FEUILLETON.
Levend of dood
No» 151.
Een en Negentigste Jaargang.
1889.
V R IJ D A G
20 DECEMBER.
Op den O (i d ej a a rs a von d,
DINSDAG, den 31, zal In het als
dan verschijnende nummer onzer
courant gelegenheid bestaan tot het
plaatsen van
wensclien 9
van 1—5 regels.
DE UITGEVERS.
1JKKAKTOOB.
Prijs der gewone Advertentiën:
<1 35 cents a contant
©ffieiëcl (Scheelte.
Bniteuiattd.
(Novelle van EMIL HARRIOT).
föimteulAttb
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag-en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door
het geheele rijk f 1,—
De 3 nummers f 0,06.
a
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HEEM». COS-
TEE ZOON.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
maken bekend, dat het IJKKANTOOR
van 22 December 1889 tot 6 Ja
nuari 1890 voor het publiek zal g
sloten zijn.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
17 Dec. 1889. De Secretaris,
NUHOUT van des VEEN.
BELGIS. De trein die den 15 des avonds om
9'/a uur uit Parijs naar Verviers vertrok is bij Creil
geloopen op een goederentrein die wegens een gebrek
aan de machine oponthoud had gehad en reeds op een
ander spoor had moeten zijn. Door den havigen schok
werd de voor de bestemde wagon die voor aan den
trein waszwaar beschadigd doch de daarop volgende
fransche slaapwagen werd geheel verbrijzeld. Een artille
rist in den tweeden wagon werd ernstig aan de dij ver
wond door een spoor van zijn kameraad, die tegenover
hem zatterwyl vele reizigers en een stoker meer of
min ernstig gewond werden.
DXJ1TSQHLAND. Volgen» de Post beeft de
Gouverneur Berlepseh aanvankelijk geweigerd afgevaar
digden der bergwerkers te ontvangen omdat hij reeds
kennis droeg van hunne aangelegenheden maar ont
ving hij van den Keizer nadrukkelijk bevel de arbei
ders te ontvangen en hunne bezwaren aan te hooren.
2)
Ik ging daarop naar de speelzaal, waar ik dsn ook
spoedig mijn voormaligen kameraad in het oog kreeg.
Ik liep van achteren op hem toe.
„Goeden avond Sandor 1'* Met deze woorden legde
ik hem de hand op den sebonder.
Hij schrikte blijkbaar en keerde zich haastig om „Ah
zooben jij hetzeide hij als 't ware verlicht. „Een
oogenblik nog, als 't je belieft. Het spel is dadelijk uit."
Zwijgend ging ik eene schrede achteruit. Ik had eene
andere, eene geheel andere ontvangst verwacht. Wat
was er in die jaren van mijnen eens zoo levenslustigen,
hartelijken kameraad geworden I De schuwe blik de
ingevallen wangen, de harderuwe trek cp het gelaat
en het magere lichaam 1 Ik herkende hem nauwelijks.
En bij had mij niet eens de band toegestoken, hij, die
vroeger zoo aanhankelijk, zoo kwistig met vriendschaps-
betuigingen was Hij moest inderdaad een hartstochtelijk
speler geworden zijn, die van het oogenblik af, dat zijne
handen de kaarten aanrakeD aan niets anders denken
kan, dan aan het spel.
Ondanks de koele wijze, waarop hij mij ontving, bleef
ik achter zijn stoel staan. Geruime tijd verliep; hy was
geheel verdiept in het spel en scheen mijne aanwezig
heid te hebben vergeten. Eindelijk legden de beeren de
kaarten neer en stonden op. Sandor trad op mjj toe
en nam mij onder den arm.
„Hoe gaat het ja?" vroeg by verstrooid en voegde
er, zonder antwoord af te wachten, bij„Weet je, dat
ik getrouwd ben?"
ENGELAND. Een bericht nit Zanzibar aan de
Times, dat volgens berichten nit Mozamb que in de streek
der Chiré-booglatiden eeue portageesche troepenmacht
onder den majoor Serpa Pintona den engelsehen
eoiiaul te Johnston te hebben mis! idop het grond-
gebie 1 der Mokololo's een fort gebouwd en dezen den
oorlog verklaard had, waarna een groot bloedbad onder
hen z.»u zijn aangericht, veroorzaakte in Engeland
groote opschudding en vooral in de pers groote veront
waardiging. Volgens dat bericht zon genoemde volks
stam welke onder Engeland's bescherming staat, mee-
nende, dat de engelecben h n aan hun lot overlieten
Portugal's heerschappij erkend hebben, terwijl genoemde
majoor verklaard zou hebben dat hij het geheele land
tot het Nijassa-meer wiide veroveren en den engelschen,
die daar ve bleven aangeschreven zou hebbenzich
onder Portugal's bescherming te stellen. Het blad, de
Standard, was zelfs van gevoelen, dat men tegenover
Portugal een krachtigen toon moest aanslaan en hielp
dit voldoendedan moest men tot andere middelen de
toevlucht nemen om het tot rede te br-ngen,
(Zie verder Portugal.)
De nieuwe werklieden in de South Metropolitan gas
fabriek te Londen voldoen goed. In den omtrek der
fabriek blijft alles rustig. De werkstakers houden groote
bijeenkomsten en van tijd tot tijd optochten door de
Straten maar nergens is de orde nog gestoord. De
Voorzitter van het bestuur der fabriek heeft zich bereid
verklaard de werkstakers weer in dienst te nemen
zoodra zij behoefte aan werklieden mochten hebben, maar
de nu in dienst genomen mannen gaan natuurljk voor.
Hij houdt zich overtuigd, dat b j ook andere werklieden
zal krijgen, die de kolen naar de fabriek zullen brengeD,
zoo de koiendragers het werk mochten blijven staken.
De heer Parnell hield te Nottingham een redevoering,
waarin hj betoogde, dat de welwillendheid door en
gelschen jegens de ieren betoond meer heeft bijgedra
gen om de ieren binnen de perken van het wettelijk
gezag te houden en ben van misdaden af te houden
dan twintig jaren dwangbestuur. Hij gtloo.'de niet aan
het slagen van het tweeslachtige stelsel van den minister
Balfour, die vel8 futen beging en de oorzaak was van
het ontstaan van eene nieuwe agrarische beweging, tegen
welke de minister en zijne aanhangers niet üestand
zoudeu wezen.
PORTUGAL. De bladen maken een verslag
openDaar van den ingenieur Alvaro Casteihoa aan den
minister van koloniën betreffende den aanval der Ma-
koioios. De aanval werd gedaan op de troepen van
majoor Serpa Pinto, terwijl deze opmetingen deed voor
den spoorweg in het gebied van de Boven-Chiré. Den
23 Juli keerde Pinto terug naar Quilemane en droeg
het bevel over de troepen op aan Üastelhoa. Den 28
Juli kwam de ingenieur met 200 manschappen te Mu-
pasta aan en vond dat de bevolking door invloed van
vreemdelingen zeer vijandig was jegens de portugeazen.
„Ja", antwoordde ik, „Ik heb je vroaw in de dans
zaal gezien."
„Maar haar niet gesproken
„Neen."
Hij keek op sjjn horloge. „Wij moeten nu dadelijk
opstappen het wordt tijd", zeide hij. „Het is al drie
uur. Het zon mij echter spijten je te hebben terug
gevonden en zoo weinig van je geselschap te pro
fiteered Hebt ge misschien lust, om met ons meê te
gaan
„Nu? Om drie uur in den morgen?''
„Dat doet er niet tce. Wij zijn met de slede. Bin
nen twee uur zijn wij thuis. Dan kant ge uitslapen
en wij brengen den dag in elkanders gezelschap door
ik hoop ten minste dat je dienst je dat veroor
looft? Nu, het is zondag en in den regel is er in de
kazerne dan niet veel to doen. Komaan doe ons het
genoegen en ga meê, Ja
Ik weet na zelf nietwaarom ik er in bewilligde.
Misschien hoofdzakelijk omdat ik in zijne oogen
meende te lezen dat hem veel aan een toestemmend
antwoord gelegen was. Hij drukte mij de hand.
„Ik dank jevoegde hij er by. „Je bebt er geen
denkbeeld van, hoezeer je mij er mee verplicht."
Daar begreep ik nu volstrekt niets van. Had hij mij
misschien iets te zeggen
„Kom nu mee naar mijne vrouw", ging hij voort,
„lk zal je aan baar voorstellen en dan de slede doen
voorkomen."
Terwijl hij mij steeds onder den arm hield voerde
hij mij de zaal in naar den hoekwaar zijne
vrouw in gezelschap van de dame des huizes had plaats
genomen. Het gesprek van die twee scheen nu juist niet
te vlotten. Mevrouw van Easnigi zat onbewegelijk en
keek recht voor zich uit. De gravin zag Laar van ter
zijde aan en uit haar zenuwachtig verlegen lachje
meende ik op te merkendat de stilte haar hinderde
en zjj zich te vergeefs inspandeom iets te bedenken
wat zij in het midden kon brengen.
Toen de ingenieur het dorp der Makololo's ongeveer
1200 el vaa de Cairé, had bereikt, zug hij de inboor-
lingen gewapend te voorschijn komen. Hij gelastte hun
stil te honden en trachtte onderhandelingen met hen
aan te knoopen, doch deze lieten hem niet aan het
woord komen, maar schoten lerstond op den ingenieur
en zijne manschappen. Casteihoa gaf toen bevel het
dorp te beschieten. De inboorlingen verlieten daarop
net dorpmet achterlating van vele dooden en gewon
den, nadat zij hunne hutten in brand ba idan gestoken.
BHA^lLfS. Uit Rio de Janeiro wordt gemeld,
dat de regeering eene wet heeft afgekoudigd betreffende
eene naturali-atie op groote schaal. Alle in Brazilië
gevestigde vreemdelingen worden, tenzij zij dit weigeren,
tot braziliaansche burgers verklaard.
Graaf Ouro de Preto, de afgetreden minister-presi
dent, is voornemens een manifest tot het braziliaausche
volk te richten houdende verklaring van de wijze
waarop de keizerlijke regeering gevallen is. Vooral zal
hij nadruk leggen op de omstandigheid, dat de regee
ring verraden is door de marine, het leger en den minister
van oorlog zeiven. Tevens zal een beroep gedaan wor
den op den vrijen wil van het volk bij de verkiezing
van eene wetgevende vergadering, waarvoor hij en zijne
familieleden zich caodidaat znlien stellen.
EtóYPTE. De Onder-Koning heeft den 17 in
persoon de Kamer geopend welke alleen bij buiten
gewone gelegenheden bijeengeroepen wordt en bestaat
uit de voornaamste ingezetenen. Hij deelde het door
de regeering genomen besluit medeom in het belang
van de arme klassen der bevolking da heerendiensten
afschaffen. Na het vertrek van den Onder-Koning werd
het ontwerp voorgelezenwaarbij de heerendieusten
vervangen worden door eene belasting, welke afgeschaft
zal wordenzoodra do fransche regoering de conversie
der schuld heeft goedgekeurd.
STATEN-GENERAAL.
EERSTE KAMER.
Zitting van den 18.
De voorzitter deelt mede, dat benoemd zijn tot rappor
teurs voor de indische begrooting de heeren Pijnappel, Muller,
KappeyneSix en van Gennep.
Zonder hoofdelijke stemming worden daarna aangenomen de
wetsontwerpen
1°. tot goedkeuring van de toetreding van onzen politieken
agent te Gaïro tot de verlenging van den proeftijd der gemeugde
rechtspraak in Egypte;
2°. naturalisatie van Young en zeven anderen.
8°. naturalisatie van A. Maijer en zeven anderen.
De Kamer is gescheiden tot den 27 te 2 uur. Alsdan zal
het afdeelingsonderzoek plaats hebben van die ontwerpen, waar
van de afdoening vóór 1 Januari noodig is. Den 28 te 11
uur zal de beraadslaging plaats hebben over de ontwerpen
die alsdan gereed zijn.
Zichtbaar verheugd stond zij op, teen 7ij ons op
haar zag toekomen.
„Uwe vrouw verveelt zich reeds zeer", fluisterde do
gastvrouw mijnen vriend toe.
Deze haaide de schouders op.
„Vergun mij Irene, je mijn voormaligen kameraad,
den ritmeester van Seelwig voor te stellen", zei hy tot
zijne vrouw. Deze sloeg de oogen naar mij op het
waren starendelichte oogen en boog op mijne
diepe buiging even het hoofd.
„Hij zal met ons mee rijden en tot morgen avond onze
gast zijn", ging Sandor voort.
Do sporen van een lachje vertoonden zieh op haar
doodsbleek gelaat.
„liet zou veel verstandiger zijnals ge van nacht
hier bleeften niet vóót morgen in den loop van
den dag naar huis reedt", merkte de gravin op.
„Dat kan niet", antwoordde mevrouw van Rasnigi
met zachte stem. „Ik moet naar huis."
De gravin drong er niet verder op aan en nam
afscheid van ons. Ik dacht zoo bij mij zelf, dat zij er
zich in stilte over verheugde, dat mevronw van Rasnigi
hare uitnoodiging niet aangenomen had. Mijn vriend
sloot zieh bij de gravin aan.
„Ia mijn gezelschap u soms onaangenaam, mevrouw?"
vroeg ik mevrouw van Rasnigi. „U gevoelt u vermoeid
en zoudt zonder twijfel liever van het bijzijn van
eenen vreemdeling verschoond blijven
„O neen", zeide zij. „Ik ben volstrekt niet slaperig
of vermoeid .en bovendien weet ikdat Sandor zich
over uw gezelschap verheugt.... al was het slechts,
om niet met my alleen te zijn."
Sprakeloos van verwondering staarde ik haar aan.
Hoe kwam zij er toe, om mij, eenen vreemdeling, zulk
eene vertrouwelijke mededeeling te doen
„Mijne oprechtheid verbaast n", ging zij voort. „Maar
waarom u iets te verzwijgen, dat n, als n slechts eenen
dag met ons samen zijttoch vanzelf opmerken moet.
Veeleer verzoek ik u maar dadelijk, n geheel en al aan