te hoog en vorderen h. i. te veel van de flnan- cieele krachten der gemeente, dan dat zij de aanschaf fing ook al waren alle geleerden 't over de samen stelling en de beveiliging eens zouden kunnen aanraden. De heer Schuit betuigt zijn ingenomenheid met dit uitstekende praeadvies en kan zich met de conclusie van burg, en weth. vereenigen. De heer Biersteker zegt dat de kosten van goede leiders te hoog zijn. Op ieder gebouw zouden er 2 geplaatst moeten worden en na ieder onweer in de nabijheid zouden zij moeten worden onderzocht. De heer Francis kan dit laatste niet geloovenals de stang gemenied is, kaD men zelf zien of ze ge troffen is. De heer Nobel zegt, dat het praeadvies hoewel hij daarvoor zijne erkentelijkheid betnigt zijne sym pathie voor het voorstel-Francis niet heeft weggenomen. Dat het gevaar in een bnurt minder is dan van alleen staande buizen, wil hy erkennen, maar er blijft dan toch altijd gevaar bestaan. Wat in de tweede plaats tegen het voorstel is aangevoerd, is hem te geleerd en bij zal er dus niet tegen ingaan en wat betreft het derde bezwaar, dit behoeft z. i. zoo zwaar niet te wegen. Hij is het wel eens met het dag. bestaar, dat indien tot plaatsing van afleiders wordt besloten, daarvan ook het raadhuis, weeshuis en armenhnis moet worden voor zien, dooh al kost ieder gebouw ook 60, 70, ja f 100, dan is dit z. i. nog geen bezwaar. Hij meent dat aan neming is in het algemeen belang en het geld op de eene of andere wijze wel zal kunnen worden gevonden. In de eerste plaats zou hy de soholen van leiders willen voorzien; de andere gebouwen kunnen dan volgen. De heer Biersteker zegt, dat er thans geen geld voor bliksemafleiders op de begrooting is uitgetrokken en daarvoor van den post „onderhoud van scholen" niets kan worden afgenomen, aangezien men niet weet hoeveel de gewone kosten in 1890 zullen bedragen. De voorzitter vraagt thans aan den heer Francis of hij, na het advies van burg. en weth. te hebben gehoord, zijn voorstel wil handhaven. Zoo ja, of hij dan leiders zou willen plaatsen zooals dit hier en in den omtrek algemeen geschiedt, met een piatinapunt en koperen geleiders. Deze vraag wordt door den heer Francis bevestigend beantwoord. In omvraag gebracht wordt het voorstel met 6 te gen 4 stemmen verworpen. 3. Wordt aan de orde gesteld de behandeling van een door bet dagelyksch bestuur met de opperbrand- meesters ontworpen reglement op het brandwezen. Na voorlezing maakt de heer Zeeman eene opmer king over de verdeeling der wijken hij meent, dat Sint Maartensvlotbrug bij de afdeeling Bnrgerbrug moet wor den ingedeeld. Door anderen wordt dit echter bestreden, omdat Sint Maartensvlotbrug het dichtst bij Sehager« brug is gelegen. De heer Nobel Viaagt of de belooning van 25 cents voor ieder der eerste 4 uren en 15 cents voor een volgend voldoende is. De heer Biersteker geeft hierop een bevestigend ant woord en zegt dat die beiooning nog is verhoogd. Vroeger was het 25 cents voor ieder der eerste 2 uren. Het reglement wordt daarna in zijn geheel met al gemeene stemmen goedgekeurd. De Voorzitter stelt aan de orde de vraag welke be stemming aan de vervaardigde goederen bij het hand- werken-onderwijs zal worden gegeven. Het dagelijksoh bestuur stelt voor, weder dezelfde maatregel te nemen als het vorige jaar, nl. ze te geven aan de maaksters. De heer Nobel kan zich hiermede zeer goed ver eenigen. Hij meent, dat dit besluit reeds eerder b.v. in Mei had moeten worden genomen. Indien het voorstel werd uitgebreid, dat het ook voor volgende jaren gold, zou hij dit nog beter viaden. De Voorzitter meentdat het dagelijksoh bestuur zich daarmede wel kan vereenigen, doch de heeren Schuit, Biersteker en de Wit verklaren er zioh tegen. Zij vinden 't beter zieh niet voor de toekomst te ver binden en telken jare omtrent de bestemming der goe deren te beslissen. Met algemeene stemmen wordt daarna het voorstel van het dag. bestuur aangenomen. 5. Aan de orde is thans de behandeling van het suppletoir kohier van den hoofdelijkcn omslag, dat ech ter op voorstel van den Voorzitter, in geheime zitting zal worden behandeld. 7. Bij de gewone rondvraag zegt de heer Nobel dat het lamplicht van de school te Sint Maartensbrug niet behoorlijk ia afgefloten. Aangezien dit in de po- litie-verordening is voorgeschreven meent hij dat de gemeente wel in de eerste plaats voor die afsluiting mag zorgen. De Voorzitter zegt dat dit een politie-zaak is het feit zal worden onderzocht en in eene behoor lijke afsluiting, zoo noodig worden voorzien. De vergadering wordt daarop gesloten. Bij den tweeden kolfwedstrijd, den 6 gehouden by A. Kist te Zuidscharwoude, is de prijs behaald door J. Ootjera, te Noordsoharwoude, met 117 punten, de le premie door P. de Geus, met 112 punten de 2e premie door J. Kostelijk, met 107 pnnten, beiden laatsten te Zuidsoharwoude. Bij den biljardwedstrijd vielen prijs en premie ten deel aan K. Wagenaar te Broek op Langedijk.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1889 | | pagina 5