No. 33\
Twee en Negentigste Jaargang
1890.
PARIJSCHE BRIEVEN.
AM8ÏERMM.SCBE BRIEVEN.
ZONDAG
16 MAART.
TWEE HE BLAD
Burgemeester en Wethouders van Alk
maar brengen ter algemeenekennis, dat
het verkeer voor voetgangers over de
SGHAPENBBUG tengevolge van her
stelling dier brug, van Dinsdag,
18 Maart 1890, tot nadere aankondiging
zal zijn GESLOTEN en dat de Var
kenmarkt op MAANDAG zoolang
zal worden gehouden op den D IJ K.
Nationale >Iilitie.
HERIJK voor de ingezetenen
van Limnien 17 Maart
Oudorp 18
St. Pan eras 49
K o e d ij k 20
van des voormiddags 9 tot 's namiddags
2 uren.
ILKHA1RSCHE COURANT.
Prijs der gewone Advertentiën.
Per regel 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMS. COSTER
ZOON.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden voor Alkmaar 0,8®franco door het
geheele rijk 1,
De 3 nummers 0,06.
Ot'ficiëel GeéeeKe.
-r-
Burgemeester en Wethouders voornoemd
A. MACLAINE PONT.
De Secretaris,
NUHOUT VAN DER VEEN.
Alkmnar, 13 Maart 1890.
Burgemeester en Wethouders van Alkmaar brengen
ter algemeene kennis
dat ter gemeente-secretarie in den loop dezer maand
aanvraag kan worden gedaan door 1 otelingen van
deze gemeente, lichting 1890, om bij de zeemilitio
te worden ingelijfd De voordeden, aan dezen dienst ver
bonden, zijn vermeld in de daartoe aangeplakte openbare
kennisgeving.
Burgemeester en wethouders voornoemd
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
14 Maart 1890. De Secretaris
NÜHOUT VAN DER VEEN.
LIII.
Morgen is het Mi-Carême of halfvasten, de barometer
gaat sinds eenige dagen naar mooi wederen dus is er
alle kans dat het feest der waschvronwen recht aange
naam en vroolijk mag zijn. Morgen hebben alle wasch
vronwen en meisjes een extra vrijen dagen zullen wij
eene groote hoeveelheid cavalcadesoptochten en rijk
versierde wagens bewonderen. De verschillende «lavoirs",
zijnde groote waschinrichtingen wedijveren op dezen
dag mot elkander, wie de mooist versierde wagens, wie
de schoonste costumes de koddigste maskersde vroo-
lijkste muziek aan de vroolijke parijzenaars zal toonen.
Zoo weten wij reeds dat de cavalcade der .Renaissance",
van de sociëteit der groote Halles 6 landauers zal be
vatten met eerewagen en costumes, voorstellende de
regeering van Koning Karei VII tot Jeanne d'Arede
cavalcade van de groote Tempelmarkt zal bestaan uit
acht groote landauers met muzikanten pikeurs, hoorn
blazers historische costumes enz. enz. Wijzen wij
voorts op den sla voir" Haxo, waarvan het geheele per
soneel bestaande nit ongeveer 45 vronwen en meisjes in
verschillende costumes op een grooten triomfwagen zal
plaats nemen, op den lavoir »des fleurs", een prachtigen
ïaudauer met vijf paarden bespannen en versierd met
bloemen en vlaggen en op zoovele andere lavoirste
veel om allen afzonderlijk te vermelden. Gewoonlijk
nemen op dezen dag de patroon en patrones van elk
lavoir den titel van Koning en Koningin aaniedere
optocht rijdt bijna de geheele stad door vanaf's morgens
tien nur tot vier uur in den Damiddag. Voor de kan
toren van de voornaamste dagbladen wordt halt ge-
honden, en aan de directie een bloemruiker overhandigd
door een der liefste waschmeisjes. Do concnrreerende in
richtingen van dezelfde buurt trachten steeds elkander
in schoonheid en vooral originaliteit en nieuwheid te
overtreffen, en op deze wijze eene groote reclame te maken.
Ook de avond is rijk aan vermakelijkheden. Noemen wij
slechts het vierde bal masqué in de groote opera mot
twee orkesten, onder directie van Bronstet en Waldtenfel;
het bal paré et masqué der waschvronwen met groote
quadrille vuurwerkbengaalsch vuurelectrische ver
lichting enz. enz.
In alle opzichten is het feest van Mi-Caröme fraaier
en vroolijker dan dat van Mardi-Gras. Dit jaar echter had
Mardi-Gras een buitenkansjehet feest werd namelijk
opgevroolijkt door de groote boosheid van den ex-president
van den parijschon gemeenteraad. Deze heer, Rousselle ge
naamd, zat op genoemden dag rustig in een koffiehuis,
en zijn fraai rijtuig met koetsier en mosterdjongen wachtte
hem op den Boulevard, juist op den hoek van eene dei-
drukste straten. Een politieagent verzocht zeer beleefd
den koetsier niet op die drnkke plek te blijven staan
doch koetsiers van groote heeren zijn gewoonlijk buiten
gewoon trotsch hij weigerde dus den agent te gehoor
zamen, waarop de dienaar der gerechtigheid doodbedaard
paard en rijtuig naar het politiebureau bracht. De heer
Rousselle ontstak over dit nietige voorval in buitengewone
woede, hij beklaagde zich bij den inspecteur, die echter
zijnen ondergeschikte gelijk gaf, en bracht toen dit geval
voor den gemeenteraad, doch ook de raad stelde hem
in het ongelijk, waarop de president zoo boos werd, dat
hij zijn ontslag nam. Het voornaamste gevolg hiervan
was natuurlijk dat een ander in het vervolg de plaats
in het mooie rijtuig zal innemen en dat tal van cari-
caturen den driftigen heer Rousselle in een bespottelijk
daglicht stelden.
Van ontslag nomen gesprokenzoo weet gij reeds,
waarde lezersdat minister Constans aftrad waardoor
bijna het geheele ministerie was omgevallen. Voorloopig
echter zit het ministerie weder vast in den zadel, nu do
geheele tweede kamer met uitzondering der bonlangisten
den minister Spul Ier steunde in zijne deelneming aan het
congres te Berlijn. Wat hebben de boulangisten daarover
een massa inkt vermorst. Vooral de Cocarde, een bijzonder
heftig blad, beschuldigt avond aan avond het ministerie
en alle kamerleden van verraad aan het vaderland, van
dienstbaarheid aan Dnitschland en van nog veel meer
leelijke dingen. Het is waar, dat de verstandige lieden
over al die wartaal van genoemd blad de schouders
ophalen.
Van ernstiger aard op politiek gebied is de twist tus-
schen de regeering der fransche Republiek en den neger
koning van Dahomey. De vroegere koningen van dit
rijk hebben met Frankrijk verschillende verdragen ge
sloten de franschen hebben daar dus rechtenwelke
zij desnoods met geweld zullen handhaven. Glégló
koning van Dahomey is onlangs overleden zijn zoon
Kondo volgt hem op. Bij deze gelegenheid vieren de zwarte
onderdanen feestdoch ongelukkigerwijze bestaat het
voornaamste genot in het ombrengen van duizenden
slaven, zuowel mannen als vrouwen. Aan reisbeschrij
vers laat ik de zorg over, al die ijselijkheden te détaillee-
ren, doch zooveel is zeker, dat de fransehen hier met
een gedachten vijand te doen hebben. Het leger van
den zwarten koning bestaat uit ongeveer vijftigduizend
strijdersdie gewend zijn aan lichaamspijnen en bloed
vergieten cn ongeveer tienduizend amazoneswelke
vronwen voor goed afstand doen van alle rechten en
zachte hoedanigheden aan de schoone sexe verbonden, en
die zoo mogelijk nog wreeder zijn dan de mannen. Verder
zijn de Dahomeyers zoozeer overtuigd van een leven
hiernamaals, dat zij er volstrekt niets om geven plotse
ling een geweldigen dood te sterven.
Laat ons niet langer hierbij stilstaan, doch liever eens
zien wat de theaters voor nieuws opleveren. Dan komt het
ons voor, dat de jonge schrijvers van het Thó&tre libre
ditmaal eene te groote plaats innemen in de verschil
lende théaters. Wij zeggen eene te groote plaats, want
werkelijk hunne producten zijn foei leelijk. Dat zij
talent hebben, valt niet te ontkennen doch zij maken
er een allerongelukkigst misbruik vanzij toonen ons
het leven zooals het isof liever zooals zij het begrijpen;
van verbeelding, romantiek of karakterteekening is hier
geen sprake, het is eene opeenvolging van alledaagsche
voorvallen, die wij eiken dag in de werkelijkheid aan
schouwen en die volstrekt niet noodig hebben ten too-
neele gebracht te worden. Aan geen enkel theater—direc
teur in Holland zon ik durven aanraden een dier stukkeu
te spelen; bij «Grootmoeder" van Georges Ancey zou het
publiek van verveling wegloopen«Mijnheer Betsy van
Alexis en Métinier zon allicht een geducht gesis en
gefluit veroorzaken, zoo schuin zijn de toestanden, en zoo
valsch is de karakterteekening, en in «Liefde" van Léon
Henniqne doen wij tevergeefs ons best, iets schoons of
verhevens te ontdekken.
De heftigste aanval tegen deze nieuwe letterkunde
kwam ditmaal van Francisque Sarcey, den criticus van
het dagblad Le Temps, en nn is er in Figaro en andere
bladen een twistgeschrijf begonnen om to weten of een
criticus al of niet het recht heeft van een tooneelstuk
niet alleen te beweren dat het slecht isdoch ook het
publiek aan te raden, het stuk niet te gaan zien, en of
hij van te voren reeds mag zeggen dat het stuk geen
geld zal maken, en stellig over een paar dagen vallen
moet. Daardoor benadeelt dns de criticus zoowel den
schrijver als den thoater-directenr op buitengewoue wijze,
en beweert thans Léon Henniqne, dat zoo iets aan don
criticus niet mag vrij staan. Wat zou hierover wel het
oordeel zijn onzer hollandache critici
Parijs 12 Maart 1890.J. M. T.
X.
De sterke toename der bevolkingwaaronder geheel
Nederland gebukt gaatdoet ook in de hoofdstad haar
nadeeligen invloed op den werkmansstand gevoelen. In
ieder vak heeft men te kampen met overmaat van ar
beidskrachten, zoodat velen, die wel zonden willen, niet
knunen werken, omdat de gelegenheid daartoe ontberetk.
Toch meene men nietdat er in Amsterdam niet veel
gebouwd wordt. Aan alle hoeken van de stad verrijzen
nieuwe bnurten, en terreinen, waarlangs men vóór enkele
maanden wandelde, zonder dat er eenig spoor van met
selaar of timmerman te ontdekken was, vindt men thans
herschapen in breede straten met flinke huizon. Ook in
de stad zelf volgt de eene groote karwei de andere op.
Hier verbrandt een huisdat weder opgebouwd moet
worden en ginds heeft de tand des tijds aan een perceel
zoo lang geknaagddat totale vernieuwing noodzakelijk
is. Bovendien zijn er weinig jaren geweestdat de stad
zoovele werken te gelijk liet uitvoeren als thans. De Ro
zengracht wordt gedemptde bruggen van de Spiegel
gracht moeten worden verlaagdeen nieuw postkantoor
zal waarschijnlijk gebouwd wordende stadsschouwburg
zal ook wel weder uit zijne assche verrijzennieuwe
scholen zijn aanbesteed en dan zijn er nog verschillende
andere kleinere werkendie van stadswege tot stand
moeten gebracht worden.
Onder zulke omstandigheden geeft het wezenlijk reden
tot denkon, dat de beoefenaars van verschillende vakken
stemmen tot lotsverbetering doen opgaan. Ongetwijfeld
zal het velen belang inboezemen eens met hunne grieven
en hunne wenschen kennis te maken, wat mij aanleiding
heeft gegeven, daarnaar bij verschillende vertrouwde per
sonen onderzoek te doen. Daardoor ben ik in staat, aan
de lezers van de Alkmaarsohe Courant ditmaal een en
ander omtrent den toestand van den Ainsterdamschen
timmerman mede te deelen.
Het zal omstreeks 30 jaar geleden zijndat eenigo
Amsterdamsche timmergezellen zich vereenigden tot een
bond met den wijdschen naam «Concordia Inter Nos".
Aanvankelijk heerschte er ook werkelijk eendracht onder
de mannen van hamer en beitel, doch de revolutionaire
tijdgeest, die zich in de laatste jaren in ons land toegang
heeft weten te verschaffen, bracht eene jammerlijke ver
deeldheid te weeg. Zij, die hun zin niet bonden krijgen,
scheidden zich met echte hollandsche stijfkoppigheid af
en richtten de vereeniging «Door Eendracht Verbetering"
op. Hare leden waren het hoofdzakelijk, die in den winter
van 1889 eeno openbare vergadering belegdenwaarin,
eene commissie benoemd werd die onderzoek zou doen
naar allerlei maatregelen, welke zouden kannen strekken:
om den verderen achteruitgang van het timmervak te
verhinderen. Deze commissie streefde er naar om samen
werking met «Concordia Inter Nos", te verkrijgen wat
haar ten overvloede ook nog opgedragen werd op eene
vergadering, die den 12 Januari van dit jaar in het
gebouw der Maatschappij voor den Werkenden Stand ge
houden is. Hare pogingen worden echter niet met goed
gevolg bekroond; hoewel beide vereenigingen korter werk
tijd en hooger loon trachtten te verkrijgen, was C. I. N.
geenszins tot samenwerking bereid. Daarentegen maakte
zij zich niet van de zaak af, zooals hare tegenstanders
meestal gelieven te beweren. Integendeel, zelfstandig be
legde zij met patroons en aannemers eene vergadering
waarin met 36 stemmen van de 50 werkgevers besloten
werd, over eenigen tijd een tweede bijeenkomst te houden,
waarin overwogen zon worden of het loon met 1 Mei
a.s. niet van 18 op '20 ets. per uur zou gebracht knunen
worden. Vóór een paar dagen waren verschillende aan
nemers en timmermansbazen wederom bijeengekomen en
met 116 van de 123 stemmen is toen besloten boven
genoemde loonsverhooging toe te staan. Bedenkt men
dat er ongeveer 600 patroons hier ter stede zijn, dan is
door de gezellen wel iets, doch nog niet alles gewonnen.
Ook nog in een ander opzicht heeft «Concordia Inter
Nos" teekenen van leven gegeven al kon zij dan ook
daarvoor niet de adhaesie verwerven van de timmerbazen
op de zooeven genoemde vergadering. Naar aanleiding
van de toenemende werkeloosheid is door haar een adres
tot de Tweede Kamer gericht, waarin zij, in het belang
van de werklieden in het algemeen doch van die in de
bouwvakken in het bijzonderde medewerking der Re
geering inroept voor de invoering van een normalen
arbeidsdag van 10 uren, verplichtend gesteld voor pa
troons industrieelen en fabrikanten. Ter toelichting van
dit verzoek wordt door haar aangevoerd dat de meeste
patroons, wanneer zij werk hebben, 12| a 13 uren per
dag laten werkenwaardoor aan de werkliedendie
zonder arbeid zijnde gelegenheid wordt ontnomen om
eene behoorlijke verdienste thuis te brengen.
«Door Eendracht Verbetering" is dus eigenlijk door
hare znstervereeniging overvleugeldwaarmee zij zich
tracht te troosten door te beweren, dat het de door haar
veroorzaakte beweging isdie de leden van C. I. N.
wakker heeft geschud. De eene timmerman ontkent dit
en de andere beschouwt dat als juistnatuurlijk is
dat niet met zekerheid na te gaan. Van meer gewicht
is het in ieder geval om nog even stil te staan bij de
circulaire die door de commissie waarvan ik in den
aanvang melding maakteopgosteld is en die de alge
meene goedkeuring van D. E. V. mocht verworven. Uit
gaande van de ervaringdat te lange werktijd van een
deel der werklieden oorzaak is van de werkeloosheid der
overigen wordt ook in deze circulaire aangedrongen op
de invoering van een normalen arbeidsdag van tien nren.
Verder wordt daarin voorgesteldhet loon te brengen
op 25 ets. per uurmet verhooging van 5(F/, voor
nachtwerk terwijl voor de nren tusschen het einde van
het dag- en het begin van het nachtwerk d. w. z. de
uren van 6 tot 10 's avondseene verhooging van 25°/0
wordt gevraagd. Het uitbesteden van werk door patroons
aan hunne gezellen dat een bederf voor het vak is