Binnenland. winning, onlangs bij de verkiezingen voor den Rijksdag behaald, onnoodig ia nu weer een monstering over de werklieden te houden en worden de werklieden vooral aangespoord twisten te vermijden, waarop de bourgeoisie reeds hoopt om daarmede haar voordeel te doen. De leden der sociaal-democratische partij in den Rijks dag hebben een manifest uitgevaardigd tot de werklieden, waarin zij verklaren dat de besluiten van het congres, in 1889 te Parijs gehoudenvolstrekt niet bedoelden het houden eener algemeene werkstaking op 1 Mei. De bedoeling was alleendat de werklieden op dien dag bijeenkomsten zouden houden, om eene algemeene bewe ging in het leven te roepen tot het verkrijgen van eene wetgeving op den arbeid. In Dnitschland moesten op, 1 Mei onderteekeningen worden bijeengebracht voor het verzoekschrift aan den Rijksdag om een werkdag van 8 uren. Ten slotte werden de werklieden tot kalmte en tot het vermijden van ongeregeldheden aangespoord. Volgens het Berliner Tagblatt heeft de rijks-kanselier von Caprivi den ministers en rijksambtenaren verbo den mededeelingen te doen aan couranten. Officieels mededeelingen zullen voortaan in de Staatscourant open baar worden gemaakt. Door dit besluit vervalt dus het tot dusver bestaande stelsel der officieuss pers. Het bovengenoemde blad Volksblatt acht het waar schijnlijk, dat in den Rijksdag een voorstel tot ontwape ning zal worden ingediend. De commissie voor het oprichten van een gedenktee- ken ter eere van Bismarck is opgetreden. De voorzitter Levetzow las een brief van den Keizer voor, waarin hij verklaartgaarne het aangeboden beschermheerschap te aanvaarden over eene zoo belangrijke onderneming en overtuigd te zijn dat alle klassen in Duitschland met vreugde en dankbaarheid het oprichten van het gedenk- teeken zullen zien. Pruisen. Huis van Afgevaardigden. De rijks-kanselier Caprivi en het gekeele ministerie woonden de eerste zitting op den 15 bij. Caprivi verklaarde geen program te zullen ontwikkelen, daar hij zich tot dusver buiten den partijstrijd had ge houden. Hij was gekomen om persoonlijke betrekkingen met, de afgevaardigden aan te knoopen, omdat hij overtuigd was, dat deze zouden bijdragen tot eene zakelijke behande ling der vraagstukken. (Toejuichingen). Bismarck had deze niet noodig gehad, voor hem waren zij echter bijzonder ge- wenscht. Hij kon zich natuurlijk niet meten met zijn grooten voorganger maar hij had toch met vertrouwen de betrekking aanvaard in de hoop de belangen des lands evenals Bismarck te kunnen behartigen, zij het dan ook op bescheidener schaal. Het staatsgebouw door de hulp van zijn voorganger gesticht, was sterk genoeg om ook zonder den machtigen Bismarck wind en weer te weer staan. De voorzienigheid had op het uur der scheiding den persoon des jongen keizers op den voorgrond doen treden zoodat deze vorst voorbeschikt schijnt de leemte, ontstaan door Bismarcks aftredente vervullenHij bezit een onwankelbaar vertrouwen in de toekomst van Pruisen en gelooftdat het pruisische rijk nog eene groote toekomst te gemoet gaat. De Keizer had verklaard, dat hij de oude zou blijven, waaruit men de gevolgtrekking mag maken dat geene nieuwe wegen zullen worden ingeslagen. Hij zal echter zijn aandacht moeten wijden aan denkbeelden en wenschen, welke bij de groote figuur zijns voorgangers onverhoord en onvervuld bleven. Vooreerst zullen de ministers in hun werkkring meer vrijheid van beweging erlangen, terwijl de eenstemmig heid aan het pruisische ministerie tot eerste voorwaarde zal gesteld worden. In overeenstemming met zijne ambt- genooten kon hij verklaren dat het ministerie aan alle partgen het goede zou ontleenen, dat liet daarbij aantreft. Hij hoopte op de eendrachtige medewerking van allen, wier hart warm klopt voor Pruisen. Hij rekende er op, dat de hand der vriendschap, door de regeering aange boden, aangenomen zou worden. Ten slotte zeide hij moeilijk oogenblik heonhelpt. Is dat niet zooBertha Zeker!" antwoordde mevrouw von Gruthenau met een diepen zucht. «Gij moet niet zooveel notitie van mij nemen, tante Ik ben werkelijk een weinig zenuw achtig. Ik houd van de eenzaamheidterwijl Kurt naarmate hij ouder wordt hoe langer hoe meer naar gezelligheid haakt. Gij moet rnjj toestemmendat ik de wenschen van mijn echtgenoot zelfs tracht te voor komen maaropenhartig bekend ik voel mij daarbij niet goed." »Zoo, is het dat.. mompelde tante Susette, met het hoofd knikkend. »En zijt gij waarlijk zoo wars van allo genoegens Een onderzoekende blik uit de ver standige grijsblauwe oogen trof mevrouw Gruthenau over den bril heen. »In den laatsten tijd, ja «Zoo? Reizen brengt toch ook eigenaardige vermoeie nissen mede. Zijt gij ook zoo af keerig van reizen Waart gij niet zielsverrukt, toen gij den vorigen herfst naar Cannes en later naar Mentone gingt?" Bertha kreeg eene kleur. »Jaik was blijde want op deze wijze ontliepen wij het seizoen in de 'hoofdstad. En bovendien Marie zag er zoo slecht uit De naalden van tante Susette gingen hevig te keer. Zij voelde dat Bertha's pogingen om hare zenuwachtig heid te verklarengeheel en al mislukten. Waarom stelde zij zoo weinig vertrouwen in hare oudeeenige tante? Maakte zij zich wellicht bezorgd over Gustaaf? Dat was ondenkbaar. Gustaaf was de beste jongen van de wereld. Hij was student, dat was waar, en studenten overtreffen in menig opzicht nog de luitenantsde lui tenants van den tegen woordigen tijd want die van vroeger waren uit ander deeg gemaakt dan bijvoorbeeld die overmoedige dwaze brutale luitenant von Höffert. Maar indien er werkelijk iets van waar wasvan de opmerking namelijkdie juist deze luitenant onder den bowl had gemaakt, op fluisterenden toon en alleen voor Gustaaf bestemdmaar toch zoo luiddat freule von Halffkerke het gehoord had als Gustaaf werkelijk verliefd was op mevrouw Idunaals er zich de ge dachte alleen reeds deed de onde freule blozen tot achter de ooren als er iets voorviel tusschen hem en die hartstochtelijke jonge vrouw..iets 't was vreeselijk Freule Susette nam zich voor, den jongen man nauw gezet gade te slaan en hem indien zij ook maar het minste opmerkte dat haar verdacht toescheenduchtig de ooren te wasschen. Wordt vervolgd.) »Wij zullen bij de moeielijke toestanden in het bin nenland samen er naar streven om het pruisische rijk in nationalen geest in bloei te doen toenemen." Met levendige bijvalsbetuigingen werd deze rede aan gehoord. Na afloop verdrongen zich vele leden aag de ministerstafelom den kanselier te begroeten. De heer Rickert, van de vrijzinnige partij hervatte de beraad slaging en vond menig aanknoopingspnnt tusschen het program der regeering en zijne partij. Hij eindigde echter met de verklaring, dat zijne partij in het oude spoor zou blijven. De heer Windthorst verklaarde namens het cen trum, dat zijne partij herstel van de betrekkingen tusschen Kerk en Staat bleef eischen zooals die vóór het begin van den Kulturkampf bestond. Hij klaagde over het beleid van den minister van eeredienst, en verlangde het stelsel van bescherming der nijverheid gehandhaafd te zien. EKfiKLlSD. Lagerhuis. Minister Fergusson antwoordde den 14 op eene tot de regeering gerichte vraag dat het britsche gezantschap in Brazilië op denzelfden voet als vroeger gehandhaafd moest worden. De geschillen betreffende Zuid-Afrika en in het bijzonder aangaande den Delagoa- spoorweg waren nog niet opgelost. Hij hooptedat aan de betrokken maatschappij eene billijke schadeloosstelling zou worden verstrekt. Wat betreft de geruchten over eenen nieuwen portugeeschen veldtocht naar Masjonaland, zeide hijdat de portugeesche regeering geen bericht dienaangaande ontvangen en verklaard hadgeene on derneming van dien aard te zullen goedkeuren. Ook deelde hij mededat de regeering te Berlijn uit eigen beweging de verzekering had gegeven, dat de Emin-tocht de demarcatielijn strikt zou handhaven. Verder verklaarde die ministerdat nooit twee mogendheden eerlijker hadden samengewerkt dan Duitsch land en Engeland in het oost-afrikaansche vraag stuk deden. Sprekende over den toestand in Armenië zeide hij dat de engelsche regeering zou doen wat zij kon om het lot te verbeteren van de onder turksch be stuur staande volkeren. Betreffende Egypte verklaarde hijdat de welvaart van dat land aanmerkelijk toege nomen was. FJï ABTKtilJK. Bij de uitgifte der laatste leening van de stad Parijs werd de klacht vernomen dat er groote onregelmatigheden plaats gehad zouden hebben, en dat de raadsleden zeiven daarbij zeer bevoordeeld waren. De raad belastte den heer Strauss met een onderzoek naar die onregelmatighedenuit dat on derzoek is thans geblekendat er aan de ambtena ren der beide prefecturen en aan die der daaraan verbonden besturen toegekend zijn 22815 obligatiën aan leden van den gemeenteraad 9815 en aan de agents de change 8100samen 40730 stukszoodat van do 239637 stuks 198907 voor de openbare inschrijving overgebleven zijn. Deze eenvoudige vergelijking maakt elke uitlegging overbodigwordt ten slotte in het rap port gezegdde rechtmatigste critiek verliest bij deze cijfers hare waarde. Alleen werd aangedrongen op het brengen van verbeteringen in de wijze waarop de uit gifte en toewijzing van geldleeningen thans geregeld zijn. De raad heeft zich met de strekking van dit rapport vereenigd. PORTUGAL, Den 14 bij de verkiezing van 50 pairs zijn gekozen de conservatieven en progressisten doch geen enkel republikein. Wegens den slechten toestand van de Taag kon de Koning het voorgenomen bezoek aan prins Hendrik van Pruisen aan boord van de Irene niet brengen. Het duitsche eskader vertrok naar Kiel. SPABTJE. Generaal Cassala bood den 14 in de Kamer een voorstel aan betreffende de onschendbaarheid der Senaatsledendie tot het leger behoorenDe pre sident-minister Sagasta vereenigde zich met dit voorstel, dat daarna met algemeene stemmen aangenomen werd. De minister van financiën heeft in de Kamer een wetsontwerp ingediend, waarbij aan de bank van Spanje machtiging verleend wordt tot het uitgeven van biljetten tot een bedrag van 500.000.000. Te Madrid heeft door het springen van een der hoofd buizen een zware brand gewoed in de gasfabriek waar door groote ontsteltenis ontstond daar de ontploffing plaats had op slechts 40 el afstand van de gasketel. IIet garnizoen werd onder de wapenen geroepen en met ver eende krachten gelukte het ontploffingen te voorkomen. De gebouwen zijn echter grootendeels vernield OOSTEBIUIJK-HOBTGAKIJE. Het hoofd der anti-semieten verliet den 16 de vergadering van den ge meenteraad te Weenennadat de verkiezing van een lid zijner partij door den raad vernietigd was. Zoodra hij buiten het raadhuis kwam, werd hij door de menigte luid toegejuicht onder het aanheffen van den kreet weg met de jodenIn de voorstad van Weenen Brigittenau, hebben wanordelijkheden plaats gehadnaar aanleiding van het feit, dat twee dronken werkliedendie in een kroegje van een israëliet twist gekregen en de ruiten stuk geslagen hadden weigerden de veroorzaakte schade te betalen. De saamgekomen menigte trok partij voor de werklieden tegen den israëliet en sloeg alles in de her berg kort en klein. De politie moest een einde aan de ongeregeldheden maken. STA TEN-GENERAAL._ Tweede Hamer. Spoorweg-overeenkomsten. Het zeer uitvoerig voorloopig verslag der afdeeliugen is thans verschenen over de wetsontwerpen tot bekrach tiging van overeenkomsten met de Nederl. Rijnspoor wegmaatschappij de Maatschappij tot exploitatie van Staatsspoorwegen en de Holl. IJzeren Spoorwegmaat schappij. Men miste in de toelichting de mededeelingen, waaruit aangetoond werd, dat het algemeen belang aan neming noodig maakte van het regeeringsvoorsteldat geldolijk. voor den Staat zeer bezwarend scheen. Vele leden verwonderden zich, dat omtrent eene regeling als deze de kamers van koophandel en fabrieken niet gehoord waren. Ook scheen hun het voorstel niet het gevolg van door die organen of door de openbare meening geuiten aandrang. Welke is dan echter de aanleiding geweest tot deze overeenkomsten De door de regeering daarvoor aangegeven redenen schenen aan sommige leden geheel onvoldoende en deze leden vroegen dus, in welke feiten en omstandigheden de aanleiding tot het voorstel gelegen was. Heeft de regeering de gebreken uiteengezet, welke thans in de exploitatie onzer spoorwegen bestaan? Men meende, dat de gebreken minder juist voorgesteld of door toepassing van bestaande wetsbepalingen gedeel telijk weg te nemen waren. In bijzonderheden werd dit uiteengezet. Het regeeringsplan liet overigens de be staande gebreken in het verkeer tusschen het noordelijk deel des landsmet uitzondering van Leeuwarden en het westelijk deel voor alle plaatsen benoorden Amsterdam bestaanterwijl evenmin voor het laatstgenoemde deel des lands eene doorgaande verbinding met het zuiden des lands en met oostelijk Bolgië werd verkregen. Men wenschte daarom met feiten en cijfers te zien gestaafd,^ welke schade de tegenwoordige exploitatie aan de ontwikkeling van het verkeer, zoo van personen als goederen, heeft toegebracht. Ook wenschte men in bij zonderheden te vernemen, in hoever de bestaande wets bepalingen en de geldende overeenkomsten met de spoor wegmaatschappijen der regeering de middelen onthouden om in den toestanden bepaaldelijk in de regeling der in de toelichting genoemde verbindingen, verbetering te brengen. Tegenover de groote offersdoor de voorgestelde re- geling van de schatkist geöischt, achtte men het inderdaad volstrekt noodig dat duidelijk bleek in hoever thans werkelijk gebreken bestaan, welke de algemeene en bij zondere welvaart schade doen lijden. Achtten sommige leden de gebreken der bestaande regeling niet voldoende aangetoondvele noemden de verdediging der regeering van de thans voorgestelde re geling geheel onvoldoende. Zij bepaalde zich tot alge meenheden en liet omtrent zaken waarop het aankwam den lezer in het duister. Vooral werden bezwaren ingebracht tegen hat door de regeering aangevoerde ten opzichte van de concurrentie tusschen de spoorwegondernemingen en ten opzichte van de concurrentie scheen de bestaande toestand velen alles zins bevredigend. De vrees der regeeriug dat de Rijn spoorwegmaatschappij de concurrentie niet zou kunnen volhouden en aansluiting met eene harer concurrenten zou zoeken waardoor de derde maatschappij ten onder gaan of verlammen zou. Verscheidene leden achtten deze reden niet afdoende en betwistten nadrukkelijk dat de Rijnspoorweg niet in staat zou zijn te blijven concur- reerenal was de geldelijke toestand dier maatschappij ongunstig. Zonderling noemde men het, dat de regeering eenerzijds den zeer précairen toestand dier maatschappij schetst en anderzijds voorstelt om aan de aandeelhouders voor de overneming van het bedrijf boven het volle maatschappelijk kapitaal nog eene premie van bijna 7 millioen toe te kennen Deze verschillende gevoelens werden breedvoerig toegelicht, terwijl verder de meening geuit en verdedigd werddat juist dat voorstel den gevreesden toestand in het leven zou kunnen roepen. In het verdere gedeelte van het verslag komen ver schillende beschouwingen over Staatsexploitatie voor, waar omtrent de gevoelens uiteenliepen. Enkele leden achtten haar voor eene behoorlijke inrichting van het spoorweg wezen onmisbaar; vele anderen waren in beginsel er tegen gekant. De veranderde verdeeling van het spoorwegnet met ruime toepassing van het stelsel van gemeenschap pelijk gebruik vond ook geene algemeene instemming. De concurrentie zal er door bevorderd worden in het midden des lands, maar niet in de provinciën Groningen, FrieslandDrente en Overijsel benoorden Zwolle en Almelowaar slechts ééne onderneming zal heerschen niet in Noordholland benoorden Amsterdam niet voor Zeelandniet voor Noordbrabant beoosten Zwaluwe en Roozendaal en voor Limburg bezuiden Venlo. Evenmin voor de zeehavens Delfzijl, Harlingen, Helder, IJmuiden, Hoek van Holland en Vlissingen die alle in handen blijven van óéne onderneming. Verscheidene andere leden verdedigden de veranderde verdeeling van het spoorwegnet en roemden die als groote^ verbeteringen. Friesland zal over Stavoren Enkhuizen geheel in handen van de Holl. Spoorwegm. komenen over Zwolle met Amsterdam en Rotterdam verbonden zijn langs lijnengeheel in beheer bij de Exploitatie-Maatschappij. In Limburg zal de Holl. Maat schappij met de Exploitatie-Maatschappij kunnen con- curreeren op het gedeelte NijmegenVenlo terwijl het medegebruik van de lijn Rotterdam—Esschen door de Holl. Maatschappij eene concurrentie voor de gemeen schap met westelijk België in het leven zal roepen. De voorstelling van de geldelijke gevolgen dezer regelng lokte velerlei bedenkingen uit. Zij was te fraai gekleurd en kon in menig opzicht den toets van een onderzoek niet doorstaan. De heer Farncombe Sanders heeft zijne beschouwingen omtrent de geldelijke uitkomsten in eene afzonderlijke nota uiteengezet. Verder werd gevraagd 1°. of de regeering wel vol doende gelet had op de strategische belangen bij de exploitatie van spoorwegen in menig opzicht betrokken; 2°. of in deze overeenkomsten geene bepalingen konden worden opgenomen omtrent den werktijd van het per soneel en de verplichting der Maatschappijen tot ver zekering der beambten tegen ongelukken; 3°. of de Maat schappijen niet verplicht konden worden tot oprichting eener locomotievenfabrieken 4°. of niet aan de sta tionschefs verboden kon worden handel in steenkolen te drijven. Bij het zeer uitvoerig onderzoek der afzonderlijke overeenkomsten bleek o. a., dat men vrij algemeen van oordeel was ook sommigen die overigens voor aan neming der voorstellen waren dat er geene reden bestond om aan de Rijnspoorweg-Maatschappij boven het aandeelen-kapitaal nog eene premie van bijna 7 millioen toe te kennen. Den 12 is te Zierikzee bij de 85jarige weduwe Kramer tijdens het gebruiken van den avondmaaltijd de petroleumlamp omvergeworpen door de kattenge volge waarvan de kleeren der weduwe in brand geraakten en zij hevige brandwonden bekwam. Niettegenstaande spoedig verleende hulp is zij den volgenden nacht aan de gevolgen overleden. Een persoon, in den nacht van den 13 te Rotter dam bewusteloos uit het water gehaaldwerd door toepassing van de voorschriften voor de behandeling van drenkelingen weder opgewekt doch is kort daarna in het ziekenhuis waarheen hij vervoerd was overleden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1890 | | pagina 2