Binnenland. gestold in handen van barg. en weth., om het verzoek in te willigen onder zoodanige voorschriften, als zij noodig en wenschelijk achten. 28. Adres van W. van Donselaar, tuinbaas te Heiloo, houdende kennisgevingdat hij intrekt zijn verzoek om vergunning tot het maken van een rij- en een loopuit gang aan den Achterweg van zijn perceel sectie E No. 806 en verzoek om dit te beschouwen als niet te zijn gedaan. Na eene korte bespreking voor kennisgeving aangenomen. Borg. en weth. zullen onderzoeken, of er toch een loop uitgang aan den Achterweg gemaakt is. 29. Adres van bewoners van het Payglop, houdende mededeeling dat het verkeer in die straat herhaaldelijk gestremd wordt, doordat de bestuurders van allerlei hand wagens met hunne voertuigen aldaar blijven staan, dat bij het drukke rijtuigverkeervooral op marktdagen zeer lastig isdat in den laatsten tijd het perceel van een hunner zelfs herhaaldelijk beschadigd is dat do be staande gevaren zoo niet geheel, dan toch zeker groo- tendeels weggenomen zouden worden door de bepaling a. dat handwagens of aangespannen rijtuigen niet in hot midden der straat mogen stilstaan b. dat die straat slechts in ééne richting stapvoets mag worden bereden. Zij verzoeken de politie-verordening in dien geest te wijzigen of op zoodanige wijze te besluitendat aan hunne bezwaren wordt te gomoet gekomen. Gesteld in handen van burg. en weth. om bericht en raad. 80. Verzoek van den kerkeraad der christ. gerefor meerde gemeente, om, zoo al niet geheele afschaffing der kermis kan worden verkregen dan toch de kermis op Zondag niet toe te laten. Ter secretarie gedeponeerd. 81 Brief van den heer W. H. Arkes te Enkhuizen, waarbij hij intrekt zijn verzoek tot wijziging van de richting der thans in exploitatie zijnde tramomnibusdienst en mededeelt, op welke wijze hij inzage van het geheele financieele beheer van de tramomnibusdienst Hoorn Alkmaar wil geven aan den gemachtigde van den raad. Het eerste voor kennisgeving aangenomen en wat het tweede gedeelte betreft, gesteld in handen der'vaste commissie van financiën om bericht en raad. 32. Verzoek van don heer H. J. Vonk om eervol ontslag als lid van het burgerlijk armbestuur, met ingang van 1 Juni 1890, op grond dat beroepsbezigheden hem verhinderen, die betrekking langer waar te nemen. Eervol verleend onder dankbetuiging voor de in die betrekking aan de gemeente Alkmaar bewezen diensten. Zijn in behandeling genomen de volgende voor de leden ter lezing gelegen hebbende stukken. Van Gedeputeerde Staten. 33. Rapport op het verzoek van het burg. armbe stuur om machtiging tot het doen vau af- en overschrij vingen in zijne begrooting voor 1889. De commissie stelt voor die machtiging te verleenen behoudens het nader grondig onderzoek der uitgaven bij het nazien dei- rekening. Aangenomen. 34. Rapport op het verzoek van regenten van het burgerweeshuis, om machtiging tot het doen van af- en overschrijvingen in hunne begrooting voor 1889. De commissie doet hetzelfde voorstel als bij punt 33. Aangenomen. 35. Rapport omtrent de door de commissie van toe zicht en beheer over het stedelijk muziekkorps ingediende rekening- over 1889 sluitende in ontvangsten en uit gaven op 2499,42. De commissie stelt voor, haar onveranderd goed te keuren. Goedgekeurd. Van Burgemeester en Wethouders. 36. Rapport op een adres van 34 ingezetenen, waarbij zij in het belang der tegenwoordige en toekomstige leerlingen van de openbare school voor meisjes verzoeken, verande ring te brengen in den treurigen toestand der school banken daar alle leerlingen wier leeftijd van 6 tot 16 d, 18 jaren loopt, op banken van dezelfde grootte gezeten zijn op het nadeelige waarvan reeds meermalen zoo door de plaatselijke schoolcommissie als door de gezondheidscommissie gewezen is. Burg. en weth. be richten dat zij naar aanleiding van dat adres den gemeente-architect opdroegen een onderzoek naar den toestand dier banken in te stellen en naar de mogelijk heid of die banken veranderd en verbeterd zouden kun nen worden. De uitslag van dat onderzoek blijkt uit een overgelegd rapport van dien ambtenaar dat tot slotsom heeftdat de banken ook naar zijne meening afkeuring verdienen en niet voor verandering of verbete- tering vatbaar zijn. Nu over den toestand dezer banken door alle geraadpleegde personen hetzelfde oordeel wordt uit gesproken namelijk dat zij niet voldoen aan de eischen welke gesteld mogen worden, gelooven burg. en weth., dat het wenschelijk is aan het verzoek dezer adressanten te voldoen en in den bestaanden toestand verandering te brengen. En zij hebben daartegen te minder bezwaar, omdat uit de door den gemeente-architoct op hun verzoek uitdrukkelijk afgelegde verklaring blijktdat bij het invoeren van nieuwe banken er meer leerlingen in de lokalen geplaatst kunnen worden dan bij de tegen woordige banken het geval is dat werkelijk een voor deel kan worden genoemd. Zij achten het echter over bodig meer banken te makendan op het oogenblik strikt noodig is: neemt het aantal leerlingen na verloop van tijd soms zoo toe dat er meer banken noodig zijn dan kan altijd binnen weinige dagen daarin voorzien worden. Zij stellen daarom voor, tot de vernieuwing van ge noemde banken te besluiten; nieuwe banken te laten maken volgens het Kunze systeem en daarvoor beschikbaar te stellen het door den architect geraamde bedrag van ƒ700. De Voorzitter verklaart, dat het in de bedoeling van burg. en weth. ligt, het maken dezer banken ook in het openbaar aan te bestoden. Na eene korte bespreking tusschen de heeren Janssen, Kraakman en den Voorzitter over de vraagof een deel der banken niet behouden kon blijven en tusschen den heer de Lange enden Voor zitter over de vraag of door het thans gedane voorstel wel voldoende in de behoefte voorzien werd, wordt het voorstel van burg. en weth. aangenomen met 9 tegen 3 stemmen van de heeren Janssen, Stoel en Koorn. Eene door den heer de Lange aangegeven verbetering, namelijk om aan de banken eene schuine voetbank te maken, zal opgevolgd worden. 37. Brief, waarbij heriunerd wordt, dat bij raads besluit van 16 Maart 1887 No. 20 machtiging verleend werd tot de beharding en verbetering van het gedeelte vau den rijweg langs het Noord-Hollandsche kanaal westzijde van even voorbij het "terrein der gemoente- reiniging tot aan Akersloot, daar het deel van dien weg van de Schouw te Akersloot tot de brug nabij den Nieuwpoorterdijk behard waswaarvan de kosten ge vonden waren uit vrijwillige bijdragen met steun der gemeentebesturen van Akersloot en Heiloo. Aan die machtiging werd onmiddellijk gevolg gegeven zoodat toen een vrij goede weg langs het kanaal bestond tus schen de schouw te Akersloot en Alkmaar. Die onder Akersloot bij wijze van werkverschaffing tot stand ge komen beharding is geen afdoende verbetering geweest vooral nietdoordat het Rijk, waaraan de weg behoort, zich aan dat onderhoud weinig of niets gelegen laat liggen. Er is alzoo weder een toestand ontstaan, welke voortdurend grond tot klachten oplevert en eindelijk den burgemeester van Akersloot aanleiding heeft gegeven de tusschenkomst van den Commissaris des Konings iu deze provincie in te roepen ter verkrijging van eene afdoende verbetering. Uit het daarop ontvangen antwoordin afschrift ter kennisneming overgelegd, blijkt, dat er kans bestaat om dat doel te bereiken wanneer op eene bij drage in de kosten van beharding en van jaarlij ksch onderhoud kan worden gerekend en dat de burgemeester van Akersloot uitgenood igd is met de burgemeesters van Heiloo en Alkmaar in overleg te treden en te trachten het daarheen te leiden, dat elke gemeente eene bijdrage verleent. Een mede overgelegd schrijven van den bur gemeester van Akersloot houdt indat de raad dier gemeente eene bijdrage van 500 wil verleenenmaar ongenegen is ook voor het onderhoud bij te dragen en dat de raad van Heiloo besloten heeftgeene bijdrage te verleenen. Thans wordt gevraagd, of de gemeente Alk maar bereid is eenige bijdrage te verleenen. Eene bevestigende beantwoording dier vraag komt burg. en weth. wenschelijk voor. Op denzelfden grond waarop hun voorstel van 1887 berustte, namelijk, dat van dezen weg, behard zijnde, voor de ingezetenen van Akersloot, Uitgeest en Assendelft eene goede en kortere verbinding met Alkmaar verkregen wordtstellen zij vooralleen voor de verbetering gelijke bijdrage als Akersloot ver leent toe te zeggen dus 500 en dat de raad zich evenzeer ongenegen verklaart in het onderhoud iets bij te dragen. Er bestaat toch geen enkele reden, waarom de Staat van de op hem rustende verplichting tot onder houd van dezen weg ontslagen zou worden. Bij aanneming van dit voorstel, zal daarvan aan den burgemeester van Akersloot kennis worden gegeven. Na eene korte bespreking over de vraagof in het onderhoud van dezen weg, wanneer hij eenmaal verbeterd iswel behoorlijk zal worden voorzien dat door ver scheidene leden niet betwijfeld wordtdaar de Staat even goed als thans verplicht blijft dien weg te onder houden, wordt met algemeene stemmen het voorstel ter verkrijging dezer zeer wenschelijke wegverbetering aange nomen. 38. Rapport op het verzoek van 13 landbouwers, aan voerders of bezoekers der Maandagsche veemarkt, om de varkensmarkt welke des Maandags op de Voordam ge houden wordt, te verplaatsen of te verbeteren. Zij gronden dat verzoek op het door hen medegedeelde feit, dat meer malen varkens in de gracht aldaar geraakt zijn, hetgeen nadeelige gevolgen zou kunnen hebben zoo voor verkoopers als voor koopers. Na dien tijd is een adres van 12 schippers en 32 kooplieden ingekomen, waarbij zij verzoeken, die var kensmarkt niet te verplaatsen, op grond dat de tegenwoor dige plaats alle mogelijke gemak aanbiedt, zoo voor het lossen der varkens uit de vaartuigen als voor de varkens, daar de beesten iu den zomertijd in de zoozeer gewenschte schaduw van de aldaar staande boomen liggen. Tevens ligt deze plaats in de onmiddellijke nabijheid van het Waaggebouw, waar de varkens gewogen moeten worden. Burg. en weth berichten dat zij voor de verplaatsing dezer markt geene noodzakelijkheid zien. De Voordam, indertijd op verzoek van koopliedeu en schippers bestemd tot marktplaats der varkens om de door genoemde ver zoekers zoo juist aangevoerde redenen, voldoet zoo zeer aan hetgeen voor die markt wenschelijk kan worden ge acht dat zij geen enkele afdoende reden kennen, welke verplaatsing dier markt zou rechtvaardigen. Onge lukken kunnen en zullen steeds op iedere marktplaats gebeuren en zij willen gaarne geloovendat in de 30 jaren, gedurende welke de varkensmarkt op deze plaats gehouden wordt, een paar malen een varken te water geraakt is, doch een paar dergelijke feiten uit dat lang durig tijdvak zijn niet van zooveel gewicht, dat de markt dadelijk naar elders verplaatst moet worden, welke ver plaatsing zonder eenigen twijfel, tegenover enkele voor- deelen, ook nadeelen ten gevolge zal hebben. De adres santen zeggen overigens zeiven reeds iu hun adres dat er nadeelige gevolgen zouden kunnen ontstaan, maar dat zij werkelijk ontstaan zijn blijkt nergens uit. Het be zwaar dezer verzoekers is dus niet zoo dringendom daarom de markt te verplaatsen. Zij stellen daarom voor, de Voordam als plaats voor de Maandagsche var kensmarkt to blijven bestemmen en van hun besluit kennis te geven aan de verzoekers als beschikking op hun verzoek. Na eene korte bespreking tusschen den Voorzitter en den heer Goede, die de varkensmarkt zou willen uitbreiden met een gedeelte van de Dijkwaardoor beide partijen gebaat zouden zijn, wordt met algemeene stemmen over eenkomstig het voorstel van burg. en weth. op het ver zoek beschikt. Van de commissie van bijstand voor de gemeente-werken en eigendommen. 39. Rapport op het adres van twintig eigenaren van perceelen aan de Lindelaanwaarbij zijonder dank betuiging voor de reeds aangebrachte verbeteringen tot afvoer van het hemelwater aldaarverzoeken van ge meentewege een riool door die laan te leggenonder bereidverklaring hunne perceelen aan dat te maken riool aan te sluiten. Uit eene op dat adres gestelde verklaring- blijkt dat de meerderheid der perceelen aan die laan welke op het oogenblik hun vuil water niet kunnen afvoeren, reeds dadelijk aangesloten zal worden, namelijk 31 van de 50 perceelen, terwijl na de indiening van het verzoek één eigenaar van 3 perceelen mondeling verklaard heeftdadelijk zijne perceelen te zullen aansluiten, mocht de raad het verzoek inwilligen. De commissie bericht, dat de vorm waarin deze verzoekers de rioleering dei- Lindelaan vrageneen gevolg is van de wijze waarop vroeger tot de rioleering der Liefdelaan en vóór dien tijd tot de rioleering van den Geesterweg en het Baan pad besloten werd. Bij die besluiten werd voor de rioleering van gemeentewege als- eisch gesteld dat de meerderheid der aan die wegen gelegen perceelen zich schriftelijk tot aansluiting bereid zou verklaren en aan dien bekenden eisch hebben deze eigenaren reeds dadelijk voldaan. De vraag welke zich hiér voordoet, ia dus, kan het maken dier rioleeringnu de eigenaren bereid zijn mede te werken tot verbetering van den bestaanden toestand geacht worden bevorderlijk te zijn aan het algemeen belang En zij aarzelt niet, die vraag evenzeer bevestigend te beantwoorden als zij deed voor de Liefdelaauden Geesterweg en het Baanpad. De afvoer van het hemel water in de Lindelaan moge iets verbeterd zijn door het maken van een riool aan de uiteinden dier laan, de onmo gelijkheid om het vuile water uit de perceelen aan die laan af te voeren welk water thans evenals het op de erven der bewoners vallende hemelwater in den grond moet trekken, waardoor toestanden ontstaan, welke niet anders dan nadeelig op den algemeenen gezondheidstoestand kunnen werken, maakt het meer dan wenschelijk om aan dien op den duur onhoudbaren toestand een einde te maken. Eenparig is zij dus van oordeeldat de ge meente van de tegenwoordige goede gezindheid der be woners gebruik moet maken, om eene afdoende verbetering tot stand te brengenwelke tevens gunstigen invloed zal uitoefenen op de aan deze laan staande boomen waarvoor het zeker niet dienstig isdat zij van tijd tot tijd geheel in het water staan. Op twee wijzen kanhier rioleering gemaakt worden óf door het leggen van een riool in het midden der laanof van twee riolen aan iedere zijde van de laan één. Na den gemeente-architect te hebben gehoord, wiens rapport overgelegd wordt, is de commissie voor het maken van één riool volgens het daarbij gevoegde plan in het midden der laan, waarvan de kosten op 1808.80 geraamd zijn. Wel zullen de kosten van aansluiting voor de eigenaren iets hooger ;zijndaar tegenover staan niet te miskennen voordeeleu zooals de architect opgeeft. Alleen komt het haar wenschelijk voorde uitvoering van dit werk in haar geheel aan. te besteden, daar de aannemingssom wel oenigszins beneden de raming zal blijven. Zij stelt dus voor: a. te besluiten tot de rioleering der Lindelaan volgens overgelegd plan, waarvan de kosten geraamd zijn op 1808,80 b. burg. en weth. te machtigen tot de uitvoering van dit werk in het jaar 1890 over te gaan en die uitvoering in het openbaar aan te bestedeno. van dit besluit kennis te geven aan de verzoekers als beschikking op hun verzoek. Met algemeene stemmen aangenomennadat de Voor zitter den heer Vonk op eene vraag geantwoord had,, dat de stand der begrooting van de dienst 1890 deze uitgave nog wel toeliet en nadat de heeren H. J. en C. W. Bruinvis en Stoel den heer Kraakman eenige inlichtingen gegeven hadden omtrent de hier te volgen wijze van rioleeringwelke afwijkt van die op de Laat en elders gevolgd en dus als eene proefneming kan worden beschouwd. 40. Is overgegaan tot het benoemen van a. eene onderwijzeres aan de openbare school voor on- vermogenden op 600 jaarwedde. Op de voordracht zijn geplaatst de dames: 1°. G. W. ten Dam te Aalten; 2 J. A. Burgdorffer te Haarlemmermeer 3°. C. Cöl- ler te Nederhorst deu Berg. Benoemd mej. ten Dam met 7 stemmen; mej. Cöller bekwam 4 stemmen en mej. Burgdorffer 1 stem. b. twee leden en twee plaatsvervangende leden der com missiebedoeld bij de art. 11 en 15 der wet op de Schutterij Benoemd tot leden de heeren H. J. Bruin vis en Koorn tot plaatsvervangende leden de heeren Goede en de Sonnaville. 41. Richt de heer Kraakman, naar aanleiding van de door den burgemeester overeenkomstig de bepalingen der wet tot de ingezetenen gerichte uitnoodiging, om, zoodra zich bij een hond of eene kat verschijnselen van dolheid voordoen daarvan kennis te geven aan hem of aan den commissaris van politie, de vraag tot burge meester en wethoudersof dit college zich bij deskun digen wie ook op de hoogte zou willen stellen, welke verschijnselen zich bij hondsdolheid voordoenen deze inlichtingen ter algemeene kennis te brengenopdat de ingezetenen die niet op de hoogte zijn van die verschijn selen, daarmede bekend raken, en zoo doende tevens mede te werken tot het wegnemen van onzekerheid en onge rustheid, welke natuurlijk uit de onbekendheid met die verschijnselen kunnen voortvloeien. De Voorzitterdie zeer betwijfeltof deze verschijn selen met zekerheid opgegeven kunnen worden, verklaart zich bereid daaraan gevolg te geven. 42. Gaat de vergadering over in zitting met gesloten deurenna heropening waarvan in behandeling komt 43. het kohier der plaatselijke directe belasting naar het inkomen, dienst 1890, opgemaakt met 1657 aanslagen naar een belastbaar inkomen van 1.525.020 en een invor derbaar bedrag, berekend tegen 2 petvan 30.500.40. Met algemeene stemmen onveranderd vastgesteld. 44. Stelt de Voorzitter namens burgemeester en wet houders voorover het jaar 1889 aan den adjudant- onderofficier der dienstdoende schutterij J. L. Zondag, als bewijs van 's raads tevredenheid over zijne meerdere werkzaamheden eene gratificatie van f 60 te geven, eene som overeenkomende met het bedrag van de vroeger door den eersten luitenant-kwartiermeester genoten be zoldiging en met het oog op de meerdere diensten, welke het kader met lust en ijver bewezen heeft, van gemeente wege eene som van 50 beschikbaar te stellen voor prijzen bij gelegenheid van het schijfschieten. Met algemeene stemmen wordt dat voorstel aangenomen. 45. Nadat de Voorzitter bij de gewone rondvraag den heer de Lange toegezegd had, dat burg. en weth., evenals in Mei 1889 geschied isna de toelating van leerlingen tot de openbare school voor onvermogenden en op de beide tusschenscholen met 1 Mei opgave zouden doen van het aantal leerlingen op iedere school, in iedere klasse geplaatst, werd de vergadering gesloten. STATEN-G ENER A AL. Tweede Hamer. Den 30 is de behandeling van het wetsontwerp tot verzekering van de toepassing van bij de wet bevolen of toegelaten vrijheidsbeneming aan de orde. Op art. 1, luidende: «Voor vrijheidsbeneming, bij de wet bevolen of toegelaten kan met uitzondering van eene woningwaarvan de toegang door den bewoner wordt geweigerdelke plaats waar de te vatten per-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1890 | | pagina 2