ministerieel programma komt hierop neer, dat de regeer-
zich stelt op het terrein van het compromis van
ion!' j. °n handhaving van de staatkunde sedert
1878 tegenover het buitenland gevolgd, en van het
Drievoudig Verbondovereenkomstig de belangen van
Oostenrijk Hongarije en die der verbonden mogendheden.
Het Kabinet zou zich beijveren het herstelde evenwicht
iu de Rijks-middelen te bevestigen en hot beheer te
hervormen overeenkomstig den nieuwen staat van zaken.
Het zou geene wijziging brengen in de wet op het in-
boorlingrecht, en de tot dnsver gevolgde liberale staat-
kunde handhaven, daarbij steunende op de tegenwoordig
meerderheid. Ten slotte deed hij een beroep op alle
leden der Kamer tot handhaving der waardigheid van
het 1 arlement, opdat de arbeid vruchtdragend moge zijn.
Deze verklaringen werden goed opgenomen.
PORTUGAL. Een bericht, dat de engelschen hunne
vlag geheschen zouden hebben in bet betwiste Shiré-
gebied. heeft vooral te Lissabon de pas bedaarde opge
wondenheid en de heftigheid tegen de engelscheir weer
doen herleven.
1 J BUIJK. De engelsche gezant overhandigde aan
de Porte eene nota, waarin opheldering en voldoening
gevraagd werd voor het feit, dat de bevelhebber van het
turksche fort Fao in de perzisehe golf een geweerschot
zou hebben doen lossen op een eugelsch vaartuig. Daar
het antwoord der Porte als onbevredigend beschouwd
werd, overhandigde de gezant eene tweede nota, waarin
op onmiddellijke voldoening werd aangedrongendaar
anders ernstige gevolgen uit het geval zouden kannen
voortvloeien.
ÏTSERLABTII. Een groot deel van het dorp
Garupal, in het kanton Wallis, is dezer dagen afgebrand,
waardoor 70 gezinnen bestaande nit omstreeks 300
personen, van huisvesting beroofd werden.
AESiEEAIGDE STATE*. De leden dhr be-
grootings-commissie, voor zoover zij tot de republikeinsche
partij behooren, hebben een ontwerp uitgewerkt, dat zij
bij het Huis van Afgevaardigden zullen indienen. Daarbij
wordt voorgesteld de tabaksbelasting met 26.250.000'
te verminderen eu de invoerrechten op suiker gemiddeld
met 50 pet. te verlagen. Men neemt aan, dat door alle
voorgestelde wijzigingen de jaarlijkscbe staatsinkomsten
met 150.000.000 verminderd zullen worden.
Door een hevigen sneeuwstorm is den 19 het verkeer
en de telegrafische gemeonschap te Nieuw-York en om
streken geheel gestremd geweest.
ZUIIÏ-AUKBK.A. Zoodra de heer Kruger te Pre
toria teruggekeerd waswerd hem een door tal van
burgers onderteekend adres aangeboden, waarin, zij hunne
verontwaardiging uitspreken over den hoon, onlangs der
transvaalsche vlag te Johannesberg aangedaan. De heer
Kruger waarschuwde de ouderteekenaren tegen eene v,er-
oordeeling van alle inwoners dier plaats wegens hande
lingen van enkele beschonken oproermakers.
B1^NENLAND
STATEN-GENEKAAL.
Tweede Hamer.
In ons vorig verslag staat de heer Opperdoes moet
zijn de heer O p p e d ij k.
Uit de beraadslaging op den 20 over de belasting-
ontwerpen van de heeren Borgesius c.s. is gebleken, dat
sommige bestrijders dier voorstellen bij die bestrijding
opgegeven hebben, tot het invoeren van welke wijzigingen
in hot belastingstelsel zij wol bereid zouden zijn.
De heer Heemskerk, die in afschaffing van den
zoutaccijus noch voor den werkman, noch voor den boer
voordeel zag, omdat zij voor den werkman niets betee-
kende en de boer toch in de incometax viel, doch wel als
middel om de smokkelarij te doen ophouden gaf te
kennen, dat, wilde men eene mogelijke inkomstenbelasting,
men bet eugelscbe stelsel moest aannemen in den geest
van het amendement Tak op het voorstel Blussé in
1872 en eene belasting op de draagkracht. De aanhangige
voorstellen waren in geen geval aannemelijk, omdat zij
een greep deden in de gemeente-fmaneiën niet naar de
draagkracht troffen en op het gebied van landbouw en
arbeid weinig deden.
De heer Sfiaepman, die in deze voorstellen alleen'
de bedoeling zag om de regeering tot daden te prikkelen,
en zich met die van liberale zijde gedane voorstellen
niet kon vereenigen, ook niet om het door de liberale
Unie daaraan gegeven karakter, zou toch gaarne mede
werken tot afschaffing of vermindering van den zout- en
den zeepaccijns, Daarom vroeg hij,, of de regeering daartoe
niet het voorstel zou kunnen doen met een equivalent,
te vinden in eens- belasting op het roerend vermogen'.
De heer Domela N i e uw en huis achtte deze
voorstellen niet radioaal genoeg. De zout- en de patent
belasting, de overgangsrechten moesten zeker afgeschaft
worden, doch wij. moesten daarentegen eene algemeens»
progressive inkomsten- en successie-belasting hebben, ia
plaats van de voorgestelde inkomsten-belasting, waarvan
slechts een sluitpost .gemaakt wordt, terwijl de voorstellers-
zich bovendien aan tal van fouten schuldig gemaakt hebben».
Het minimum van bela-stingplichtighoid moest bij voor
beeld hooger gesteld worden, namelijk, f2000. Men krees -
dan eene vrijstelling vanJ 17l.000.000s De klassen boven;
de 4000 zouden dan het tekort dér lage-re klassen
moeten aanvullen. Met belastbaar inkomen», door de
voorstellers op f 43^.000.000 gesteld;, is veel te laag.
Ons volk zou op hot oogenblik toch aan Rijks- en ge
meente-belasting reeds- 200.000.000 betalen. De I
meervertnogenden moeten hooger aangeslagen worden en
al gaan de rijkste mensehen het land uit hij zou er
zich niet om bekommeren, want dan bleef; de- grond en
de bodem over en de goederen zoudfea dus eenvoudig
geconfisqueerd kunnen worden. Eigen aangiften metj
zware boeten voor onjuiste aangiften en openbaarheid der
kohieren zijn levensvoorwaarden voor het welslagen der
incometax. Deze ontwerpeis geven te weinigen half werk..
De heer H u b e r achtte den toestandvoor de platte
lands gemeenten in Friesland bij .aanneming dezer ont
werpen geheel onhoudbaar. De bewoners-van het platte
land en. de boeren hebben niets aanafsehaffin g dei-
patentbelasting en ook de zoutbelastiDg-heteekent weinig;
het kan 18 a 20 cents per koe verschillen en voor le kaas-
oageveer. hetzelfde bedrag misschien iets-meer. De ;streken
die het meest van de daling der prijzen geleden hebben, zul
len dus door de inkomstenbelasting niet, gebaat i vorden.
De vermindering der overgangsrechten; zal de w elvaart
•der gemeenten ook niet bevorderen. De toestand zal
dus verergeren en het platteland nog.'meer veirarmen,.
Dit is gaene wijze van doen. Verbetering der gei neente-
financien is de hoofdzaak en deze was doende regeei.'ing be
loofd. Stemmende tegen deze voorstellen, wil hij da.armede
geen blijk geven van het vertrouwen in de wei -kzaam-
heid van den minister van financiën, en. ook wil hij
gaarne medewerken tot belasting van- het roere nd ver
mogen. De heer Lamb rechts was in beginsel voor
inkomstenbelasting, mits billijk en rechtvaardig w erkende
als éénige belasting. Hij was tegen, verzwaring van de
grondbelasting. Hij wilde naast het patent eene effêc-
tenbelasting en verhooging der invoerrechten, met geheele
hervorming van het belastingstelsel) op- dien grondslag.
De heer Rutgers van Roienburg was voor-
afschaffing van den zout accijns tegenover de verhooging
van den jeneveraccijns en ook des noods voor afschaffing-
van andere accijnsen, en wel voor» eene inkomsterdfelas-
ting, doch tegen afschaffing der patentbelasting. Hjj.wil
verbetering der patentwet. Zijne bezwaren tegen, de
voorstellen zijn da progressie is te sterk de doode hand
moet getroffen worden en in plaats van afschaffing dei-
opcenten op die overgangsrechten,, moeten dezen, zeiven
tot S °/0 verlaagd, worden en overigens de patentbelas
ting, hervormd. De heer de Me ij i er verdedigde de
hoofdstrekking der, voorstellen an bestreed vooral de dooi
de hoeren Heemskerk en Schaepman daartegen; aange
voerde bezwaren. Hij wil met de overzijde gaame mede
werken tot afschaffing van zout- en zeepbelastingmaar
daartegenover moet een equivalent staan.
Verbetering der patentwet ware zeer goed;, maar is
eenvoudig onmogelijk. Kan men de goederen, in de doode
hand belasten,des te beter.
De heer van. der Kaay achtte den aandrang, door
voorstellen als deze op de regeering geoefend, gewettigd,
omdat zij werkeloos is gebleven en daarin door bare
partij tot voor korten tijd is gesteund. Eene belasting
op het roerend kapitaal is een drang des tijcis. En nu
wil de regeering terug met eene vermindering van den
verbiddelijk weigerde De dokter en ziekenoppasser werden
voor hare kwalen aansprakelijk gesteld. Beate was diep
getroffen door hare hartverscheurende klaagtonen en deed
wat in baar vermogen was om de zieke wat op te
vroolijken en afleiding te verschaffen.
Eindelijk, na tien jaren, maakte de dood een eind aan
Let lijden. Het bericht gewerd den graaf in het bui
tenland hij was zoo ver weg, dat bij niet eens bij de
begrafenis tegenwoordig kon zijn. Beate had slechts zelden
brieven van hem ontvangen, en wist bijna nooit waar
hij zich ophield, totdat zij na door een telegram vernam,
dat hij te Kaïro ziek lag.
Zij was dus in deze treurige dagen geheel van vreemde
hulp afhankelijk. Zij was echter niet meer dezelfde als
voor tien jaren en kon zelve handelend optreden. Ver
standig en met overleg zorgde zij voor alles en maakte
plannen voor de toekomst.
Robert Prebn was uit Kiel voor de treurige plechtig
heid overgekomen. Zij hadden elkander na hun ontmoe
ting te Hamburg niet meer gezien. Hoe dikwijls me
vrouw von Schlier haar ueef ook uitnoodigde haar te
komen bezoeken steeds had hij uitvluchten gezocht en
Beate had zijn bezoek nooit aangemoedigd. Daar zaten
zij nu tegenover elkander in het Paleis in do Parkstraat,
en Robert, wien Beate's veranderd voorkomen opviel, was
zich bewustdat zij hem nog altijd even dierbaar was.
Beate was slanker geworden de groote schoone oogen
pasten niet geheel in haar bleek smal gezichtje. Hare
gelaatstrekkeu waren kalm eu vriendelijkernstig en
vastberaden. Zij onderhield zich vriendschappelijk met
Robert over de toekomst.
»Ik blijf in geen geval te Dresden," sprak zij «de
gemalin van prins Ruprecht heeft mij uitgenoodigd, om
een poos aan het hof te X. te komen, maar gij begrijpt
weldat ik daartoe niet kan besluiten. Hoezeer wij
elkander ook genegen zijn, ik voel zeer goed dat ik in
die kringen niet te huis behoor. Ik heb besloten op
een van mijns vaders landgoederen te gaan wonen. Ik
heb hem er reeds over geschreven en wacht op zijne
toestemming. Als mevrouw von Schlier mij daarheen
wil vergezellen kan ik daar een werkkring vinden. Er
zijn overal armen en ongelukkigen en ik verbeeld mij
dat het oog des meesters daar reeds te lang ontbroken
beeft."
Robert Prebn stemde haar dit toe hij zat in ge
dachten verdiept. Had zij nooit meer van Felix ge
hoord Had zij alles opgegeven wat het leven haar nog
kon bieden P Wilde zij ongehuwd blijven, van de wereld
afgescheiden leven
Zijn hart klopte nog steeds warm voor haar niette
genstaande zijn voortdurenden strijd met zich zelf.
Misschien, wanneer zij zijn gevoelens raadde en waar
deerde eene waanzinnige vreugde dreigde hem te
overmeesteren zij was toch nu immers zoo verlaten
en gold een trouw hart dan niets
Met moeite bedwong hij zich. Zij had zich immers
ni9t over hare eenzaamheid beklaagd, zij verlangde immers
naar niemand, zelfs niet naar haar vader? Ja, waarover
liet zij zich ook eigenlijk uit Zij bespraken onverschillige
dingen haar toon tegenover hem was als die tot een
oud vriend maar zij ontsloot haar hart niet voor hem.
Tante Schlier begon weder te intrigeerenhij was een
domkop, die zich de omstandigheden niet ten nutte wist
te maken, evenmin als vroeger. Voor het eerst waagde
hij het haar ruw en trotsch tegen te spreken, maar zijn
hart was gebroken. Hij bekende het zich zelf nu ook,
dat hij altijd uog gehoopt had. Ja, al die lange jaren
had hij gehoopt en gewacht.
Het was herfst geworden, de wind verstrooide onbarm
hartig de laatste bladeren. Robert bad een lange wan
deling gemaakt om zijn brandend hoofd wat af te koelen
en zijn onstuimig kloppend hart te doen bedaren.
Toen hij, uit den grooten tuin komende, oene zijstraat
insloeg, ontmoette hij een heer met een breeden rouwband
om hoed en arm. Hij schrikte en eene siddering voer
hem door de leden. Hij kende dat door de zon ver
brande scherpe gelaat het was Felix Borkfeidt, maar
bijna onkenbaar veranderd.
Ook Felix had hem gezien en stond stil. Hij stak
Robert de hand toe en voor een oogenblik speelde een
zoutaccijns. Gesteld dat deze aangenomen wordtzal
dit dan voldoende zijn Daarbij komt, dat de regeering
spoedig voor het vraagstuk zal staan tot regeling der
gevolgen van da belastbare opbrengst van den grond
eigendom. Verhooging der grondbelasting zal daarvan
voor velen het gevolg moeten wezen maar nog niet is
uitgemaakt, of de grondbelasting eene belasting is. Hij
gelooftdat de regeeringwanneer zij staat voor de
vraagwat te doen met de uitkomsten van de herzie
ning der belastbare opbrengst van de ongebouwde eigen
dommen in de klem zal geraken indien zij zich blijft
verzetten tegen eene belasting van het roerend vermogen.
Hij zou der regeeringspartij willen vragen of zij ver
standig doet met de regeering voor dat lastig dilemma
te brengen en is benieuwd te hooren op welke wijze
de rechterzijde die de regeering natuurlijk steuntof
de regeering zelve deze moeilijkheid zal oplossen.
De heer H e 1 d t was dankbaar maar onvoldaan.
De kleine burgerij zal weinig ontlast worden. Maar in
elk geval moet eene betere verdeeling der lasten voor
afgaan aan verdere regeling der sociale kwestie
welke ook den Staat geldelijke offers zal kosten. Men
kan echter niet zeggen, dat de meeste accijnzen ten bate
van den werkman zijn afgeschaftwant de jeneverbelas
ting brengt 23 millioen op. Toch is hij dankbaar voor
het beginsel eener inkomstenbelasting als belasting naar
draagkracht en progressief,, met jaarlijkscbe vaststelling
eener percentage, daar zij in het belang van zuinig
heid is cn tot verdere afschaffing van schadelijke accijnzen
kan leiden. Deze voorstellen zijn ook voor de rechter
zijde aannemelijkomdat zij dé plannen der regeering
niet omverwerpen. Enkele bedenkingen heeft hij zooals
tegen aftrek wegens grondbezittegen een gelijkelijk
treffen van alle inkomens-. Nochtans zou hij voor de ont
werpen stemmen
De heer G 1 i n d e r m,a n bestreed de wetsontwerpen
om het beginselen omdat de draagkracht niet behoor
lijk werd verdeeld. Alleen afschaffing van den zout
accijns is- noodig.
Den 21 werd de beraadslaging (welke in het volgend
nummer opgenomen zal worden) voortgezet, doch liep
niet af. Den 23 is een der voorstellers, de heer Bor
gesius, het eerst aan het woord.
Vervolg van liet Militie-OJitwerp.
Wat de cavalerie aangaat zal het beschikbaar stellen;
van zeven lichtingen miliciens geen invloed hebben op
den toestand bij dit wapen dewijl de derde lichting, en
de oudere lichtingen voor den trein zijn aangewezen
zoodat de sterkte der regimenten huzareu geene ver
meerdering ondergaat.
De maatregelen ten doel hebbende bij de infanterie
en de vesting-artillerie het kader te verschaffen, dat voor
het gebruik der 7 lichtingen noodwendig beschikbaar moet
worden gesteldmaken eene verhooging van uitgaven
op de begrooting van oorlog noodig, Volgens eene ge
maakt© berekening zal die vermeerdering van kosten
over een vol jaar p. m. 106.000 bedragen.
Voor 1890 kan evenwel volstaan worden met eene
uitgaaf voor vermeld, doel van p. m. 69,000.
Intusschenhoezeer die maatregelen eene wijziging in
de raming van onderscheidene artikelen der oorlogsbe-
grooting^ voor 1890 noodig maken en de minister van
oorlog zich dan ook zal beijverennadat omtrent het in
dieast houden van. zeven lichtingen; zal zijn beslist een
daartoe strekkend, wetsontwerp gereed te maken.; en in te
dienen eene verhooging van het eindcijfer der be-
grooting zal voor 1890 uithoofde- van die maatregelen
niet worden vereischt.
Overigens mogen de betrekkelijk geringe uitgaven, die
aam de voorgestelde versterking onzer levende strijd
krachten verbenden zullen zijn,, zij het dan ook dat die
versterking slechts een tijdelijk karakter draagt, van dien
zoo nuttigen maatregelnaai» de overtuiging van d® re
geering niet terughouden. Meer en meer wordt gevoeld,
dat de versterking der levende strijdkrachten in het
belang des lands een dringende eisch isen datin af
wachting van de beslissing omtrent het wetsvoorstel tot
regeling van den krijgsdienstdat naar de regeering
vertrouwt eerlang het bedoelde vraagstuk tot oplos
sing zal kunnen brengeneene tijdelijke voorziening in
den thans voorgenomen zin alleszins urgent is.
De thans gevraagde uitibreiding der kaders is dan ook
weemoedige glimlach oua» zijn mond, waarom het verdriet
diepe lijnen gegroefd had. «Robert, wat doet gij hier
in Dresden
Het zachtmoedige hart van den zeeofficier zwol van
toorn. Een niet te beschrijven gewaarwording snoerde
hem de keel dicht. Hij beantwoordde Felix' groet zeer
koel en scheen de toegestoken hand niet te bemerken.
Felix trad terug en zag hem ten hoogste verbaasd
aan. »Wat scheelt er aan?" vroeg hij kortaf.
«Ik verwonder mij over uwe tegenwoordigheid hier",
bracht Robert met moeite uit, »en dan ik kan uw
vriend niet meer zijn, sedert
Haastig kwam Felix dicht voor hem staan. «Gij -
gij weet de oorzaakdie mij jaren geleden nit het va
derland verdreef?" bracht hij afgebroken uit.
Robert knikte. Hij was doodsbleek geworden.
»En weet gij het van haar zelve
«Ja, ik ken haar levensloop en weet dat uwe onbarm
hartigheid baar bijna den dood heeft aangedaan."
Felix tastte naar zijn hoofd, alsof hij plotseling licha
melijke pijn gevoelde.
„Ik kom van het sterfbed mijns vaders", sprak hij
dof; »dat verklaart mijn komst, ik was bevreesd voor
iedere herinnering aan haar."
«Dus mag ik van u verwachten, dat gij haar nu met
rust laat wanneer gij haar nog steeds onverhoord ver
oordeelt eu de herinnering aan haar uit uw hart ver
bannen hebt."
De aderen op Felix' voorhoofd zwollen op doch bij
bedwong zich Robert zag zijn inwendigen strijd en de
groote verandering in'zijn uiterlijk. «Hoe zeer moeten
zij elkander bemind hebben dacht hij bitter.
«Komga met mij mede Robertik smeek het je",
sprak Felix bedaarder«veroordeel mij niet onver
hoord, laat ons openhartig jegens elkander zijn. Gij moet
wel in nauwe betrekking tot baar staan wanneer zij u
tot uw vertrouwde gemaakt heeft
Robert zweegmaar volgde Felix naar de stad en
naar diens woning.
Wordt vervolgd.