FEUILLETON.
No36*.
Ttvee en Negentigste Jaargang.
1890
ZONDAG
23 MAART.
T WE EDE BLAD.
DE iiEUGEN HAAKS LEVENS.
fê.®cuan van Alexander Rinuer.
ALKMAARSCHECOIJRAIVT
Deze Courant wordt Biiisdajj. Jtoiiclerdae- en
ZAlefdagaTonil uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden voor A l<k maar O,SB? franco door het
geheele rijk 1,
De -3 nummers
Prijs der gewone Advertentïën.
Per regel 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERM8. COSTER
k ZOON.
HEEtJIK. Den 18, bij de behandeling der begroo
tten g van landbouw, nijverheid, au openbare werken, heeft
.minister de Bruyn in de Kamer zijne zienswijze.kenbaar
.gemaakt over beschermende graanrechten, op de heffing
.waarvan van verschillende kanten,was aangedrongen. Naar
aijne meening was het bewijs volstrekt niet geleverd, dat
daarmede de landbouw uit den.nood zou zijn. Belgie
verbruikt tweemaal meer koreu dan het voortbrengt en
onder die omstandigheden zo.u een invoerrecht op het
..graan ongetwijfeld verhooging der broodprijzen ten ge
volge hebben. Bovendien waren nog andere gevaren te
vrezen. De graanhandel zou na zulk een maatregel
wel eens van de Belgische naar de nederlandsche havens
kannen worden overgebracht en die handel leverde voor
het .geheele land groote voordeden op. Eindelijk zouden
de i verlangde rechten niet aan de kleine landbouwer»
maar alleen aan de groote grondeigenaren ten bate ko
men. Had nu de-Staat zedelijk het recht om ter wille
wan-, een zeer klein, deel der bevolking de broodprijzen te
doen stijgen? Meoht hij het algemeen belang aan dat
wan -bijzondere personen opofferen? De -regeering_ meende
van niet. Trouwens allerlei takken van nijverheid
drongen evenzeer op bescherming aan. De een zou het
vüas, fde andere het-ijzer, een derde de wol beschermd
willen zien en wat men den een gaf, kon men den ander
niet -weigerenWat dan ook de toekomsten mogelijke on
verwachte omstandigheden mochten raadzaam maken
voershands was de tijd voor een geheelen ommekeer in
de handclsstaatkunde 'des lands niet gekomen.
MJJEffSCHIi IA» Toen den 18 de leden der
Arteids-bijeeu komst het ontbijt gebruikten verscheen
prim, Bismarck met zfnen zoon Herbert en vertoefde
van kwartier over eensn tot 2 uren in den kring dar
afgevaardigden. Des namiddags te 5 uren werden de
leden hij den keizer ontvangen en te 7 aren ving ia
de Beeldengalerij van het paleis d© gala-maaltijd aan.
Rechts van den keizer .zaten de heer «nies Simon en de
deen Tsetgon; tegenover den keizer graaf von Moltke, die
den heer Batticher ter rechter- en den beer Maybach
ter linkerzijde had. Ook graaf Herbert Bismarck was tegen
woordig. De keizer en de keizerin spraken met onder
scheidene gateen; eerstgenoemde was in eene zeer opge
dekte stemming en betoonde zich zeer verheugd over
do goede vooruitzichten voor het slagen der bijeenkomst.
De keizer bleef tot half tien.
Aan de wWiieden in de .artillerie-werkplaats,!» Span
den is den &S des namiddags kennis gegeven., dat zij
tw$n hunner te .kiezen hadden om met den waarnemenden
directeurmajoor Becker, over de regeling van den
arbeidstijd enz. :ie onderhandelen.
De nieuwe Rijkskanselier, generaal vonCaprivi, die tevens
optreedt als minister-president van Pruisen zonder,porte
feuille, is ongeveer 60 jaren oud en was eenigen tijd
minister van marine, uit welke betrekking hg ontslag
nam na den dood van keizer Elrederik. Hij was als
minister zeer gezien en zijne benoeming wordt door de
bladen .algemeen goedgekeurd en met ingenomenheid be-
groet. Hij gelijkt in vele opzichten op prins Bisma.rck
en deze gelijkenis is zelfs zoo groot, dat hij meermalen
voor hem aangezien wordt. Hij moet een zeer voorko
mend en bekwaam man zijn en staat bekend alseen der
beschaafdste en degelijkste officieren, die zich in den
oorlog van 1870 reeds onderscheidde.
De Nordd. Zeitung noemt het onjuist, dat de aftreding
van den Rijkskanselier met het vraagstuk der regeling
van den arbeid samenhangt. Het verschil van gevoelen
betrof .voornamelijk staatsrechtelijke vraagstukkende
grenzen der ministerieele verantwoordelijkheid jegens
ambtgenooten. Voorts is het onjuist te spreken van eene
scherp gemotiveerde tegenkanting van prins Bismarck
tegen wetten ter bescherming der werklieden. Den 9
Mei 1886 zette hij in den Rijksdag zijn gevoelen dienaan
gaande uiteen. Hij zelf deed het voorstel tot de thans
gehouden conferentie. Zijn ontslag als minister van
koophandel was niet gedwongen maar op eigen advies
gevolgd. Ook het hooren van den Raad van State over
de arbeiderskwestie had hij den keizer voorgesteld.
Volgens de Köln. Zeiteng is de memorie, waarbij prins
Bismarck zjjn ontslag verzocht, twintig bladzijden groot.
In aen buitengewoon nummer van de Staatscourant
van dan 20 des avonds zijn opgenomen de keizerlijke
besluite n tot
1°. ontslag van prins Bismarck, op zijn verzoek,
uit het ambt van rijkskanseliervan minister-president
en minister -van buitenlandsehe zaken.;
2°. benoeming van generaal von Caprivi tot rijks
kanselier en minister-president
3°. voarioopige opdracht aan graaf Herbert Bismarck
van de portefeuille van buitenlandsehe zaken.
Verder bevat het blad een kabinetsorder des Keizers
van den 20, waarbij, in overeenstemming met het op 18
dezer door prins Bismarck ingediend verzoek het ont
slag word verleendonder uitdrukking van den wensch,
É?.at ook voortaan de geestkrachttrouw en toegenegen
heid des prinsen niet aan den keizer en het vaderland
zullen ontbreken. De keizer had gehoopt, dat de ge
dachte aan eene scheiding nimmer zou opkomen. Hij be
schouwt het als het grootste voorrecht zijns levens, dat
prins Bismarck hem als raadgever bij de aanvaarding
der regeering ter zijde stond. Wat door prins Bismarck
voor Pruisen eu Duitschland is bereiktwat hij voor
den keizer en diens huis is geweestzal steeds in dank
bare., onvergankelijke herinnering blijven. Ook in het
buitenland zal de verstandigemet geestkracht gevoerde
vredelievende staatkunde, welke de keizer ook voortaan
uit volle overtuiging tot richtsnoer zal nemen., steeds
roemvol herdacht worden.
Zijne verdienste naai' waarde te beloonen", zegt de
keizer verder, «staat niet in mijne macht, maar als be
wijs van mijn onuitwischbaren dank, verleen ik hem den
titel van hertog van Lauenburg." Tevens heeft de keizer
hem zijn levensgroot portret gezonden.
In een tweede Kabinetsorder betuigt de keizer zijn
dank aan de krijgsoversten voor hunne groote verdiensten
jegons het leger, van den tijd zijns grootvaders tot nu.
Hij is overteigd in den geest van het leger te handelen,
wanneer hij den prins den hoogsten rang verleentna-
26)
Prinses Maria zat met tranen in de oogen tegenover
haren bruidegom, den prins. Zij spraken over Beate. De
prinses had haar zeer liefgehad en verweet zieh Beate
dien Igatsten middag alleen te hebben gelaten.
Peliy was somber en weinig spraakzaam geweest als
iemand wiens geluk verwoest is. Hij had den prins ge
smeekt, hem naar niets te vragen en het bericht van
Beate's vlucht en haai- geheimzinnige afscheidsbrief hadden
geen indruk op hem gemaakt. Het scheen hem blijkbaar
niet te verrassen. Met den middagtrein had hij Dobnitz
verlaten.
»Ik ken Felix", sprak de prins, «ondanks zijn menschen-
kennis is hij een idealist en in sommige gevallen kan
hij hard en stijfhoofdig zijn. Wist ik maar wat er ge
beurd was. Misschien zou er iets aan te verhelpen zijn.
Want dat die bekoorlijke kleine gravin zulke vreeselijke
dingen gedaan zou hebben
»0 neen zeker nietUwe Hoogheid riep prinses
Marie vol vuur. «Beate is een edel, rein, gevoelig
schepselwij waren maanden lang te zamenik ken
haar er moet hier een treurig misverstand hebben
plaats gehad." Zoo vorschte en raadde men zonder nader
bij de waarheid te komenen vooral prinses Marie werd
door zorg en angst om de vluchtelinge gekweld van
wier verblijf niets bekend werd.
Door al die omstandigheden vergaten de verloofden
hunne eigenaardige onderlinge verhouding. Wat tot nog
toe slechts vertooning voor de wereld geweest was, werd
nu werkelijkheid. Zij haddeu nu dezelfde zorgenhet
zelfde belang en hun omgang was hartelijk en vertrou
welijk geworden.
Eindelijk op den vierden dag na Beate's vluebt, schreef
de graaf uit Dresden dat zij bij hare grootmoeder was
aangekomen en daar voorloopig zou blijven. Hij hoopte
Hunne Hoogheden op hun doorrid in Dresden zijne
.opwachting te maken en de noodige ophelderingen te geven.
«God zij gedankt, dat we nu ten minste weten waar
zij is", sprak prinses Marie nit den grond van haar hart. De
prins zag haar teeder aan. «Alweder een zorg minder",
sprak hij, «en nn zal het mijn plicht zijn, de laatste
uit den weg te ruimen. Zullen deze oogen eerst vroolijk
kijken als ik aan den hertog verklaard hebdat het mij
onmogelijk was met deze kleine hand ook het hart te
winnen?"
Hij vatte hare hand en zag haar vragend aan. Zijne
woorden deden haar blozen. «O, neen, Uwe Hoogheid
gij zijt mijn vriend geworden en vrienden ziet
men ongaarne vertrekken
«Dan weet ik geen raad voor n, prinses", hernam de
prins schertsend«hoe moet ik het dan aanleggen om
n wat op te vroolijken?"
Zij zag hem verlegenmet kloppend hart aan. Zij
schrikte van den schelmschen, schitterenden blik in zijn
oogen. Marie", klonk het zacht van zijne lippen
«Marie weet gij dat het mij moeielijk .valt, nu nu
voor altijd heen te gaan Ik beloofde n uwe vrijheid
zoodra gij die verlangdet nu vraag ik nog eens
moet het zoo zijn
Het was der prinses onmogelijkeen woord uit te
brengen. Wonderlijke gevoelens welden op in haar hart.
«Uwe Hoogheid Ik ik heb altijd tot u opgezien
ik heb u immers gezegd, hoe ik mij ongeschikt achtte
«Ja maar daarmee ben ik niet geholpen, Marie
en werkelijkwanneer ik slechts uwe hoogachting ver
dien is het beter voor mij om van het tooneel te ver
dwijnen. Hoogachting is te kondeen eeuwigheid zon
nog niet lang genoeg zijn om zich daaraan te ver
warmen."
Nn moest zij toch het hoofd opheffen wanneer zij
nog langer gezwegen hadzon zij een leugen gesproken
hebben. »Gij gij wildet wachten tot mijn hart ont-
rnelijk door zijne benoeming tot generaal-opperbevelheb-
ber der cavalerie met den rang van geueraal-veldmaar-
schalk.
EXCGL AIO De minister van buitenlandsehe zaken
heeft den '20 in eene vergadering van conservatieven de
geruchten aangaande parlements-ontbinding tegen ge
sproken. Alleen drong hij met het oog op de toekomstige
verkiezingen op aaneensluiting der conservatieve partij aan.
De werkstaking der mijnwerkers i3 geeiudigd, nu de
mijneigenaars de eischen der werklieden tot loonsver-
hooging met 10 pet. in twee termijnen ingewilligd heb
ben. Ook te Liverpool wordt de toestand steeds gun
stiger, daar dagelijks meer werklieden uit de provincie
aangevoerd worden, zoodat er reeds meer dan 14000
vreemde werklieden in de dokken arbeiden. Verscheidene
werkstakers vinden daarin tevens aanleiding om den
arbeid te hervatten.
Eageriiuis. Minister Smith zeide den 18, dat de
inboorlingen van Swaziland de handhaving hunner on
afhankelijkheid hadden gevraagd en vele enropeanen
opgekomen waren tegen het stellen van Swaziland onder
beschermheerschap van de Transvaal, doch dat omtrent dit
vraagstuk onder de europeesche bevolking groot verschil
van gevoelen bestond. De instelling van het engelsche
beschermheerschap over Swaziland, zonder toestemming
van de Transvaalzou eene schending zijn van art. 12
der overeenkomst van 1884maar de engelsche re
geering kan het recht uitoefenen, haar bij art. 2 verleend,
namelijk, tot benoeming van commissarissen belast met
do handhaving der orde.
Eene motie van den heer Labouehère om te verklaren,
dat het in strijd is met het beginsel van een vertegen-
woordigenden regeeringsvorm om in het parlement te
zetelen bij recht van geboorte is den 21 met 201 tegen
139 stemmeu verworpen.
FKAAIKKIJK. De gemeenteraad van Parijs heeft
het voorstel van den heer Daumas betreffende het feest
van den arbeid, dat den 1 Mei op het Champ de Mars
zal plaats hebben, in handen van de arbeidscommissie
gesteld. Dat feest geldt een feest voor de werklieden, dat
in alle steden van Europa en Amerika zal plaats hebben,
ten einde van de overheid de oplossing van de sociale
kwestie te eischen.
De hertog van Orleans heeft uit C'adix het volgende
telegram van zijnen vader ontvangen
«In Europa teruggekomen betreur ik het, u niet te
kunnen gaan omarmen. Ik geef u van harte mijne
goedkeuring en ben trotsch op uw gedrag. Uwe moeder
zal u de verzekeringen mijner tedere liefde overbrengen."
De heer Casimir Perier is in plaats van den als mi
nister opgetreden heer Roche benoemd tot voorzitter der
begrotingscommissiemet 20 van de 25 uitgebrachte
stemmen.
OO^TEKK I JK-UUAIGiARl JE Bij de gemeen
telijke verkiezingen te AVeenen hebben de liberalen twee
zetels en de democraten er één verloren, de anti-semieten
drie gewonnen.
Het door minister Szapary in de Kamer medegedeelde
waakte", stamelde zij «gij bemint mij dus En gij zijt
oprecht, uwe lippen verkondigen de waarheid." Zij zag
trotsch tot hem op. Ja, hij was een man uit duizenden,
standvastig, trouw, zachtmoedig en goed. «Kon ik
slechts zeggen wat ik gevoel", sprak zij bedrukt«ik
ben een geheel ander mensch geworden. Owanneer
ik mocht hopendat gij u met mij tevreden kondet
stellen Plotseling sloot hij haar in de armen, het
hoofd rustte aan zijne borst.
«Ik heb dezer dagen een blik geslagen in een gesloten
gemoed", fluisterde hij, »en ik weet nu, dat onze zielen
elkander begrijpen en verstaan. Wat zullen wij ons nu
nog verder plagen. Gij kleine tobster, wees onbezorgd,
heb liefgeloof en vertrouw."
Door eene onweerstaanbare macht gedreven sloeg zij
hare armen om zijn hals.
«Ruprecht", snikte zij «is het mogelijk wilt gij mij
hebben zooals ik ben Spreekt je hart voor mij
«Ja ja ongeloovigehoe dikwijls moet ik n dat
verzekeren?" Een vurige kus sloot haar den mond. «Dat
is onze eerste bruidskus", sprak hij. Bedwelmd van
geluk lag zij in zijne armen. «Hoe is het mogelijk",
herhaalde zij voortdurend als in een droom.
«Het was eigenlijk een waagstuk van mij", sprak de
prins «na je onbewimpelde weigeringmaar ik wilde
niet dat ook ons geluk te gronde zou gaan door een
misverstand, evenals dat van mijn Felix. Arme jongen
Hij schreef mijdat hij verplaatsing verzocht had hij
zal waarschijnlijk weldra naar Rome gaan."
Nog eer het gezelschap Dobnitz verliet, was de bruiloft
tegen October bepaald en deze keer had prinses Marie
volstrekt geene bezwaren.
Jaren gingen voorbij. In Beate's eentonig bestaan
viel niets bijzonders voor. De toestand harer grootmoeder
bleef dezelfde. Alle hoop op genezingop het gebruik
barer ledematen was opgegevenen zij kon zich slechts
aan het onvermijdelijke onderwerpen. Het leed, dat bier
geleden werdwerd daardoor verdubbeld. Nog steeds
wilde zij den hemel afdwingen wat de hemel haar on-