FEUILLETON. No. 10. Twee en Negentigste Jamgang 1890. 12 FEBRUARI. WOENSDAG DE LE1T(iË\ HAAKS I,EVENS. "V rij wiiliifers. Romas van Alex mier Kilmer. AQ3 COURANT. Prijs der gewone Advertentiën Per regel 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. GOS- TER ZOON. ALKMAARSCHE Deze Courant wor dt Dinstbtg Donderdag- en Zaterdagavond n itgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alt :maar /.Oy®©; franco door het geheele rijk 1, De 3 nummers O, 06. Officiéél Re *leelte. Burgemeester en W e 1 i h o u d e ar «van Alk maar brengen ter algemeene 1 :ennis Dat heden op de gemeente-sei iretario ter visje is gelegd het aan hen ingediend verzoe k, met dc bflagenvan CORNELIS GROOT om vergi inning tot het oprichten van eene smederij in het perce el aan de Achterstraat Wijk B No. SS -en dat op Maa: adag 24 Februari 1890, 's middags te twaalf uren tei a raadhuize .gelegenheid wordt gegeven om "tegons .feet oprichten van die inrichting bezwaren in te dienen. Burgerneostar en wethouders voornoemd Alkmaar, A,>MACLAINE PONT. 10 Februari 1890. De Secretaris NU 110UT VAN DER VEEN. Bc»gbk®eso>kr -en SVethoedeks van Alkmaar Gezien -art. 1, 2e ;Kd .der-t-wet op de Nationale.Militie van 19 Augustus 1861 (Staatsblad No 72), laidende »De militie wordt -zooveel mogelijk uit vrijwilligers samengesteld." Gelet op art. 11, 812, 13 ,-on 14 van genoemde wet alsmede op art. rÖ van het ken. besluit van 17 December 1861 (Staatsblad No. 127),, weurbij de wijze van indienst treding wordt gavegêld. Brengen ter kennis van belanghebbenden dat zijde voordeeleu voor -deze ^vrijwillige dienstneming hebben bepaald op f 10,en noodigen heu, die als vrijwilliger bij de militie wallen optreden nitzich ter bekoming van verdere inlicfetingec te vervoegen ter secretarie, dezer gemeente, op alle werkdagen van des voormiddag® ,9 tot des namiddags 2 uren., gedurer.de welken tijd de aan bieding van vrijwilligers tevens kan geschieden. Burgemeester enWethouders voornoemd „jAlkmaaa, A. MACLAINE PONT. 11 Februari 1890. De Secretaris IN'Uil OUT YAN DER VEEN. mmwmm Waarschijnlijk is .etr geen vraag, die de gemoederen reeds meer in beweging hesft gebracht en nog in be weging zal brengen dan de vraag of de plaatsvervan ging bij,Aen militairen dienstplicht geoorloofd zal blijven. Voor velen is zij de alles beslissende vraagtot vele •offers zanden zij bereid zijn geldelijke offers natuur lijk indien zij maar van den.persoonlijken dienstplicht verschoond blijven. Of neen ook voor persoonlijke offers schrikken zij niet terug? als het gevaar dreigt .,als de vijand nadert, zullen ook hunne zonen de wapenen opvatten en het leven veil hebben voor het vaderland; zij zullen er hen waarlijk niet van terughouden, maar zij willen hen niet blootstellen aan de grofheden van een ruwen korporaal of de vernederende behandeling van een verwaanden luitenant en nog veel minder aan het jzedebedervend,..kazerneleven. Vooral de katholieken hebben zich in dien zin doen hooren en gelukkig niet geheel zonder tegenspraak in eigen boezem-zich in de sterkste bewoordingen tegen den persoonlijken dienstplicht uit gelaten, als gold het een bijzonder katholiek belang Laat ons zienhoe de Staatscommissie over dit ge schilpunt oordeelt. De meerderheid 15 van de 18 leden verklaart zich uitdrukkelijk voor den persoonleken dienstplicht. Geene natie ter wereld zal naar hare zienswijze bij de verdediging van haar grondgebied in staat zijn haar volle kracht te ontwikkelen, indien in het leger niet alle klassen der maatschappij vertegenwoordigd zijn de invoering van den persoonlijken dienstplicht zal binnen enkele jaren oen fier gevoel van weerbaarheid en volks kracht wekken, en een algemeene warme belangstelling in het leger doen ontstaan bij alle standen die be langstelling zal het leger ten goede komen en niet alleen een gunstigeu invloed uitoefenen op alles wat strekken kan om het sterk en slagvaardig te maken, maar daar enboven uiterst heilzaam werken op de geheele inrichting van het leger, op de kazerneering en de verpleging van den soldaat, op de discipline, de militaire oefening en het onderwijs. De persoonlijke dienstplicht zal het plichts besef en de vaderlandsliefde verhoogen bij allen, die zei ven in de gelederen zullen dienenplichten die wij afkoopen of liever die onze ouders voor ons afkoopen, zonder dat het ons zeiven eenige opoffering kost of wij er ons iets voor behoeven te ontzeggen kunneu niet zwaar wegen wij kunnen er niet veel voor gevoelen het is ot de zaak buiten ous omgaat en ons niet raakt; maar zoodra wij persoonlijk dien plicht vervullen wordt ook onze belangstelling gewekt in de zaak die wij dienen. De persoonlijke dienstplicht moet allen, die er aan deel nemen, doordringen van het besef dat zij zonen zijn van hetzelfde vaderlanden dat besef moet ook levendig worden bij hen, die om verschillende redenen vrijgesteld z3n ZÜ hebben allicht een zoon of een broeder of een vriend bij het leger; zoo al niet persoonlijk, zijn ze dan toch door hunne verwanten, hunne makkers of akademie- vrienden bij het leger betrokken. Het kan niet anders of de band, die de verschillende klassen der maatschappij verbindt moet er aanmerkelijk door versterkt worden; men netmen gevoeltdat er algemeene belangen be staan waarvoor niemaud te hoog of te laag staat, waar aan ieder zich wijdtzelf, persoonlijk, onmiadelijk, niet door een ander, niet door een plaatsvervanger. Het aantal officieren is in ons land in vredestijd vrij groot in verhouding tot het aantal manschappen toch zou het iu oorlogstijd te gering zijn. Wij hebben namelijk bijna geene andere dan officieren van beroep, ofschoon de Regeering alles in het werk heeft gesteld om ook uit -de miliciens officieren te verkrijgen. Er kunnen er vol gens de bestaande organisatie 326 wezen, maar wij heb ben in 't geheel bij ons leger niet meer dan 2 (zegge t wee) militie-luitenants. In Duitschland heeft men een groot aantal reserve-officieren, over wie, zoolang zij dienstplichtig zijn, in oorlogstijd voor het leger beschikt kan worden; en zoo bestaat er alle reden om te verwachten dat zoodra ook de meer ontwikkelden, de jongelieden die een goede opleiding gehad hebben, zeiven in dienst treden »Word nu maar apijet boosaardig, Schliertje, je weet ik heb een .dikke huid, bet stuiter op af. Yriendiu kunt gij mij Fier een paar wezenlijk goede vriendinnen aan wijzen ik geef je dadelijk duizend gulden. En mijne lieve Werthern, zij heeft haar levenlang geheimen gehad en ze altijd .goed bewaard. Voor het overige moest gij je neef, dien jongen Barbarossaeens op zijne plaats zetten. Hij verslindt de kleine met zijne oogen, en voor hem is het zeker geen kost. Daar maken anderen aan spraak opwart wat er ook moge gebeurd zijn zij is eene schitterende partij." Mevrouw von Fchlier beet zich op de lippen. Gravin Beate mag Robert gaarne lijden, zij begrepen elkander, van den eersten -dag hunner kennismaking afen aan iets anders heb ik nog niet gedacht. Uwe excellentie is scherpzinniger wat de toekomst betreft dan ikzie, daar is ook uw kleinzoon de gezantschapssecretaris von Borkfeldtnit Athene terug mevrouw von Schlier bracht haar waaier in beweging en glimlachte boosaardig. »Bah", sprak de oude «onverschillig, »ik waarschuwde met goede bedoelingen. Dat soort als je Robertje zou er het hart bij kunnen inschieten en dat zou mij voor hem spijten. Wat Felis betreft ja, lieve Godwie hem bevaltzal nog moeten geboren worden. Dat zou mij wat waard zijn, als hij eens van harte verliefd werd. Hij komt hier om den erfprins von K. te ontmoeten. Je weet, dat zij samen in Spanje gereisd hebben. Tusschen hen bestaat eene inderdaad oprechte vriendschap onder jnannen komt dat nog wel voor zij 't ook zeldzaam, j Felix Borkfeldt, over wiea bier gesproken werd, stond naast prinses Marie, en het was verwonderlijk hoe haar gelaat, dat gewoonlijk weinig uitdrukking vertoonde, bij zijne woorden opklaarde. Voor do ingewijden was dit niet geheel onverklaarbaar. Hij was om zoo te zeggen de voorbode van prins Rnprecht, de verwachte bruidegom. Hij onderhield de prinses over hunne reisherinneringen in Spanje en over het karakter en de beminnelijke eigen schappen van den prins. Prinses Marie luisterde opmerk zaam. Het was moeielijk te zeggen of de tegenwoordige of de afwezige hare belangstelling wekte. Felix Borkfeldt was een zeer schoon man, lang en slank, en zijn gelaat had een ideale, zonnige uitdrukking. Alle overige heeren werden door hem in de schaduw gesteld. »Kent uwe Hoogheid de dochter van graaf Teschy van nabij vroeg hij ten slotte de prinses. Zijne oogen hadden me nigmaal Beate gezocht. sZij is hier eerst sedert kort", antwoordde prinses Marie, »en mama is er op gesteld, dat ik met haar zal omgaan zij is van mijn leeftijd ik mag haar ook wel lijden. Ik ken haar evenwel nog heel weinigzij is weinig mededeelzaam en nog erg schuw." »Het is zonderling", merkte de jonge man op, szooals zij schrikte bij eene onschuldige vraag, die ik haar deed zooals mijn vader zegt, weet niemand waar zij vroeger gewoond heeft. Dat omgeeft haar met een geheimzinnig waas en de vreemdste verhalen zijn over haar in omloop," »Het is toch sterk, waar de menschen zich het hoofd al niet mee breken; het is toch volkomen onverschillig, waar de graaf zijn dochter heeft doen opvoeden", merkte de prinses op. Maar toch sloeg zij Beate nn nauwkeu riger gade. Beate's brieven aan Jobst begonnen hoe langer hoe vreemder te worden Zij had nu hare grootmoedor ont moet en gesproken Wat zij daarvan had gehoopt: rust te vinden aan een trouw moederhart, het was niet ver wezenlijkt zij kon zich zelf ook niet wijs maken, dat hare grootmoeder haar noodig had, evenmin dat zij iets kon bijdragen tot veraangenaming harer laatste levens jaren. Zulke gedachten waren hier eenvoudig belachelijk. en zich niet meer door anderen kunnen laten vervangen, evenzoo hier te lande uit deze miliciens de officieren onder-officieren en korporaals zullen voortkomen, die na hun eersten oefeningstijd in vredestijd te huis blijven, behoudens alleen een oproeping voor herhalingsoefeningen om de twee of drie jaren, maar in oorlogstijd als alle lichtingen onder de wapenen komen, het tekortschietend getal officierenonder-officieren en korporaals zullen aanvullen. Om te begrijpen, dat dit een zaak van groot belang is, behoeft men inderdaad geen militair te zijn. Zonder een genoegzaam aantal officieren en voldoend kader is een leger niet bruikbaar. Tegenover het gevoelen van de meerderheid der Staats commissie heeft echter ook de minderheid, nit drie leden bestaande, hare meening ontwikkeld. Ook deze leden beginnen met hunnerzijds het beginsel te huldigen dat op alle nederlanders de plicht rust tot de verdediging des lands mede te werken, en dat die medewerking, zoo noodig, door hon met de wapens in de hand moet wor den verleend. Het geldt niets minder dan den strijd voor ons onafhankelijk volksbestaan, voor het behoud der instellingen waaronder wij leven en waaraan wij gehecht zijn, voor het bezit der godsdienstigestaatkundige en maatschappelijke vrijheden die wij boven zoovele andere volken genieten; daarom zien ook zij in de verplichting om aan dien strijd deel te nemen niet slechts een grond" wettigenmaar ook een zedelijkon plicht uit de ver houding van den staatsburger tot zijn vaderland voort vloeiende maar daaruit volgt nog nietdat ook ieder reeds^ in vredestijd verplicht zou zijn zelf in hot leger te dienen. Wij hebben reeds gezien dat deze leden bij de regeling van don dienstplicht don bestaanden toestand zooveel mogelijk willon handhaven üet leger behouden ongeveer op den bestaanden voet, douh zijn sterkte eenigszins vermeerderen zoo noodig door dén diensttijd van 5 op 6 jaren te brengen naast dat leger wenschen zij onze schutterijen te verbeteren en te her vormen tot eene volkswapening. Bij het leger nn zouden zij ook de plaatsvervanging wenschen te behouden, maar bij de volkswapening zou zij vervallen; bij die wapenmacht moeten ook de meer gegoeden persoonlijk dienst doen uit hen, uit de meer ontwikkelden moeten de officieren, onder-officieren en korporaals worden gevormd, maar zij zouden, gelijk wij gezien hebbeu, in vredestijd hunne woonplaatsen en maatschappelijke betrekkingen niet be hoeven te verlaten; alleen in oorlogstijd zouden hunne diensten gevergd worden, evenals tegenwoordig die van de schutterijen. De vraag is nu maar, of deze hervormde schuttelijen, die ons onder den naam van volkswapening worden aanbevolen ons niet alleen bruikbare soldaten maar ook geschikte korporaals, onder-officieren en offi cieren zouden kunnen leveren, zonder dat zij ooit in het leger hadden gediend. Als een bezwaar tegen den persoonlijken dienstplicht wordt gewoonlijk genoemd de algemeene af keer die daarvan bij ons volk valt waar te nemen niet alleen toch voor de zonen der rijken treden plaatsvervangers op maar ook voor velen wier ouders het bijeenbrengen van de daartoe gevorderde som moeilijk genoeg valt. Zou die tegonzin iuderdaad zoo grootzoo algemeen »Sentimentaliteiten", noemde de grootmoeder alles wat hare kleindochter in dit opzicht gevoelde. Zij sprak ook met meer zoo dikwijls als vroeger over haar vertrek. Dat de graaf indertijd geen korte wetten gemaakt had met de scheiding van dit ongepaste en onnatuurlijke huwelijk, was volgens de gravin een groote font geweest. »Nu was het evenwel niet te denken, dat Beate op den duur nog zou willen terugkeeren en kwaadwillige ver lating" was reden genoeg tot scheiden. Het beste zou zijuwanneer er zich spoedig een ge lijke en geschikte partij voor haar opdeed. Het arme kleme ding wist immers nog niet eens of zij een hart had en sprak daarover als een blinde over de kleuren." De graaf was het hierin met zijne schoonmoeder eens, en wist ook wien zij daarvoor op het oog had. Voor het uithuwelijken hadden vrouwen altijd een bijzonder talent en de gravin die zich van hare jeugd af altijd met liefdesgeschiedenissen had beziggehouden, greep met opgewektheid deze gelegenheid aan om zich het genot te verschaffen de draden daarvan nog eens weder in de hand te houden. Pelix Borkfeldt, de joDge attaché bij het gezantschap, was de geschikte minnaar voor Beate. Hij stamde uit eene oude aanzienlijke familie, en had een schitterende loopbaan voor zich hij had echter geen vermogen en dit nu maakte juist Beate voor hem ëene goede partij, wat bij deze eenigszins zonderlinge geschiedenis zeer gewenscht was. Hij was eigenlijk een soort van genie en had somtijds zeer overdreven begrippen, maar hij was verstandig en zou zijn voordeel begrijpen. Daarenboven was hij juist iemand om Beate's hart te doen ontvlammen; nooit had eene vrouw hem kunnen weerstaan. Beate vermoedde niets van al deze plannen en van de voorbereidingen van de oude excellentie Riebersen en hare grootmoeder. De eerste beoogde nog daarenboven een eigen doel. De vader van Felix, de landraad von Borkfeldt, die op zijn landgoed in Silezié woonde, was, hoewel haar schoonzoon, ook haar bitterste vijand. Sedert hare Bertha den stijfhoofdigen adeltrotschen man gehuwd had had de schoonmoeder hem nooit kunnen uitstaan.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1890 | | pagina 1