FEUILLETON.
No. 35.
Twee en Negentigste Jaargang
1890.
V K U DAG
21 MAAKT.
DE LEUGEN HAAKS LEVENS.
Roman van Alexander Romer.
BUlTiölN LA ND.
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt BinHJac-, Dender*».*;- en
laterdsfnvond uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden voor Alkmaar 0,80; franco door bet
geheele rijk 1,
De 3 nummers O,®#.
Prijs der pew.ne AdverlemiFn:
Per regel 0.15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
Officieel Gedeelte.
Burgemeester en Wethouders van Alk
maar brengen ter algemeene kennis dat de bij raads
besluit van 5 Maart 1.1. benoemde havenmeester
H. J. BOKHORST door hen beëedigd is en zijne be
trekking reeds aanvaard heeft.
Burgemeester en wethouders voornoemd
Alkmaar A. MACLAINE PONT.
19 Maart 1890. De Secretaris
NUHOUT VAN DER VEEN.
Burgemeester en Wethouders van Alkmaar brengen
ter algemeene kennis
dat heden op de gemeente-secretarie ter visie is gelegd
het aan hen ingediend verzoek, met de bijlagen, van COR-
NELIS VAN 'T HOFP, vleeschhouwer alhier, om ver
gunning tot het oprichten van eene slachtplaats in het
perceel aan het Vijvertje, wijk A No. 27, en dat op
Donderdag 3 April 1890, 's middags te twaalf uren,
ten raadhuize gelegenheid wordt gegeven om tegen het
oprichten van die inrichting bezwaren in te dienen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
A. MACLAINE PONT.
Alkmaar, De Secretaris
20 Maart 1890. NUHOUT van der VEEN.
Burgemeester en Wethouders van Alkmaar brengen
ter algemeene kennisdat zij in hunne vergadering van
den 18 ander voorwaarden vergunning verleend
hebben aan
a. D. SLOOVES Jz., melkverkooper alhier, tot het plaatsen
eener stoommachine in het perceel aan de Vogelenzang,
wijk E No. 12, voor zuivelbereiding;
b. P. WIT, koopman alhier tot het oprichten van eene
bergplaats van lompen in het perceel aan de Laat
wijk D No. 193.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
20 Maart 1890. De Secretaris,
NUHOUT van der VEEN.
Burgemeester en Wethouders van Alkmaar brengen
ter algemeene kennis dat PIETER BRAK veehouder
wonende te Oterleekhun vergunning gevraagd heeft
tot den verkoop van sterken drank in het klein in het
perceel aan het Waagplein kadastraal bekend in sectie
A onder No. 2951, thans bewoond door PIETER HOUT-
KOOPERkasteleindoor daarin over te brengen de
vergunning tot den verkoop van sterken drank in het
klein, thans uitgeoefend door OORNELIS KOOPMAN,
in het perceel aan het Baanpad kadastraal bekend in
sectie F No. 721zijn eigendom en door de Aloijsius-
Vereeniging in het perceel aan den Nieuwlandersingel
kadastraal bekend in sectie F No. 596.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
Alkmaar A. MACLAINE PONT.
20 Maart 1890. De Secretaris,
NUHOUT VAN DER VEEN.
25)
Zij begon langzamer te loopen haar hart klopte zoo
hevig, dat zij met moeite ademhaalde; daar zag zij een
schitterende streep op het water, dat zou wel het Alster-
dok zijnwaar een drnkke scheepvaart en waar het
altijd vol menschen was. Zij liep verder; er zou toch
wel een donker plekje zijn, waar niemand op haar lette
en dan ach zoo spoedig mogelijk, zonder verder na
denken hoop was er voor haar toch niet meer spoe
dig in de diepte.
Eindelijk na lang dwalen verlichte huizen voorbij
waaruit vroolijke stemmen haar tegenklonken, bereikte zij
een bank onder donkere boomenwaar de wal hoog
wasombemerkt kon zij daar afspringen spoedig nu
niet langer geaarzeld. Het was alsof furieën haar ver
volgden, ademloos snelde zij voort. Zij hoorde voetstappen
achter zich. Volgde haar iemand? Maar duizenden
menschen liepen hier immers af en aan Maar dezen
stap hoorde zij toch voortdurend, dan op zijde, dan lang
zaam, maar steeds haar spoor volgend. Zij durfde niet
omzien haar gehoor was door angst gescherptom het
even vooruit.
De heer, die bij den uitgang van het concertgebouw
vluchtig Bente's gelaat had gezien had eerst haar spoor
verloren, maar het spoedig teruggevonden. Dat moest
zij zijnmet dat donkere costuum den hoed met den
groenen sluier, dat was haar gang, dat waren hare bewegin
gen. Maar het was toch onmogelijk, in ieder geval wilde
hij zekerheid hebben al zou hij haar ook tot aan het
eind der aarde volgen. Waarom liep zij zoo haastig
voortwaarheen wilde zij toch door al die drukke stra
ten, het plein over, altijd langs den oever van de Alster
LIJST VAN BRIEVEN
waarvan de geadresseerden onbekend zijnverzonden
gedurende de 2e helft der maand Februari 1890
E. W. Korthals, Amsterdam; J. MeursAlkmaar;
A. van BreederodeHaarlemF. W. de Heer, Rotter
dam T. Marees
Van Heer Hugowaard:
Wed Lapen Alkmaar.
Van H e i 1 o o
W. A. F. Goedheer, Amsterdam F. Rassefo3se, 's Gra-
venhage.
Briefkaart; H. Buis, Amsterdam.
Brieven, verzonden geweest naar Amerika:
G. en C. Oortgijsen Denver.
IUITXCHJL.%YD Den 17 werden in de arbeids-
bijeenkomst drie commissiën gekozen, als een voor de
mijnwerkers, een voor den arbeid op Zondag en een voor
den arbeid van vrouwenkinderen en aankomelingen.
Van de eerste werd voorzitter de pruisische mijnraad
Hauchecomevan de tweede de prins-bisschop Kopp en
onder-voorzitter de deensche staatsraad Fietgevan de
derde Jules Simon en onder-voorzitter de hongaarsche
mijnraad Sehmerer.
Generaal von Caprivi is tot Rijkskanselier benoemd.
De Keizer heeft in de aftreding van prins Bismarck uit
al zijne Rijks- en Staatsbetrekkingen toegestemd.
Beieren. Op de aanschrijving van den vicaris Kampt,
die de oud-katholieken beschuldigt niet te gelooven aan
de onfeilbaarheid van den Paus en te ontkennen wat het
Florentijnsche Concilie over de eereplaats en de opperste
kerkelijke rechtspraak van den Paus heeft vastgesteld
erkent de minister van eeredionBt in zijn antwoord, dat
de oud-katholieken de besluiten van het Vatikaansche
Concilie en andere kerkelijke leerstellingen hebben ver
worpen.
Wel is het Vatikaansche Concilie door de staatsregee-
ring niet vormelijk erkend, maar door daarop betrekke
lijke handelingen en besluiten werd aan de vereeniging
der oud-katholieken toch kenbaar gemaakt dat de
ond-katkolieken van het bisdom Munchen niet meer als
leden der katholieke kerk beschouwd worden.
EVGEIiAWD. Te Liverpool staakten den 17 20000
dokwerkers den arbeid.
Na dien tijd is de toestand aldaar veel verbeterd.
Daarentegen zijn te Leeds en in verscheidene andere
plaatsen de fabrieken gesloten moeten worden door gebrek
aan kolen.
Alle groote bladen wijden beschouwingen aan het
aftreden van prins Bismarck. De Daily News zegt, dat
daarmede het bolwerk wegvalt, dat de veiligheid der
wereld waarborgde. De Daily Telegraph voorziet, dat
het den Keizer moeielijk zal vallen de ledige plaats te
vervullen. Volgens de Standard is de aftreding eene
gebeurtenis waarvan Europa de beteekenis niet terstond
peilen kan. Nergens zijn de waarschijnlijke gevolgen
levendiger ter sprake gebracht dan te Weenen en Parijs^
Zij scheen nu vermoeid, althans zij ging nu een oogen-
blik op een bank zitten. Maar eensklaps sprong zij weer
overeindzij liep snel op den rand van de kade toe
verduiveld, zij wilde toch niet in het water springen
In een oogenblik was hij haar genaderd en greep haar
met zijn stevige hand vastzij slaakte een kreet van
wanhoop en doodsangsthij hield de teedere gestalte in
zijne armen, de groote oogen staarden hem verschrikt
aan toen sloten zij zich terwijl een doodelijke bleek
heid haar gelaat bedekte.
«Beate, gravin", klonk het van de lippen van den
mandie de bijna levenlooze gestalte in de armen hield;
het was een zeeofficier het was Robert Prehn.
Met moeite droeg hij haar naar de bank en trachtte
haar tot bewustzijn te brengen. Zijn hoofd gloeide. Wat
beteekende dat alles Het was toch werkelijk Beate
die hier alleen ronddwaalde met het oogmerk, ongemerkt
den dood te zoeken. Hij wischte zorgvuldig het koude
zweet van haar gelaathij riep haar zacht met de
liefste namen, hij was alleen met haar, zij was gered
onder zijn bescherminghoe onstuimig joegen de ge
dachten hem door het hoofdHare ademhaling werd
krachtiger het bewustzijn keerde terug. Verward staarde
zij hem aan.
«Ik ben het, een vriend", sprak hij zacht terwijl hij
haar hielp zich op te richten. Nu stond zij overeind en
maakte zich haastig uit zijne armen los en zag hem in
het gelaat. «Mijnheer von Prehn", stamelde zij, zij scheen
nog niet geheel tot de werkelijkheid teruggekeerd; maar
langzamerhand vond zij toch hare bezinning weder en in
woeste wanhoop bedekte zij haar gelaat met de handen.
«Gij gij vindt mij hier? Gij hebt mij verhinderd
naar beneden te springen. O, waarom
Met moeite dwong hij zich tot kalmte. Wat was er
met haar gebeurd Hij moest haar geruststellen haar
onder zijn hoede nemen en langzamerhand achter de
waarheid komen. Ondanks den innig trenrigen toestand,
zwol zijn hart van vreugde. Op dit oogenblik had zij
niemand dan hem.
«Waarheen mag ik u brengen?" vroeg hij. «Waar
woont gij Met wie zijt gij hier
De Standard ziet niet in, wie den kanselier zal kunnen
vervangen en zegt, dat de Keizer wel gedaan zon hebben
met zich nog eenigen tijd langer van zijne bestierende
hand te bedienen om zijn eigen initiatief te temperen.
Volgens de Times is het heengaan van Bismarck eene
zoo gewichtige gebeurtenis, dat de vrienden van den
vrede in Europa het moeten aanzien met eene gewaar
wording, welke aan vrees grenst.
Lagerhuis. Minister Fergusson heeft den 17 mede
gedeeld, dat in Oost-Soedan hongersnood heerschte en
zich eene commissie gevormd had om hulp te verleenen.
Den 18 werden alle hoofdstukken van de begrooting
voor marine aangenomen met dit voorbehoud dat dne
hoofdstukken later behandeld zouden worden om aan de
afgevaardigden gelegenheid te geven over alle onderdeelen
daarvan van gedachten te wisselen.
Den 19 werd eene motie van den heer Buchanan, om
het toezicht op de wegen in Schotland bij voortduring
aan de graafschapsraden op te dragen, in weerwil van
het verzet der regeering, met 110 tegen 97 stommen
aangenomen.
('KWHKMK.
Senaat. Den 18 weigerde de voorzitter aan den
heer Beaumanoirom in beraadslaging te treden over
de ministerieele verklaring. Deze weigering gaf aanlei
ding tot een heftig protest van den kant der rechterzijde.
Kamer. Den 18 las minister Freycinet eene Ver
klaring voor. Het Kabinet besefte zijne verantwoordelijk
heid het zou zijne houding richten naar de wenschen
die de natie bij de verkiezingen had doen blijken het
zou met nadruk de republikeinsche instellingen verde
digen het deed een beroep op al de republikeinsche
partijen om eene milde en verdraagzame Republiek te
vestigen. De natie had getoond de grondslagen van
het stelsel van in- en uitvoerrechten te willen vernieuwen.
Dat zou geschieden, als de handelsverdragen in 1892
afliepende regeering zou dan krachtiger den landbouw
en de nijverheid beschermen en zij zou zich het lot der
werklieden aantrekken; hulp, voorzorg en weerkeerigheid
van steun zal wederkeerig bevorderen; zij zou hieromtrent
geen programma ontwikkelen, do Kamer zou haar naar hare
daden beoordeelen; zij zal de wetten handhaven en Frank
rijk in het buitenland doen eerbiedigen. Het zal van de
Kamer afhangen of zij de regeering sterk maken wil
door haar vertrouwen te schenken gelijk de Senaat en
de President. De heer Lockroij vroeg naar aanleiding
dezer verklaring inlichtingen aan de regeering en wenschte,
dat het Kabinet ook zijn gevoelen zou zeggen over het
finaneieele vraagstuk, over de school- en militaire wetten.
Minister Freycinet antwoordde, dat de schoolwet krach
tig, doch rechtvaardig zou worden toegepast. De heer
Saij drong aan op eene verzoenende staatkunde. Na eene
woordenwisseling tusschen eenige leden, stelde genoemde
minister voorover te gaan tot de orde van den dag
nadat vertrouwen in de regeering was uitgesproken
terwijl de heer Déronlède de eenvoudige orde van den
dag wenschte. Deze laatste werd verworpen met 312
tegen 134 en die van vertrouwen aangenomen met 312
tegen 78 stemmen.
Zij schudde het hoofd. «Er is voor mij geen plaats meer
op de wereld."
«Gravin, en uw vader!"
«Ik kan niet tot hem terugkeeren", riep zij heftig,
«ik kan niet meer liegen
«Gravin, gij zijt ziek, kom, de menschen zien ons
nieuwsgierig aan kunt gij tot aan die rijtuigen daar
loopen of wilt gij hier blijven, totdat ik
«Neen, neen, niet alleen", fluisterde Beate angstig, «ik
ga met u mede. Zij werd eensklaps bevreeBd voor het
donkere water daar beneden.
Hij bracht haar tot aan een rijtuig en nam daarin
met haar plaats. Zij noemde aarzelend den naam en de
plaats van haar hotel. Daar aangekomen, volgde hij haar
naar haar kamer. Niemand bekommerde zich in deze
vreemde stad om hen.
«Vergeef mij", sprak hijnadat het kamermeisje dat
het licht had aangestoken, zich verwijderd had, »ik kan
u zoo niet verlaten. De toestand waarin ik u vond
rechtvaardigt mijn verzoek om opheldering en om nw
vertrouwen."
Was zij in eene andere gemoedsstemming geweest, zij
zon zich ten hoogste over hem verwonderd hebben. Al
het linksche en verlegene aan hem was verdwenen. Zijn
stem klonk kalm en bedaard. Hij keek haar met zijne
blauwe oogen zoo trouw en eerlijk aan hij was ten
minste een vriend en zij was zoo treurig alleen op de
wereld. Met vrouwelijke zorgvuldigheid schoof hij een
kussen onder hare voeten en een onder haar hoofd, ter
wijl hij haar overreedde iets te gebruiken. «Moed, moed"
sprak hij vriendelijk, «er zijn veel stormen op zee en in
het leven zij gaan allen voorbij."
«O, ik dank n! Gij, gij zijt goed jegens iemand die
het niet verdient."
Hij haalde diep adem, hij moest kalm blijven, hij wilde
haar niet herinneren aan hun laatste samenzijn, toen hij
de vermetelheid had gehad, haar zijn liefde te verklaren.
Wat was er toch na dien tijd voorgevallen? Gisteren
ontving hij nog een brief uit Dresden van tante Schlier.
Het was een ondoorgrondelijk raadsel.
Vermoeid leunde Beate achterover in haar stoel; wat nu