7de VOLKSTELLING. FEUILLETON. Een Huwelijksleven, No. 148. Een en Negentigste Jaargang. 1889 V R IJ D A G 13 DECEMBER. Prijs der gewone Advertentiën: Odictcel Oebedlc. kausmarkl en de Uraan- en Zaadniarkt 3taitctti«ub. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Coarant wordt Dinsdag-, Donderdag-en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele rijk f 1,—. De 8 nummers f 0,06. Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HEEM». COS- TEE ZOON. (Wet van 22 April 1879 Staatsblad No. 63) (Koninklijk besluit van 21 Augustus 1889, Staatsblad No. 108.) BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR' brengen ter algemeene kennis, dat dit jaar zal gehouden worden de 7de algemeene tienjaarlijk- sehe volkstelling. Deze beeft ten doel de aanwijzing van allen die te midder nacht tusseben 31 December 1889 en 1 Januari 1890 hunne werkelijke woonplaats binnen Nederland hebben. Deze allen worden aangewezenonverschillig of zij op ge noemd tijdstip in hunne woning al dan niet aanwezig zijn. Ook worden aangewezen zij diezonder werkelijke woon plaats binnen Nederland te hebben, op genoemd tijdstip aldaar aanwezig zijn. Omtrent deze allen moeten de opgaven verstrekt worden die gevraagd worden op kaartendie tusschen 26 December 1889 en 1 Januari 1890 zullen worden rondbezorgd, en dadelijk na Nieuwjaar zullen worden teruggehaald. Door of voor ieder moet aan zijne woning worden ingevuld een witte kaart (voor een man of jongen) of eene bruine kaart (voor eene vrouw of meisje) Bovendien moet door of voor ieder aan de woning waar hij tijdelijk aanwezig is, ingevuld worden eene groene kaart (voor een tijdelijk aanwezigen man of jongen) of eene roode kaart (voor eene tijdelijk aanwezige vrouw of meisje.) Het hoofd van ieder gezin of de bestuurder van iedere in stelling gebouwgesticht of schipwaar de kaarten worden bezorgd, is verplicht voor de behoorlijke invulling zorg te dragen. DEZE ZORGE ER DUS VOOR, DAT AAN DEN TELLER, WANNIER HIJ DE KAARTEN BEZORGT, WORDE OPGEGEVEN HOEVEEL WITTE, BRUINE GROENE OE 'ROODE KAARTEN ER IN DE WONING NOODIG ZIJN. Overtreding van de voorschriften betreffende de volkstelling wordt krachtens artikel 20 der wet van 15 April 1886 Staats blad Ao. 64)gestraft met hechtenis van ten hoogste veertien dagen of geldboete van ten hoogste honderd gulden. De nauwkeurige door de volkstelling te verkrij gen kennis der bevolking is eene zaak van alge meen belang. Tot het verkrijgen dier kennis is noodig, dat alle vragen op elke kaart met de meest mogelijke nauwkeurigheid en volledigheid werden beantwoord. Op verzoek der Regeering noodigen Burgemeester en Wethouders allen met aandrang uit, door nauw keurige en volledige invulling der kaarten tot het welslagen der volkstelling mede te werken. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 5 Dec. 1889. De Secretaris, NUHOUT VAN DER VEEN. DOOR 35) Slot. Het was alsof man en vrouw elkander later zoovee mogelijk ontweken. Alette bleef dicht bij Elizabeth zij moesten immers spoedig afscheid nemen. En daar kwam de oude Krabbe naar hen toe, met zijn witte vest door wijnvlekken ontsierd en met een genoeglijken glimlach op zijn breedeongeregelde trekken. Ja, mevrouw Alette, haar heb ik mee helpen opvoe den zij kan wel voor iets meer leven dan voor de dagelyksche materie... In waarheid", hij knikte lang zaam „er hoort meer toe dan een gewone liefde om het hnwelyksleven tot echt samenleven te ontwikkelen. Daartoe is de gave noodig van verstand en hart...' De hoofdzaak fa en blijftmijn kleine lievelingmijn kleine Elizabeth en bij legde er met zijn wijsvinger nadruk op, „de hoofdzaak is en blijft het altijd ware woord.... niet te ontvangen maar te geven." De rijtuigen kwamen voor de deur, Elizabeth was by hare moeder en trok het bruidskleed uit. Zy hadden daar afscheid genomen en vader bracht de jongelui naar het rijtuig. De zilveren bruid en brnidegom bleven alleen op de veranda terwijl de rijtuigen een voor een wegreden. Daar ging het laatste. BURGEMEESTER en WETHOUDERS vsn ALKMAAR brengen ter algemeene kennisdat zij in hunne heden gehou den vergadering ingewilligd hebben bet verzoek van den beer F. VESTER, aannemer en architect alhier, om vergunning tot het maken eener slachtplaats aan het Luttik-Oudorp, in het perceel No. 63. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 10 Dec. 1889. De Secretaris, NUHOUT van der VEEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR herinneren belanghebbendendat krachtens raadsbesluit van 1 Februari 1888 de steeds doorgaan en niet tusschen Kersttijd en Februari zullen stilstaan, zooals vroeger het geval was. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 10 December 1889. De Secretaris NUHOUT VAN DER VEEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter kennis van belanghebbenden dat zij in hunne vergadering van heden vastgesteld en aan den gemeente-ont vanger ter invordering gegeven hebben den legger van de voor bet jaar 1890 aan de gemeente Alkmaar verschuldigde recog nitie voor bet gebruik of genot van openbare eigendommen die per jaar wordt geheven. Zij herinneren, dat die belasting jaarlijks in de maand Januari vooruit ten kanto e van den gemeente-ontvanger moet worden betaald. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 10 December 1889. De Secretaris, NUHOUT van der VEEN. DUlTSCHL AND. Dec 9 antwoordde de Keizer bij den feestmaaltijd in de Pa'mengarten te Frankfort op den dronk van den opperburgemeester met eene dankbetuiging voor de hem betoonde geestdrift niet slechts als drager van de keizerskroon maar ook als kleinzoon van keizer Wilhelm I en als zoon van Keizer Frederik. „Myn geheele streven mijn geheele arbeid", zeide hij, „zyn daarheen gericht, mijn vaderland machtig en geacht te zien. Door deze gedachte bezield, beklom ik den troon; deze gedachte blijft mij steeds by, Heden heb ik wy kunnen overtuigen, welke vruchten de jaren hebben opgeleverd gedurende welke het mijn voorgan gers gelukt is den vrede te bewaren. Zoo God wil zulien ook mijne pogingen in die richting met hetzelfde gevolg worden bekroond." Hij eindigde met een dronk op de welvaart van Frankfort. Des avonds werd hij bij zijne komst in da opera ontvangen door den raad van beheer. Toen hg in zijne loge trad stonden alle toeschouwers op. Na het tweede bedrijf ging hij weg en begaf zieh langs de met ben- Aleite ging naar binnen, zonder naar Jakob te kyken. Al die feestelijkheid Btond haar tegen. Zy gaf haar orders aan de dienstboden, om alles op te ruimen en de slaapkamers voor den nacht in orde te brengen en ging zelve naar haar kamer om haar staatsiejapon uit te trekken „Ben je binnen, Alette?" en Jakob opende de deur. „Wel zoo, ge ontdoet je al spoedig van den plechtigea, feestehjken tooi?" lachte bij, „ze zijn nu ook aden vertrokken. Wij zijn nu maar met ons beidjes thuis „Ja, wy tweeën hebben elkaar al heel weinig te zeggen hedeD, Jakob"zeide zij toonloos. Hij stond even in gedachten. „Was er iets in de toespraak van den rechter, dat je hinderde, Alette?..., bij had ook wel eenige kleinigheden kunnen zwijgen," Zij zag hem bitter aan. „Is het dan eene kleinigheid dat ge b. v. een ge vaarlijke krisis hebt doorstaan zware zorgen gehad hebt, die de geheele Btad kent behalve ik en die men zoo vriendelijk is my op mijn zilveren bruiloft te vertellen." „JaAlette", bekende hy „ik heb het waarlijk moeilijker gehad, dan ge ooit geweten hebt; ik wiltie het je zoo graag sparen." „Ja, ik ben heusch gespaard 1" zeide zy voor zich heen kijkend. „Maar, als ge my minder gespaard hadt, dan zou ik hier misschien nu niet zoo arm zalig staan." „Het is waar, dat gij geheel in de kinderen zyt op gegaan Afette. En na zijn ze spoedig allen vol wassen en weg," „Ooh, Jakob, ik was maar blij ten minste voor iemand iets te zyn." „Ik heb meer dan iemand behoefte gehad aan je zorg en liefde, Alette!" zeide hij somber. „Gy denkt, dat gij alleen gevoeld hebt, dat je iets ontbrak. Maar een man kan het bij werken alleen ook niet volhouden. Do dagen gaan dan voorbij en laten niets achter Neen, kijk nu maar niet zoo ongelukkig 1" Hij reikte haar de hand. gaaisoh vuur verlichte straten naar het stationwaar de militaire en burgerlijke overheid hem afwachtte en het 81 regiment infanterie en 3 esoadrons huzaren op gesteld stonden. Hij inspecteerde de soldatenliet hen voor zich defileeren en begaf zieh naar den salonwagen, 's Avonds om elf uur vertrok hij. ENGELAND. De gasstokers te Londen hebben een manifest uitgevaardigd, waarin zy verklaren, dat de door hunne afgevaardigden gedane pogingen tot schik king afgestuit zijn op de weigering der directeuren om i»te toe te geven, zoodat de werkstaking moet door gaan. FRANKRIJK. Kamer. Den 7 wilde de heer Chiobé aan de regee" ring inlichtingen vragen over de benoeming van voor malige kamerleden tot hooge posten by de rechterlijke macht. Volgeas hem had dezo verheffing van door het algemeen stemrecht uitgeworpen personen in het land groote opschudding veroorzaakt. Het was nu de vraag, of d& Kamer eene dergelijke handeling kon goedkeuren. Mat 258 tegen 205 stemmen werd besloten de zaak ééne maand uit te stellen een besluitgelijk staande met het in de doos stoppen der zaak. Den 10 antwoordde minister Bouvier op eene inter pellatie dat het recht der regeering betredende des muntovereenkomst van 1885 onaaegetast blijftzelf. indien de opzegging niet vdór 31 December plaats heeft In vereeniging met zijn ambtgenoot Spuller verklaarde hij dat de regeering niet voornemens is die overeen komst op te zeggen. ITALIË. Uit Massoeah wordt van ilaliaansche zijde gemeld dat Seaaum en Sebbat, generaals van Koning Menelik in vereeniging met twee benden in boorlingen onder bevel van kapitein Bettiri, den 2 een volslagen nederlaag toegebracht hebben aan Mangastia en Ras-Aloula. Ten gevolge van dit gevecht ziju alle vyandelyke strijdkrachten in Tigré vernietigd. Bij de beraadslaging in de Kamer over het adres in antwoord op de troonrede Btelde de heer Ferrari, radi caal, voor, het woord „handelszukeu" in de zinsnede betreffende de verhouding tusschen Frankrijk en Italië te sokrappen omdat men de handelsbetrekkingen niet kon verbeteren zonder tevens de staatkunde op beter voet te brengen. Minister Crispi verklaarde daarop dat de staatkundige betrekkingen tusschen Frankrijk en Italië uitmuntend waren alleen op staathuishoudkundig gebied bestond verschil. De regeering beeft den weg voor eene schikking geopend. De heer Ferrari ver klaarde zich voldaan met deze verklaringen des ministers. Hst adres van antwoord werd daarna goedgekeurd. Den 9 deelde de voorzitter der Kamer mededat by een brief van den procureur des Konings ontvangen had, inhoudende het verzoek aan de Kamer, om hem „Och ik vind dat bet ellendig met ons gesteld is", barstte zij uit. „Het is met ons eebtgenooten als met de redelooze dieren, wisn de spraak ontbreekt. Zij kunnen naast elkaar vergaan en verhongeren, zonder iets van elkaar af te weten 1" „Daar is wel iets van aan, Alette." Hij herinnerde zich den tijd, dat bij moest voortleven, menschen ziende en uitgaande, terwijl inwendig de onrust kwem kwelde en de angBt, voor wat de dag zou opleveren, hem deed duizelen. „Ik ben er nu aan gewoon", zeide zij zacht, „ik ken myn lot, maar zou het met Elizabeth ook zoo gaan „Ik geloof niet, dat gij u daarover beangst behoeft te maken, mij dunkt, dat die twee elkander goed ken nen en het samen goed zullen kunnen vinden 1" „Ik moet mij dan alleen om myzelve bekommeren, Jacob 1" zuchtte zij „Hoe is het tusschen ons zoo geworden?.... Wij begonnen toch ook anders; wij kenden eikaars gedachten en hadden geen geheimen. Dat is al lang al lang geleden! Is het mijn schuld Of is het jou schuldhebt gij mij verstooten Hij zag haar verwonderd aaD. „Misschien ben ik wel zoo'n ail geweest ik zie nu wel in dat ge het ook niet zoo goed gehad hebtarm vrouwtje Maar ziet ge, ik kwam zoo dikwijls en bad er behoefte aanmijn hoofd bij je neer te leggen en aan mijn verdriet of blijdschap luoht te geven maar ge hadt het dan dikwijls zoo druk en tie kinderen hadden je noodig. Zoo went men aan het alleen zijnaan het op zich zelf staan. En dat is de ondergang voor het samenleven, voor het huwelijk 1" zeide hij aangedaan. „Konden wy nog maar eens beginnen met de oogen geopend door wat wy nu ondervonden hebben, Jakob riep zij met warmte uit. „Er is iets, wat men een indisohe zomer noemt Lelta Dat moet een prachtig seizoen zijn zoo zacht en gematigd en helder en die komt dik wijls in het najaer EINDE.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1889 | | pagina 1