- BuTrEÏN LAN D.
Den 25 word; de socialistenwet voor de derde maal
gelezen. Prins Bismarck was niet tegenwoordig. De
heer Bebel bestreed in eene uitvoerige rede gedurende
twee uren het- ontwerp als eene uitzonderingswet, ondanks
de zachtere toepassing in de laatste jaren. Minister
Herrfurth wederlegde zijn betoog. Prins Schoenaich-
Oarolath, een van de leiders der vrij-conservatieve partij,
hield, eene rede, waarin hij met eene tot heden van
conservatieve zijde nog nooit getoonde vrijmoedigheid
de tegenwoordige staatkunde der regeering ten aanzien
van de sociaal-democraten bestreed. Hij kwam krachtig
op tegen het krasse optreden van de regeering tegen de
sociaal-democraten en betoogde, onder luide toejuichingen
van de liberalen en het centrum, dat het idealisme in
Duitschland allengs verdwijnt om plaats te maken voor
eene partij-staatkunde. Tot groote ontevredenheid der
conservatieven, wees hij er opdat de regeering wel
alle sociaal-democratische geschriften vervolgdemaar
dat geene vervolging ingesteld werd tegen een naamloos
geschriftdat aan don hertog van Coburg werd toege
schreven. en waarin de Koningin van Engeland en Kei
zerin Frederik beleedigd werden. Ten slotte werd de
wet met 169 tegen 98 stemmen verworpen. Minister van
Bötticher sloot daarna de zitting en noodigde de leden
uit, te 6 uren inde Witte Zaal de keizerlijke boodschap
tot sluiting der zitting te komen aanhooren. In zijne toe
spraak tot sluiting herinnerde de Keizer aan hetgeen in de
laatste 3 jaren tot stand was gebracht en werd in het bij
zonder nadruk gelegd op hetgeen voor de werklieden, vooral
door de wet. tot verzekering van werklieden tegen onge
lukken gedaan was. Op den thans verkregen grond
slag. kon worden voortgebouwd om aan de werklieden
de zekerheid te verschaffen, dat de wetgevende macht
warme belangstelling toont in hunne rechtmatige rechten
en wenschen en dat de verbetering van hun toestand
alleen te verkrijgen is langs den weg eener vredelievende
en wettelijke regeling. Hij wenschte, dat het den nieuwen
Rijksdag mocht gelukken, in overeenstemming met de
regeeringen der Bondsstaten een vorm te vinden, waardoor
de noodig.e verbeteringen in dat opzicht ingevoerd kon
den worden. Hij beschouwde het als zijne ernstige taak
om mede te werken tot verwezenlijking dezer verwach
tingen.
EJVCUEüLAlWD. De heer Gladstone heeft den 22 te
Chester weder eene redevoering gehouden, die vijf kwar
tier duurde. Over het geschil tusschen Engeland en
Portugal en de handelwijze van den minister van buitenl.
zaken Salisbury zeide hij zich niet te willen uitlaten,
eer hij, al de gegevens daarvoor had. Hij betreurde het
slechts, dat Engeland het noodzakelijk had moeten achtön
aldus op te treden tegen een dier kleine Staten welke
vriendelijk en beschermend te behandelen Engelands bij
zondere roeping was. Wat Creta en Armenie betreft
deed het hem leed, dat sedert hij daarover het laatst
spraker nog meer reden was dan toen om over
Turkije's bestuur te klagen. De Porte moest wel be
grijpen, dat, als zij ooit in moeielijkheid kwam, Enge-
land's sympathie niet met Turkije zou zijn, zoolang de
Porte niet mensehelijk en rechtvaardig ten opzichte van
hare christelijke onderdanen handelde. Wat de binnen-
landsche staatkunde aangaat, verdient opmerking de
stellige uiting ten gunste van »home-rule" in Schotland,
tenzij er een middel kon worden gevonden om de
schotsche vraagstukken in het Parlement beter en meer
in den geest van Schotland zelf te doen behandelen dan
nu het geval is, Over Ierland herhaalde hij in nieuwen
vorm de oude argumenten voor home-rule" en tegen
de dwangstaatkunde der regeering.
De Nederlandsche Vereeniging te Londen telt volgens
het verslag, den 23 uitgebracht, 266 leden, 10 meer dan
in Januari 1889, waarvan 100 gewone en 8 buitengewone
leden, 5 voor hun leven en 153 buitenleden. De rekening
over 1889 sloot met een batig slot van 384; die over
1888 was gesloten met een nadeelig slot van 984,,
De bevelhebber van de aviso Enchanteressewelke
naar Vigo werd gezonden toen de engelsche gez&at te
Lissabon iiaï- ultimatum aaa-i de portngees'chw regeering"
moest overhandigen, heeft-bevel ontvangen naar Ports-
month terug, te keeren.
Den 27 is Tom Mann de erkeEde leider der di rkwer-
kers in hechtenis genomen., omdat hij aanleïdïi ïg had
gegeven tot versperring van het verkeer em tot o: ngere-
geldheden buiten Hay's Wharf, waar op het oogesii) lik40O
werklieden, den arbeid hebbèn, gestaakt.
I1'It,V AiSiRI.ÏK. Te, Parijs, zijn tall van pa rsonen.
ernstig verwond door sehoor&teenen .ea atnkkem zink
welke door den wind op straat werden geslinge® 1. Vele
prachtige kastanjeboomen. zijn ontworteld on.andij ren zoo
geteisterd dat zij weggenomen moeten, worifls n. Te-
H4vre liepen de kaaien geheel onder water en si ,ond in
dat deel der stad het water meer dan 19'eh hos .g.
Den 26 is bij de verkiezing van een lid de» Kamer-
in Loriont de republikeins.che candidaat gok® ien met-
10553 stemmen tegen 6080. stemmenop den ia xndidaat
der monarchisten. Te V&lognes werd made die republi
kein gekozen met 7742 stemmen.
Tusschen.baron EdaarcMe;Roth$öbiMrzoan,vamAlphonse
en markieg de Gouaij heeft.een tweegevecht plka ts gehad^
waarbij eerstgenoemde lichtgewond werd aan den schouder,
O Jïl EI£EXIj.-\]VB>. DeCretenzersdie. de wijk
naar Athene hadden genomen, dienden bij. d.e> regeering
het verzoek in om hun beschikking te gevena over een
stoomschip en krijgsvoorraad,, om naan Croka terug;„te
keeren en deel te nemen aan, de verdedig,van het
eiland. Tegen Maart wordt een, algemeens- pstan& top
Creta verwacht.
SPAJÜTJTE. De minister-van-financiën ha eft inden
Senaat medegedeeld dat hij een. veerstand er is van
dezelfde handelsstaatlrandectbor.de vorige.: ministeriën
gevolgd. Hij voegde er bij, dat hij spoedig een guusti-
gen uitslag verwachtte van de, werkzaamhei- d der com
missie, benoemd om eenplan te., ontworpen to.i hervorming
der invoerrechten. Hij, verklaarde geen. vooarfd ander een er
rente-belasting te zijn. Met de. ministers va n oorlog en
marine zou hij overleggen welke bezuinig ingen op de
begrootingen voor oorlog ®n marine ingffif oerd kunnen
worden. De minister van oorlog, verklaart ie dat geen
maatregel dringender, noodig, is dan de legf irhervcrming,
Hij is een voorstander, van den. verplichten persoonlijken
dienst, maar de rageering dient een giwaï stig oogenblik
te kiezen voor de invoering, dezer-hervorm ing. Met 143.
tegen 31 stemmen werd. het eerste artikel, van. bet wets
ontwerp tot invoering van. het algemeen stemrecht aan
genomen. Ook het derde artikel, werd ree ds aangenomen.
Een amendement, om den-geestelijken ha" t stemrecht te
vepleenen, werd verworpen.
It IIïiïii A It I.ÏJBStambouLaff heeft in een aan den
öiplomatieken agent van Bulgarije te Konstantinopel
ggricht schrijven op, de nota der rnssische, regeering
omtrent de bulgaarsche leeniag geantwoord,-, dat Bulga-
rije's recht tot het sluiten van leeningen door geen
enkele bepaling van het berlijnsehe verdrag ts niets
wordt gedaan. Wat de voorwaarden betraft, waarende»
hypotheek genomen is op de spoorwegenTranihrod
SofiaVacarel en Z'ambolaBouxgas totwaarborg der
bulgaarsehe le.enipgdeza zaak beschouwt, hij als eene
van binnenlandschen aard. Hij hooptdat Bulgarije
mag rekenen ,op den, steua van het suzerains hof «en van
de groote mogendheden, opdat nieuwe catwikkelilig van
dwang moge. worden verhoed.
Het voorloopig bewind heeft een be
sluit uitgevaardigd, waarbij het burgerlijk huwelijk in
gesteld wordt- Met de regeering tier Argentijnsche
republiek zijn do onderhandelingen over de grensregeling
geslaagd. Door de ministers van buiienl. zakan in beide
landen is eene overeenkomst geteekend, waaria.de rechten
van beide Staten omschreven worden.
VEREJEJKI.Ö»® STATEJf, Op den Union
Pacific spoorweg is een personentrein tien. dager lang
ingesneeuwd, geweest. De sneeuw: lag mijte®, ver 4 a 5
aanvooring van Edouard Drnmont, den schrijver van
»La France Juive", openlijk den verdelgingskrijg tegen
de joden predikten. Het gevolg van deze vergadering
was natuurlijk een buitengewoon courantengeschrijf; het
is niet mijn doel hier de israëlieten te verdedigen, onder
hen zijn bekwame en talentvolle mannen genoeg, die de
pen meesterlijk hanteerenmaar toch kan men gerust
aannemen, dat de eenvoudige fransche burgerman te veel
gezond verstand bezit, om ooit naar zulke twistkraaiers
te luisteren.
Tot besluit kan ik niet nalaten n te wijzen op eene
allerkoddigste comedie-vaudeville «les Moulinard", welke
ik dezer dagen in het Palais-Roval zag vertoonen. De
heer Monlinard is een koopman, die zich uit den handel
teruggetrokken heeftnadat hij met den verkoop van
mosterd zijn fortuin maakte Monlinard heeft eene dochter,
die hij wil uithuwen doch hij wil tot schoonzoon een
hooggeplaatst, ambtenaar. Juffrouw Cecile echter is ver
liefd op een doodeenvoudig klein advocaatjeBodard
genaamddie nog niets omhanden heeft. De vader is
niet te bewegen in het huwelijk tou te stemmenzoo
Bodard niet minstens sons-prefect wordt. Deze doet al
het mogelijke, doch te vergeefs, bij eene nieuwe benoeming
is het een mijnheer Godard die de plaats krijgt, en niet
Bodard. Maar daar leest Moulinard eene courant in
die courant is eene drukfout, er staat eene B voor eene
G, dus is de aanstaande schoonvader in de stellige ver
beelding, dat de jonge verliefde advocaat onder-prefect
der Eglisottes is geworden. De geheele familie vertrekt
nu naar het zuiden van Frankrijk en neemt haren intrek
in het hötel van de prefectuur; Moulinard doet alsof hij
tehuis was, mevrouw Moulinard wrijft de koperen lampen
en schotels opwij wonen allerkoddigste tooneelen bij
tusschen do familie Moulinard en al de gasten van het
hötel, de echte sons-prefect Godard weet niet hoe hij het
heeft met die geheele familiede ongelukkige Bodard
wenscht zich honderd mijlen ver, en eindelijk komt na
tuurlijk alles terecht Godard wordt naar eene andere
stad verplaatst, Bodard wordt werkelijk sons-prefect der
Eglisottesomdat de minister niemand anders bij de
hand heeft, en de jongelui krijgen elkaar. Voegen wij er
nog bij, dat sedert eergisteren het stuk niet meer heet
«les Moulinard", doch thans »les Boulinard", want een
zekere heer Moulinard, wonende te Perigueux, heeft bij
deurvvaardersexploit aan de directie van het theatre ver
boden, zijn naam nog langer op hot affiche te doen prijken.
Men heeft zich over die kitteloorigheid niet weinig vroolijk
gemaakten dus maar gauw een letter in den titel
veranderd.
Parijs 24 Januari 1890. J. M. T.
BERRIE. De Koningin heeft een nieuwen aanval
van griep gehad.
DIJITSCHLA1I1D. De socialistische partijgroep van
don Rijksdag heeft besloten, met het oog op de tegen
woordige omstandigheden, alles te doen, om eene werk
staking der mijnwerkers te verhinderen en hen te nopen,
af te zien van hunne thans niet te vervullen eischen.
In een gedeelte van het rijk heeft in de laatste dagen
een zware storm gewoed, welke hier en daar, zooals te
Mannheim en te Frankfortvan onweder vergezeld ging.
Te Lndwigshafen deed de wind den oven in de
tegelfabriek van Ludowice instorten, ten gevolge waarvan
brand ontstond en de geheele fabriek afbrandde. Te Mann
heim stortte een groot pakhuis in en woei een in aanbouw
zijnd huis om.
In de op den 26 gehouden vergadering van de ge
machtigden der mijnwerkers werd besloten, de door het
bestuur gestelde eischen te handhaven, maar het afkon
digen der algemeene werkstaking, wegens de ophanden
zijnde verkiezingen voor den Rijksdag, tot 1 Maart uit
te stellen.
Rijksdag. Den 24 is het voorstel der heeren Richter
en Schrader tot verlaging der spoorwegtarieven voor
steenkolenvervoer verworpen.
vertellen De vreemdeling was een schoonslank man
en zij was er juist bij toen hij binnenkwam. Vader
Sievers was zoo wit als krijt geworden toen hij hem
za<*. Ook hare moeder was verschrikthad tal van
buigingen gemaakt en hem «mijnheer de graafgenoemd.
Toen was hij met haren vader in huis gegaan en daar
zaten zij nn nog samen te praten minstens reeds
een uur.
Beate wendde gemelijk het hoofd af en plukte ijverig
verder van de blauwe viooltjes. Zij kende de nieuwsgie
righeid en den overdrijvingszucht van juffrouw Mandersen.
Wat ging het haar aan wie bij haren vader was de
omgang mot hare ouders was toch niet levendig en be
perkte zich tot het allernoodzakelijkste.
Daar hoorde zij krachtige schreden achter zich_; zij
keerde zich snel om. Voor haar stond de vreemdeling
een schoon slank mandaarin had juffrouw Mandersen
gelijk gehad.
Hij nam den hoed af, grootte en zag haar met een
vreemden blik aan. Plotseling voer haar eene koude
rilling door de leden.
Woont mijnheer de domorganist hier boven in dit
huis?" vroeg hij, terwijl hij op de blinkende ruiten wees
in het kleine huisjedat als een zwaluwnest aan den
heuvel hing.
«Ja, daar ginds, over het kerkhof, is de ingang."
«Hm dus telkens, als u uitgaat, moet u het korkhof
over", vroeg hij. haar weer aanziende. Hij had trotsche,
donkere en zeer schoone oogen. «Ik heb immers de eer,
de echtgenoote van den domorganist voor mij te zien
Zij hoog blozend en zwijgend. Zonder een woord te
spreken, sloegen zij het pad in langs den muur van het
kerkhof.
Boven gekomen hief zij de klink van de deur harer
woning op en wilde hem laten binnentreden, maar galant
liet hij haar voorgaan en bevend ging zij binnen. Wat
wilde de vreemdeling, die eerst bij haren vader geweest
was, nu bij Jobst Wie was hij Haeen gebeurtenis
die verandering bracht in de eentonige dagen
Jobst had den vreemdeling ontvangen en zij had zich
met goeden tact verwijderd. Het was duidolijk, dat zijn
bezoek niet haar gold, maar zij was zonderling opge
wonden. Eene verschijning als deze vreemdeling was een
phenomeen in het kleine stadje. Sedert de spoorweg was
geopendkwamen er wel is waar allerlei menschen uit
«andere steden, maar Jobst stond met niemand,in ver
binding. Hij had volstrekt geen aanrakingspunten met
de buitenwereld.
Wat bleef de vreemdeling lang! Nu zeide zij, evenals
juffrouw Mandersen, dat het toch stellig al meer dan een
uur was zij had een boek genomen, doch haar bloed
was zoo in beweging, dat de letters haar voor de oogen
dansten.
Nu kwam Jobst dat was zijn stap hij riep ha&p.
Zij vloog hem tegemoetJobst zag er vroolijk en
stralend uit. Ja, het was een graaf, een echte graaf, die
van zijn orgelspel gehoord had en gekomen was, om hem
op te zoeken. Hij was een muziekkenner die ook nog
met de oude meesters dweepte de eerlijke Jobst Boldt
fluisterde dit ademloos en vroolijk zijne jonge vrouw toe,
op den korten weg van haar kamertje naar het zijne.
Het had hem toch trotsch gemaaktdat men in de
buitenwereld van zijn talent gesproken had en hoe weinig
ijdel hij anders ook was, dit geloofde hij te goeder trouw.
«Je moet ook iets voor hem spelen", zeide hij. «Ik
heb hem gezegd dat jou talent het mijne ver overtreft
en nn is hij verlangend je te hooren."
Beate trad binnen en haar echtgenoot stelde, haar aan
den graaf Teschy plechtig voor. Eerst nu beschouwde
zij hem nauwkeuriger. Jong was hij niet meer, misschien
even ond als mijnheer Jobst, maar Jobst had niet zooveel
voorkomen en de vreemdeling zag er deftig en veel, veel
voornamer nit. Hij had wezenlijk iets betooverends in
zijne manieren. Weldra zaten zij zoo gezellig bij elkander,
als waren zij reeds oude bekenden; met de gemakkelijk
heid van den man derwereld, die alles wat storend werkt,
weet te vermijden, wist mijnheer de graaf de eenvoudige
lieden tot spreken te krijgen. In korten tijd hadden zij
hem veel verteld en hun bescheiden stilleven geschilderd.
Beate speelde en de graaf scheen werkelijk muziekkenner
te zijn; zij oogstte grooten bijval in. Hij was tegenover
haar gaan zitten en had haar voortdurend aangezien.
Dat maakte haar toch een beetje verlegen Maar zoodra
hij het bemerktewendde hij den blik af en begon nn
op zijn beurt te vertellen. Hij kwam regelrecht uit
Afrika. De regeling van eene erfenis en van familiezaken
hadden hem in het vaderland teruggeroepen, waar hij in
langen tijd niet geweest was. Het was niet recht dui
delijk, hoe en waarom hij in dit kleine stadje gekomon
wa3 en den «beroemden organist aan de domkerk" op
gezocht had* een vriend, die op sene doorreis, zijn orgel
spel gehoord had, had hem ovep mijnheer, Boldt gespro
ken. Zijne toehoorders waren zoo onder de betoovering
van zijpe- tegenwoordigheid en. van zijn. plotselinge ver
schijning, dat zij geen verder kritisch onderzoek instelden.
Nog langen tijd, nadat hij vertrokken, was, spraken zij;
van don vriendelijken, voornamen mijnheer, wien Jobst's
groote naam als organist hier gebracht had. «Je bent,
veel te bescheiden", zei Boate ij verigmet schitterende
oogen en blozende wangen^ «als wi| maar in eene. grootere
stad woonden
«Beate wilde je liever in eene. grootere stad wonan
Dit was een der oogeafolikkenwaarin hij door eene
angstige bezorgdheid overvallen werd. Was ook zij wer
kelijk volkomen tevred?» Wapneer zij eens meer ver
langde
Beate zag nadenkend nit het venster. Zij had öp vraag
niet gehoord, hare gedachten waren nog bij den. vreem
deling en hare volgende opmerking verried dit-, «Dat
was toch wezenlijk eene gebeurtenis, vandaag, dit bezoek",
zeide zij, «en het was vreemd ik had een gevoel, als
kende ik hem reods lang. Heeft hij met je over mijne
ouders gesproken? Jnffrou.w Mandersen zesde., dat hij
eerst bij vader geweest w.as."
«Neen" antwoordde Jobst langzaam en, eene scha
duw vertoonde zich op zjjn mager, schraal gelaat. Had
dit bezoek nog iets anders te beteekenen Hij voelde eene
plotselinge kilheid. Maar hij was volstrekt niet wan
trouwend en, hier wat kon dien vreemdeling bewegen
onwaarheid te spreken, wat anders kon hem, hier brengen,
dan wat hijhem met innemende openhartigheid gezegd had»
Mijnheor de graaf bleef nog e enig on tijd in het stadje.
Hij had zijnen intrek genomen in het eerste hotel aan
de markt en de menschen spraken reeds over hem. Hij
strooide het geld met volle handen om zich heen was
als geboeid door- de sehoone omgeving, en richtte dage
lijks zijne schreden naar den domwaar hij uren lang
in de woning van den orgauiat bleef. Daar was hij
hartelijk welkomde liefde tot de edele muziek heeft
reeds dikwijls de meest uiteenloopende menschen ver
bonden ook hier vorm.de zij den band. Overigens was
het gebleken dat vader Sievers den, graaf nog van
vroeger keude. Hij sprak echter zeer weinig over hem.
Wordt vervolgd.