BINNENLAND. internationale beraadslaging op te lossen. Hij vertrouwde, dat de keizerdie de goede uitwerking van godsdienst en kerk tot oplossing der sociale vragen erkentde die naren der kerk zou steunenwanneer zij voor dit doel ijverden. Ten slotte uitte hij zijne warmste wenschen voor het welslagen dor bijeenkomst en zijne ingenomenheid met dr. Kopp's benoeming. De brief werd besloten met de hartelijkste golukwenschen voor het welzijn van den keizer en de keizerlijke familie. Graaf Herbert von Bismarck heeft van den keizer ont vangen het grootkruis van de Hohenzollernsche huisorde. Binnenkort zal de nieuwe Eijkskanselier een onderhoud hebben met graaf Kalnoky, minister-president in Oosten rijken den heer Crispi, minister-president in Italië. Baron van Marschall-Bieberstein, gezant van Baden te Berlijn, groot voorstander van Bismarck's staatkunde, is benoemd tot staats-secretaris voor bnitenl. zaken, in plaats van graaf Herbert von Bismarck. EAOEEAWD, Tot lid van het Lagerhuis is voor het schotsche district Aijr gekozen de heer Somervell conservatief, met 130 stemmen meer dan zijn tegenstan der behoorende tot de partij van Gladstone. Van de 5798 kiezers waren 5138 opgekomen. De voorganger was een aanhanger van Gladstonede heer Sinclairdie zijn ontslag had genomen. Bij den jaarlij bschen wedstrijd op den 26 tusschen de studenten van Cambridge en Oxford op de Theems, heeft Oxford de overwinning behaald met ééne bootslengte. In de vier laatste jaren had Cambridge telkens de overwin ning behaald. De vereenigde kamers van koophandel hebben den 25 in hare 13 jaarlijksche vergadering te Londen eene motie aangenomen, waarbij de oprichting wenschelijk verklaard werd van Baden van Verzoening, zoo samengesteld, dat zij zoowel het vertrouwen der werkgevers als der arbei ders hadden. Aan het bestuur werd opgedragen stappen te doen tot het verwezenlijken van dat denkbeeld. ERAAKRIJK. Den 2 April zal te Jersey een onderhoud plaats hebben tusschen Boulanger en de leiders zijner partjj ter bespreking van de aan te nemen houding bijen de bijzonderheden, van de aanstaande verkiezingen voor leden van den raad te Parijs. Senaat. Den 25 vroeg admiraal Veron inlich tingen omtrent de visscherijen in de wateren van New foundland. De minister van buitenl. zaken antwoordde, dat het vischrecht geene uitzondering toelaat, maar dat de kabeljauw zeldzaam was geworden en men dit verlies heeft willen vergoeden door de kreeftvisscherij. Engeland beweert, dat Frankrijk daarop geen recht heeftdoch het tegendeel is het geval. Thans is voor het aanstaande seizoen een overeenkomst gesloten, waarbij Frankrijk zich al zijne rechten voorbehoudt, onder handhaving van het status quo. Den bevelhebber van het station waren be velen gezondenen hij zou de rechten van Frankrijk weten te doen eerbiedigen. Hamer. Den 22 is met 163 van de 329 uitgebrachte stemmen de heer Spulier, afgetreden minister van buitenl. zaken, tot voorzitter-plaatsvervanger verkozen in plaats van den tot minister van landbouw benoemden afge vaardigde Develle. Den 24 heeft de heer Turrel zijne interpellatie over het handelsverdrag met Turkije gehandhaafd. De minister van buitenl. zaken verzocht, niet verder over het verdrag- te spreken. De regeering zou zorgen, dat de Kamer in 1892, als ook de andere verdragen eindigen, geheel vrij was, maar inmiddels moest met Turkije eene nieuwe over eenkomst worden getroffen. Een kras optreden tegen de Porte achtte hij zeer gevaarlijk, omdat Frankrijks belangen en zijn handel in Turkije en Egypte daardoor konden lijden. Derhalve, nu het ministerie aan den wensch der- Kamer had voldaan, achtte hij het onnoodig verder het verdrag te bespreken, omdat dit slechts nadeeligen in vloed op den loop der onderhandelingen kon uitoefenen. De heer Flourensoud-minister van buitenl. zaken, verklaarde, dat hij wenschte dat de regeering een ont werp zou indienen van een vordrag, dat zij tot 1892 met Turkije zou sluiten. Tot zoolang zouden beide Staten elkaar op den voet der meest begunstigde volken kunnen behandelen. De heer Méline bestreed dit voorstel en achtte het beter, dat de Kamer zich oenvoudig tevreden stelde met de mededeelingen der regeering. Dit voorstel werd met 506 tegen 23 stemmen aangenomen. Daarna diende de heer Jamais een ontwerp in tot het heffen van belasting van rozijnen, die gebruikt worden om daarvan wijn te maken. Er werd besloten dit ont werp zoo spoedig mogelijk in behandeling te nemen. Den 27 is met 415 tegen 44 stemmen aangenomen het voorstel Eiottau om een krediet van 1.500.000 te verleenen voor subsidie aan de handelsvloot. STATEN-GENERA AL. Tweede Kamer. Zitting van den 25. De heer Borgesius, die namens zijne mede voor stellers verklaarde, de door hen ingediende belastingvoor stellen te zullen verdedigen zette voorop dat het hier een groot landsbelang gold dat met liberalisme of clericalisme niets te maken had, als de partijhoofden er althans dien stempel niet op drukten. Dit geschiedende, gaf men blijk van partij-hartstocht, die niet goed is voor de behandeling van zaken. Hij kwam vooral op tegen het vreemde in de houding van den heer Schaepman, die zelf overtuigd bleek van de noodzakelijkheid van belas tingherziening. De plicht der voorstellers was het bewijs te leveren, dat deze ontwerpen in 's lands belang waren. Bij de behandeling daarvan wees hij er o. a. opdat door ééne algemeene inkomstenbelasting vermeden kon worden, dat men bij eene belasting op het roerend ver mogen telkens op nieuwe bevoorrechtingen zou stuiten, die bij bijzondere wetten moesten worden weggenomen. Eene belasting op het kapitaal in portefeuillo is aan practische bezwaren onderhevig. Kan men langs anderen weg het hoofddoel bereiken, het zal den voorstellers wel zijn maar thans moet behandeld worden wat op tafel ligt, tenzij men het partijdrijven wil, dat door den leider Schaepman aanbevolen wordt. Vervolgens toonde hij aan, wat sedert 1849 op het gebied van belastingherziening door de liberalen tot stand gebracht is en dat dit nog meer zou zijn geweest, als de rechterzijde niet steeds-ge volgd had de nu weder aangeprezen tactiek. Hij noemde het belachelijk de overlegging van een Dog vollediger uitgewerkt plan te eischen. De voorstellers wilden geen impöt unique, maar herziening van het personeel, verdere afschaffing van accijnzen, uitbreiding zoo n-oodig van de successiebelasting in de zijlinie. De veelheid van be lastingen willen zij uitdrukkelijk behouden. Dat het sociale vraagstuk door deze voorstellen niet zal worden opgelostgeven zij toe maar de meerderheid van- het nederl. volk zou er wel door gebaat worden, zooals hij door voorbeelden trachtte aan te toonen. 579000 gezinnen zullen voordeel trekken uit de afschaffing van den zout- accijus. De ontheffing van patent zal velen belangrijk verlichten en tal van boeren zullen er door gebaat wor den. Bij herziening van het personeel zullen vele be zwaren wegvallen. Tegenover de voorgestelde progressie, die hij verdedigt, staat de vermindering dor overgangs rechten die wel voel beteekentomdat daaruit zal voortvloeien vermindering van het aantal percenten bij verkoop van vast goed voor den notaris. Hervorming van het patentrecht, door sommigen verlangd, is onmo gelijk gebleken. Omdat het juiste cijfer van het inkomen niet is te bepalen, is eene klassenindeeling genomen met openbaarheid. De aftrek der grondbelasting is geschied om eene klip te vermijden. Wat het verband tusschen Eijks- en gemeente-geldmiddelen betreft, dit verband zal juist door eene inkomstenbelasting verkregen worden omdat de gemeenten daarop dan opcenten kunnen heffen, in plaats van slecht geregelde hoofdelijke omslagen. Ten slotte verklaarde hijdat de voorstellers bereid zonden zijn eventueele wijzigingen over te nemen mits het be ginsel der progressie behouden bleef. Den 26 was de minister van financiën aan het woord. Hij zon zich door deze voorstellen niet laten prikkelen, evenmin tot het indienen van voorstellen, die niet strookten met zijne overtuiging. De indiening der voorstellen was geene staatkundige kwestie maar eene zeer verklaarbare zaak. De vraag van inkomsten-belas ting was eene oude kwestie. Zijne meening over de voorstellen was deze, dat, als hij geld beschikbaar had tot verlichting van lasten of wegneming van fiscale be lemmeringen van handellandbouw, en nijverheid hij het geld niet zou besteden voor de vervulling der wen schen van de voorstellers en dat, als hij eene belasting van 8 millioen moest heffenhet voorgestelde middel het allerlaatste zou zijn, dat hij zou aangrijpen. Afschaffing van zoutaccijns of andere accijnzen zon niet een eenigs- zins boteekenende vermindering voor de mingegoeden opleveren. Voor de mingegoeden zullen deze voorstellen juist eene vermeerdering van druk opleveren. De meeste landbouwers betalen geen patent en worden dus niet ontlast en de kleine ambtenaren zullen verzwaard worden. Voor de mingegoeden kan vermindering van druk alleen verkregen worden, door vermindering der personeele be lasting. Er zijn zeker meer dan 600.000 personen, die minder dan f 600 inkomen hebben en toch ten volle in het personeel zijn aangeslagen. In den loop van 1890 zal de regee ring vermindering van de personele belasting voorstellen. Ver mindering van den zoutaccijns is eene uitgemaakte zaak om misbruiken tegen te gaan. Tot afschaffing van het patent zou de regeering niet gaarne overgaanomdat het in vloed neeft op de verhouding van de Eijks- en gemeentegeld- middelen, vreemdelingen daarin betalen en het gedeeltelijk ook eene belasting is op openbare vermakelijkheden. De voorstellen waren gedaan in het belang van land bouw, handel en nijverheid, doch zij hieven geen enkele belemmering op, De overgangsrechten drukken niet op den kooper, maar op den verkooper en nu zal de druk iets minder worden, maar de ongelijlïheid blijven bestaan. Inkomstenbelasting zou hij wel het minst als middel van belastingheffing beschouwenvooreerst hoort zij niet in het kader onzer belastingen thuis. Zijn tweede bezwaar ligt in de wijze van heffing;, voor gemeentelijke belas tingen is progressie verdedigbaar, doch de aangegeven schaal van progressie voldoet hem volstrekt niet. Elk gewild bedrag zou volgens deze schaal worden omge slagen naar draagkracht,, eene onjuiste stelling, zooals hij met cijfers tracht te bewijzen. Wat betreft eene belasting op het roerend vermogen, dat op het oogenblik belast is met f 3.000.000 ongeveer 2 pet. van het in komen, door patent op vennootschappen en aandeelen in maatschappijen, deze acht hij. niet, zooals de heer Schim- melpenninck, onuitvoerbaar. Hij is overtuigd, dat op de regeering de plicht rust, te streven naar eene uitvoerbare belasting- op het roerend vermogen. In welken vorm dit zal geschieden als directe of indirecte belasting als kapitaal- of rentebelasting, personeele of zakelijke be lasting bij leven of bij dood daaromtrent behoudt hij zich zijne volle vrijheid voor. (Gelach). De heer Schaepman doet uitkomen, dat de re geering erkend heeftte zullen streven naar eene uit voerbare belasting op het roerend vermogendoch wijst den minister er op, dat er slechts één Fabius Ounctatffir geweest is, die door dralen een slag won, maar beveelt hem liever het voorbeeld van maarschalk Yoorwaarts aan. Overigens hield hij vo 1, dat de liberale voorstellers de medewerking der rechterzijde niet gevraagd hadden omdat zij die niet verwacht hadden en dat de liberale partij op het stuk van belastinghervorming hare plannen nooit heeft verwezenlijkt. De heer van Houten bleef den minister traagheid verwijten. Alle partijen hebben erkend dat de lagere standen te zwaar gedrukt worden en dat de druk niet op den middenstand, maar op de hoogste klassen gelegd moest worden. Tot afschaffing der accijnzen en in voering eener progressieve inkomstenbelasting moest men komen. Over de uitvoering van dat denkbeeld bestond bij de liberalen verschil van gevoelen en hoewel hij tegen de thans ingediende voorstellen bezwaren had zou °hij om het beginsel stemmen vóór artikel één. De heeren Heemskerk en Harte bleven hunne bezwaren handhaven en achtten de voorstellen onaan nemelijk, terwijl de heer Domela Nieuw enhuis, die in de bestrijding van den minister een krachtiger pleidooi voor deze voorstellen vond dan de verdediging van den heer Borgesius, verschillende door dezen heer aan gevoerde motieven bestreed, o.a. dat de liberalen iets belangrijks voor de mindere standen gedaan hadden en verklaarde ten slotte vóór art. I te zullen stemmen als motiewaarin de wenschelijkheid wordt uitgesproken van eene inkomstenbelasting. De heer E u t g e r s deed uitkomen, dat de minister zich afgescheiden had van zijne partij, waar de stemmen voor eene belasting op het roerend kapitaal vermeerderd zijn, zoodat deze>hem dus behoorde los te late». Eene dergelijke belasting - moest echter naar zijne meening niet steunen op eigen aangifte en uiteenhouding van de. ver schillende bronnen van inkomst was bovendien noodzakelijk. De heer Hnber bleef hervorming van het Eijksbe- lastingstelsel onmogelijk achten, zonder voorafgaande regeling van de gemeente-geldmiddelen. De heer Smeenge deed uitkomen, dat de rechter zijde in haar programma noodig heeft verklaard, wat zij nu afwijstterwijl de minister eene herziening der per soneele belasting belooftdie eerst na de herziening der grondbelasting kan komen. Dat is dus een schrale troost, is ochthan? was van anti-rev. en van kath. zijde,-zelfs door den heer Schaepman zeiveneene belasting op het roe rend vermogen aanbevolen. Voor hem bestond dus zeker geene reden thans te schimpen op de liberale pers wegens haren klimmenden aandrang tot die hervorming.. In den loop, der zitting werd besloten tot detoelating van den lieer Keuchenius. In een bezwaarschrift tegen die verkiezing, doorden secretaris der gemeente Goes in gediend, betreffende het te laat verzenden van de op roepingsbrieven aan de kiezers en aan het laten stemmen, gedeeltelijk door stemgerechtigden volgens de nieuwe gedeeltelijk volgens de oude lijsten, vond de-commissie geene reden tot nietigheid. Den 27 beantwoordde de heer A. van Dedem ver schillende sprekers. Hjj verklaarde met genoegen-gehoord te hebben dat de minister zich thans in beginsel ver klaard had'ivoor eene belasting op het roerend vermogen. Dit lag in den geest van het program van aetie der anti-revolutionairenvermindering van den druk der accijnzen en gelijkmaking zooveel mogelijk .van den druk der andere belastingen in verband met een nieuw alge meen tarief van invoerrechten, dat in de plaats kan tre den van het toch onvoldoend ontwerp, betreffende de wijziging van de heffing der invoerrechten in verband met de aanstaande opzegging der verdragen. De heer van dér Kaay betuigde zijne verrassing over de^ toezegging van den minister betreffende eene hervorming van de personeele belasting, die vroeger was vastgeknoopt aan de herziening van het - kiesrecht. Maar in elk geval zal de regeling der belasting..op*, de onge bouwde^ eigendommen moeten voorafgaan-, zoodat van de herziening van het personeel vooreerst wel niets zal komen. Vaag zijn ook de verklaringen des ministers omtrent eene belasting op, bet roerend vermogen; wan neer hij zulk eene belasting .in beginsel billijk acht, mag hij er niet mee dralente meer nu de gezindheid van het grootste deel der Kamer te dien aanzien-; blijkt. Hij hoopte, dat de minister-zich deze waarschuwing ten nutte zon maken. De heer E. Cremer.s besprak uitvoerig den aard der grondbelasting; de heer Travag.lino kwam op tegen de- instemming, door den minister in beginsel- gegeven aan de belasting op het roerend vermogen en hoopte, dat de minister eerst notabiliteitén uit den efféetenboek zou raadplegen; de. heer Gleickman achtte het een ideaal, dat naast de Eijksinkomstenbelasting de personeele be lasting nog goed op hare plaats zonzijp en vroegof de minister- iets kon mededeelen omtrent de regeling van het gemeentelijk belastingstelsel en of-hij in de Londensche- suikerbijeenkomst geen aanleiding gevonden had, om eene verlaging van den zoutaccijns aan te. kondigen. De heer Vermeulen sloot zich niet aan bij den aandrang van den heer Schaepman, achtte den zoutaoeijps niet drukkend voor den minderen man, .en meende, .dat-zonder dringende noodzakelijkheid geene nieuwe belasting moest worden opgelegd. Alleen in buitengewone omstandigheden moeht, tot de heffing eener nieuwe, directe- belasting worden overgegaan. De minister kome met. practische voorstellen, met zuinige bepalingen enzooweiindg mogelijk met nienwe heffingen, Hij volge, den- raad van den heer Schimmelpenninck en niet van den heer Schaepman. De heer 'I ij 1 k o-r toonde breedvoerig aan, dat de liberale partij °P belastinggebiedi hadi stilgezeten alleen bestond bij de liberalen eene sterke indivudialiteit, die meermalen een, hinderpaal was geweest, waardoor zij, geljjk bij de schoolwet, afbreuk aan hare eigene richting deed. Hij wil over ondergeschikte bezwaren ter wille van het beginsel heenstappen en zal voor art. 1 stemmen, waarin hij liever, dadelijk uitgedrukt zag, dat de inkom stenbelasting progressief, moest zijn. De heer O k m a bleef tegen art. 1omdat de voorsteller? het minimum van den aanslag niet wilden verhoogen. De Keer B o r- g.e s i u s beantwoordde uitvoerig de verschillende sprekers en verklaarde zich namens- d© voorstellers tot toegeven op onderdeelen bereid. Nadat de minister van financiën zijne bezwaren tegen progressie volgehouden, en. verklaard had, da,t deze voor stellen eene goede regeling der gemeente-belastingen in den weg zouden staan,, w.erd art. 1, luidende Onder den naam van inkomstenbelasting wordt een directe belasting naar het inkomen gehevent verworpen mst 47 tegen 43 stemmen, Alle liberalen, met den heer Domela Nieuwenhuis. stemden voor. Na intrekking der verdere voorstellen an na aanneming van: een paar wetsontwerpen van onbe-. duidenden aard werd de zitting gesloten. Den 28 werd het wetsontwerp houdende Verbodsbepa lingen tegen het dragen van wapenen, behandeld. Art, I van dat ontwerp werd aangenomen met 54 tegen 20 stemmen, nadat de daarop door de heeren van der. Ifaav en Eooseboom voorgedragen amendementen verworpen waren. Na aanneming van een paar wetsontwerpen van geringen omvang is de Kamer tot nadere bijeenpoeping gescheiden. De avond van den 25- was voor de leden van *Nut en Genoegen" te UITGEEST een avond van kunstgenot. De bekend© declamator, de heer L. Jansen van Haarlem, trad als spreker open vergastte vóór de pauze zijne hoorders op de lezing van Alle vijf een genre-stnkje, daten door den treffienden inhoud, èn door de uitnemende voordracht in hooge mate boeide. Na de pauze droeg do spreker met veel talent voor *Gerrit Meeuwsen" van J. J. Cramer en »Een wed- atrijd in het reciteeren" door F. Henny, terwijl ten slotte door mej. A. van Nienes en den heer C. A. Breedt Bruijn voor piano en viool een tweetal muzikale voor drachten werden gegeven, die ook met luide toejuiching beloond werden. Van de 7 leerlingen, die zich voor de Eijksnor- maallessen te ZAAADAM hadden aangegeven, zijn den 26, na voorafgaand examen 4 toegelaten terwijl 3 we gens te geringe ontwikkeling moesten worden afgewezen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1890 | | pagina 6