fiuiteuUnb.
ENGELAND. De diplomatieke briefwisseling
over de aangelegenheden van Creta is openbaar gemaakt.
Zij loopt van Januari 1888 tot September 1889 en bevat
meerendeels depêchesgewisseld tusschen den minister
van buitenl, zaken Salisbury en den gezant White te
Konstantinopel en den engelschen consul te Canea. In
een schrijven der grieksche regeering van 5 Sept. werd
geklaagd over het gedrag der turken op Creta en een
beroep gedaan op de mogendheden tot het zenden eener
voldoende macht tor herstelling der orde op het eiland.
Griekenland zou dan eene vloot met landingstroepen
zenden. Na de ontvangst van dat schrijven gaf de
oostenr'yksch-hongaarsche minister van buitenland-
sche zaken, graaf Kalnoky, als zijn gevoelen te kennen,
dat de voorstellen van Griekenland niet practisch waren,
maar dat by zou toetreden tot elk plan, dat de belang
hebbende mogendheden mochten goedkeuren. Minister
Salisbury seinde aan den gezant te St. Petersburg, aan
de grieksche regeering geantwoord te hebben dat de
engelsche regeering het ernstige van de gebeurtenissen
op Creta inzagmaar niet kon toegeven dat zij eene
grieksche tueschenkomst zouden rechtvaardigen. Minister
Crispi seinde naar Berlijn en Landen ten einde vol
komen overeenstemming te verkrijgen tusschen de mo
gendheden in deze aangelegenheid, maar gaf te kennen,
dat ook de italiaanscbe regeering geene reden zag voor
grieksche toerustingen.
FRANKBIJK. Kamer. Den 14 waren reeds
360 van de 576 verkiezingen goedgekeurd.
SPANJE. Do Kamer heeft een aanvang gemaakt
met de behandeling van het wetsontwerp tot invoering
van het algemeen stemrecht.
fiiimculfutï».
tijd. Velen onzer lezera hebben waarsohijnlyk zijne
Fourchambault's gezieneen stuk hetwelk in Holland
steeds een buitengewoon auooes heeft. In Parijs ia het
eene bekende waarheid dat een goede troep, die avond
aan avond zou spelen „Le Gendre de Monsieur Poirier
van Emile Augier en „Le Monde ou 1 on a ennuie'
van Pailleron stellig een jaar lang goede zaken zou
maken. Dan had Augier een buitengewoon voorreobt,
hij was een bescheiden en eerlijk man die van zijne
vrouw en familie hielden deze eenvoudige begrippen
ook in zijne stukken overplantte. Bij Augier ia een
eerlijk man een eerlijk man hij zoekt ona niet door
allerlei fraaie redevoeringen te bewijzen dat zwart wit
is, zijne stukken zijn eenvoudig, het is een bepaald
genot ze te zien spelen of zelfs in de binnenkamer bij
den haard te lezen en gij neemt na zulk een spel of
lezing steeds een goeden eerlijken indruk mede. Zijne
taal ia echt fransoh sierlijk en duidelijk, elk woord op
zijue plaats, en dit is wel noodig, waar tegenwoordig
zoovelen trachten voor allerlei leelijke woorden mooiere
uitdrukkingen te vinden. Om van het nieuwe stuk van
Daudet „Struggle for life" nog niet te spreken daar
dit althans met buitengewoon talent geschreven is,
zoo hadden wy het proces van den italiaansohen anar
chist Eenichef eener parijscbe dievenbende. Onze
coDfrère Charles Bigot schreef hierover in Le Sieeie
een zeer lezenswaardig artikel, en doet duidelijk uitko
men dat het wenschelijk zoude zijn, dot men zich aan
de goede duidelijke fransche taal houde, dat men iemand
als Paul Astier, den held van Dandet's nieuwe meester
stuk niet moet noemen een strijder voor het bestaan
dooh eenvoudig een schurk en dat de anarchist Eeni
zich zelf wel bestempelt met den naam van rechtspieger
en onteigenaarwaar de juiste termen moordenaar en
dief beter op hunne plaats zijn. In bijna alle Btukken
nu van Emile Augier voeren eerlijkheid en waarheid
den boventoonzijne personen zijn Daar de natuur ge-
teekend, de deugd en rechtschapenheid behouden s.eeds
de overhandde karakters zijn sterk en sprekend af
gebakend de handeling is altijd boeiend de dialoog
geestig en pittig van het begin tot het einde.
Emile Augier was lid van de Academie 1 ran^ise en
thans is bet de groote vraag, wie hem in die hoedanigheid
zal opvolgen. Een massa caudidaten betwisten elkander
den voorrang en de eer deza plaats in te nemen. Men
spreekt van Zola, die langzamerhand op leeftijd komt
en van zyn herhaald oorlogvoeren tegen zjjne ontelbare
kritieken gaarne wil uitrusten in den academischen
fauteuil; van Sarcey, den bekende criticus van Le Temps;
van André Theuriet, den idillyschen romanschrijver en
van meer anderen. Daudetaan wien die zetel allicht
zou toekomen, heeft zioh met zijn roman „L'Immortel",
waarin hij de academie heftig bespotvoorloopig onmo
gelijk gemaakt.
En thans, waarde lezers, wil ik voor heden afbreken
met u mijnen dank te betuigen voor de welwillendheid,
waarmede gij deze expositiekronieken gevolgd hebt. De
winter breekt nu aanhet echt parijsche leven begint
opnieuw, academiën en scholen, Benaat en kamer, recht
banken enz. openen weder hunne deuren, het publiek,
hetwelk Tout-Paris vertegenwoordigt, is in zijne geliefde
hoofdstad teruggekeerd en ik wil hopen dat gij ook
verder, waarde lezers, met la Ville Lumiere wilt kennis
maken. Ons doel zal steeds zijnevenals wij voor de
tentoonstelling gedaan hebben, te wijzen op het schoone
en verhevene en het leelijke zooveel mogelijk met een
sluier te bedekken.
Parijs, 9 Nov. 1889. J- Ml. T.
„Dat zal het paard zelf we doen, denk ik 1"
Wees niet zoo driftig Viking", vermaande Alette,
"joban Hendrik rijdt goed en Gudbrand geeft hem
goed haver. Hij moet het er nu nog maar eens van
nemen, later heeft hij zooveel te werken."
Viking liep boos weg.
Hebt ge wel opgemerktJohan Hendrikhoeveel
hart Viking voor de paarden heeft", vroeg Alette na
denkend, „hij heeft oog voor al wat practisch is. Hij
is graag aan 't station met allerlei pakkery bezig
Ik hoop, dat vader hem ergens in kan zetten, dat hem
een goed bestaan geeftb. v. een boerderij.
Als het niet je vader ten pleiziere was, dan zou ik
hem niet naar school kunnen krijgen. Hij heeft zoo'n
hekel aan de boeken
BELGIE. Te Gent is zonder strijd de liberale
oandidaatde beer H. Lippens burgemeester tot
lid der Kamer gekozen met 1687 van de 1933 stemmen.
DXJITSCHLAND. Het lokaal voor de patronen
der koninklijke kruitfabriek te Hanou is den 14 in de
lucht gevlogen daarbij zijn 3 personen gedood en 28
gekwetst.
De commissie uit den Eijksdag heeft de ontwerp-
bankwet, na verwerping van alle amendementen, onver
anderd aangenomen.
Rijksdag. Den 11 moesten de beraadslagingen
over een voorstel van den heer Eickertbetredende
onregelmatighedenwelke bij de verkiezingen voorge
vallen zouden zijn afgebroken en tot den 13 verdaagd
worden omdat bij eene stemming bieek dat slechts
108 van de 397 afgevaardigden tegenwoordig waren.
Den 12 is een aanvang gemaakt met de behandeling
der begrooting.
De duitsehe regeering gaf aan de Porte den raad
alleen met hare troepen de orde op Creta te herstellen,
onder bijvoeging dat Duitscbland eene grieksche tus-
sohenkomst niet zou kunnen bevorderen. De rusaische
regeering verklaarde krachtige vertoogen te Athene
ingediend te hebben met de opmerking, dat geen enkele
mogendheid het door Griekenland voorgestelde zou wil
len aannemen. De fransche regeering gaf hare groote
verwondering over het schrijven van minister Tricoupis
te kennen en deed uitkomen, dat zij de tusschenkoms*,
van welken Staat ook, als iets onmogelijks beschouwde,
zonder voorafgaand onderzoek en overleg van alle
mogendheden.
De heer Sydneij Waterlow, een man van geringe
afkomst, die door ijver en energie een groot fortuin en
eenen aanzienlijken maatschappelijken rang verwierf, heeft
aan de stad Londen twaalf bunders grond te Highgate
ea f 72000,geschonken, om een klein gedeelte, dat
neg in het bezit van huurders is, vrij te koopen. Hij
vindingen opgedaan. Zij en Jakob waren even vol vuur
en illusies begonnen als iedereen.
Als zij zich herinnerde, hoe innig gelukkig en hoe
vol vertrouwen in het bestendige van haar gelnk zij de
toekomst was ingegaan En als zy nu Elisabeth in
dezelfde stemming zag Ja, dau dacht zij aan een
vaas vol van de geurigste schoonste bloemen de
vaas blijftdat ligt in de orde der natuur
maar de b'oemen Waarom moet men zich zelvea
toch ongelukkig maken door van die bloemen zooveel
te maken, zooveel te verwachten
XV.
Johan Hendrik had waarlijk gelijk gehad toen hij
zijne zuster steeds met den student in de medicijnen
plaagdeAlette had het niet zoo ingezien maar de
jongen had zoo'n goed inzicht in dergelijke zaken.
Op een mooien winterdag het sneeuwde en sneeuwde
alsof de hemel vol watten zat, was Elisabeth in de
slaapkamer by haar vader en moeder geroepen en met
een gezicht stralend van geluk was zij Johan Hendrik
op den trap voorbij gesneld naar boven; hij begreep
toen dadelijkdat er iets bijzonders aan de hand was,
Zij kwam even daarna plechtig en ernstig met den
aanstaanden medicus Morten Einne weer beneden.
Jakob moest zeggen, dat bij geheel verrast was door
dat aanzoek om de hand van zijne dochter, hij zat tot
over de ooren in 't werk met al de verwikkelingen in
den houthandelHy had zoo iets natuurlijk wel
kunnen verwachten. Elisabeth was immers al achttien
jaren 1 Maar hy leefde zoo geheel in zijn zakendat
hy dikwijls niets begreep van wat er in zijn gezin omging.
Er was dus rozengeur en maneschyn in huis
verschenen, zonder dat hij het bemerkt had
Hy schijnt een intelligent jong man te zijn i
Tevreden 1 had Jakob gezegd tevreden 1
Dat was nu juist een gevoeldat Alette geheel niet
kende in deze zaak.
Zij behoorde niet meer tot degenen, die het zulk een
feestelijke en gelukkige gebeurtenis achten als twee
tnenscben elkaar allerlei dwaze dingen in het hoofd
praten en elkaar zooveel moois en liefs voorspiegelen,
om het ieder volgend jaar een toontje lager te stellen
en telkens weer wat af te slaanZij was nu ruim
wintig jaren getrouwd geweest eu had heel wat onder-
Op het verlovingsfeest was de heer Krabbe al bij-
bijzonder vermakelijk Johan Hendrik nam hom eens
goed op. Hij stond dikwijls stilletjes in een hoek te
knikken tegen menschendie hem niet begrepen en
een voor een aftrokken. En met een half ondeugenden
maar toch vaderlijk teederen blik volgde hij overal
Elisabeth met de oogen.
Eerst toen 's avonds de punch binnenkwam, gaf hij
lucht aan zijne feestelijke stemming. Hij greep plot
seling den armenstokdooven kapitein Boekman bij
een knoop
„Een menschelijk hart, ziet ge, drijft het bloed elf
voet in de seconde voort, dat zijn zeshonderd en zestig
voet in één minuutkapitein I Denk nu eens aan
al de onbewuste kracht, die een mensch in zioh heeft,
wat een hart in zestig jaar b. v. al niet voortdrijft
En denk eens welk een bron van kraoht het beschikbaar
heeft in aantrekken en afstootenin liefde en haat 1
Men praat over niet gebruikte krachten in watervallen
en stroomen; maar hier hebben wy een dikwijls niet
gebrnikte kracht in den mensoh zei ven hm,hm"
zeide hyeindelijk opmerkendedat hij zijn kruit
verspilde
Krabbe had het gemoed vol heden avonden had
zioh nu eindelijk bij de gastvrouw aangesloten die tot
nu toe druk bezig was geweest met anderen.
„Wat is toch het levenmevrouwhet echte
leven"hy zag haar ernstig aan, „en zijn de keeren
niet te tellen, dat wy kunnen zeggen, echt geleefd te
hebben?... Het zyn de lichtpunten in ons leven, die
wy nooit vergeten, terwijl al het overige duister wordt.
Eu als wy na e3ns ons geheele leven tot werkelijk
leven konden maken en als dit ons niet gelukt
als wij het dan eens voor onze kinderen konden doen
Echt geleefd kan er worden in eene groote liefde."
Dat was mooi gezegddaoht Alette latermaar
Krabbe is ook een totaal onpraotisob man.
Wordt vervolgd.
wensoht dit terrein bestemd le zien tot een park ter
uitspanning van het Londenscbe pnbliek.
OOSTEN RIJK-HONGARIJE. Keizer Wil-
helm en zijne gemalin kwamen den 14 te Insprück aan.
De Keizer van Oostenrijk wachtte den trein op het per
ron van het station af. Keizer Wilhelm zat aan het
portier van zijn coupé de Keizer van Oostenrijk ging
op de trede van het rijtuig staan en begroette den Keizer
en de Keizerin op de hartelijkste wyze. De beide vor
sten omarmden elkander en Keizer Frans Jozef kuste
de hand der Keizerin. Beide Keizersnamen toen plaats
in de coupé eu knoopten een levendig gesprek aan. De
menigte hief by de komst van de vorstelijke personen
luide juichkreten aan. Zoodra laatstgenoemden waren
uitgestegen, bood Keizer Frans Jozef zijn a*m aan de
Keizerin, om haar naar den wagon te geleiden, waarin
het ontbijt zou gebruikt worden. De trein vertrok
weder te 12 u. 25 ra. De Keizer van Oostenrijk be
geleidde Keizer Wilhelm tot aan Eosenheim.
ITALIË. De Keizer van Duitschland is den 13
des avonds uit Monza vertrokken, na een zeer hartelijk
afscheid van Koning Humbert te hebben genomen.
De vrees, dat te Eome dezelfde onregelmatigheden
gepleegd zijnals onlangs ontdekt zijn te Napels, heeft
aan de regeering aanleiding gegeven, een onderzoek
naar het beheer ea den toestand der geldmiddelen te
doen instellen.
PORTUGAL. De Koningin Amelie is bevallen
van een zoon.
MAROKKO. Onder de ts Tanger woonachtige
engelschen is groote beweging ontstaan over het vol
gende feit. De tolk van het italiaansche gezantschap
drong te Casabianca eene woning binnen welke aan
een ^engelsch onderdaan behoorde en beesch er de
italiaansohe vlag.
In het door den raad van toezicht op de spoor
wegdiensten over 1888 uitgebrachte verslag komen de
volgende bijzonderheden voor omtrent het stoomboot-
veer Enkhuizen-Stavoren. Het vervoer van reizigers
geschiedde in dat jaar met de twee le klasse rader-
stoombooten Holland en Friesland, de reserve-raderboot
Prins van Oranje en na 23 December, ter tijdelijke
vervanging van de gezonken Friesland, ook met de
raderstoomboot Willem III, door den ondernemer ge
huurd van de Harünger Stoomvaartmaatschappij en
na onderzoek van regeeringswege voorloopig tot den
veerdienst toegelaten. De schoefstoomboot Ënkbuizen
bleef voor het goederen- en veevervoer beschikbaar.
In het geheel werden 2445 reizen volbracht (in
normale omstandigheden in elko richting en 4 per dag).
Onvervuld bleven 483 reizen, namelijk wegens ijsgang
458, mist 8 en aanvaring 17.
De aansluiting aan de treinen is 6 maal gemist,
waarvan te Stavoren 5 maal. In het geheel werden
vervoerd 57529 pe-eonenzijnde gemiddeld 23 a 24
per overtocht tegen in 1887 63770 in 2574 overtoch
ten dus ongeveer 25 per overtocht.
Klachten den veerdienst betreffende werden niet
ingeschreven.
Ofschoon de geschiedenis dikwijls boeiender is dan de roman,
de waarheid rijker aan indrukwekkende tatereelen dan de ver
dichting bekleedt bij geschiedkundige romans de vinding en
de phantasie van den auteur in den regei eene zeer voorname
plaats. Betsy Perk heeft in haren laatsten historischen roman:
In het paleis der Bourgondiërs te Brussel (Arnhem.
P. Gouda Quint) het gewaagd de verdichting op den achtergrond
te stellen en der geschiedeuis eene eereplaats in te ruimen, en
het is haar uitstekend gelukt. Gephantaseerde personen komen
er maar enkelen in voor en aan die weinigen is slechts eene
ondergeschikte rol toegedeeld: de lezer verkeert dus steeds
met de karakters, door de historie zelve geteekend.
Het tijdperk der Bourgondiërs levert dan ook gebeurtenissen
en personen opdiewel beschreven voor een onderhoudend
en hoogst belangrijk verhaal eene rijke stof leveren, en mejuf
frouw Perk heeft zich met veel talent, onpartijdigheid en ge
trouwheid van hare taak als gesckiedschrijfster gekweten. De
verdienstelijke schrijfster, die het historische tijdperk, dat zij
bij voorkeur bewerktuitstekend bestudeerdeheeft de stof
voor het geschiedkundige gedeelte van haren arbeid met eene
merkwaardige zorg verwerkt. Ook de vorm verdient hoogen
lofkortom het is een keurig geschreven historische roman
waarmede zij onze literatuur verrijkt heeft, en dien de uitgever
een waardig kleed heeft gegeven.
Het boek behandelt twee tijdperken; 'teerste het jaar 1548,
waarin Karei V aan zijne Nederlanden Philips als hun aan
staande heer voorstelt, en 't tweede van 1551 tot 1559, afstand,
kloosterleven en dood van Karei, benevens de eerste regeerings-
iaren van Philips en wel tot zyn vertrek naar Spanje. Over
t eerste gedeelte ligt een vroolijk waas uitgespreidal daagt
ook soms een eakel onweerswolkje opb. v. Philips koelheid
en heerschzucht. Dan begint met 1555 het eigenlijke verhaal
van den roman en van nu af nemen de zaken eene steeds
dreigender houding aan totdat ten laatste de lezers bij alle
historische trouw, door de werkelijk grootsche, tragische too-
neelen getroffen worden, die de schrijfster ons te aanschouwen
geeft. Vooral Karei V is meesterlijk geschilderd. Eerst zijn
hartroerend afscheid van zijne dochter Margarita (van Parma)
in den tuin te Piacenzawaar hij haar geroerd het geheim
harer geboorte bekent en zijn weemoed lucht geeftdat hij
niet langer de teugels van 't bewind zal kunnen voeren. Dan
volgt de treffende plechtigheid van zijn afstand, om hem daarna
eerst drie jaren later aan te treffen in 't klooster van St. Juste.
Hier toont hij zioh de kalme held te zijndie een grootsch
verleden achter zich heeft en waardig zijn dood te gemoet
ziet. Die dood komt eindelijk hij sterft als een keizer moet
sterven. De schildering van dit doodbed is zoo echt schoon
geteekend, dat men behoefte gevoelt die te herlezen; kalm en
gelaten wacht de keizer zijn naderend einde, terwijl, voor zijn
oog verborgenzijne zuster Mariede ongelukkige gemalin
van koning Ludwig van Hongarije, getuige is van zyn dood.
Het indrukwekkendste tooneel is wel de ontmoeting van Eleo-
nora en hare dochter iBianca, waanzinnig geworden over de
versmade liefde van Philips. Dit tooneel, waar de krankzinnige
dochter haar eigen moeder vervloekt, doet denken aan de