No. 146*. Een en Negentigste Jaargang. 1889. ZONDAG 8 DECEMBER. Ütaitéuiattb. BELGIE. De minister van justitie heeft gelaBL dat voortaan minderjarige meisjes, welke naar een ver» beterhuis verwezen worden daarheen gebracht moeten worden door eene aan de gevangenis van het arron- dissèment verbonden geestelijke zusterin plaats van door gendarmes, zooals tot heden steeds geschiedde. ENGELAND. De Geheime Raad heeft een beslui uitgevaardigd, waarbij bevolen wordtdat veeuit Nederland ingevoerd, voortaanalvorens te Thamesharen ontscheept te mogen worden, van drie tot zeven dagen quarantaine moet houden FRANKRIJK. De minister van financiën heeft de slotopgaven omtrent de bezoekers der tentoonstelling te Parijs openbaar gemaakt. Zij bedroegen in het geheel 28.122.075, waarvan 2.723.466 op abonnements-in zenders- en dienstkaarten de overige betalenden met 23.149.352 biljetten. In 1878 bedroeg het getal be zoekers 15.002.470. ITALIË. De Kamer dringt in het antwoord op de troonrede op afschaffing der differentieele rechten aan; overigens is dat antwoord een zuivere weerklank op die rede. BRAZILIË. De gezant te Parijs is teruggeroepen wegens zijne vijandige houding jegens de republiek en vervangen door baron Itajuba, thans gezant te Rome. jSitsaettlAab, STATEN-GENERAAL. Eerste Kamer. Tweede Kamer. IE COURANT. Den 5 zette de heer Lejune, minister van justitie, in de Kamer zijne rede voort ter bestrijding van het; door den heer Bara aangevoerde in zake het zoogenaamde groote complot (ontslag van den heer Gautier de Rasse). Hij trachtte aan te toonen dat het de administratie der geheime politie waswelke Pourbaix op zijn post had gehandhaafd. Verscheidene leden der linkerzijde riepen daarop: Neen 1 Er ontstond eene heftige woordenwisseling waarbij de heer Ëara zeide, dat de minister onwaarheid sprak. Een groot rumoer volgde en de heer Bara werd tot de orde geroepen, doch de voorzitter trok dezen maatregel weder in nadat de heer Bara ophelderingen had ge geven. De minister vervolgdedat het kabinet in het bezit is van alle processen-verbaal, waaruit blijkt, dat de geheime politie zeer goed wist, wie Pourbais was en waaraan zij zicb blootstelde door van zijne dienBten ge» bruik te maken. Hij las de ondervraging voor van Pourbais bij den directeur der geheime politie, waöruit bleek, dat de minister Devolder niet tegenwoordig was bij de nachtelijke samenkomst van Pourbais met hem, minister van justitie. Minister Beernaert zeide, dat de directeur der geheime politie de vervolging tegen de socialisten had kunnen staken, indien hij eenvondig de feiten aan het licht had gebracht, doch hij bewaarde het stilzwijgen. De heer Janson, die daarop het woord voerde, zeide, dat wanneer de Koning kennis zal genomen hebben van de beraadslagingen in de Kamerhij de tegenwoordige ministers niet zou kun::en behouden. Er was in de nabijheid van het parlementsgebouw eene groote menigte bijeen, welke de politie slechts met groote moeite in bedwang kon honden. Men hoorde herhaaldelijk den kreetweg met het ministerie Na afloop der zitting trokken eenige kleine groepen door de stad, doch de politie joeg hen uiteen. Den 6 zette de heer Janson zijne rede voort. Hij viel het ministerie heftig aan en zeide, dat het eenvoudig komedie bad gespeeld. De beraadslaging was zeer onstuimig. De heer Janson noemde den minister Devolder een onnoozele, en deze noemde daarop den heer Janson een leugenaer. De voorzitter der Kamer trachtte het geschil bij te leggen, doch de minister Devolder bleef zyne uitdrukking hand haven, en de heer Janson zeide: Ik moet mij bedenken. De beer Janson eindigde zijne rede aldus: „Ik meen de Kamer overtuigd te hebben, dat door drie achtereen volgende verdicten het gebruik maken van agents-pro- vooateurs wordt afgekeurd; desniettemin maakte de regeering tcch van de diensten dier lieden gebruik; het ministerie beeft zicb dus, naar mijn inzien, onwaardig gemaakt om langer op de ministerieele banken te zetelen.' Den 7 wordt de beraadslaging voortgezet. Eene rumoerige menigte was bij het sluiten der zitting voor bet parlementsgebouw bijeen, doch weid spoedig door de politie uiteengedreven. liet schijnt, dat deze quarantaine vermeden kan worden, wanneer het vee onmiddellijk naar Dept ford ter markt ge bracht en daar terstond geslacht wordt. Het antwoord van de portugeesche regeering op de verklaring van den minister van buitenlandsche zaken, Salisbury, betreffende de inbezitneming van Mashonaland door Portugal, is in zeer verzoenenden geest gesteld. Daarin wordt betoogd, dat de internationale rechten, waarop Portugal aanspraak maakt, van oude dagteekening zijn. Reeds is bij vroegere tusschen beide regeeringen gevoerde onderhandelingen gebleken, dat het gebied, waarover het geschil loopt, feitelijk in bezit is genomen. OOSTEN RUK-HONGARIJE. Den 2 heeft te Weenen gedurende 24 uren een zware sneeuwstorm gewoed welke groote vertraging in het verkeer en verscheidene ongelukken deed oDtstaan. VEREENIGDE STATEN. Het door den mi nister van financiën bij het congres ingediende verslag bevat dezelfde opgaven welke reeds in de boodschap van den president medegedeeld zijn over de her ziening van het invcer-tarief en de wijziging van enkele binnenlandsche belastingen. De minister betoogt, dat de aanmunting van zilveren dollars in toenemende hoe veelheid verwarring zal brengen in den toestand der geldmiddelen en beveelt de afgifte aan vau schatkist biljetten tegen deposito's van staven zilver. EGYPTE. Stanley en zijne metgezellen zijn den 6 des morgens te Zanzibar aangekomen. Den 5 des avonds viel Emin-Pucha te Bagamayo uit een venster, dat hij wegens zijne kortzichtigheid voor eene deur hield. Hij kreeg een schedelbreuk en verkeerde in ernstigen toestand. Den 6 was hij iets beterhij leed aan tamelijk ernstige inwendige kneuzingen. ZUID-AFRIKA. Vijfhonderd swazische krijgs lieden hebben met den heer Shepstone en hunne opper hoofden de transvaalsche commissarissengeneraals Joubert en Smit, welkom geheeten en hun geschenken in vee aangeboden. Voorts bezochten de opperhoofden den engelschen commissaris, den heer F. de Winton. De heer Shepstone deelde als vertegenwoordiger van het swazische volk den commissarissen mede dat dit volk niet zou toestemmen, in welke regeling ook, waarbij bun hunn9 onaf bankelykbeid ontnomen werd. De trans vaalsche commissarissen hebben toegestemd in de benoe ming ran een comité, bestaande uit drie engelsche eu twee transvaalsche afgevaardigden, om de belangen der blanken voor te staan. OHIBBBBHHBHnBHHBHHHiaRnBSBJHHHflniHBBraaaBaBHBflBB Den 6 was de minister van binnenl. zaken het eerst aan het woord. De regeering had bij haar optreden de schoolwetwijzi ging ter hand genomen, ter tegemoetkoming aan de bezwaren welke zich in toenemende mate hadden doen gevoelen en na wets wijziging uit den weg te ruimen waren door de mislukte pogingen, om in de grondwet ter zake van het onderwijs wijziging te brengen. Het ontwerp had verscheidene voordeelen: de rege ling der examensdie van het onderwijs in de handwerken dat nu door bekwame personen zal moeten worden gegeven; de bepaling dat geen aanteekening op de akte wordt verkregen, tenzij blijkè van volkomen voldoening aan de gestelde eischen; dat de hoofdakte voor de wiskunde afzonderlijk wordt verkregen; dat de positie der kweekelingen verbeterd is; dat onderwijzers tijdelijk werkzaam kunnen gesteld wordendat het examen in de opvoedkunde voor den hooldonderwijzer is hersteld. De grieven, ook door de Liberale Unie aangevoerd, achtte hij ongegrond. Het premiestelsel is geen nadeel, maar een voordeel. Uitvoerig zette hij zulks uiteen. O. a. meende hij, dat nog zeer veel gedaan kon worden tot wering van schoolverzuim als de onderwijzers maar medewerkten en de vacantiën beter geregeld werden overeenkomstig de behoeften der bevolking in verschillende deelen des lands. Het hoofd bezwaar tegen de wet, hare ongrondwettigheid, werd mede uitvoerig bestreden. De minister hoopte ten slottedat door dit ontwerp zegen zou rusten op de pogingen der regeering tot verzoening. Daarna wet het woord gevoerd door den heer E r a n s e n van de Putte, die zich als voorstander deed kennen ver trouwende op de toezeggingenverklaringen en beloften der regeering, op 's ministers trouw aan zijn grondwettelijken plicht om te zorgen voor het openbaar onderwijs; hij vertrouwde, dat de minister niet zwak zou zijn tegenover zijne vrienden. Want dan zou de regeering staan tegenover eene vastberaden en aangesloten meerderheidook in de Eerste Kamerdie misleid en bedrogen zou wezen en van hare diep gevoelde teleur stelling zou doen blijken. De heer van Weideren R e n- g e r s zou voor stemmenuitgaande van verzoening. De heer Alberda van Ekenstein beantwoordde de tegen zijne red e aangevoerde bedenkingen waarna de heer van Tien- hoven uiteenzette waarom hij zou voorstemmen. De heer Vening Meinesz verdedigde het ontwerp. Nadat nog een paar sprekers hun gevoelen nader,uiteengezet hadden en de heer van Swinderen ook namens vele mede standers verklaard had tegen te zullen stemmen uit plichts gevoel zonder te letten op de gevolgen daarvanwerd hel ontwerp aangenomen met 31 tegen 18 stemmen van de heeren Six, KappeijneBreuning, Vlielander Hein, Muller, Bultman, Pijnappel, Prins, Donker, Alberda, van der Goes van Dirksland, Moolenburgh, van Swinderen, vantLier, Coenen, de Vos van Steenwijk, Welt en van Eysinga. Afwezig was de heer Henry Smitz. Vóór gestemd hebben van liberale zijde de volgende zeventien heeren: ïhooft, van Gennep, Vening Meinesz, van der Breggen, Viruly, Fransen van de Putte, Huydeeoper van Maarsseveen, Blussé, van Akerlaken, van Tienhoven, A. C. Wertheim, Insin- ger, llengers, Blijdenstein, Stork, van Naamen van Eemnes en van Royen. De Kamer is gescheiden tot 16 December ter behandeling van de consignatiewet en ter benoeming van een commies-griffier, in plaats van den heer mr. A. J IV. van Roijen, benoemd tot kantonrechter te 's Gravenhage. De begrooting van buitenlandsche zaken werd den 6 met 64 tegen 16 stemmen aangenomen, na eene langdurige bespreking over de keuze van Arnoy als zetel van het consulaat in Zuid- China. Swatow werd veel geschikter zetel geacht. De minister verklaarde zich ten slottevooral op aandrang van de heeren CremerMees en de Beaufort bereid omals bij nader onderzoek bleekdat hij minder goed gezien had alsnog op die keuze terug te keeren. De behandeling der begrooting van justitie ving aan. De minister van justitie kwam dadelijk onder toejuiching van alle partijen op tegen de bëschuldiging van den heer Domela Nieuwenhuis, dat het rechtsgevoel bij het volk geschokt was door de vele vonnissen der laatste jaren. Het volk sprak van het gruwelijke der klassen justitie. Als voorbeelden wees hij op het vonnis van den socialist Geel, die op den commissaris van politie Stork een moordaanslag pleegde, tegenover de vonnissen van Jeanne Lo- rette en baron van Heeckeren. De minister achtte het onver antwoordelijk de eerlijke magistratuur, die alle klassen vertrouwen inboezemt en verdient, in verdenking te brengen en onverant woordelijk dubbel als een lid der Kamer het doet onder het schild zijner onschendbaarheid. Als lid der regeering achtte hij zich verplicht tegen die door niets gerechtvaardigde en onbewezen beschuldiging protest aan te teekenen. Omtrent Geel was zijn gevoelen sedert het vorige jaar niet veranderd. Den 9 voortzetting. Departement van Marine. De minister van marine verklaart in zijn antwoord op het kamerverslag te streven naar de meeste zuinigheid en zich te bepalen tot het aanvragen van het strikt noodzakelijke. Slechts in het belang der verdediging worden gelden aangevraagd. W ij zijn bij machte om het materieel van voldoend personeel te voorzien. Is het materieel en personeel voltallig, dan zal de begrooting waarschijnlijk nog hooger worden. Door uitbreiding Van het bestaande materieel zal onze verdediging in kracht winnen. Yan verandering van zijn stelsel is geen sprake. Bij zondere maatregelen tot aanvulling en vorming van het mindere personeel voor het materieel zijn niet noodig. Op voorschrif ten voor de mobilisatie der vloot is men steeds bedacht. Voor het eigendom voor den Staat van het pantserdekschip zijn vol doende waarborgen verkregen. Verband tusschen leger en vloot, zonder dat één van beide in eikaars plaats treedt, wordt noodig geacht. Tegen eene vereeniging van het dep. van marine met dat van koloniën of oorlog heeft ook hij bezwaar. Voor het bericht geven van het overiijden van schepelingen aan hunne ouders is gezorgd. Tegen sluikerij aan boord van oorlog schepen wordt krachtig opgetreden. Door aanstelling van een adjunct scheikundige zal 's lands belang worden gebaat. De voorgestelde uitbreiding van het ingenieurspersoneel is niet boven de bestemde formatie. De traktementsverhooging voor den adj .-verificateur wordt nader toegelicht. Aanbouw van schepen op 's Rijks werven, vooral op die te Amsterdam, kan slechts op bescheiden voet plaats vinden. De aanbouw van een torpedobootjager wordt nader krachtig verdedigd waarbij de taak dezer vaartuigen met betrekking tot hun defen sief vermogen nader uiteen gezet wordt. Het in aanbouw zijnde ramschip voor het Zuiderfrontier is niet bestemd tot eventueele verdediging der residentie tegen een bombardement. Het gewijzigde geweerstelsel van de landmacht wordt voor de marine minder wenschelijk geacht. De voorgestelde uit breiding van het korps zeeofficieren is niet voor uitstel vatbaar, omdat de regeling van de zeemacht in Oost-Indie nimmer eene zeer aanmerkelijke vermindering van het personeel der marine in die gewesten zal ten gevolge hebben. Detaeheering van officieren bij de conservatie van het materieel wordt overwo gen Het is niet de bedoeling om de Sommelsdijk gedurende de zomermaanden naar de keerkringen te doen vertrekken. Tegen verhooging van de bijdrage voor de opleiding der adel borsten bestaat bezwaar. De wenschelijk beid van algeheele organisatie van ons loodswezen wordt niet beaamd. De begrooting wordt met f 142000 verhoogd voor aanbouw van een reservelichtschip met stoom-misthoren en verder toebehooren en met t 18000 voor materieel en personeel van het lichtschip bij de Haaksgronden. Het denkbeeld om onderoffficieren en minderen van de zeemacht, die in de termen van pensionneering vallendoor toekenning van toelagen in dienst te houden zal de minister overwegenofschoon hij dien maatregel niet aanbevelenswaardig aeht. Begrooting van Waterstaat voor 1890. In de memorie van antwoord op het kamerverslag antwoordt de minister, dat bij het opmaken dezer begrooting naar zuinig heid gestreefd is en dat hij geene bezuiniging verwacht van samenvoeging van zijn departement met een ander. Aan de beantwoording der bijzonderheden worden de volgende opgaven ontleend. Herziening der onteigeningswet is in bewerking. Gevaar voor gebrek aan water in groote steden bestaat z. i. niet. Een plan tot verbetering van de haven te Harlingen is ontworpen. Het Merwedekanaal zal vermoedelijk medio 1892 geheel gereed zijn. Ten aanzien van de nieuwe schutsluis te IJmuiden is de minister overtuigd, dat door de diepteligging van 9 el onder A. P. voor den buitendorpel en van 9.30 el voor de midden- en binnendorpels geheel voldaan wordt aan hetgeen voor toekomstige handelsbelangen, ook van Amsterdam, wordt gevorderd, zoodat hij geene aanleiding vindt om het bestek te wijzigen. Omtrent de nieuwe haven op Wieringen hoopt hij bij eene volgende begrooting een voorstel te doen. Eene som van 1 2300 wordt aangevraagd voor het aan des kundigen op te dragen toezicht over de middelen tot het ver- leenen van hulp bij spoorwegongelukken. Aan eene commissie, bestaande uit 2 officieren der marine en een hoofdambtenaar van het ministerie van waterstaat, is een onderzoek opgedragen naar den toestand van het reddingswezen langs de kusten, met opdracht tevens eventueel verbeteringen aan te brengen. Voor het oogenblik kan het subsidie aan de Vereeniging Het Bui tenland zonder schade niet gemist worden. De helft van het personeel der brievenbestellers te Amsterdam is des Zondags geheel vrij van dienst. Ten aanzien van de Zondagsrust wenscht de minister met behoedzaamheid in de ingeslagen richting voort te gaan. Verlaging van het tarief voor verzending van effecten heeft niet zijn sympathie. De prijs der briefkaarten kan niet met één halven cent verlaagd worden. Verandering van het bestaande model der postbladen wordt in uitzicht gesteld. Bij de herziening der postwet wordt verhooging van het maximum gewicht der aan het port van cent onderworpen dag- en weekbladen voorgesteld. Door vermindering van het getal ambte naren der telegraphie en hnnne vervanging door ambtenaren van minderen ranghoopt hij te geraken tot eene verbeterde regeling van positie der telegrafisten. De invoering van goed- koope telegrammen, die alleen worden verzondenwanneer op de kantoren geen andere telegrammen zijn te verhandelen, aclit hij niet aanbevelenswaardig. Wettelijke regeling der telefoon verbindingen zal ter hand worden genomen zonder dat het tijdstip der indiening van een wetsontwerp kan worden opgegeven Voor de 3% pet. geldieening, groot 118,000, tea laste van de g,>me:snte Zwolle is ingeschreven voor f 439.500; de toewijzing had plaats van 993/4 pet. tot en met 100% pet, Het door een dollen hond gebeten zoontje van den veldwachter te Zandvoort is naar Parys ge zonden om in de inrichting van Pastenr behandeld te worden. To Monnikendam Zijn de mazelen epidemisch verklaard. De paardetram HoornEnkhuizen heeft gedurende November 1736 personen vervoerd, Opbrengst van personen en goederen f 1702.60. Beroepen naar Wijdenes en Oosterblokker ds. H, Th. du S ar te Lippenhuizen. De heeren Sd. Keyzar Jz. en Jan Veeger te Texel zijn herkozen a's hoofd-ingelanden voor het waterschap de 30 gemeenschappelijke polders met 180 en 171 stemmen. De beer K, van 't Veer, onderwijzer te Qud karspel Staat Nr. 1 op de voordracht voor hoofd der school te Nieuwkoop.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1889 | | pagina 5