No.
Een en Negentigste Jaargang.
1889.
ZONDAG 22 DECEMBER.
fóuiteuUub.
BELGIE. Dan 17 is de wet tot vaststelling can
heb legercontingent met 59 tegen 5 stemmen goedge
keurd. Negen leden der linkerzijde onthielden zich bij
de stemming. Bij de beraadslaging werd door den
minister van oorlog o. a. betoogd, dat naar het gevoelen
der bevoegdste generaals het tegenwoordig leger voor de
landsverdediging voldoende was. Het werkelijk cijfer
van de legersterkte, thans tot 130.000 man gebracht
zou in 1896 ongeveer 145.000 bedragen. Da heer
d'Oultremont hield o. a. vol, dat naar het oordeel van ge
neraal de Brialmont een leger van 178.000 man onmis
baar was.
ITALIË. Den 13 diende de heer Plebano in de
Kamer eene interpellatie in over de inrichting en den
toestand der italiaansebe kolonie in Afrika. De minister
president diende een wetsontwerp in, waarbjj tot Mas-
soeau en andere italiaansebe bezittingen aan de Roode
Zee de voorrechten worden nitgestrekt, welke bij de
wet van 1887 aan Assab verleend zijn. Op zijn ver
zoek werd dit ontwerp van dringenden aard verklaard.
PORTUGAL. De regeering heelt bevel gegeven,
nog twee kanonneerbooten naar de rivier Zambesi en
nog twee naar het Nyassameer te zenden.
SPANJE. De bladen komen krachtig op tegen
het te Washington door den heer Call van Florida in
ZUID-AFRIKA. Het bollandsch element had
den 16 op de vergadering der blanken in Swazieland
verre de overhand. Do vergadering verkoos een comité,
waarin twee enge soke en twee hollandsche afgevaar
digden zitting hebben, cm de bedoelingen der blanken
aan het oordeel der gemengde commissie te onderwer
pen. Zij nam een besluit gesteund door twintig
engelsche kolonisten, waarin zij verklaart, dat wijziging
in den regeeringsvorm volstrekt noodig is. Zij beveelt
het nieuwe gouvernement aan, alle overeenkomsten te
eerbiedigen, terwijl zij de noodzakelijkheid betoogt, dat
eenige vreemde macht invloed oefene om de blan
ken te beschermen. De Transvaal moest de eenige
Staat zijn, welke het recht had te beslissen in geschillen
tusschen de regeering en de blanke kolonisten. De
engelsche en hollandsche taal moest gelijk erkend wor
den bij de gerechtshoven en de bureelen der regeering.
fiittnenUttb.
ST ATEN-GEN ER A AL.
Tweede Kamer.
ALKMAARSCHE COURANT.
FRANKRIJK. De Omnibnsmaatschappij te Parjjs
was tot beden zeer gemakkelijk voor reizigers, die geen
geld bij zich hadden gewoonlijk werd hun toegestaan
dit later te voldoen, in het vertrouwen, dat zij het
schuldig geblevene later wel zouden betalen. Gedurende
de tentoonstelling is daarvan zooveel misbruik gemaakt,
dat de maatschappij eene schade beeft geleden van
f 10000. Thans is de maatregel genomen, dat reizigers
zonder geld onverbiddelijk uit de rijtuigen verwijderd
zullen worden.
De eobtgenoote van president Carnot en vier minis
ters zijn ook door de griep aangetast. In de Kamer kon
den 14 eene interpellatie over de slechte verzorging
der soldaten niet doorgaan omdat de interpellantde
heer Mermeix, aan griep leed en afwezig was.
Markies de Caux gescheiden eerste echtgenoot van
Adeline Fattiis overleden.
Den 11 brat te Nantes brand uit in een logement
waarbij een logeergast, een zeeman, omkwam, Eene
vrouw op de derde verdieping sprong, daar de trap in
brand stondmet een kind van acht maanden in den
armop het dak van een aangrenzend huis en kwam
na honderd el ver over daken te zijn geioopeü, behou
den beneden.
Oeneraal Boulanger heeft een manifest uitgevaardigd
tot de kiezers van Cligcancourt (Montmartre), waarin
hij protest aanteekent tegen de goedkeuring van de
verkiezing van den candidaatdie de minste Btemmen
verkreeg. Hij komt op tegen deze verregaande ver
krachting der republikeinsehe beginselen en voegt er
bijdat men Bteeds op hem kan rekenen zoodra de
tijd is gekomen om het parlementarisme uit te roeien
en aan het volk zijne souvereine rechten terug te geven.
De kiezers iu de departementen, waar de verkiezingen
van onwaarde verklaard werden, zijn tegen den 12
Januari opgeroepen tot het kiezen van nieuwe afge
vaardigden.
Den 18 des morgens is aan de prefectuur der Seine
de directeur der departementale aangelegenheden Roux
door zijn gewezen secretaris Rogad met 3 revolverschc-
ten vermoord. Rogad trad de kamer binnen zonder
een woord te spreken en schoot den heer Roux,
die zijne brieven zat te lezen, dood. De moordenaar
28 jaar oud, lijdt aan vallende ziekte en wordt voor
krankzinnig gehouden. Hij was steeds door den heer
Roux begunstigd. Hg beweert gehandeld te hebben
om zioh te wreken. De beer Roux was 45 jaar oud
sedert vier jaar gehuwd en in het bezit van één dochtertje.
Kamer. Den 14 werd de Terkiezing van den bou-
langist Goussot te Saint-Denis met 267 tegen 228
stemmen vernietigd. Hem werd o. a. te last gelegd
dat bij onder de kiezers doekspelden uitgedeeld had
met portretjes van Boulanger. Deze hadden f 0,25
gekost. In die zitting werd beraadslaagd over de uitga
ven voor de geheime politieten bedrage van onge
veer f 800,000. De heer Cornudet bestreed dien post
en stelde een amendement voor, dat verworpen werd,
na bestrijding door den minister van binneal. taken
Conetans, die verklaarde, dat bet ministerie zou aftreden,
zoo de geheele som niet toegestaan werd. Na eene
vrij heftige woordenwisseling tusscben republikeinen en
bouiangisten werd art. 1 van bet ontwerp na verwet
ping met 313 tegen 187 stemmen van een amendement
om de helft toe te staan, en vervolgens het ontwerp in
zijn geheel met 290 tegen 192 stemmen aangenomen.
Den 16 werd met 266 tegen 222 stemmen de verkiezing
van den heer Naquet vernietigd.
Den 17 is de verkiezing van den heer Laur vernie
tigd. De heer Granget diende een voorstel inom
arnr estie te verleenen aan hen, die wegens bij de werk
staking voorgekomen vergrijpen door bet hooggerechts
hof veroordeeld waren. Nadat dit voorstel was bestreden
door den minister Tkévenet, die o. a. meer bepaaldelijk
de amnestie aan twee categorieën van veroordeelden
wenschte te onthouden, werd het met 338 tegen 61
stemmen verworpen.
De Koning betuigde den 15 aan de commissie uit
de Kamer, die hem het antwoord op de troonrede over
handigde zijne ingenomenheid met de overeenstemming,
welke tusschen de Kamer en de regeering bestaat over
de invoering van hervormingen welke mogelyk zijn
geworden, nu de vrede in Europa verzekerd is.
De minister van financiën gaf den 16 in de Kamer
een overzicht van den toestand der geldmiddelen. Dank
zij d9n middelen welke beschikbaar waren, is de gere-
golde dienst der kas verzekerd, niet slechts voor 1889/90,
maar ook voor 1890/91. Bij het opmaken der begroo
ting is de grootst mogelijke zuinigheid betrachtom
niet genoodzaakt te zijn tot nieuwe belastingen de toe
vlucht te nemen. Het tekort op de begrooting van 1890/91
is f 16.000 000, waaronder ruim f 5,250.000 voor
buitengewone militaire uitgaven. Ten gevolge van het
nieuwe financieele programma zijn de uitgaven met onge
veer 23.000.000 verminderd. Op dezelfde wijze voort
gaande zal het evenwicht tusschen ontvangsten en
uitgaven zonder nieuwe belastingen hersteld worden.
De Kamer keurde den 19 met 196 tegen 98 stemmen
het wetsontwerp tot hervorming der instellingen van
weldadigheid en met 208 tegen 184 stemmen bet
voorstel tot verlenging van den wettigen koers der
bankbiljetten goed.
OOSTENRUK-ELONGARIJE. De minister
president heeft den 13 in de oostenryksehe Kamer bij
de behandeling der begrootiog verklaard, dat de regee
ring geen onwettlgen invloed uitoefende op de beraad
slagingen van den bobeemschen Landdag, Op eene
vraag van den heer von Flener antwoordde hij, dat de
regeering zich ten doel stelt gelijkheid van reohten,
voor al de deelen des Rijks. Hij bestreed de bewering
van dien heer, dat de tegenwoordige staatkunde van
Oostenrijk bij de vrienden van het Rijk leedwezen, bij
de vijanden vreugde zou wekken. Hij zou zich niet
laten afbrengen van zijne pogingen om aan de billijke
eischen van het volk te voldoen. Met 131 tegen 88
stemmen werd de voorloopige begrooting aangenomen.
Den L7 verklaarde genoemde minister op eene inter
pellatie van den heer von Pleaer, dat hoewel de regee
ring zich niet verplicht achtte stelling te nemen zij
niettemin op interpellaties zou antwoorden. Volgens
de regeering bestond er volstrekt geeo reden om de
grondwet te wijzigen en wat den Boheemsoben Land
dag betreft, dese heeft verklaard den wettelijken weg
te zullen volgen. De ontwikkeling der staatsinstellingen
kan slechts op kalme wijze geschieden. De regeeting
heefi; volstrekt geen belang bij de kroning van den
Keizer nb Koning van Boheman. Hij trachtte vervol
gens aan te toonen dat de regeering zich beijverde
om aan de wenschen der duitscbers en czechen tegemoet
te komen, zoodra dit slechts bestaanbaar was met de
belangen van don Staat. Overigens zouden de kiezers
van Bohemen weldra uitspraak doen.
Met 143 tegen 114 stemmen is de Kamer daarna
tot da orde van deu dag overgegaan.
Kardinaal Oanglbauer, aartsbisschop van Weenen
is den 14 in den ouderdom van 72 jaren overledeD.
het Congres geopperde denkbeeld om Cuba onafhan
kelijk te maken. Zj geven te verstaan, dat Spanje er
nooit in zal toestemmen zich van zijne koloniën te
scheiden.
De toestand van den jongen Koniugdie ook door
griep aangetast wasis goed.
ZWITSERLAND. Beide Kamers der bonds
vergadering hebben met algemeene stemmen ruim 8
miljoen toegestaan voor de aanschaffing van geweren
klein kaliber, en ruim 1% miljoen voor vestingwerken
op den St Gottbardweg.
EGYPTE. Den 18 heelt de wetgevende vergade
ring een wetsontwerp aangenomen, strekkende tot af-
schalfing der heerendiensten en instelling eener pro
gressieve grondbelasting van 4% piaster per acre grond.
De belastingschuldigen hopendat Frankrijk eerlang
tot conversie zal toetreden omdat genoemde belasting,
welker opbrengst geraamd is op f 1.800.000 welke
anders toegepast zal worden, tengevolge van ingevoerde
bezuinigingen dan zou vervallen,
VERENIGDE STATEN. De jury te Chicago
heeft Burke, O'Sullivan en Coughlin den 16 schuldig
verklaard aan den moord op dr. Cronin en veroordeeld
tot levenslange gevangenisstraf. Kunze kreeg als mede
plichtige drie jaar gevangenisstraf. Beggs word vrij
gesproken,
Bij de behandeling der begrooting van finan
ciën op den 18 werd door den heer van Delden ter sprake
gebraoht de circulaire van den minister van April dezes
jaars aan de lutherscheherst. lutkerscke en doopsgezinde
gemeente, houdende, dat voortaan bij de uitbetaling van vaca-
tuurgelden een maximum-termijn van 2 jaren wordt gesteld
te rekenen van het kwartaalwaarin de vacature ontstond.
Naar zijne meening was zjj in strijd met de bestaande besluiten
en beschikkingen, die een gewoonte-recht hebben gevestigd.
Hij verzocht om minst genomen het status quo te bandhaven
in deze en niet op kleinigheden te vitten. Sedert 1837 hebben
alle ministers deze gelden toegekend aan genoemde kerkelijke
gemeenten. Luttele sommen zijn aan de kleine kerkgenoot
schappen afgetroggeld en waarom de groote, waarbij wel mis
bruiken plaats hebbenniet getroffen.
De minister antwoorddedat de regeering ten aanzien
van de vacatuurgelden juist bet status quo beeft willen hand
haven. Bij de opvatting van dat status quo moet men zich
gronden op da bestaande besluiten en in den geest waarin zij
zijn genomen, De vraag moet gelden of de aangevraagde
subsidiën noodzakelijk zijn. En waar vacaturen voortduren
zouden toch gemeenten zich kunnen vereenigen, in welk geval
eene verhooging zou kunnen toegestaan worden voor de gecom
bineerde gemeenten.
De heeren de Meyier de Beaufort en Huber meenden ook,
dat het status quo gehandhaafd moest wordenterwijl de heer
L o h m a n den maatregel verdedigde. Het beginsel van schei
ding van kerk en staat eischte volgens laatstgenoemden spreker
bovendien, dat nu ook het herv. genootschap geene vacatuur-
gelden meer genoot.
De minister verklaarde zich bereid, bij de behandeling van het
door de heeren Clercx c. s. ingediende amendement, om bij art. 63
den memoriepost in te vullen met f 655 voor een desservant te
Amerikaonder Horst en voor een kapelaan te Ospelonder
Neerweert, de aanvraag voor Amerika in nadere overweging
te zullen nemende tweede aanvraag achtte hij niet voor in
williging vatbaar. Na die verklaring werd het amendement
ingetrokken. In den loop der zitting werd met 51 tegen 87
stemmen aangenomen het voorstel des voorzittersom de
Surinaamsche begrooting den 20 des avonds nog te behandelen.
De heer van der Loeff had in overweging gegeven haar niet
overhaast te behandelen.
Bij de daarna aangevangen behandeling der begrooting van
oorlog besprak de heer de Beaufort in eene uitgewerkte
rede eenige punten uit het rapport der commissie voor de
hervorming der levende strijdkrachten uit een sociaal en inter
nationaal oogpunt. Nederland moestwat de inrichting zijner
strijdkrachten aangaatniet de groote mogendheden volkomen
navolgen. Kleine staten verkeeren alleen in den toestand van
officieuse of officieele onzijdigheid. Zij moeten den waarborg
voor hun bestaan meer vinden in eene goede buitenlandsohe
staatkunde. Hunne legermacht heeft slechts op te treden tegen
schending hunner onzijdigheid. Aan afschaffing van de plaats
vervanging werd naar zijne meening uit een militair oogpunt
te veel waarde gehecht.
De heer itooseboom betuigde zijne teleurstelling over
het lang uitblijven der wet op den militairen dienstplicht. De
minister scheen voor de verantwoordelijkheid in groote zaken
terug te deinzen. Hij somde verschillende maatregelen op,
waarmede te lang gedraald was en merkte opdat ook in
kleinere zaken gemis aan activiteit bestond. In goed vertrouwen
op toekomstige krachtsinspanning zou hij hem blijven steunen.
De heer van Löben Seis erkendedat deze minister
met vele bureaucratische moeielijkheden te kampen had gehad,
maar dat men mocht vertrouwen, dat hij zich als krachtig her
vormer zou doen kennen. Hij hooptedat hij op het voorbeeld
van Duitschland bevelvoering van administratieve macht zou
weten af te scheiden.
Deministervanoorlog gaf te kennen, dat aanvankelijk
door bekende treurige omstandigheden aan de legerplannen niet
zoo hard voortgewerkt was kunnen worden als wenschelijk zou zijn
geweest. Het overleg met de andere departementen is thans
geheel afgeloopen. Bij de bespreking over de defensiewetten
zou hij den beer de Beaufort beantwoorden. Alleen verklaarde
hij overtuigd te zijn, dat oorlogvoerende partijen niet mogen
doortrekken door een onzijdigen staat. Teruggeslagen vijande
lijke troepen moeten op onzijdig gebied ontwapend worden:
ook daarvoor is een leger noodig. Daarna beantwoordde hij
de door den heer Rooseboom ter sprake gebrachte punten.
Bij de verdere beraadslaging over de algemeene strekking
werden meer bijzondere punten besprokenalleen verklaarde
de heer Domela N ieuwenhuis, verwjjzende naar hetgeen
bij in 1888 gezegd had, dat hij niet voor eene begrooting van
oorlog kon stemmenmet zulk een hoog eindcijfer. Het zwit-
sersohe leger was beter en kostte minder geld. Overigens keurde
hij af, dat leden, die het oorlogsbeleid zoo bij deze begrooting,
als bij die van marine afkeurdentoch eindigden met voor te
stemmen.
De heer Seijffardt, (door familie-omstandigheden verhinderd
tegenwoordig te zijn, trok zijne amendementen in.
Bij art. 23 antwoordde de minister, dat dit jaar 57 paarden
in het binnenland aangekocht waren door de remonte-com-
missiëndie moeielijk in elk geval de redenen van ai keuring
aan den aanbieder van een paard konden mededeelenzooals
de beer G. van Dedem gevraagd had.
Art. 58, in hoofde.ijke stemming gebracht op verzoek van den
heer Domela Nieuwenhuis, die niet begreep, waartoe de extra-
toelagen voor geestelijken diendenwerd aangenomen met 64
tegen 5 stemmen.
Een voorstel van den beer Rooseboomom den bouw eener
kazerne voor twee bataljons infanterie te Assen te doen ver
vallen, werd verworpen met 33 tegen 25 stemmen. De minister
bad vooral verklaarddat geene uitgaven gedaan zouden wor
den voor dezen kazernebouw, zonder nadere voorstellen bij de
Kamer in te dienen. Door het toestaan van den aangevraagden
memoriepost ontstond beter grond voor onderhandeling.
De eindstemming over de begrooting van oorlog geschiedde
te middernacht. De zes tegenstemmers waren de heeren Zijlker,
de Meyier, Viruly, Nieuwenhuis, Schepel en Heldt.
Den 20 werd aan den heer mr. A. Zillesen op zijn verzoek
eervol ontslag verleend als commies-griffier, met ingang van
1 Januari a.s., onder dankbetuiging voor de door hem bewezen
diensten. In Januari zal de lijst der zich aanmeldende sollici
tanten rondgedeeld en na het reces tot vervulling der betrek
king overgegaan worden. Bij de behandeling van de artikelen
der begrooting van waterstaat werd bij art. 5 door den minis
ter aan den heer Tak van Poortvliet, die aandrong op wette-
ijke regeling van het bestuur van den waterstaatnu het