I
No. 9¥.
Twee en Negentigste Jaargang
1890.
Slechte lectuur?
Wik- en Weegloonen.
ZONDAG 19 JANUARI.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
Vergadering der afdeeling W1ERINGER-
W.44R!) der llollandsche Maatschappij van
landbouw, gehouden 16 Januari.
i
BELCIIE De Kamer heeft haren arbeid hervat.
Zij zet de beraadslaging over de wijziging der wet op
het hooger onderwijs voort.
De bijeenkomst tot bestrijding van den slavenhandel
zal den 20 te Brussel haren arbeid hervatten.
Uit Charleroi wordt gemelddat in verscheidene
mijnen op nieuw werkstaking uitgebroken is ten
gevolge van geschil omtrent de toepassing der toege
stane vermindering van werkuren.
JHJITSCREANO. De stad Elberfeld heeft besloten
60000 beschikbaar te stellen voor eene instelling tot
verbotering van arbeiderswoningen, als een blijvend aan
denken aan wijlen keizerin Augusta.
In Dec 1889 zijn in de openbare slachthuizen te
Berlijn 83148 beesten geslacht tegen 86690 in Dec. 1888.
Het aantal geslachte varkens daalde van 45237 tot 34567,
als gevolg van het nog steeds gehandhaafde verbod van
den varkensinvoer.
Rijksdag. Den 16 is bij de beraadslaging over de
begrooting voor de posterijen door den staats-secrotaris,
den heer Stephan, medegedeeld, dat de Keizer afgezien
had van het inrichten van een keizerlijk bureau in het
nieuwo postkantoor te Frankfort aan do Main.
PRUISEN. Huis van Afgevaardigden. Den 16
werden de voorzitter en de onder voorzitters herkozen.
De minister van financiën gaf een overzicht van de be
grootingen voor 1886/7 en 1888 9 en diende tevens de
begrooting voor 1»90/1 in. De toestand der geldmiddelen
was gunstig. Er was over 1888/9 een overschot van
ongeveer 80.000.000 mark, waarvan 3,8 uit de directe,
9,8 uit de indirecte belastingen en 37 uit de spoorwegen
komen. Het vroeger telkens terugkeerende tekort was
ovorwonnen, dank zij den maatregelen der regeering,
voornamelijk wat betreft de alcoholbelasting. De be
grooting voor 1890 1, ton bedrage van 1586 millioen,
was 108 millioen hooger. De minister waarschuwde
tegen terugtreden in de tolwetgeving en zeide, dat^ de
regeering voornemens was om de voor schulddelging
bestemde 18 millioen te besteden aan verbetering van
de bezoldiging der ambtenaren, zoo het Huis daarin
toestemde.
FRANKH9JK. Te Parijs is het aantal sterfge
vallen weer tot 230 per dag gedaald. De ziekte blijft
afnemen.
De hertog van Aumale heeft in deze week zijn 68
verjaardag gevierd.
Hamer. Don 16 werden tot onder-voorzitters ge
kozen de heeren de Mahij, Deville, Casimir-Périer en
Peytral en tot secretarissen de heeren Duclaud, Guillau-
mon en Roijor. De heer Gerville-Réache heeft zijn voor
nemen om aan de regeering inlichtingen te vragen over
eene beweerde samenkomst tusschen keizer Wilhelm en
president Carnot te Brussel opgegeven, nadat hem ge
bleken was, dat de minister-president Tirard weigeren
MuÜatuli zoekt de waarde van den mensch in
persoonlijkheid, arbeid en onthouding en beschouwt het als
zijn plicht om wat is te leeren kennen.
Ieder die me kent schrijft Multatuli kan weten,
dat ik werkzaam ben en eigenlijk ben ik niets dan dat.
(Ideeën IY. 267). Ik dring aan op zelf-waarnemen, zelf-
oordeelen zelf besluiten 804. Maar ik wenschte dit alles
verbonden te zien, met wat blijken van ernstige inspan
ning. Wie 't ploegen en eggen verzuimde mag geen
deel nemen aan 't oogstfeest alsof hij behoorlijk had
meegewerkt. Dit is stuitend voor den arbeider die in
't zweet zijns aanschijns derft.
Kennis is weten; leven arbeid (Zaaier 37.) Er zijn
weinig foutenja misschien geene die niet voortkomen
uit luiheid. 460. De traagheid der natuur is onwil om
te veranderen van beweging of om daarmeo op te houden.
De traagheid van onzen geest is gewoonlijk onwil om
te bewegeu. 461. Een arbeider verstuikte zijn voet en de
meester riep voortIk heb mijn geest verrekt en mijn
meester roept: Voort! Meester, ik zal! 67.
Niemand schat hoog genoeg wat hij zijn kan. Niemand
laag genoeg wat hij is. 505. Wijsbegeerte, zucht om to
weten, te begrijpen (niet begrijpen is een verkeerde
gewoonte 462) is de roeping van allen. Wie zich reden
geeft van wat hij waarneemt of zelfs wie zich inspant
om die reden te vinden kan niet gebiologeerd blijven.
Een tafel op 4 pooten neemt geen 1000 pooten aan, om
zich te schikken naar een droom vol monsters. De on
bewegelijke wand treedt niet dreigend op ons toe, omdat
wij ons iets akeligs voorsteldou. Wie 's avonds een leege
portemonnaie op zijn nachttafel legdezal dien 's mor
gens niet gevuld vinden omdat hij droomde van schat
ten. De werkelijkheid vleit niet en dreigt niet. Zij is
oprecht. Zij is onomkoopbaar Zij is waar. Zij en zij
alleen. 899.
We zijn van de geboorte af onderworpeu aan vooroor-
deelen. Men dringt het kind allerlei leugens op die
niet zoo zeer op zich zelf schadelijk zijn maar hierom
zoo uadeelig werken, wijl de kleine mensch gewoon raakt,
in plaats van de vraagwat is waarheid zich
telkens deze andere vraag voor te leggen: Wat zegt
hierover baker zoo of zoo? Hoe oordeelt de heilige
die en die? Hoe luidt de jurisprudentie van den
Hove? 559. De vooroordeelen, die men zijn kinderen
inprent, zijn zooveel beletselen die hen vasthouden en
't is ijdel een ernstig streven naar waarheid te verwach
ten van iemanddie door vooroordeelen beheerscht
meent dat streven te kunnen nalaten. Wie niet streeft,
zou op die vraag te antwoorden. Men zegt thans, dat
de boulangisten daarover inlichtingen zullen vi'agen.
Senaat. Do heer Leroijer is den 16 tot voorzitter
herbenoemd; tot onder-voorzitters werden benoemd de
heeren Challomel-LacourHumbert, Bardoux en Merlin.
ORIEKEITLAIVD. Blijkens telegram van den 15
uit Athene zijn verscheidene leden der koninklijke familie
door de influenza aangetast.
ITALIË. De hertog van Aosta, broeder des Ko-
nings is door longontsteking aangetast. Zijn toestand
is ernstig. De koning werd te Turijn verwacht.
POETUGAE. De nieuwe ministerpresidentde
heer Serpa Pimentel, heeft in de kamer medegedeeld
dat het ministerie de rechten der portugeezen handhaven
en voor de nationale eer en de belangen des volks
waken zou. Het zal beginnen mot op de uitgaven^ te
bezuinigen en bijzondere zorg te wijden aan de koloniale
aangelegenheden, het leger, de zeemacht en den landbouw.
RIJSIiAN». De Staatscourant bevat een schrijven
van den*Keizer aan den Gouverneur van Moskou,-waarin
wordt gezogd »Bij de intrede van het nieuwe jaar is
het mijne oprechte bede dat de krachten van ons vader
land zich ongestoord kunnen blijven ontwikkelen te mid
den van den vrede, die door allen wordt gewenscht".
SPANJE. De Koning is het tijdperk van herstel
ingetreden.
De Koningin-regentes heeft den heer Alonzo Martinez,
voorzitter der Kamer, met de samenstelling van een
ministerie belast. Deze aanvaardde de opdracht en zal
een ministerie uit de midden-partijen vormen.
BULEARIJE. De nieuwe bulgaarsche leeniug
groot 15.000.000 is ruim zes maal volteekend.
V ER EEN IE WE STATEN. In den Senaat heeft
de heer Sherman namens do commissie voor buitenl.
zaken een voorstel ingediendwaarbij bepaald wordt
dat twisten, welke tusschen de Vereenigde Staten en
andere landen mochten onstaan, door een scheidsgerecht
uitgemaakt zullen worden. Dit voorstel zal later worden
onderzocht De heer Turpie verlangde, dat de regeering
de republiek Brazilië terstond zou erkennen. Het con
gres, betoogde hij verder, moest besluiten, dat het aan
geene europeesche mogendhoid zal vrijstaan, zich met do
aangelegenheden op het westel jk halfrond te bemoeien,
hetzij om een koninkrijk of keizerrijk op te richten of
om het vestigen eener republiek te verhinderen
SSRAKIÏiIE. De nieuwe postzegels zullen weldra
gereed zijn. Het merk is een kruis, omringd door 21
sterren, die de 20 provinciën en de stad Rio de. Janeiro
voorstellen met het onderschrift: E. U. do Brazil.
zal niet bereiken. Wie niet zoekt zal niet vinden.
Doch niet elk streven wordt bekroond. Niet ieder
die waarheid zoektzal de waarheid veroveren Doch
niets doen niet streven is in strijd met de geheole
natuur. Niets doenniet bewegen is verkrachting van
ons zijndat uit beweging bestaat, 't Is miskenning van
onze roepingdie strijd wil ter verovering van 't on
bekende.
Aan niets twijfelen a!les meenen te weten, te begrij
pen is het zekerste middel om onkundig te blijven.
Natuurlijk. Waarom zou men zich moeite geven om iets
te verkrijgen, dat men meent reeds te bezitten Maar
eilieve indien Gallilei Keppler Huyghens Newton
Humboldt aan niets hadden getwijfeld zouden ze niets
gevonden hebben. Sommige (menschon) worden beheerscht
door een idee fixe. Hun vooroordeel is t. beilig huisje
waaraan niet mag geraakt worden op strafle vau anathe
ma «Praat wat je wilt datdat of dè,t is een paal
boven water." 't Is mij wèl en ik erken dat er iets
palerigs ligt in zulke redeneeringen. Jammer maar, dat
zoo'n paal gewoonlijk reeds was ingeheid in de dagen
van grootvader ofvroegeren 't dus de moeite
waard wezen zou eens na te zien of men dat ding nog
altijd voor dukdalf gebruiken kan. 579.
Wat moet ik zeggen van hen die uit trots of hoof
digheid weigeren te onderzoeken of hun »paal boven
water" verrot zou kunnen zijn Zouden ze ook te
trotsch wezen om buikpijn te voelen na 't overladen van
hun maag Te trotsch om nat te worden in t bad? 581.
Moet ik wijzen op de velen die te traag zijn om te
veranderen van opinie 't Getal van dezulken is
groot en ik heb medelijden met de onnoozelheid van
hun berekening, want zietoch moet do weg afgelegd
worden. 582.
Een hinderpaal op den weg van vrij onderzoek is
zinnelijkheid. Uit zinnelijkheid nemen wij indrukken
behagelijke of onbehagelijke gemakshalve als opiniën
aan en meenen iets gedemonstreerd te hebben als wij
uitdrukking geven aan indrukken of gevoel. We zijn
op dit punt als sommige geneesheeren, die koffie of wijn
al dan niet gezond vindennaarmate zij zelf min of
meer op die dranken gesteld zijn 584.
Lafhartigheid is oen van de grootste bezwaren tegen
de vrije studie, want wijsbegeerte heeft behoefte aan dat
element vaa juist denken: aan moed. En niet alleen tot
het verkondigen van een gevonden waarheid neen tot
het vinden en erkennen zelfs, is deze moed een voreischte.
Bij elk nieuw vooroordeel dat wij overwinnenbevangt
ons zekere schroom om door te tasten en 't gevondene
tot ons eigendom te maken. De hoogste graad van moed
is hoogmoed. 220. Nederigheid is een lafhartige en ou_
Tegenwoordig 15 leden en 1 gast. Na opening der
vergadering lezing en goedkeuring der notulen werd
door den voorzitter mededeeling gedaan van eenige in
gekomen stukken, welke voor kennisgeving werden aan
genomen.
De heeren J. A. Kaan en D. D. Kaan brachten ver
slag uit van de vergadering der Hollandsche Maatschappij
van landbouw en van de Vereeniging tot ontwikkeling
van den landbouw in Hollands Noorderkwartier.
Tot afgevaardigde voor de in dit jaar te houden ver
gadering van laatstgenoemde vereeniging werd de heer
E. Rijkes gekozen.
Met een toepasselijk woord werden vervolgens de
prijzen uitgereikt, door de heeren E. Rijkes, J. Bakker Jz.
en mej. de wed. S. Grin op do tent joustelling to Haar
lem behaald. Aan mej. A. Rijkes werd een getuigschrift
toegekend, als maakster van do met eersten prijs bekroonde
Edammer Kaas.
De voorzitter de heer J. Zijp Hz zeide hierna on
geveer het volgendeTot mijn leedwezen zie ik mij
gonoodzaakt, na de beslissing welke zoo onverwacht over
ons gekomen is in zake de heffing der wik- en weeg
loonen deze zaak wederom in behandeling te brengen.
Allo leden zullen door de couranten toch wel met het
feit bekend zijn geworden dat ondanks de bezwaren
daartegen ingebracht, met Edam, Hoorn en Purmerend
ook Alkmaar wederom gerust en vrijelijk zijn 70 centen,
ongerekend de tasman zal kunnen heffen. Door den
heer Visser van Hazërswoude werd met een warm
pleidooi voor verlaging van 70 op 60 eonten, de behan
deling van het desbetreffend wetsontwerp ingezet, terwijl
onmiddellijk daarna de alkmaarsche afgevaardigde van
der Kaay het wederom zijne roeping vond, om met
een zeer breedvoerig betoog, de zoogenoemde alkmaarscho
thesis in het vuur te brengen en het to doen voorkomen,
alsof van do gelegenheid door Alkmaar verschaftom
to laten wegen, geheel vrijwillig door de belanghebbende
kaasboeren en kooplieden word gebruik gemaakt; niemand
daartoe verplicht was en eene bewering, als zou men niarlct-
geld moeten betalen, wanneer men geen gebruik maakte van
de waaggeen recht van bestaan had.
Gelukkig bleven de hoeren Rutgers van Rozenburg en
Goeman Borgesius niet uitom met een ernstig woord
protest aan te teekenen tegen de voorstelling door don
heer van der Kaay aan het bestaan van de waag en de
heffing der wik- en weegloonen te Alkmaar gegeven, en
hielden met een krachtig bel,oog vol, dat eene verlaging,
als in het amendement voorgesteldmoest volgen
waar eens zoo duidelijk door de wetgevonde macht dit
in het vooruitzicht was gesteld. Met de sluiting van
eerlijke manier om wat te schijnen. 221. Wie u nederig
heid voorpreekt als deugd is een bedrieger. (Minne
brieven).
Het vinden der waarheid dat ishet naderen tot
waarheid zou niet zoo moeielijk wezen als we minder
lafhartig waren. In zeer veel gevallen durven we niet
wetenwat waar is. Zoo ooitdan is op 't slagveld
van vrijo studie die moed noodig bij 't beoordeelen van
de zedelijkheid. Vergeten we nooit dat de deugden van
den dag geen deugd uitmakenen dat de wetgevers op
't gebied der zedelijkheid vaak van meening veranderen.
Wat is goed? Wat is niet goed? zij de vraag
die de vrije student zich voorlegt. Nietwat is geoor
loofd volgens de zeden van de maatschappijdie in den
regel haar zeden geeft in plaats van 't goede en meer
acht slaat op rust en ordedan op do eischen der
waarheid en de rechten van het individu. Wèl erken
ik dat het opvolgen van de gestelde regelen, voor zoover
daarmee geen hooger belangen worden geschaadplicht
is. Ik zelf zou niet gaarne mij in 't publiek vertoonen,
in hemdsmouwen of ongeschoeid. Maar... indien 't weg
werpen van rok en schoeisel noodig ware tot het redden
van een evenmensch indien zekere konventionoele
toon mij hinderde in 't uiten van meoningen die hooger
staan dan conventie dan geloof ik de vrijheid te mogen
nomen ongeschoeid en ongekleed mij te vertoonen, mij
te uiten en te handelen waar mijn tegenwoordigheid
mijne meening of mijn hulp gevorderd wordt door recht
vaardigheid menschelijkheid en waarheid. 589.
Onze plicht is, niet te zeer toe te geven aan verklaar
woede voor we ons wel overtuigd hebben dat de te
verklaren zaak inderdaad bestaat. 547. We zijn zedelijk
verplicht ons zelf rekenschap te geven van de beteekenis
der woorden, die bij benadering slechts onze gedachten
voorstellen en onze denkbeelden afteekenen. Alle onder
zoek immers zou ijdel zijnindien wij 't niet eens
waren met ons zelf en anderen omtrent de identiteit
der zaakwelker behandeling ons bezig houdt. 548.
Wie zich niet bekommert over de juistheid van een
woord geeft blijk van onverschilligheid voor de zuiver
heid zijner denkbeelden en neemt het dus niet zeer
nauw in 't onderscheiden van goed en kwaad. (Speciali
teiten bl. 190.)
Do roeping van den mensch ismensch te zijn.
Daarheen moet leiden opvoeding onderwijs beroeps
keuze zedeleer wetgeving godsdienst. 136.
't Staat aan ons waar te nemen na te denken toe
te passen.
't Staat aan ons te willen en te werken,
't Staat aan ons te strevon naar ontwikkeling.
't Staat aan ons genot te vinden in dat alles dat
l