11
Binnenland.
l
Ten slotte werd het schrijven des gouverneurs voor
kennisgeving aangonomen.
Volgens een particulier schrijven heeft de gouverneur
den 2 Januari den heer mr. J. Kalff, lid van het hof,
naar Nederland afgevaardigd, om den minister van ko
loniën over het gebeurde te spreken.
S T AT EN-GENERAAL.
EERSTE KAMER.
De heeren van Roijen en Alberda vanEken-
s t e i n verklaarden den 28 geen vertrouwen te kunnen
schenken aan den minister van koloniën. Uit het door den
minister van binnenl zaken gegeven antwoord op de door
sommige leden gedane vragen en geuite belastingplannen
blijkt, dat door de regeering in de eerste plaats gelet zal
worden op de regeling van de grondbelasting als middel
om aan de gemeenten te gemoet te komen. Afstand van
de accijnzen kon daartoe niet in aanmerking komen.
Met groote voorzichtigheid zou dit moeten geschieden en
daartoe was het noodigvooraf met de uitkomsten der
regeling van de belastbare opbrenget van de ongebouwde
eigendommen nauwkeurig bekend te zijn. Definitieve
regeling van het kiesrecht bleef hij ontijdig achten ge
deeltelijke verbeteringen behoefden niet uitgesteld te
worden. De defensievoorstellen zonden binnen zeer korten
tijd kunnen inkomen bij de regeering had geenc zucht
tot verschuiving van het vraagstuk bestaan. Ten aanzien
van de hoofdgrief tegen den minister van koloniën wees
hij er opdat men op do daden zal moeten letten en
niet op enkele minder gelukkige uitdrukkingen. Als
ChristeDnatie rust op ons eene zware verantwoordelijkheid
tegenover Indië en het is niet waar, dat de minister eene
uitsluitende richting wil volgen. Het komt er echter op
aan, hoe het Christendom te brengen onder de heidenen;
maar niets is gedaan tegen het landsbelang door het
Mohammedanisme achter te stellen. De verspreiding van
het Christendom in Indië blijft niettemin de plicht der
regeering.
Ook de minister van financiën verzekerdedat de
accijnzen, eenmaal bestaande, niet kunnen vervallen. De
bedoeling der regoering wasom een deel van sommige
Rijks belastingen waaronder de grondbelasting aan de
gemeenten over te dragen, zoodat van vermeerdering der
gemeente-opcenten op de grondbelasting geen sprake be
hoeft te zijn.
Door afstand van accijnzen aan de gemeenten zou
nieuwe ongelijkheid ontstaan en bij het nemen van het
zielental als maatstaf zou bijv. Amsterdam nog minder
ontvangen dan thans. Friesland zou er mede gebaat
worden maar Limburg b.v. zou dan alle belastingen
kunnen afschaffen en bovendien nog eene uitkeering aan
hare gemeenten kuunen doen. Hij heoft wel degelijk
hart voor het platteland. Overigens betaalt de land-
bouwstand niet meer belastingen, eer minder dan anderen,
bijv. geen patent.
Bij de behandelingen van hoofdstuk II (H o o g e C o 1-
legiën) wees de heer Verheijen op de wenschelijkheid
van onderscheidingen voor redders van schipbreukelingen
en dat de bronzen medaille voor het redden met levens
gevaar, welke niet gedragen mag worden, meer waarde
zou hebbenwanneer zij wel gedragen mocht worden.
De minister beloofde een onderzoek naar de moge
lijkheid van de inwilliging van dat denkbeeld.
Bij de behandeling der begrooting van b u i t e n 1.
bleef de minister, gesteund door den heer vanZuylen
van Nijevelt, tegenover den heer van Gennep, Amoij
boven Swatow verkiezen als standplaats voor de vesti
ging van een consul in Zuid-China, in overeenstemming
met het gevoelen van onzen consul-generaal Ferguson.
De minister deelde nog mede dat blijkens in den
loop van dien dag ontvangen telegram de hooggeplaatste
persoon, die als scheidsrechter in de surinaainsche grens
regeling zou optredenbedenking gemaakt had tot
aanvaarding dier opdracht. Het telegram was echter kort
en onvolledig.
Beate hem aangezien, dan zou zij hebben opgemerkt hoe
bleek hij zag Maar zij had naar waarheid gezegd, dat
haar hoofd er van duizeldezij slikte haastig en ver
strooid haar eenvoudig avondeten naar binnenhare
gedachten dwaalden naar onbekende gewesten.
»Ik heb nooit iets anders en schitterenders op het oog
gehad", sprak haar echtgenoot, »en zoo gelukkig als wij
hier waren kunnen wij nergens anders meer zijn gij
hebt er vroeger ook nooit aan gedachtvan hier te
willen gaan."
Beate knikte en boog het gloeiende gelaat. Ja
maar men kon toch niet weten, nu wij moeten maar
afwachten wat de graaf je morgen te zeggen heeft. Zij
zwegen daarop beiden en zaten sprakeloos en voor het
eerst onaangenaam gestemd bij elkanderterwijl ieder
zich met zijn eigene gedachten bezighield.
Den volgenden morgen kwam graaf Teschyhij had
een langdurig gesprek met Jobst Boldt. Beate drentelde
intusschen opgewonden tusschen de ingezonkene graf-
steenen heen en weeren maakte voor het eerst de
opmerking, dat het toch treurig was, zoo dicht bij een
kerkhof te wonen en dat haar leven al heel eentonig en
eenzaam was. Haar eenige omgang bestond in twee
onderwijzersvrouwendie aan den zoogenaamden palm-
berg woonden waarvan de eene altijd over hare huis
houding en wasch sprak en ovor nieuwe recepten voor
zeepterwijl de andere van hare jeugd en haar rijk
tehuis verteldewelke verhalen evenwel zoo opgesmukt
waren, dat Beate zeer aan de waarheid er van twijfelde.
Het gesprek tussclieu den vreemdeling en haren echt
genoot duurde geruimen tijd. Eindelijk vertrok de graaf.
Jobst liet hem niet uithoewel hij anders altijd zoo
beleefd was. De graaf was zeer vriendelijk en zeide
terwijl hij haar de hand reikte: «Wij zien elkander nog,
mevrouw Beateik blijf totdat alles naar mijn wensch
voor u en mij geregeld is."
Zij staarde hem sprakeloos na. Wat beteokenden die
geheimzinnige woorden?
Er hing een waas over Jobst's oogen. Geluk had hem
dit bezoek niet gebracht »Wat is er, beste Jobst, kwel
mij niet langer riep zij bevend en opgewonden.
»Heb geduld het betreft u mijn kindmaar gij
hebt mij tot beschermorvoogd en echtgenoot gekozen
en ik moet vcor je denken en overwegen."
Beate stond verbluft. Op zulk een toon had zij hem
Den 29 kwam bij de begrooting van justitie
tevens in behandeling het wetsontwerp tot ruiling
van grond met Amsterdam in verband met de voorstellen
tot verbouw van het Paleis van justitie. Beide ont
werpen werden met algemeene stemmen aangenomen
de ruiling en verbouw werden alleen bestreden door den
heer Pijnappel. De minister antwoordde den heer Ver-
h e ij e n dat zijne bedoeling is de rijks-veldwacht in te
krimpendaar waar zij vervangen wordt door de ma-
réchaussées.
Bij de behandeling der begrootingvan binnen-
landsche zaken drong de heer V e r h e ij en aan op
een museum voor natuurlijke historie te Leidenwaarop
hij reeds vóór 17 jaren aangedrongen had keurde de
heer Six het thans bij de volkstelling gevolgde stelsel
afbetoogde de heer van Swinderende groote
ongelijkheid in do toekenning van buitengewone subsidiën
aan gemeenten in de kosten van het lager onderwijs
besprak de heer Alberda van Eikenstein de
verklaringen der regeering omtrent de toepassing der
schoolwet. Wordt vervolgd
De begrooting van binnenl. zaken werd met algemeene
stemmen aangenomen; daarna die van marine met 31
tegen 4 stemmendie van financiën met 30 tegen 4
stemmendie voor het vestingstelsel met 31 tegen 3
stemmen en het hoofdstuk onvoorziene uitgaven met
algemeene stemmen.
Tweede Kamer.
Voorstel-Bahlmann.
Over het wetsvoorstel van den heer Bahlman n,
ter voorziening in den kwijnenden toestand van sommige
takken van landbouwis het voorloopig verslag ver
schenen Eenige leden konden niet goedkeuren dat de
voorsteller, die in zijne toelichting zelf doet uitkomen,
dat de minister van binnenl. zaken en die van buitenl.
zaken zich openlijk tegen maatregelen vnn protectionis-
tischen aard hadden verklaard beproeft aan een bevriend
kabinet eene wet van zoo ingrijpenden aard op te dringen.
Enkele loden ontkenden echter, dat de minister van
binnenl. zaken zich uitdrukkelijk tegen het heffen van
graanrechten zou hebben verklaard.
Tegen den inhoud der memorie van toelichting werden
bedenkingen van verschillenden aard ingebracht. Men
meende te mogen aannemen dat de bedoeling des voor
stellers geweest is, om door heffing van rechtenwelke
de importeurs van granen en meel zouden hebben te
dragen aan de schatkist de middelen te verschaffen om
schadelijke belastingen te doen vervallen, of de landbou
wers op andere wijze te hulp te komen. Voorts bestreed
men het beroep op de grondwetdat de graanbouwers
even goed aanspraak hebben op bescherming van per
sonen en goederen als de overige ingezetenen.
Voor- en tegenstanders van dit ontwerp kwamen hierin
overeendat beiden het beschouwden als een eersten
stap op het gebied oener beschermende handelsstaatkunde
als eene eerste afwijking van de richtingin de laatste
25 jaren in ons land gevolgd.
Het bleek dat er vele leden waren die het stelsel
van vrijen handel voor Nederland met warmfe bleven
verdedigen. De tegenstelling tusschen de belangen van
handel en die van landbouw en nijverheid werd gewraakt,
want landbouw en nijverheid hebben voor vervoer en uit
voer hunner producten den handel noodig. Hoe scha
delijk het stelsel van bescherming is werd op verschil
lende gronden betoogd. Deze leden waren evenzeer gekant
tegen het stelsel van fair trade of stelsel van reciprociteit.
Ten slotte werd nog gewezen op het gevaar, dat er voor
een klein land als het onze in gelegen kon zijn den
buitenlandschen handel door dergelijke maatregelen te
ontstemmen.
Vele leden konden zich met deze beschouwingen niet
vereenigen. Wel verklaarden verscheidene van hen in
beginsel het stelsel van vrijen handel te zijn toegedaan,
maar zij waren het allen daarover eens dat men aan
dat stelsel niet al te zeer moest vasthouden en in de
toepassing daarvan met de omstandigheden rekening
in lang niet hooren spreken en zoo had zij zijn gelaat
nog nooit gezien. Wat kon er gebeurd zijn Zij sloop
naar haar kamertje, hij hield haar ook niet terug en
tobde te vergeefs haar arm hoofd af. Jobst Boldt zat
met het hoofd in de handenonbewegelijk in. zijn een
zame huiskamer; het was hem alsof zijn hartebloed ver
stijfde. Hjj stond wankelend op, nam zijn jas van den
kapstok en gebukt als een grijsaard, sleepte hij zich langs
den muur van het kerkhof naar den proost
De geestelijke liep hoofdschuddend zijn studeerkamer
op en neer, terwijl zijn bezoeker als vernietigd voor hem
zat. Het was halfdonker in het vertrekhoewel het
volle middag was. De linden onderschepten ook hier de
zonnestralenhet beschot was geheel zwart door den
voortdarenden tabaksrook, en de netheid der kamer liet
veel te wenschen over. De geestelijke schopte in het
voorbijgaan de snippers en papieren ter zijde, die overal
op den grond verspreid lagen. «Ja, inderdaad wie
kon dat verwachten?" zeide hij. «Ik heb indertijd
allerlei mogelijkheden bedacht, deze niet. Voor het overige
gij hebt onaantastbare rechten die u niemand kan
ontnemen."
«Dat weet ik, eerwaarde, maar
«Maar
»Mag ik Beate verzwijgen wat zoo belangrijk en over
wegend voor haar is Moet ik haar dit gewichtige
nieuws niet mededeelen
«Neen, zij moet het weten, maar haar verstand, haar
hart en haar geweten zullen haar zeggendat het te
laat komtom eene verandering in haar levenslot te
brengen, dat zij niet vrij is, en heeft de graaf u geen
aanbiedingen gedaan wat haar betreft
i Neen hij wenscht voorloopig zijne dochter naar de
bloedverwanten zijner vrouw te brengendie eerst nu
van haar bestaan vernomen hebben en haar willen zien.
Het is eene zonderlinge, ingewikkelde geschiedenis."
«Zij is mij nog niet duidelijk, mijn waarde. Gij waart
ook wat opgewonden en een beetje verward in uw verhaal."
Jobst Boldt gaf zich alle moeite, om den proost dui
delijk te maken wat hij zelf nog niet voor waarheid kon
houden.
Graaf Teschy had zich als Beate's vader bekend ge
maakt. Hij was in het geheim gehuwd geweest met de
gravin Werthern; hij was toen een vroolijke jonge garde
officier, zij de rijke, gevierde gravin, wier strenge en op
moest houden. Bescherming van takken van bedrijf, die
daaraan althans tijdelijk behoefte hebbenkan dan ook
in vele gevallen mits oordeelkundig toegepast, wensche-
lijk zijn. Met nadruk kwam men verder op tegen de
stelling dat de belangen van handel en die van land
bouw en nijverheid zouden samengaan. Onder deze leden
waren er verscheidene die bepaaldelijk het stelsel van
fair trade verdedigden. Waar de vreemde producent
gelegenheid vindt zich op de vrije, onbeschermde markt
te ontdoen van zijne overproductie, waardoor de prijzen
worden gedrukt en do binnenlandsche producent ten
zeerste wordt benadeeld achtte men het raadzaam ook
maatregelen van bescherming en tegenweer te nemen.
De Consulaatrechten.
In zijne memorie van antwoord over het wetsontwerp
tot herziening der wet op de consulaatrechten van 18
April 1874zegt de minister van buitenlandsche zaken,
dat ontheffing der vaderlandsehe scheepvaart van een last,
welke haar in een ongunstigen toestand plaatst ten op
zichte der scheepvaart van andere landen, inderdaad het
niet to miskennen doel der voordracht is. Wel verre dat
bescherming beoogd iswordt hier juist gestreefd naai
de opheffing van het nadoeldat onze scheepvaart lijdt
door voor gewone expeditie van een schip aan belangrijk
hooger consulaatrechten onderworpen te zijn dan die
van mededingende landen.
Bij aanneming van het voorstel zullen de onbezoldigde
consulaire ambtenaren de voordeelen, aan het waarnemen
hunner betrekking verbondenniet missen. Slechts zul
len om goede redenen de rechtstreeksche geldelijke voor
deelen worden ingekrompendoch zal de waardigheid
van het consulaire ambt als eerepost stijgen naarmate
de consulaatrechten verminderen. Daarom is de minister
er dan ook van overtuigd, dat hij in het vervolgeven-
min als thans moeielijkheden zal hebben in het vinden
van geschikte honoraire consuls en dat dus vermindering
van consulaatrechten niet behoeft te leiden tot uitbreiding
van het aantal consules missi. Het voorstel bedoelt
ook de vaststelling eener vaste som voor de expeditie
van een zeeschip, onverschilllig of het groot of klein is,
met algeheele vrijstelling der vaartuigen beneden eene
zekere tonnenmaat blijvende. De minister blijft van
oordeel, dat alle schepen, die in de termen vallen om con
sulaatrechten te betalen, hetzelfde bedrag moeten betalen.
Ten aanzien van de aan den consul-generaal te Londen
en den consul te Smyrna te verleenen schadeloosstelling
moet het cijfer hunner bezoldigingwaarvoor op de
begrooting successievelijk slechts 7000 en 4000 is
uitgetrokkenverhoogd worden met het bedragdat
hun aan consulaatrechten wordt ontnomen en dat voor
Londen hoogstens f 3000 en voor Smyrna ongeveer ƒ500
per jaar zal bedragen. De dag van de inwerking
treding wordt nader bepaald op I Juli 1890.
Aanvoer op de verschillende markten te Purmercnd
zijne voorouders trotsche vader haar reeds aan een man
had uitgehuwelijkt, dien zij niet beminde. Er was geen
hoop geen uitweg geweest voor de hartstochtelijke ge
liefden dan een geheim huwelijk. Wanneer zij slechts tijd
gewonnen hadden, meenden zij den vader door deze on-
omstootelijke gebeurtenis te dwiugen. Na eenigen tijd
werd op een kasteel, dat aan de familie Werthern toe
behoorde. Beate geboren. Slechts eene trouwe dienstbode
en de tuinman Sievers met zijne vrouw waren in het
geheim. De jonge gravin had zich wegens hare zwakke
gezondheid naar dit kasteel in de bergen teruggetrokken,
en hare familie wist het ware van de geschiedenis niet.
Eenige dagen na de geboorte van het kind, stierf zij in
het kraambed.
Wat zou nu de jonge echtgenoot beginnen De waar
heid openbaar maken zou een smaad voor de doode zijn
geweest en waarom ook In zijn toestand van vertwij
feling was hij niet tot strijden in staat. Zijne financiën
waren geheel in de warin het lichtzinnige leven had
men weinig aan de toekomst en allerminst aan zulke
slagen van het noodlot gedacht. Wat zou hij met een
kind, met een meisje beginnen De sfeer, waarin hij tot
nu toe geleefd had, scheen hem niet meer de benijdens
waardigste op de wereldhoeveel gelukkiger was die
gegoede middelstand, die in eer en deugd zijne bescheidene
vermaken mocht genieten. De tuinman Sievers scheen
hem een braaf man, die hem en zijn huis verknocht was;
zijne vrouw kende hij nauwelijks maar zij was gezond
en sterk en had juist zelve een kind verloren.
Zij kon het pasgeboren wicht aan hare borst en in
haar hart opnemen. Hoewel het vermogen der familie
voor het grootste gedeelte den ouderen broeder toebe
hoorde en zijn deel al veel was ingekrompen, bleef hem
nog genoeg over om de echtgenooten Sievers ruim te
beloonen.
Zij beloofden hem de streek te verlaten en het kind
als hun eigen te zullen aannemen. Dit was den jongen
graaf een groote zorg minder. Hij verliet den dienst en
vertrok dadelijk naar het buitenland, nadat hij nog eerst
bij de groote leugen tegenwoordig was geweest, namelijk
bij de begrafenis zijner echtgenoote, die als bruid gekleed
op het praalbed was gelogd, en waarbij de bedrogene,
treurende bruidegom lag neergeknield.
Wordt vervolgd
de jaren
1888
1889
Runderen
22265
19268
Stieren
501
Paarden
1898
1883
Yette kalveren
8478
6575
Nuchtere
8689
9417
Schapen en lammeren
120953
116550
Vette varkens
10623
8920
Magere
4525
4434
Biggen
14047
12379
Ganzen
8589
7669
Zwanen
1473
1060
Peren
3185
3718 HL.
Appelen
1480
96655
Boter
71677-
66628s Ko.
12758
12694 stapels
Kaas
weg.
weg.
3458656
3277421 Ko.