No. 30*. Twee en Negentigste Jaargang 1890. TWEEDE BL.A ZONDAG 9 A!A ART. bonenland? Vergadering van den üRLaad ALKMAA I« op WOENSDAG 5 Maart 1890. ALK!» AA bhuhe? «wöWöiaBsaMBBSaeJB swnnstassi? tasBOOG» l ?K«Sm^iZl<a2Sii»BC!f»'^KS v^aK^^tXxa^j^ssiESi^^^ixn2Siatsaisiwsfxe«a der gemeente Vervolg en slot.) Volgens het rapport der speciale commissie betrekkelijk de aanvraag ten behoeve van het Rijk van terrein voor den bouw van een gerechtsgebouw en een huis van bewaring, werd door haar nog besproken het denkbeeld om het burgerweeshuis aan den Staat over te dragen voor zeker bedrag, meer dan voldoende voor het bouwen van een kleiner en goedkooper dan het bestaande te j beheeren gesticht. Hiertegen rezen echter de bezwaren dat de oppervlakte van ongeveer 3400 ellen nog niet de helft bedraagt van het begeerde, op 7000 ellen geschatte terrein in de Geesterhout; dat het dadelijk aanwijzen van een terrein zelfs voor een kleiner weeshuis niet mogelijk is, daar zeer zeker ook ruimten voor speelplaats eu tnm beschikbaar zouden moeten gesteld worden en dat ein delijk de Staat hoogst vermoedelijk bedoeld gesticht om verschillende redenen zou afwijzen. Plaatsing in den Bergerhout tegenover den Bergerweg vond, zij de ligging dan ook iets nader bij de stad dan de bedoelde bij de commissie geen bijval. Het kwam haar voor, dat, waar te kiezen viel tusschen plaatsing midden in of aan het uiteinde van don Geesterhoutde laatste de voorkeur verdient; immers zou het gerechtsgebouw aan de voorzijde met eenig plein en aan de achterzijde met een huis van bewaring dat er toch niet onmiddellijk tegenaan kan staan vrij diep in die wandelplaats strekken. De Voorzitter stelt voor, punt 1 van het rapport het eerst te behandelen aan den Staat in eigendom af te staan de benoodigde ruimte voor het stichten van een rechtsgebouw met, huis van bewaring in het zuidoostelijk ge deelte van den Geesterhoutbehoudens nadere overeenkomst wat de juiste grootte en begrenzing van het vereischte terrein betreft. Daartoe wordt besloten. De heer Kraakman stelt voor, in het ontwerp besluit bij te voegen behoudens goedkeuring van Ged. Staten en vraagtof het niet mogelijk zou zijn te bepalen dat de op dit terrein op te richten gebouwen niet aan hunne bestemming onttrokken mogen worden? De Voorzitter vreest, dat eene dergelijke bepaling bij het Rijk bezwaar zal ondervinden. Niet tegen eene bepaling, als gemaakt is bij den afstand van grond voor de celgevangenis, dat, zoo de afgestane grond te eeniger tijd aan zijne bestemming onttrokken wordt, hij weder kosteloos aan de gemeente moet worden overgedragen. De heer Stoel zou in dit geval eene dergelijke bepa ling liever niet willen makenwaarop deV oorzitter antwoordt, dat tegen die bepaling indertijd niets geen be zwaar gemaakt is. De heer Kraakman kan zich met die bepaling zeer goed vereenigen en stelt vooraan den afstand nog de bepaling te verbindendat alle op de overdracht en levering vallende kosten door den Staat worden gedragen. De Voorzitter heeft tegen die bijvoeging o-een bezwaar. De heer de Lange vraagt, of het niet mogelijk is de boomenrei langs de Hoevervaart te be houden, ten einde den muur om het huis van bewaring zooveel mogelijk aan het gezicht te onttrekken De heer C o u ij n zou het zeer wenschelijk vinden, zoo de bestaande laan behouden kon blijvenzoodat men geheel om de gebouwen heen kan loopen. De V o o r- zitter antwoordt, dat het in de bedoeling ligt, te trachten, het verlangen van de heeren de Lange en Conijn te bereiken. Punt 1, aangevuld met de vorenstaande be palingen, wordt met algemeene stemmen aangenomen. Daarna komt punt 2 aan de orde Eene verkorte gemeenschap te openen over de Singelgracht tusschen de lcom der gemeente en het gerechtsgebouw, uit te voeren in 1891 en daarvoor het noodige bedrag op de be grooting van dat jaar uit te trekken. De Voorzitter stelt voor, punt 2 te wijzigen als volgt Burg. en weth. uit te noodigen, in den zin van het rapport der commissie een plan te ontwerpen van het over bruggen der Singelgracht, met begrooting van kosten en daaraan met zooveel spoed te voldoendat voor de uitvoering gelden kunnen worden uilgetrokken op de begrooting van 1891 en Z E. den Minister van Justitie mede te deelen, dat de Raad in ernstige overweging neemt, het centrum van de gemeente meer in de nabijheid te brengen van het te stichten rechtsgebouw bij voorbeeld door het slaan eener brug over de Singelgracht. Wordt tot deze overbrugging besloten, dan dient de raad toch vooraf te weten, welke uitgaaf daarvan het gevolg zal zijn en welk plan zal worden gevolgd eu daar die uitgaaf wellicht niet onbelangrijk zal zijn en betee- kenenden invloed zou kunnen uitoefenen op de begroo ting voor 1891 zouden burg. en weth. gaarne zien dat vóór het opmaken dier begrooting deze zaak beslist was. Hij hoopt dat de commissie met dit voorstel zal kunnen medegaandaar het volstrekt niet in de be doeling ligt om het denkbeeld der commissie tegen te werken. De heer Vonk is van gevoelen, dat omtrent dit punt niet dadelijk eene beslissing kan vallen. De raad kan over dit plan dat hem onverwachts wordt voorgelegd, volstrekt niet oordeelen. Het in de vorige vergadering door den heer Kraakman verdedigde gevoelen dat de raad niet dadelijk eene beslissing kon nemen over het belangrijke, hem toen voorgelegde besluitomdat niet bekend washoe het zou worden uitgevoerdomdat geene plannen medegedeeld warenis op dit voorstel niet minder toepasselijk. De commissie is naar zijne meening bniten hare taak gegaan. Zij had voor deze taak geene opdracht en hij zou zeker voorgesteld hebben, ten aanzien van dit punt over te gaan tot de orde van den dag, zoo de Voorzitter niet een gewijzigd voorstel gedaan had. De raad moet, om dit te kunnen beoordeelen, gedetailleerde opgaven hebben daar deze ontbreken, kan geen besluit genomen worden. De heer O. W. Brui nvis deelt mededat het niet de bedoeling der commissie is geweestom een bepaald besluit omtrent dit punt te laten nemen, maar meer om een votum te verkrijgen over de wenschelijkheid van het verkrijgen eener verkorte gemeenschap. De Voorzitter merkt op dat bij aanneming van het voorstel der commissie de raad toch zou hesluiten tot het leggen eener brug over de Singelgracht. De heer C o n ij n deelt geheel het gevoelen van den heer Vonk. Hem komt het voor dat de commissie die zich ten slotte met het in de vorige vergadering gedane voorstel heeft moeten vereenigen, toch iets heeft willen doen en toen dit voorstel heeft ingediend. Eene beslissing kan te dien aanzien naar zijne meening op dit oogenblik nimmer genomen worden. De raad weet niet, hoe de richting van het gebouw zal zijn of de afstand zooveel grooter zal zijn dat een maatregelals thans voorgesteld wordt, wel noodzakelijk is. Hij wil op het oogenblik niets beslissenwant de raad weet niet of eene brug noodig is. Dit is geheel onzeker. Blijkt latei- dat zij noodig is dan is het hem goed, maar dit moet eerst blijken. En mocht dan eene brng noodzakelijk bijkendan zou hij eene brug wenschengelijk aan de bestaande bruggen bij den Kennemerstraatweg en den Bergerweg. De heer Stoel merkt opdat er nog geen sprake is van het maken eener brug. Zou men geen dam met doorstroomingspijpen kunnen leggen De commissie wil de wijze hoe de gemeenschap verkort zal worden on beslist laten, in afwachting van een in te stellen onder zoek, maar alleen uitmaken, dat een verkorte en betere toegang tot het rechtsgebouw zal worden gemaakt. Dien verbeterden toegang acht hij dringend noodig. En hij gelooft, dat het den minister zeker gunstig stemmen zal, wanneer hij ziet dat de raad genegen is om te gemoet te komen aan bezwaren, welke tegen dit terrein aange voerd kunnen worden om zijne ligging op grooteren afstand buiten de stad. De Voorzitter deelt mede, dat bij de arr. recht bank tegen dien afstand volstrekt geene bezwaren bestaan. De heer H. J. Bruinvis heeft met verwondering van den heer Stoel gehoord dat hij hier een dam zou willen leggen. Moet een verkorte toegang gemaakt wordendan zal men toch wel een behoorlijken weg langs welken gereden kan wordenmoeten maken. De minister heeft uitdrukkelijk verklaard, dat de afstand volstrekt geen bezwaar was. Aan dat bezwaar werd niet het minste gewicht gehecht. Hij deelt het gevoelen van den heer Conijnblijkt het laterdat eene verkorte gemeenschap noodzakelijk ishet is hem goed maar op bet oogenblik blijkt daarvan nog niets. De heer Kraakman merkt opdat de raad bij aanneming van het voorstel der commissie alleen in be ginsel besluit tot het maken eener verkorte gemeenschap, maar een nader raadsbesluit is noodig om uit te maken, hoe en waar zulks zal geschieden. Het in beginsel aannemen dier verkorte gemeenschap is wenschelijk èn in het be- ang van de gemeente èn om den minister te steunen tegenover de Kamer. Door die verkorte gemeenschap wordt een kortere weg verkregen naar dit deel van de stad welke van het grootste nut is voor de talrijke bewo ners van Laat, Oudegracht, Kennemerpark enz. Voor de bewoners uit die gedeelten der stad wordt de afstand honderden meters verkort. Ook de minister wordt gesteund; hij kan toch de ver klaring afleggen, dat de gemeente niet alleen den grond kos teloos heeft afgestaan, maar zich dadelijk bereid verklaard heeft de gemeenschap met het centrum der stad te verkor ten. Door dit besluit zullen ongetwijfeld do vele personen, die bij dit rechtsgebouw belang hebben en in den afstand een bezwaar zien, reeds dadelijk gerust gesteld zijn. Bij hem staat die verkorte-gemeenschap als eene dringende behoefte ontwijfelbaar vastook met het oog op eenen korteren weg naar den spoorweg. De gang achter de Groote Kerk is toch niet zoo aangenaam. Het plan ter bereiking van dit doel behoeft zoo duur niet te zijn en kan zelfs op rustieke wijze en in ieder geval op zoo fraai mogelijke wijze, ontworpen worden Naar zijne meening kan de raad gerust in beginsel tot de verkorte gemeenschap besluiten. De heer Vonk blijft van gevoelen, dat de zaak van de verkorte gemeenschap niet aan de orde is. Hij apprecieert zeer de goede bedoelingen der commissie maar de heer Kraakman doet op het oogenblik hetzelfde, waartegen hij in de vorige week opkwam. Toon wenschte hij geene dadelijke beslissing, omdat den raad geene plannen aangeboden geene bijzonderheden medegedeeld- waren eu nu stelt de commissie een bosluit voor, waar omtrent ook geen enkel plan bestaat, waar geen der leden zelfs over gedacht heeft. Dit acht hij volstrekt ongeraden. Hij bij voorbeeldweet niet eens, waar het huis van Messelaar staathoe wil de raad nu oordeelen Dit gaat nietde verkorte gemeenschap moet er komen maar thans kan niet beslist wordenwaar en op welke wijze. De heeren Stoel en C. W, Bruinvis verklaren daarop, zich met de strekking van het voorstel van den Voorzitter wel te kunnen vereenigen, waarna deze, in ver band met de gehouden besprekingen, den aanhef van zijn voorstel verandert in Burg en weth uit te noodigen een plan te ontwerpen van eene verkorte gemeenschap met het rechtsgebouiv met begrooting van kosten en verder onveranderd te behouden. De heer Kraakman verklaart, na den heer Vonk te hebben gehoord, zich met dit gewijzigd voorstel ook te kunnen vereenigen, dat daarna met algemeene stom men aangenomen werd nadat de heer C o n ij n her haald had, niet tegen eene verkorte gemeenschap te zijn, wanneer zij noodig mocht blijken, maar voor het oogen blik daarvan niet overtuigd te zijn in de Langestraat wonende personen, zooals de hoer Kraakman bij voorbeeld, hebben naar zijn inzien die verkorte gemeenschap vol strekt niet noodig. STATEN-GENERAAL. Tweede Hamer. Bij de op deu 7 voortgezette beraadslaging over het wetsontwerp regelonde de pensioenen van weduwen en weezen van burgerlijke ambtenareu en wel over art. 17 (regeling der kortingen) met de amendementen: 1°. G. van Dedem, om ambtenaren voor of na 1873 benoemd gelijkelijk te laten betalen 5 pOt. op verhoogingen en 2 pCt. op het traktement en 2y. amendt.-Borgesius, om ambtenarenvóór 1868 aangesteld, alleen 5 pCt. te laten betalenwerd het eerste amendement ingetrokkenna onaannemelijk te zijn verklaard door de commissie van rapporteurs en den minister van financiën. Het tweede werd aangenomen met 48 tegen 31 stemmen. Art 17-23 werden goedgekeurd. Bij art. 24 heeft de minister van financiën aan den heer Huber een nader onderzoek toegezegd omtrent het geven van zusterpensioenen aan ongehuwden. De art. 24 en 25 werden goedgekeurd. Art. 26 bepalendedat bij het in werking treden der wet ongehuwde ambtenaren binnen drie maanden kunnen verklaren niet te willen bijdragen voor weduwen- en weezenpensioenen maar dan onherroepelijk alle aan spraak daarop verliezen, werd, na bestrijding door do heeren Borgesins, Kerdijk en A. van Dedem aangenomen met 47 tegen 31 stemmen. Art. 27 werd na geringe wijziging goedgekeurd. Daarna kwam in behandeling het amendement-Van Delden c. s. om aan de oude weduwen (de weduwen en weezon van na 1 April 1836 aangestelde burgerlijke amb tenaren, die vóór 10 December 1888 overleden of gepen sioneerd zijn) pensioenen te verzekerendoch tot lagere maxima dan in art 6 zijn bepaald. Na uitvoerige bespreking, waarbij de minister van financiën de verzekeridg gaf, dat de zaak practisch uit voerbaar zou zijn, al moest hij het amendement, bestrij den, werd met 64 tegen 16 stemmen het beginsel van het amendement aangenomen. Den 1 zijn te Finsterwold oneenigheden ontstaan tusschen vier van de raadsleden die aan de arbeiders in het werkhuis als loon voor het keienkloppen f 0,50 per dag wilden betalen en die arbeiders daar zij f 0,60 per dag verlangden. De raadsleden moesten voor de be dreigingen der arbeiders de vlucht nemen in het huis van den predikant wiens vermaningen niet mochten baten. Eerst na de komst van den burgemeester gingen zij rustig uiteen. Den 3 werd te BfOORiAI eene vergadering ge houden van de vereoniging Het rundvee-stamboek Noord- Holland. Hot ledental bedraagt 415. Van 1 November 1888 -1 Nov. 1889 waren ingeschreven 72 stieren, 484 koeien en 8 kalveren en in het geheel 476 stieren en 3156 koeien. De rekening werd goedgekeurd in ontvang sten op f 2975,2-4'/2, in uitgaven op f 1506,72. Aan de Vereeniging tot ontwikkeling vau den landbouw in Hol lands Noorderkwartier werd f 300 toegestaan voor do in Juni e.k te houden tentoonstelling. Tot secretaris-penning meester wiens jaarwedde van f 100 tot f 150 verhoogd werdis herkozen de heer A. Kool; tot leden van het bestuur werden gekozen de heeren P. Schuurman te Hoorn en J. Houter te Schellinkhout. De gemeenteraad van Dordrecht heeft den 4 o a. inge willigd het verzoek van het hoofdbestuur der Holl. Maat schappij van landbouw om eene bijdrage van 2000 uit de gemeentekas als tegemoetkoming in de kosten der aldaar te houden tentoonstellingen met 8 tegen 10 stommen verworpen de in de ontwerp politie-verordening opgenomen bepaling, dat het oplaten van vliegers binnen den bebouwden kring der gemeente verboden zou zijn. De gemeenteraad van 's-Gravenhage heeft den 5 hot voorstel tot vorhooging van den gasprijs met 1 cent per knb el na de meteropneming over Maart 1890 aan genomen Den 6 zijn te 's-Gravenhage voor de nuttige hand werken geslaagd de dames W. E. de Lang, T. G. Heij- broek en M. Radomakor, allen van HAABLESIH. Bij kon. besluit van den 6 is benoemd tot rechter in de arr. rechtbank te MAAüïliEBl de heer jhr. mr. A. G. do Geer thans rechter te Almelo. Bij kon. besluit van den 6 is de heer P. C. P. J van Slotenburgemeester van Hoofdplaatbenoemd tot burgemeester van JEAAHTBIJK. Voor het onderhouden van eu hot doen van eenige herstellingen aan de gebouwen der invoerrechten en accijnzen te IJTMïJIISlBIV was den 6 de heer N. J. Zwager voor 1593 de laagste inschrijver. l)r J Stamgemeente-geneesheer op TEXEL, heeft zijn ontslag gevraagd wegens vertrek naar Koog aan do Zaan. De uitvoering der werken aan het station te Nij megen, voor eenige weken aanbesteed is gegund aan den heer Taverne voor f 196,400. De afdeeling '4&AASTDIJK. der Noordhollandsche vereeniging Het Witte Kruis heeft bij het hoofdbestuur een voorstel ingediend tot het houden eener euquöte op hot gebied der iiygiene, door een onder-zoek in te stellen naar den staat van den algemeenen gezondheidstoestand in de prov. Noord-Holland. De verpachting van het grasgewas der dijken en wegen in het waterschap de ST A 5£ Si K Si B3W RAMKMMOT heeft 1800 opgebracht, tegen ƒ2300 in het vorige jaar.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1890 | | pagina 5