™~BUÏTENlandT
Binnenland.
zijn Of liever zon die wanneer de plaatsvervanging
werd afgeschafteven groot en algemeen blijven als zij
thans schijnt te zijn 1 Er is alle reden om het te be
twijfelen. Wanneer tegenwoordig een jongeling uit de
maatschappelijke kringen waarin men nu eenmaal ge
woon is van plaatsvervangers gebruik te makenzelf
zijn dienstplicht gaat vervullen, kan hij er tamelijk zeker
van wezen dat hij onder de kameraden met wie hij
dagelijks omgaatniet alleen geen enkelen vriend, geen
enkelen bekende zal ontmoeten maar ook niemand uit
den stand waarin hij is opgevoed en tót nog toe heeft
geleefd, niemand die ongeveer dezelfde opvoeding, dezelfde
opleiding heeft genoten als hij niemand met wien het
verkeer en de omgang hem dadelijk aantrekt. Later
ontdekt hij mogelij k welindien het standsvooroordeel
waarin hij is opgevoed hem althans niet te machtig is
dat hij heeft gedwaald en dat er onder zijn kameraden
zijn wier omgang niet verwerpelijk is maar die onder
vinding heeft hij nog niet opgedaan wanneer hij in dienst
komtof liever wanneer hij moet kiezen tusschen per
soonlijken dienstplicht en een plaatsvervanger. Geen
wonder dat de jongelieden weinig lust hebben om een
uitzondering op den regel te maken en geheel alleen te
doen wat geen hunner vrienden en kennissen doet.
Hunne ouders willen hen niet blootstellen aan al de
onaangenaamheden eener geheel vreemde omgeving; en
daarenboven zou het strijden met hun fatsoenindien
zij voor hun zoon geen plaatsvervanger kochtenhet
zou hun crediet kunnen benadeelen want dat iemand
zou willen geloovendat zij het om eon andere reden
deden dan uit geldgebrek is volkomen onaannemelijk.
Neen zij willen niet minder zijn dan een anderwat
Jansen en Gerritsen kunnen doen, kunnen zij ook-; me®
moet toch zijn stand ophouden en- ook iets voor zijn
fatsoen doen hun zoon krijgt een rsmpla^antZou,
niet voor velen het vervallen van dien eisch van het
fatsoen een uitkomst wezen
Maar dan het zedebederf, het leven in de kazerne en
d_e dagelijksche omgang met zoovele gemeeno en lieder
lijke sujettenDie daarvoor vreestleze eens het
artikel in de Gids van Juni 1889 van Dr G. Kalff,.den
Leidschen student die zelf heeft gediend. «Overigens
geloof ik geenszins" schrijft hij o. en hij oordeelt
naar eigen ondervinding «dat bij eene vergelijking
het gemiddelde peil van moraliteit bij de jongelui van
gegoede of rijke ouders iets hooger zal blijken dan dat
onzer miliciens." Het gevaar voor de moraliteit van een
jongmensch is zijns inziens in de studentenwereld even
groot als in de soldatenwereld en op de aanmerking
«studenten zijn ten minste fatsoenlijke jongelui", heeft
hij geen ander antwoord dan dit«Hat hangt er maar
van af, wat men onder fatsoen verstaat."
Met dit oordeel stemt geheel overeen wat Mr. Reekers,
het lid der Tweede Kamerin zijne «Nabetrachting.
Een woord aan mijne Katholieke landgenooten" aan zijn
geloofsgenooten in Nederland schrijft. Of liever, hij acht
het gevaar van het studentenleven grooter, on niet alleen
van het studentenleven maar ook van de levenswijze
van zoovele jongelieden die om andere redenen het ouder
lijk huis verlatenop kantoren worden gezonden naar
AmsterdamRotterdam of elderszelfs in den vreemde,
of wel uil andoren hoofde geheel aan zich zelf zijn over
gelaten. Daarenboven en dit overwege men tocb
we] als het soldatenleven inderdaad zoo zedebader-
vend is, hoe kan men dan met een goed geweten daaraan
jaarlijks die acht dnizend handwerkslui en boeren prijs
geven die geen plaatsvervangers kunnen betalen Of
komt het er voor hen niet opaan 1 Zijn hunne zielen
even vereelt als hunne handen Komt het er niet op
aan, of zoovele duizenden zielen verloren gaan, als maar
de enkele fatsoenlijke zioltjes gespaard blijven
REEG IE. Don 5 heeft de heer Carlier bij de be
handeling der begrooting van buitenlandscho zaken aan
den betrokken minister inlichtingen gevraagd omtrent
verdragen, welke tusschen Duitschland en Belgie gesloten
zouden zijn. In sommige fransche bladen was weer het bo-
richt vermeld, dat tusschen Belgie en Duitschland een ge
heim verbond bestond. De minister antwoordde, dat Belgie
zich buiten alle verdragen houdtbehalve diewelke
sp zjjne onzijdigheid Wrokktng hebben. Geen belg
kan daaromtrent eenigön twijfel gekoesterd hebben.
Belgie gevoelt dezelfde Welwillendheid voor alle omlig
gende rijken. En na mogen zekere personen geldelijk
voordeel putten uit verdichte of bij verrassing verkregen
slakkende regeering is vrij en wil ook verder vrij
blijven van elke verbintenis. Het feit, dat geen enkel
lid der Kamer tegen de juistheid dezer verklaring zal
opkomen-,, is voldoende om de openbare meening in
Frankrijk tevreden te stellen.
Na aanneming vaar de b'igroJaticg van buitenlandscho
zaken is de kamer overgegaan- tot de behandeling der
begrooïing van oorlog. De heer Magisafgevaardigde
voor Lnik-, betoogde dat de aldaar gegoten wordende
kanonnen- beter zijn dan de buitenlandsche kanonnen en
daarom keurde hij het afdat de- minister van-oorlog
een deel' der kanonnennoodig voor de versterkingen
van Antwerpen en de Maas, buiten- Belgie besteld- had.
De heer d-Oultremontde groots voorstander van de
invoering van persoonlijken dienstplichtverlangde- be
noeming eener commissie om deze saak te onderzoeken.
DUITSfJIHjAND. Als reden van- het ontbroken
der handteekening des ministers onder de uitgevaardigde
keizerlijke besluiten betreffende de arbeidswetgeving wordt
opgegevendat de besluiten meer beschouwd moeten
worden als de- uiting van 's Keizers persoonlijke meenimg.
ENGERAMI. Te Londen is op- een der greote
verkeerspunten, het West-end, in Oxfo-rdstreet naast de
Music-Hall, door engelsche en nederlandsche kapitalisten
een gebouw gesticht, in navolging van Krasnapolskyrte
Amsterdam, dat onder leiding van den heer Krasnapolsky
geheel op den voet der zaak te Amsterdam zal worden
ingericht. Het gebouw heeft eene oppervlakte van on
geveer 1500 vierk. el en aal verdeeld worden in een
wintertuin en in-een «bar". De bovenruimte wordt be
stemd voor maaltijden, vergaderingenpartijen enz.
De heer Harrington is tot verder herstel zijner ge
zondheid naar Egypte vertrokken.
Het Koning Willem-Fonds te Londen-, het aldaar
gevestigde Nederl. Weldadighaidsgenootschap, heeft blij
kens het over 1889 uitgebrachte verslag 1252 aanvragen
om hulp onderzocht, 802 losse giften en-68 rentelooze-
voorschotten van kleinere of grootere bedragen verstrekt.
Het kapitaal van hot fonds bestaat uit 25500 in
Nederl. Werk. Schuld. Het totaal bedrag, der verleende
hulp beliep ruim 10800. Het aantal behoeftigen, die
om onderstand zich aanmelden, neemt zeer toe en daar
er volstrekt geene behoefte aan werkkrachten te Londen
bestaat, zijn daar geene arbeiders noodig,om het aantal
behoeftigen nog te vergrooten.
Het ongeluk in de mijn van Albersyefean beeft aan
meer mijnwerkers het levert; gekost, dart - aanvankelijk
vermoed werd. Reeds zjn 170-lijken gevonden en herkend.
FHASiHRI.IK. Als overtuigend bewijs van de
besmettelijkheid van influenza heeft dlv Proust in.de
academie voor geneeskunde te Parijs het geval aangehaald
van het schip St. Germain, uit St. N&zaire naar Vera
Cruz bestemd. Dit schip hield te- Santander op, om.een
reiziger op te nemen uit Madrid, waar toen de epidemie
in hevige mate heerschte. Allen aan boord waren
volkomen gezond,, maar 4 dagen later werd de geneesheer
aangetast en weldra kregen- 154 van de 436 opvarenden
de ziekte.
De hertog van Orleans, oudste zoon, van den graaf van
Parijs heeft den 8 des namiddags tn half twea voor
het correctioneel gerechtshof te recht gestaan. Na-eenige
opmerkingen en op verzoek van den hertog om eau ad-
vokaat te mogen nemen, werd de zaak tot den 12 ver
daagd. De heer Rousse aal als advocaat optreden. De
prins, die even 21 jaren oud en dus meerderjarig is en
voldoen wilde aan de bepaling van art. 18 der krijgswet,
luidende, dat de zonen van franschen, geboren, hetzij in
Frankrijk of; in andere landen, zich,moeten doendnsehrj-
ven bij hunne lichting, wordt doon de regeering in zijne
gevangenschap met onderscheiding behandeld. Hij ont
vangt bezoeken zoowel van zijne aanhangeas- als van de
leden zijner familie, aooals zijne tante, de hertogin van
Chartres ©n hare dochter, zijne vsrloofde. Men vermoedt,
dat geen andere straf op hem zal worden toegepast, dan
dat hij over de grenzen van Frankrijk zal worden gezet.
Bertha was altijd een zwak ding geweest, beeldschoon
evenals haar vaderde hofmaarschalk von Riebersen
zaliger, die voor den schoonsten man van zijn tijd door
ging en zij had tot haren vroegen dood zich steeds voor
de heerschappij van haren man gebogen. Mama Rie
bersen daarentegen had hem altijd de tanden laten zien
en daarom was hun omgang nooit vriendschappelijk
geworden.
De landraad von Borkfeld was een streng, onberispelijk
edelman van de echte soort; wanneer hij niet zoo ver
liefd was geweest op de zachte, schoone Bortha, zon hij
het nooit met deze schoonmoeder hebben nitgehonden.
De oude excellentie had altijd een onaangenaamruw
karakter gehad. Zij was eene zoogenaamde erfdochter
die den schoonen hofmaarschalk gekocht hadzooals zij
gewoonlijk cynisch opmerkte. Hij had zich weinig
om haar bekommerd, zij had op haar erfgoed gewoond,
terwijl hij aan het hof bleef. Maar zj was nog altijd
trotsch op haren «knappen man" en knikte wanneer zij
over hem sprak op een grappige manier met het hoofd.
«Het echte ras kwam nu in Felix weer te voorschijn",
merkte zij op. «Die barbaar van een Borkfeldt had zijn
zoon steeds van zijne grootmoeder verwijderd gehouden,
en deed al het mogelijke om haar als de handlangster
van den duivel af te schilderen."
Nu wist zijdat de laudraad reeds lang eene vrouw
voor Felix op het oog had: de dochter van zijn buurman,
een rijk grondbezitter, die naar zijne moening zoo kuisch,
gevoelig en eenvoudig was als hij dat voor zijn zoon kon
wenschen. Felix zou dan onafhankelijk van haar
wordennn hield zij nog altijd de koorden van de
beurs in de hand. En deze gravin Teschy, die daar uit de
lucht was komen vallen en over wiens vorig leven iedereen
den mond vol had, zou zeker niet naar zijns vaders zin zijn.
Al was er nu zooals zij vast verondersteldeeens iets
niet in den haak met Beate's verleden dan zou dat
wel niet hinderen.
Als Felix eerst maar goed verliefd was en Beate
was hem reeds in het oog gevallen dat had de oude
wel bemerkt dan zou hem dat vrij onverschillig zijn,
«vtugoed ala haar, alleen zijn oude vader zou zich vree-
selijk ergeren en dat gunde zij hem van harte.
In Beate's brieven aan Jobst kwamen al deze men-
scben voor, maar zij kende ze niet en doorzag ze ook
niet. Het was een bont, bewegelijk beeld, dat zij voor
Jobst schilderdegedeeltelijk onduidelijk en verward
maar dat z j er behagen in scheptedat was duidelijk
tusschen de regels te lesen. Zij kon zich geen reken
schap geven van de gemoedsstemmingwaarin zij deze
brieven schreef. Eerst beheerschte haar een pijnigend,
kwellend verlangendan weigerde hare pen en een
beklemmend gevoelvan niet te kunnen zeggen wat
haar hart vervuldemaakte zich van haar meester. Hoe
dikwijls werd het haar anstig te moede bij de gedacht©-:
hij verwacht je hier terughij ziet het bericht van je
thuiskomst met weemoedig verlangen tegemoet. Maar
kon zij nu eensklaps de banden verbreken die baar
hier vasthielden Haar vader, hare grootmoeder, ieder
een meende dat ze hier zou blijven. En toch ook zij
hadden rechten op haar zij behoorde uit den aard der
zaak bij hen. En welk nnt zon een kort verblijf hier
gehad hebbenWanneer zij met hare bloedverwanten
wilde kennis makende wereld en het leven leeren ken
nen hare opvoeding voltooien, dan moest zij hier langer
blijven maar zou Jobst dat begrijpen De groote
opera had een diepen indruk op haar gemaakt. Zij, die
vroeger nooit een opera gehoord had De Wagnermuziek
bedwelmde haar.
Zj had onder leiding van Jobstbjna alleen kor-
keljke muziek beoefend de oratoriums van Handel, Bach
en Haydn waren baar allen bekendz j kende ze van
buiten ook Beethoven en Mozart waren haar niet vreemd
maar Wagner zijn muziek betooverde haar.
Bj eene uitvoering van Lohengrin had Felix Bork
feldt bij haar in hare loge gezeten. Dien avond zon
zij haar leven lang niet vergeten", schreef zj aan Jobst.
Mijnheer van Borkfeldt kendo iederen toonhj compo
neerde zelfop een van de volgende concerten zou
een zijner compoaitiën uitgevoerd worden: «degrieksche
wereld", maar niet onder zjn eigen naam.
Wordt vervolgd
Den 9' Is de handelsbeurs te Le Mana ingewijd. De
minister-president Tirard hield bij deze plechtigheid eene
redevoering; waarin hj verklaarde, dat het staatkundige
programma der regeering bestaat in het bestrrdeoren der
staathuishoudkundige en maaitschappeljke vraagstukken.
Van de invoerrechten sprekende, reide h j d!at men zich
niet uitsluitend moest laters leiden door afgetrokken
theorieën; maar het evenwicht moest handhaven tusschen
de belangen van alle burgers. ©0 beweging, wolke over
deze zaak gemaakt iskwam hem zeer overdreven voor.
Het ministerie zal zjn arbeid voortzettenzoolang de
Kamer en? het volk den ministers hun vertrouwen schen
ken. De geruchten van verdeeldheid onder de ministers
waren verzonnen. Het ministerie zal blijven streven
naar eenheid en verzoening van allfe franschen.
Hamer; Met 328 tegen 171 stemmen werd den 10
een voorstebvan de heer Cazenove de Pradine tot afsehaffing
van de verbanningswet tegen hoofden en leden van de
vroeger in Frankrjk regeerende familiën verworpen.
ITAIiliiL Den 6 vroegen verschillende leden van de
Kamer aan de regeering inlichtingen- over de te Napels
onder de studenten voorgevallen ongeregeldheden en de
naar aanleiding daarvan genomen ma-atregelen. De mi
nister antwoordde, dat wegens de geweldenarijen, door
eene rumoerige minderheid der studenten tegenover de
tot arbeid genegen meerderheid bedrevennadat alle
pogingen ter verzoening uitgeput waren, de academische
raad te Napels den sterken arm had moeten inroepon-
Hj hoopte, dat de lessen-te Napels spoedig hervat zou.
den kunnen? worden. Móchten er nieuwe wanordeljk-
heden ontstaan dan vertrouwde hj, dat de vertegen
woordiging de regeering en de acadamische overheden
in het nemen van krachtige maatregelen zou stamen.
De minister-president Crispi verklaarde de genomen
maatregelen alleszins gerechtvaardigd te achten.
Van de 4 te Napels ih hechtenis genomen studenten
is één tot 39 en zjn de-overigen tot 6 of 8 dagen ge
vangenisstraf veroordeeld.
Eenige werkliedenonder aanvoering van den afge
vaardigde Frattibegaven zich den 9 naar het kapitool
en legden daar kransen op het borstbeeld van Mazzini.
Fratti hield eene redevoering, waarin hj, sprekende over
de romeinsebe republiek van 1849 eene vergeljking
maakte tusschen den tjd van Mazziai en den tegen-
woordigen toestandtoen een commissaris van politie
hem verbood voort te gaan. Ongeregeldheden kwamen
niet voor.
Te Rome- is den 8 in den ouderdom van ongeveer 83
jaren overleden kardinaal Peccibroeder van den Paus.
OOSTENItIJK-I£®N«ARIJE. De regeering
heeft in do hongaarsche- kamer twee wetsontwerpen in
gediend, het eene strekkende om banken opgericht tot
bevordering, der hongaarsche njverheid en werkende met
een kapitaal van ten minste 5.000.000 fi., gedurende de
eerste 15 jaren van haar bestaan volkomen vrj te stellen
van belasting zullend© zj ook in andere opzichten dooi
de regeering worden bevoorrecht, het andere om aan
hongaarsche fabrieken aanzienljke voordeelen toe te staan,
bj voorbaeld, door haar vrj te stellen van de bedrjfs-
belasting en van de belasting op de maatschappijen.
PORTCOAL. Do gemeenteraad van Lissabon heeft
besloten 100 miljoen reis bj te dragen voor- het fonds
ten behoeve van 's lands verdediging.
SPANJE. Generaal Salamanca, gouverneur van
Cuba, is overleden.
TURKIJE. Be Keizer heeft vier Trakahner heng
sten als tegengeschenk van den- Sultan doen toekomen.
Deze is zeer ingenomen met deze aanwinst; voor zijne
stallen.
BULGARIJE. Uit Sofia is te Weenen bericht
ontvangendat prins Ferdinand van Saksen-Coburg
naar. aanleiding van de samenzweering,, welke tegen hem
gesmeed is afstand heeft willen doen van de regeering.
Alle ministers hebben zich echter ten sterkste tegen dit
voornemen van. den prins v&rzet.
VEREEMIGDE STATEN. Volgens de bladen
wordt er eena reusachtige operatie op- tou-w gezet door
den amerikaanschen werkmansbond mot het doel een,
fonds te stichten, waarover, elke tak van nijverheid, waar
van de werklieden eene werkstaking hebben aangevangen,
zal kunnen beschikken.
BBAZIUE. Er is sprake van vermeerdering van
hel leger door het voorloopig gouvernement met 10.000
man vóór de algemeene- verkiezingen in September.
Den 10 kwam te Rotterdam aan een gedeelte van
de tweede bezending runderen bestemd voor de ten
toonstelling te Bnen«s-Ayrea. Dat gedeelte bestond uit
een 2jjarigen stier van don heer L. Magnée te Horn bij
Roermond. Dit exemplaar staat ingeschreven in het N. R.
Stamboek onder No. 1349. Voorts acht stuks 3jarige
kalfdragende schotten die voor de eerste maal moeten
kalvenzj zjn van de volgende eigenaars2 stuks van
P. Vogelaar te Puttershoeb, 1 van C. Barendregt N.Rz.
te Barendrecht, 1 van de wed. A. DekkerSchelling te
Roon, 1 van Jb Pons te Poortugaal, 1 van Arie v. d.
Linde te Spijkenisse1 van G. Schelling Kz. te Oud-
Beierland en 1 van A. A. Schouten te Dubbeldam. Ver
schillende veekenners en liefhebbers waren op de stallen
aanwezig, om deze prachtige collectie in oogenschouw te
nemen, en allen spraken met lof over deze schoone ver
zameling. Zj die bj ondervinding weten, hoe moeieljk
het dikwerf is, om zulk een aantal geljkvormige dieren
te kunnen koopen, kunnen beseffen welk eene moeite zich
de commissie van aankoop heeft moeten getroosten, Bchrijft
de N. R. Ct.
Hetzelfde blad meldt omtrent bet waarborgfonds ten
behoeve der nederlandsche vee-inzending op deze ten
toonstelling, dat het in het geheel bedraagt/ 32.601.<0.
Hierdoor is deelgenomen door het rjk voor 12.000
(tot dekking van de helft in het te ljden verlies en als
maximum), door de prov. Friesland voor J 2000, Gro
ningen voor 1000, Drenthe voor f 500, Overjsel voor
J 1000, Noordholland voor 2500, en Znidbolland voor
1500. Onder de verdere belangrijke inschrijvingen
kwamen voor de Friesche Maatschappj van landbouw