FEUILLETON. Levend of No. 153. Een en Negentigste Jaargang. 1889 WOENSDAG Wegens het Kerstfeest zal de Courant DONDERDAG AVOND niet worden uitge geven. De Uitgevers. Op den Oud ej aarsavond, DINSDAG, den 31, zal in het als dan verschijnende nummer onzer courant gelegenheid bestaan tot het plaatsen van Nieuwjaars- wenschen 9 van 1—5 regels. DE UITGEVERS. 25 DECEMBER. Dit nummer bestaat uit twee bladen. EERSTE BLAD. PARI JSC HE BRIEVEN. Prijs der gewone Advertentiën: a 25 cents a contant (Novelle van EHIL .HARRIOT). W.kUURSCIIK COURANT Deze Conrant wordtDinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele rijk f 1, De 3 nummers f 0,06. Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMv. COS* TER ZOON. XLVI. Het groote nieuwtje van deze week is, dat wij allen ziek of althans onpasselijk zijn. Wij hebben allen zooveel gelezen over de „Grippe", de „Influenza" en de russische koorts „Dangue", dat nu de plotselinge afwisselingen van zonneschijn, regen sneeuw warmte en koude ons op eens van streek brengenwij niet anders denken of wij hebben een tik der influenza beet, en zenden dan onmiddellijk oru den dokter. Deze, die in dit jasrgetijde overvloed van patiënten heeft, is gewoonlijk zelf nog zieker dan zij die zijne hulp inroe pen, hij stelt ons dus spoedig gerust, en vertelt glim lachend, dat wij eenvoudig verkonden zijn. Toeb is het niet onze schuld zoo wij bang werden kleine bladen die op straat rondgevent worden, kondigden met groote etters eene hevige epidemie in de magazijnen van het 4) Hij bracht mij in een ruim gezellig vertrek, In den haard brandde een vroolijk vuurtje, de kamtr was beider verliebt en het groote, zacbte bed noodigde uit tot rust en sluimeren. „Heb je slaap vroeg Sandor. Ik schudde het boofd. „Alleen wat vermoeid1', zeide ik. „Nu je kunt het je na gemakkelijk maken. Ga boven op je bed liggen, maar verwissel eerst je uniform met een chamber-eloack. Wacht evenHij schelde. Dezelfde slaapdronken jongen die ons had opengedaan, vertoonde zieh op den drempel. Op bevel van mijnen vriend gespte hij mijne sabel los trok mijne uniform en mijne laarzen nit en stak mijne voeten in warme, zachte pantoffels. „Breng ons nu wijn", gebood Sandorterwijl ik doodelijk vermoeid mij op het bed neervleide. Binnen weinige minuten waren wij van wijn en si garen voorzien. Mijn vriend liep rusteloos heen en weêr. Werktuige lijk, met de hand onder het hoofd, dronk ik een glas wijn nit. „Sakkerlootoude kameraad", zei ik, na een lang stilzwijgen, „loop niet zoo rusteloos heen en weêr, kom liever wat bij mij zitteD geef mij de hand en vertel mij eens, waar je over tobt. Als wapenbroeders bebben wij veel liet en leed gedeeld. Laat het zijnals voorheen en stort je hart voor mij uit. Er schijnt heel wat aan je geluk te haperen kan ik je helpen Zon het je geen verlichting gevenvoor iemand die Louvre aan; men vertelde van 300 bedienden, die zouden zijn aangetast, yau typbeuse koortsen enz. enz. Het Louvre begreep terechtdat dit haar eene verbazende schade zou doen; welke dame toeb diezichzelve en hare kinderen zou blootstellen aan het gevaar van met typbus tehuis te komen, neen, dan gaat zij liever hare inkoopen doen in Bon-Marché, Menagère of ander groot magazijn. De directie van het Louvre, geholpen door haren spe- cialen arts den heer Oarpentier Méricourtteekende dus in de voornaamste couranten een duidelijk protest aan tegen de verspreiding dier onrustbarende geruchten, en reeds kwamen wij een beetje tot kalmtetoen er een nieuw overdreven gerucht liep van eene epidemie in de kantoren der telegrafie-administratie gelegen in de rue de Grenelle. Bij nader onderzoek bleek echter, dat vau de duizend beambten er nauwelijks vijftig een lichten graad van koorts of huivering hadden veroor zaakt door het afwisselende weder. Van influenza dus geen sprake of het zou op politiek gebied moeten zijn. Daar hadden wij nu zulk eene matige kamer van afgevaardigden, het ging er nog alle dagen zoo beleefd en netjes toeen wij daebten niet anders of de gewoonte der onstuimige tooneeleu had voor goed de wyk naar België genomen. Voor een leek is het zeer moeielijk een oordeel te vellen wie er na eigenlijk op Maandag 9 December gelijk haddaar hebben zoovele knappe, en ook minder knappe heeren meegesproken, dat wij ze gaarne geen van allen ongelijk zonden geven. De vraag was wie er wettig gekozen is geworden tot afgevaardigde van Clignaucourt, eene af- deeling van het arrondissement Montmartreof Bou- langerdie 8000 stemmen kreeg of Joflrin die er slechts 5500 haalde. Volgens de wet is Boulangsr niet verkiesbaar sinds, hij door het Hoog Gerechtshof ver oordeeld werdde stemmen op hem uitgebracht waren das niet geldig, en dus behoefde men zich alleen maar te houden aan de wettig uitgebrachte stemmenen a zoo Joflrin als gekozen te bc- cbonwen. De Kamer heeft dan ook in dien geest besloten, doch niet dan na eene zeer heftige zitting. De meeningen liepen buiten gewoon uit elkanderde heer Levèque sprak in naam der wet die hij boven alles plaatstezelfs boven het algemeen stemrecht. M, i. is dit de eenige juiste ziens wijze, want eene wet mag nog zoo Biecht of kreupel zijn zoolang zij niet veranderd ismoet ieder burger haar gehoorzamen. Waar zou het been zoo wij e.k een aoder principe of rechtsbegrip naast de wet op ons eigen houtje wilden toepassen. De heer Laisant echter stelde het recht boven de wet, de heer Deroulède verklaardedat waar geen recht is ook geen plicht bestaat, stellingen die ons ver zouden voeren, zoo men ze in praktijk bracht. Doeh ook van republikeinsche zijde maakte de heer Mnujan een flater door de republiek te stellen boven het algemeen stemrecht. Dan is het alweer niet de moeite waard er een algetneen stemrecht op na te houdenzoo de een er de republiekeen ander het keizerrijken een derde het koningschap boven stelt. Wij voor cns zijn dan ook niet zoo dol het goed met je meent, jo hart eens uit te storten „Ik weet het niet', antwoordde Sandor dof... „Ik heb het nog nooit geprobeerd." „Probeer het dan nu eens. Misschien stemt je dat wat kalmer. Een vreemde, een onbevooroordeelde ziet dikwijls helderder dan wij zelven. Misschien is het niet eens zoo erg, als je door den tijd beat gaan gelooven." „3tilfluisterde bij; hij ging naar de deuropende d e en wierp eenen blik naar buiten. „Ik ben altijd bang ofschoon ik dat nog nooit van haar heb ge merkt Maar kan ik het helpen Het wantrouwen is er nu eenmaal," Terwij! hij deze laatste onsamenhangende woorden sprak ging by op den rand van mijn bed zitten en staarde somber voor zich uit. „Ik begrijp je niet", zei ik. „Sprak ja van je vrouw „Ja", antwoordde hg kortaf. „Waarom ben je met haar getrouwd?'1 vroeg ik na eene pauze. „Als ik je dat vertellen zou antwoordde hij. „Het was als 't ware mijn noodiot. Ken je de geschie denis van mijne vrouw vóór haar huwelijk „Ja. Ik hoorde die op het bal vertellendat is te zeggenik weet alleendat zij eene dochter is van mijnheer van Valesco, dat deze haar na den dood van zijne wettige dochter openlijk als zijn kind tot zich nam en zich toen doodschoot. Hoe en waar zij vóór dien tijd geleefd heeft, heb ik niet vernomen." „Ik zelf weet juist even weinig als jij. Zij spreekt nooit over haar verleden. Ik weet niet, wiens dochter zij is, waar zij geboren is, oDder welke omstandigheden, bij wie zij tot haar een en twintigste jaar is opgevoed slechts eenmaal heeft zij mij vertelddat zy had ge zworen daarvan aan niemand ooit een woord mede te deelen. Toen ik haar vroeg, aan wien zy dat gezworen had, verklaarde zy, dat zij baten eed daardoor reeds breken zou. Missebien wil zij hare moeder sparen Wie weet, of die nu misschien niet de vrouw van een verliefd op bet algemeen stemrechthetwelk als ideaal prachtig klinkt, doch praktisch zeer dikwijls de plank misslaat. Verlaten wij echter de politiek en zien wij liever eens rond wat Parijs ons meer aangenaam nieuws geeft. Veel is het niet, zooals reeds gezegd, de aanslaande leesten zitten een ieder in het hootd. Bijna alle theaters geven „reprises", dat is zij spelen stukken, die voorheen reeds veel succes hadden. De groote opera gaf eece reprise van Lucie de Lam- mertnoor, doch had die gevoegelijk achterwege kunnen laten, want men maake er voor die gelegenheid zoovela veranderingen aan dat Donizetti zelf zijne Lucie niet zou herkend hebben. Ciaretiede directeur van het Theatre Eran9ais, was leeper, hij zorgt dat het publiek toch bij hem bomten gaf ons daartoe een lokaas waaraan niemand weerstand bood. Coquelin, de eenige, komieke, koddige, onmisbare Coquelin is weder in het huis van Moliere terug. Hij is nu eenmaal de lieveling van het publiek en zijn spel verdient die voorkeur ten volle. Men bereidde hem op zaterdag j.l. eene warme ontvangst en nu ban hij niet anders doen, dan bijna eiken avond op te treden. De verloren zoon ia dus weer teruggevonden. Zullen wij eenmaal ook de verloren dochter terugkrijgen. Wordt het niet meer dan tijd, dat Sarah Beraardt naar het tbóatre francais terug keert, nadat zy dit in een booze luim reeds sinds zoovele jaren verlaten heeft. Gaarne zou ik u eens spreken over het theatre libre, (het vrije theater), onder directie van den beer Antoine. Deze is zelf ook acteur en beeft ia zyn troep verscheidene goede artiaten; de stukken echter, die hij ten tooneele brengtzijn gewoonlijk buitenge* woon jahoe zullen wij bet noemeu laat ons maar zeggen onfateoenlyk, om niet een erger woord te gebruiken. In een gewoon theater zou zulk een stuk niet worden afgespeeld, het publiek zou gewoonlijk luide protesteeren en een verbazend leven maken, dosu in het theatre libre gaat alles er meê door daar mag een stuk bepaald schandelijker en onfijner zijn dan op elk ander tooneel, Eu gelooft niet, waarde lezers, dat het kleine onbekende schrijvers zijnwier stukken men speelt, volstrekt niet; gewoonlijk zijn het schrijvers van veel talentdie blij zijn dat zy eens durven kannen. Een der talentvolste auteurs voor dit toone 1 ia voor zeker Georges Ancey deze zou bepaald ssaat zya ons te bekoren zoo hij zijn toon wist to matige en ons wilde verplaatsen in een beatje fatsoenlijk r toe standen. Zijn jongste werk „L'école d veu s" toont ons in vijf korte bedrijven, eeu ouden wö-ui naar, diens zoon en eene dame, alle drie in zoo verregaand onkiosche verhoudingde moraal wordt zoozeer met voeten ge treden, dat wy van het stuk zelf hier geene beschrijving durven geven. Genoeg zij het te melden, dat zelfs hec publiek van Antoine de laatste bedrijven met bepaalde teekenen van afkeuring ontving. Nog is het geheim in zake den moord Gonfló niet geheel opgehelderdof reeds gebeurde er weer een nieuwe misdaad thans dicht bij Parijsin Neuilly- ander, de moeder van andere kinderen is en niet dan met schaamte en berouw terugdenkt aan den misstap, als meisje begaan. Ik geloof niet, dat Irene zelf zich iets te verwijten heeft; integendeel, ik ben vast over tuigd datwanneer zij zich over haar verleden een onverbreekbaar stilzwijgen heeft opgelegd, dit uit liefde voor een ander en niet voor haar zelf geschied is „Weina! riep ik nit. „Wanneer je daarvan over tuigd bent, waarom verontrust je je dan over dingen, die anderen en niet haar ten laste komen? Als zy °deu naam barer moeder sparen wildan bewijst dat voor haar edel karakter. Daarvan zul je haar toch geen verwijt maken „Neen, ik moest dat ook niet doen, maar het is mij niet mogelijk, mij van den eenmaal opgewekten argwaan tegenover haar los te maken gaf hij ten antwoord, beide handen op zijne borsc leggende. „Maar die heett hier binnen eenmaal post gevat eu ik ban er mij niet aan onttrekken." „Maar hoe is die ontstaan?" vroeg ik. „Ik zal je alles vertellen'', zei hij haastig. „Eindelijk moet ik het toch uitspreken ik hond het anders niet langer uit. Na den dood van haren vader ging zij met hare grootmoeder naar Pest. In Bucharest had zy niet kunnen blijven. Niet alleen om de smet, die op hare geboorte rustte, maar ook om die angstwekkende gelijkenis met hare overleden zuster Maria." „Ook mij is die gelijkenis opgevallen'', merkte ik op. „Je hebt dus die eersie Maria gekend?" vroeg San dor, terwijl hij hettig mjjne hand vatt9. „Is de gelijkenis inderdaad zoo sterkdat men Irene voor die doode houden kan Ik aarzelde met dit antwoord. „Zeg het maar zeide hij met eene afwerende be- weging. „Je aarzeling spreekt duidelijk genoeg. In Bucharest bleven de menschan, die Maria gekend had den op straat Etaanals zij Irene zagen en sloegen een kruis. Zooten minste, heeft men mij verteld. Zij zalf laat zich daar nooit over uit. Maria's naam

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1889 | | pagina 1