No. 135. Een en Negentigste Jaargang. PAARDENMARKT. FEUILLETON. Een Huwelijksleven, 1889. WOENSDAG 13 NOVEMBER. Prijs der gewone Advertentiën: (Dffi.icel Oebtcllc. ftaitenlaub. ENGELAND. Den 9 is de werkstaking der lioh- termannen te Londen geëindigd doordat de patroons toegegeven hebben aan hunnen eisch, om voor één nacht- karwei betaling voor den geheelen nacht te doen plaats hebben. JONAS LIE. ALKMAARSCHE COURANT Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag-en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele rijk f 1,—. De 3 nummers f 0,06. Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HEEM». COS- TEE ZOON. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter kennis van belanghebbenden, dat aan de gemeente- reiniging opgedragen is, op morgen 13 November 1889 des namiddags te vier uren, een aanvang te maken met het schoonmaken van de straten, waar de paar denmarkt gehouden is, opdat de straten dien dag nog bijtijds schoon gemaakt kunnen zijn. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 12 Nov. 1889. De Secretaris, NUHOUT van dek VEEN. DUITSC3LAND. Kapitein Wisttnann heeft na korten tegenstand Saadari bezet waar zich weder arabische slavenhandelaars hadden neergezet. Rijksdag. Bij de behandeling der Bankwet op don 8 werd die wet bestreden door graaf Stolberg en door nog een lid der vrij-conservatieve partij die de Rijksbank geheel en al tot eene Staatsinstelling wilden maken. De heer von Decbend, president der Bank, verdedigde krachtig het behoud der bestaande regeling want de Bank gaf aan kleine landbouwers en handwerkslieden het krediet, waaraan zij behoefte hadden. Hare hoofd* taak was zorg voor het muntwezen en den geldomloop. Zij zou zicb zoo goed niet kunnen bewegen in het algemeen belang, hield zij op eene hoofdzakelijk parti culiere instelling te zijn, boewei daardoor niets in haar bestuur veranderd zou worden. Hij waarschuwde dringend tegen de bedoelde verandering en deed uitkomen dat de daaruit voortvloeiende winst voor bet Eyk onbetee- kenend zou zijn tegenover het aan de Bank verbonden risico. Beieren. In de Tweede Kamer is met 81 tegen 78 stemmen een aan den minister von Lutz vijandig voorstel aangenomen. Dit voorstel strekteom aen de regeering te verzoeken het konink'ijk Placet niet meer toe te passen dat wil zeggen af te zien van het be staande toezicht op zekere van de geestelijkheid uit gaande geschriften en handelingen en de oud-katho lieken voortaan als niet-katholieken te behandelen en niet met gewone katholieken op ééne lijn te stellen. De Eerste Kamer zal dit voorstel echter wel verwerpen. Den 9 hebben ongeveer 3000 bakkersgezellen te Lon den besloten, het werk te stakeD, zoo de bakkers niet vóór den 16 hunne eischen inwilligden. Zij vragen een werkdag van 9 uurzij willen 60 uur per week wer ken, met inbegrip van één schaftuur. Elk uur daarbo- DOOS 24) „Voor wie Alette droefheid voor de kinderen of voor mij Die slungels van jongens altijd de laagste van hun klasse te zien Het is ook zoo jammer dat ik niet altijd geregeld hunne rapporten nazie, maar dat jij het gewoonlijk doet, Alette Ik zie wel, dat gij ze bederften ik heb geen tijd genoeg om er iets tegen te doen." „Ja. ge zorgt niet eens, dat ze je liefhebben „Ik ben niet lief voor zemaar tracht mijn plicht te doen en ware liefde te toonenHet is juist omdat gij alle dagen zoo lief voor hen bentdat ik zaterdag het spaaneche rietje moet gebruiken. En als het rapport nu maar eens in de vier weken onder mijn oogen komt, denkt ge zeker, dat zij daarmede ten minste de wekelyksche straf ontloopen hebben 1 Alf kijkt mij zoo angstig en smeekend aan hij lijkt met zijn blauwe oogen en blonde krullen Bprekend op jou, toen je zeventien jaar oud was 1 Maar hij beeft onder mijne handen Het is een ellendig geval Doordat Jakob zoo veel van buis was en bet zoo druk bad op 't kantoor, bleef zijn optreden tegenover de kinderen bijna altijd een stormachtig karakter dragen. Hij raasde eens flink en dan was het weer voor een poosje uit. Dan verdiepte hij zich weer in zijn zaken met een bevredigend gevoel van misschien toch een stootje in de goede richlirig gegeven te hebben. Be- mce de hij er zich meedan geschiedde dit steeds met kracht. De openbaringen van de vaderlijke tucht verspreidden dan ock steeds een zekeren schrik in huis. De angst ven moet met auderbalt maal het gewone loon betaald worden. Zij, die niet per uur betaald worden eischen een loon van ten miuste f 3,60 per dag van 9 uren voor de meesterknechts, en van f3,— voor de andere werklieden, behalve de gebruikelijke hoeveelheid brood en meel voor de gezinnen. De bakkers-vereeniging heeft verklaard, deze eischen niet te hunnen inwilligen. Den 9 heeft de nieuwe lord-maijor van Londen, de heer Henrij Israels, zijn ambt aanvaard. Aan het bij die gelegenheid gegeven feeetmaal, dat door de ministers werd bijgewoond, hield de minister van buiteul. zaken Salisbury de gebruikelijke staatkundige rede, nadat de mi nister van marine den uitslag der oefeningen met de vloot en die van oorlog de legerhervormingen medegedeeld had. In die rede sprak hij het eerst over de werkstakingen, een scherp zwaard, waarmede twee partijen spelen, waar door zij groote verantwoordelijkheid op zich laden, vooral nu de mededinging tot het uite ste wordt gedreven. Zij bedreigt de regelmatige werking van bet groots rader werk der nijverheid. Wat het iersehe vraagstuk betrof, de regeering dacht niet aan wijziging harer staatkunde in de richting van Gladstone's plan. Wat de bniten- laudsche aangelegenhoden aanging, verdiende Afrika vooral de aandacht. Met voldoening wees hij op de conferentie tegen den slavenhandel, welke eerstdaags te Brussel bijeenkomt. Ook sprak hij met lof over den Sultan van Zanzibar die blijkens een onlangs uitge vaardigd besluit de weldaden der vrijheid in zijn gebied uitbreidde. De tijd om Egypte te ontruimen was nog niet gekomen. De Prins van Wales had zich kannen overtuigen van den vooruitgang van dit land, doch het gevaar voor een inval was nog niet geweken en Engeland had zich in elk geval verbonden, Egypte te steunen tegen zijne vijanden, totdat het in staat was zich zelf te helpen. Alleen de opstand op Cretadie zoo goed als geëindigd was, wekte in Europa nog be zorgdheid. Europa kon zijne welvaart zien toenemen zonder vrees voor oorlog. Ten aanzien van het gerucht, dat Engeland zieh bij het Drievoudig Verbond zon aan sluiten, werd gezegd, dat elke verandering op de kaart, waardoor hot gebied van eene mogendheid vermeerderde, naijver wekken en ernstige gevolgen hebben zon, welke iedereen wil voorkomen. Vatte men alles samen dan stond het enropeesche weerglas op „schoon", op vrede. De be3t ingelichte staatslieden waren van oor deel, dat het behoud des vredes beter verzekerd was dan ooit. Welke maatregelen men in geval van oorlog zou moeten nemen, was Diet nauwkeurig aan te geven. Al wat hij zeggen kon was, dat de regeering ijverde voor het behoud van den vreedzamen toestand, die zich dagelijks meer scheen te bevestigen. FRANKRIJK. In den ministerraad van den 9 s besloten, het ontslag van admiraal Krantz als minister van marine aan te nemen. Verschil van gevoelen over de zaken in Tonkin moet aanleiding gegeven hebben tot de aanvrage om ontslag. De heer Barbeyoud minister van marine en thans lid van den Senaatis tot zijn opvolger benoemd. sprak nit het gelaat der knapen, als hij na en dan eens een hunner over het hoofd streek en vroeg hoe het op school was gegaaD. Zij waren altijd opgeluchtals hij maar weer uit de kamer was. En Alette bevond zich tegenover hem in een toestand van gestadigen tegenweer, even wakker en bereid, om te bedekken wat hem kon mishagen, als klaar, om hem opmerkzaam te maken op al de verschillende merk waardige en goede eigenschappen die zich meer en meer by ieder der kinderen ontwikkelden. Het was ongeloofelijk hoe licht men in een kind iets kon onderdrukken „Doe Alf niet schrikken, bid ik jebij is zoo'n wonderlijke jongen hij kan 's middags aren lang aan de piano zitten en na en dan eens een toon aanslaan. Hij heeft een hesle me lodie gemaakt... En Johan Hendrik is ook intelligent genoeg, maar hij leert alleen datgene, waarin hij pleieier heeft. Met dwang gaat bet niet En Jakob moest erkennen, datal waren zijn kin deren geen helden op schoolzij in de samenleving zich alle drie zelfs de kleine Viking uitstekend opgevoed en welgemanierd toonden. Wat dat aangaat, bad Alette genoegen van haar werk. Als zij gasten hadden stond de langeflink opge groeide Johan Hendrik met zijn mooien krullebol en sohelmsohe oogen by den ingang van het huis te bnigen en hielp ieder aan het uittrekken van de overkleederen, gaf stoelen aan en gedroeg zich zoo wellevend en op lettend als de beste kavalier. En als hij later achter een stoel staande eenige volksliederen voordroeg, oogstte hij evenveel applaus als een volleerd tooneelspeler zonder eenigszins nit den plooi te komen. Alf was op zijn manier even gelukkig. Hy was bij voorkeur in bet gezelschap der dames, met wie hij zeer vertrouwelijk kon praten. Hij liet zich ook niet lang nooden, ofschoon men zien kon dat hij inwendig beefde, om iets voor te spelen dat hy geleerd of zelf gecom poneerd bad. Op eenstemmig advies van den raad van onderzoek is generaal Riant, bevelhebber van het territoriale leger, uit het leger verwijderd omdat hy de door den heer Laisant gesproken woorden goedgekeurd had. Deze had openlijk verklaard dal men in geval van oorlog in de eerste plaats eene regeering als de tegenwoordige ait het bewind moest stooten. De regeering heeft krachtige maatregelen genomen ter voorkoming van storing der openbare orde bij de door de boulangisten voorboreide groote betooging op den 12. De ministerraad kwam den 11 met het oog daarop bijeen en zon den 12 des morgens op nieuw vergaderen. De minister van openbare werken Yves Gnyotdie do opening van dea spoorweg Saint-Pons naar Béda- rieux bijwoondeheeft den 10 in antwoord op eene toespraak van den burgemeester van Castree o. a. gezegd, dat bet ministerie gelijk het is in de Kamer zal optreden en aan het bestnnr zal blijven totdat de Kamer anders besloten heeft. In eene door 367 leden bijgewoonde vergadering van de vereenigde linkerzijde is den 11 de heer Eloquet gekozen tot candidaat voor president der Kamer met 274 stemmen. Op den heer Brisson waren de overige stemmen uitgebracht. OOSTENRIJK-HONGARIJE. In de hon- ganrsche kamer van afgevaardigden werd den 6 eene levendige beraadslaging gevoerd over de civiele lijst des keizers. De heer Ugran (van de uiterste linker zijde) betoogde dat de keizer omringd was door per sonen, die vijandig gezind waren jegens Hongarijehij laakte mede ten Bterkste de honding van den minister president Tisza, die eene goede verstandhouding tussehen het volk en den koning tegenwerkte. Nadat de beer Tisza had geantwoord, werd de civiele lijst goedgekeurd. De heer Iranyi het hoofd der oppositie, verdedigde zijn voorstel, strekkende om den minister voor de na tionale verdediging in staat van beschuldiging te stel len. Zijn griet bestond voornamelyk daarin dat deze minister het gebruik der keizerlijke vlag bij de hon- gaarsehe militie had gelast. De heer Tisza verklaarde, dat, ofschoon het voorstel slechts een der ministers raakte, het geheele kabinet de verantwoordelijkheid van dien maatregel op zich nam. Het voorstel-Iranyi werd ten slotte met groote meer derheid verworpen. Met groote meerderheid werden de financieels schik kingen met Croatië aangenomen. De boheemsche Landdag beeft den 7 beraadslaagd over het adres aan den Keizer. Nadat de heer Eieger voorgesteld had tot de beraadslaging over te gaan en de Jong-Czechen zieh daartegen verzet hadden sprak de heer Greyr gedurende 2 uren ten gunste van het adres. Hy werd door de Oud-Czechen toegejuicht. De heer van Scbwarzenberg betoogde dat de rechten der boheemsche kroon slechts dan gewaarborgd kannen wordenwanneer men zich strikt aan de grond wet hield. Te midden van toejuichingen verklaarde En klein moedertje de elfjarige blonde Elisabeth ging steeds naar boven, naar de Krabbe'a. De leeraar had zich bijzonder aan het kind gehecht, toen bet nog heel klein was en zij beantwoordde die liefde. Heersehte er eenige drukte of onrustige stemming in huis was er oneenigheid tussehen de ouders of hadden de jongens straf verdiend dan zag men de kleine gedaante met de lange vlechten de deur van Krabbe ingaan. Zij ging er stil zitten en luisterde aandachtig, wanneer Krabbe het een of ander vertelde, dat bare aandacht trof'. Zij kwam thuis met het verbaal van allerlei wat zij daar gehoord had het viel haar lang niet gemakkelijk iets er van duidelijk te maken aan haar broeders, die het nooit goed opnamen, maar lachten en spotten over Krabbe's eigenaardigheden. Zijn persoon was het voor werp van de geestigheden der schooljongens, al was hij ook van den anderen kant degene, die ofschoon zijn manier van onderwijzen onregelmatig was, hen toch het meeste leerde en hun de oogen openden voor veel schoons en goeds. De kleine Elizabeth leerde altijd haar lessen boven en Alette behoefde zieh over baar niet ongerust te maken, hare rapporten van de meisjesschool van juffrouw Bang waren zóó goeddatzooals Jakob zeide de jongens er met hun drieën genoeg aan gehad zonden hebben. Men wist altijd waar men baar vinden kon. Daar boven was een rijk veld open voor hare verbeelding, behalve de keuken van mevrouw Krabbegeïllus treerde boeken een sterke magneeteen mikroskoop en verschillende kleine werktuigen voor natuurkundige proeven. En onderden grooten lessenaar was plaats genoeg voor een heel poppenhuis. Krabbe zelf zat graag op zijn plaats by de kachel en zag hsar aan, terwijl zij speelde of in zijn boeken bla derde en de prentenmythologie bekeek. ...„Weet ge wat de goden zoo gelukkig maakte? Zij hadden zooveel leven in zwh, dat zij konden jubelen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1889 | | pagina 1