FEUILLETON. Een Huwelijksleven, No. 147. Een en Negentigste Jaargang. 1889. WOENSDAG PARIJSCHE BRIEVEN. 11 DECEMBER. Prijs der gewone Advertentiën: QDUfïtiitl <0cbeeU«. Nationale Militie. irO.LNT.£L£3 UB. ALKIAARSCHE COURANT Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag-en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele rijk f 1, De 3 nummers f 0,06. Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERM». COS- TEE ZOON. 'iriTiii min—TW?ff*TTynr i iimw «—im i mi^——wtim~~— BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR Gezien art. 19 der wet van 19 Augustus 1861 (Staatsbl. No. 72); Roepen bij deze op alle mannelijke ingezetenendie op 1 Januari 1890 hun negentiende jaar zijn ingetreden(alzoo alle mannelijke ge borenen van 1871) om zich, ingevolge art. 15 en 20 dier wet, in de maand Januari 1890 in het daartoe gereed ge maakte register voor de Nationale Militie te doen inschrijven. De inschrijving geschiedt in een der vertrekken van het raadhuis alhierdes avonds van 5 tot 7 uren, op Vinsdag en Vrijdag tot en met 20 Januari 1890 en verder aan de ge meente-secretarie. De verplichting tot het doen der aangifte berust op den militieplichtige zeivenbij ongesteldheid afwezigheid of ont stentenis, op zijn vader; is deze overleden, op zijne moeder, en, zijn beide overledenop den voogd. Zij maken voorts de ingezetenen opmerkzaam op de volgende bij genoemde wet gemaakte bepalingen, als: Voor ingezeten wordt gehouden 1°. hij wiens vader of is deze overledenwiens moederof zijn beide overledenwiens voogd ingezeten is volgens de wet van 28 Juli 1850 Staatsblad n°. 44); 2°. hijdie geen ouders of voogd hebbendegedurende de laatste 18 maanden voor 1°. Januari 1890 binnen Nederland verblijf hield 3°. hijvan wiens ouders de langstlevende ingezeten was al is zijn voogd geen ingezeten mits hij binnen het Rijk verblijf houde. Voor ingezeten wordt niet gehouden de vreemdeling, be- hoorende tot een Staat, waar de Nederlander niet aan den verplichten krijgsdienst is onderworpen, of, waar ten aan zien der dienstplichtigheid het beginsel van wederkeerig- heid is aangenomen. De inschrijving geschiedt: 1°. van een ongehuwde in de gemeente waar de vaderof is deze overledende moederof zijn beide overledende voogd woont 2°. van een gehuwde en van een weduwnaar in de gemeente, waar hij woont; 3°. van hemdie geen vadermoeder of voogd heeft of door dezen is achtergelatenof wiens voogd buiten 's lands ge vestigd is, in de gemeente, waar hij woont; 4°. van den buiten 's lands wonenden zoon van een Nederlan der die ter zake van 's lands dienst in een vreemd land woontin de gemeente, waar zijn vader of voogd het laatst in Nederland gewoond beeft. V-cor de Militie wordt niet ingeschreven 1°. de in een vreemd rijk achtergebleven zoon van een ingezeten, die geen Nederlander is: 2°. de in een vreemd rijk verblijf houdende ouderlooze zoon van een vreemdeling, al is zijn voogd ingezeten; 3°- de zoon van den Nederlander, die ter zake van 's lands dienst, in 's rijks overzeesche bezittingen of koloniën woont. Zij noodigen hen, wien dit mocht aangaan, uit, zoo moge lijk in eigen persoon de aangifte te doen en daarmede niet tot het einde van Januari te wachten, terwijl zij voorts herinneren aan de straf, waarmede de nalatigen ter in schrijving bij de art. 183 en 188 der wet bedreigd worden. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE FONT. 9 December 1889. De Secretaris, NUHOUT VAN DER VEEN. DOOB 34) TerBtond na de huwelijksinzegeningvóór men nog in de rijtuigen gestapt was, reed het wagentje met het vlugge noordsehe paardje op een draf in kourier- vaart, zooals Johan Hendrik zeide, naar huis. Zij moesten het eerst thuis zijn, om de gasten te ontvangen. Eu toen de rijtuigen na een half uurtje kwamen stonden zij alle drie voor het huis met witte dassen om en zwarte rokken aan. Yiking zorgde voor de paarden en voertuigen hij was altijd dezelfdebedaard practkch en onverstoor baar kalm hij had zijne zuster het eerst mevrouw Finne genoemd. De twee andere broeders ontvingen ieder op bun eigen manier beleefd en hoffelijk de gast8n. Joban Hendrik met zijne aardige grapjes en geestig heden, en Aif meer fijn en dettig met een buitenlandsch tintje. Binnen in den gang waren twee dienstmeisjes blaar, om de dames in de kleedkamer te helpen. Vóór men aan tafel ging, werden drie telegrammen van gelukwensehing voorgelezen van vrienden uit de verteeen er van was van de oude luidjes uit de hoofdstad. De feestelingen, meenden zij, waren te vroege voorjaarsvogels om de cudo raven bij zich te laten komen, die durfden nog niet uitvliegen. Dit laatste had de rechter er zeker op zijn eigen houtje bijgevoegd, beweerde Joban Hendrik De rijtuigen karjoolen en karretjes stonden alle in een Jange rij als van eene processieen binneu ging men met een langzamen marsch naar den feestelijken TiT-v}<- BURGEMEESTER en WETHOUDERS vau ALKMAAR brengen bij den aanvang van den winter, de volgende bepa lingen van de algemeene politie-verordening van 3 April 1889 in herinnering Art. 188. Elk hoofdbewoner van een perceel, of als dit onbewoond of ongebruikt is, de eigenaar van het perceel is verplichtzorg te dragendat bij gladde stratenuiterlijk een half uur na het luiden van het klokje van het stadhuis en de kapelkerk, de straat ter breedte van ten minste een halve meter voorlangs en achter zijn perceelalsmede de stoep voor den ingangmet zandaschturfmolmzaagsel of sintels bestrooid wordt. Artikel 189. Het is verboden, in de straten de sneeuw zoo danig op te hoopen, dat het verkeer daardoor belemmerd wordt. Artikel 190. Het is verboden, bij vorst, de straten of stoe pen nat te maken of aan de straat glazen te wasschen. Zijnde overtreding van eene dezer bepalingen bij art 214 strafbaar gesteld met geldboete van ten hoogste vijf gulden. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE FONT. 3 Dec. 1889. De Secretaris, NUHOUT van dbb VEEN. K ENN1SGEVIN G. Het HOOFD van het Plaatselijk Bestuur te ALKMAAR brengt, op grond van art. 1 der wet van 22 Mei 1845 (Staats blad n°. 22), bij deze ter kennis van de ingezetenen der ge meente dat het suppletoir kohier van het Patentrecht over het 2e kwartaal, dienstjaar 1889/90op 6 December 1889 door den Provincialen Inspecteur der directe belastingen in Noordholland executoir verklaard heden aan den ontvanger der Rijks directe belastingen binnen deze gemeente ter in vordering is overgegeven. Ieder belanghebbende wordt vermaand op de voldoening van zijnen aanslag acht te geven, ter voorkoming van gerech telijke vervolging. Alkmaar, Het Hoofd van het Bestuur voorn., 9 December 1889. A. MACLAINE PONT. XLV. Reeds December 6n welk ëene koude, het ia bepaald echt winterweder. De sohaatsanrijdersclub van het Boia de Boulogne foopfce gisteren reeda aan dit geliefkoosd vermaak hare krachten te wijden, doch gelukkig is da zon nog barmhartig geweest, en heeft ons nog heden voor sterk ijs en Baeeuw behoed. Het is nog te vroeg Voor Parijs een beetje geduld dus, heeren, doet ons niet te spoedig vergeten, dat de prachtige zomerdagen der tentoonstelling pas achter ons liggen. Waart gij nog in Holland, wij zouden u uwe haast vergeven, daar mag het met St, Nicolaas vrij vriezen daar is men aan strenge winters gewend. Hoe dolgaarne zouden wij thans langs Neerland's koek- en banketwinkels wandelen en al die lekkere, smaakvolle uitstallingen bewonderen. Hoe heerlijk zou ons 's avonds de bel doen opspringenwel twintigmaal in een paar uur telkens een nieuw pakje aankondigend, hetwelk ondanks nieuwsgierige verwachting van vrouw en kinderen toch met kalme, langzame bedaardheid door den huisvader geopend wordt. Eu hoe vroolijk die kreten der lieve kleinen bij grooten Sint's bezoek of bij het vinden van disch. Er waren overai kleine tafeltjes en stoelen neer gezet en de gasten na zich van het noodige voorzien te hebben, namen overal plaats tot op de veranda. Binnen in de eetkamer zaten de hoofdpersonen en de honoratiores en door de deur zag men het schitterende wit van de bruid ea de bruidsmeisjes. Messen ea vorken blonken ia de avondzondie zich plotseling nog eens vertoonde door de wolken kwam zij even te voorschijn. Het uitzicht over het water, dat zoo'n geliefd onderwerp van gesprek was geweest vóór men aan tafel ging, had nu afgedaan. Jakob had zijn welkom aan tafel uitgesproken en iedereen gemoedelijk op het hart gedrukt voor zich zeiven te zorgen. Men gaf daaraan gehoor, ieder be diende zich zeiven en zijne dame nog daarbij en het eerste glas wijn verlevendigde reeds de stemming. Het was de toespraak van den ceremoniemeester tot het jonge paar, die de stijfheid echter deed verdwijnen. Allen gingen met hunne glazen in de hand naar de eetzaal, om te zien en te hooren en te klinken met de bruid en met den painzenden bruidegomdie later bekende, dat de zorg voor zijn twee toasten, een voor de bruidsmeisjes, een deel van zijn dag bedorven had. „Het was vermakelijk, om hen te hooren", fluisterde Johan Hendrik, „hij trachtte zoo kort mogelijk te zijn en kwam toch woorden te kort." Maar Morten zelf vond, dat het feest voor hem pas begon, nu hij zijn toasten achter den rug had. De levendigheid en het gegons nam toe, de drie zoons waren zonder zich ze)ven te vergeten om zoo te zeggen alomtegenwoordig. Niemand kon minzamer zijn dan Viking die juist aitijd zorgde voor degenen, die het aan moed ontbrak, om zich door de andere vrijmoediger gasten heen te dringen naar de eettafel. Ea Jakob maakte nu en dan eens een wandeling door de kamers, groetend en babbelend.... Er zaten hier en daar enkele mannenwaaraan hij zich in zijn hart nauw ve want geveeldehij had evenals zij den- overvolle schoenen onder den schoorsteen. En doch ik hoor u al uitroepen „Zeg eens, vriend, gij zijt hier „niet om ous over onjen Sint te spreken, dien kennen „wij minstens even goed als gij kom, vertel ons eens „iets van den parijschen Sint". Helaas, hier is geen St. Nicolaas, dit kinderfeest kennen wij hier niet, daarom zult gij het wel vergeeflijk vinden, waarde lezers, zoo wij eenige oogenblikken onze blikken buiten Parijs naar ons geliefd vaderland richtten, en in gedachten den goeden Sint onze? kinderjaren terugzagen. Doch schudden wij alle melancholie af, en nemen wij het leven te Parijs zooals het is hebben wij hier al geen feest op 5 December, daarom dan niet getreurd, voor onze kinderen wachten wij op Noëlhet echte kinderfeesthet feest van „le Petit Jésue." Voor ons ouderen komt het Nieuwjaar, „le Jour de l'Au", die is hier in Frankrijk, wat St. Nicolaas in Holland is. En de tijd schiet op, en men bemerkt dit wel. De cember is nooit een mooie maand voor de theaters; de kleine burgerij legt elke week een paar franken op zijde en verteert die nu niet op eene goedkoopo plaats in schouwburg of café concert. Man en vrouw, ouders, grootouders, verliefden, vrien den en kennissen allen bepeinzen wat alzoo gekocht en cadeau gemaakt moet worden. Weldra trekken alle magazijnen winkels en bazars ban feestkleed aan en wedijveren in keur en pracht van etaieeren spoedig ook zal de parijscho pers hare waarschuwende en vader landslievende stem doen hooren en allen koopera den raad geven toch vooral niet anders dan fransche cadeaus en vooral fransch speelgoed te kiezen. Wij voor ons stellen liever onze vaderlandsliefde in iets hoogera dan in het koopën van vaderlandseh fabrikaat, en zijn overigens het gevoelen onzer fiere voorvaderen toegedaan, die vrijheid van handel zoowel met vriend als vijand voorop stelden als bet beAe middel om de kracht, energie en ülimheid bij een volk te outwjfckelen. Zoo begrijpen vele fabrikanten het hier ook. Deze vragen geene uitsluiting hunner vreemde eD vooraf duitsche concurrenten; zij weten, dat zijzelven, geboren Parijzenaars honderdmaal beier arbeidenen oneindig meer smaak hebben dan de werklieden aan den over kant van den Rijn. Werd Frankrijk vroeger als bet ware overstroomd door duitsch speelgoed sinds de laatste tien jaren is die toevloed veel gestuit, en beeft het franHche fabrikaat in dit artikel de overhand ge kregen. Als voorbeeld wijzen wij op de kinderpoppen en speciaal op de bébé Jurneau, welke met rechtaan spraak mag mskeu op den naam van nationale pop. De fabriek van den beer Jurneau, gesticht sedert onge veer tien jaren is bepaald de grootste welke op dit gebied bestaat. De bébé Jurneau is wereldberoemd, de fabriek ligt te Moatreuilvlak bij Parijs en telt eea duizendtal arbeiders, zoowel mannen aid vrouwen. Zij vervaardigt ongeveer vijf honderd poppen per dag, en voor elk stukje der pop zijn afzonderlijke werksters. Er zijn er die niet anders doen, dan de oogen inzetten, anderen verwen de lippen, wangen en neus, weer anderen maken de porceieineu hoofdjes, armen en beenen. Voor zelfden zwaren strijd gestreden en misschien waren zij er niet zoo goed afgekomen als hij. Een reeks van toasten voor het jonge braidspaar was onder een stroom van champagne uitgesproken, nu zou verkondigde Johan Hendrik met het dessert ea de kranetaart een nieuwe reeks beginnen voor het zilveren paar. De eerste was een der rechters, die met de nieuwe kranstaart opstond en als oud vriend van het zilveren paar het woord nam. Hier zat begon hjj Jakob Mörk in plechtigen feestdos, gelukkig en nog jeugdig van uiterlijk, en vierde het feest van zijn eigen gelukkige liefde en van die van zijn kind bet was op ziob zelf een gezichtom iemands geloof en vertrouwen in het ieven te versterken zulke resultaten te zien 1 Maar wilde men den man leeren kenneuJakob Mörk, dan moest men naar het kantoor gaanop een drukken werkdagdan was hij zoo netjes nietdan had hij geen tijd om aan zijne kleeding te denken want de measchen lieten hem al van 's morgens vroeg geen rust.... Dan zat hij daar zoo druk te praten en was toch altijd vrieadelgk en welwillend eu keek ieder aan met een bril voor die oogen, die zoo goed wisten, wat men wilde. Dat wilde hij nu op den voorgrond plaatsen. Zij wisten allen dat Jakob Mörk was wat men een vermogend man noemde. En, dat deze man dezer dagen een harde, ookonomische vuurproef had doorstaan, was geen geheim meer. (Alette staarde Jakob eau oogenblik verwilderd aan.) Maar, wat men niet algemeen wist, was hoe hij ge- zorgd had voor haar, die nu in feestgewaad naast hem zat. In haar huiskamer was het stil en rustig, deze dageiijssche angstige zorgen en bekommeringen ver stoorden niet den huiselijken vredede zorgen die een leven kunnen verminken en verteeren naderden haar n:et; haar geliefd hoofd mocbt niet door die zorgeu geraakt worden I En heeft de tijd van krisis en angst zijn haar doen grijzenzijdie aan zijne zijde gaat

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1889 | | pagina 1