Veertig Cents
Op voet van oorlog.
HERTHA.
FEUILLETON.
1890.
iVo. 57.
Twee en Negentigste Jaar gam
De aflevering geschiedt, sleeMs voor zoover «ie
voorraad strekt; 9 eontant. Naar buiten per post,
m ontvangst van 5# cents.
11 M E
Z f\ D A G
Uitsluitend voor de geabonneerden op ons blad stellen wij, tot
den uiterst lagen prijs van
verkrijgbaar eene serie boeiende vaderlandseh-historische Novellenvan
C, ^OGtTIBJLaOO,
.getiteld
DE OOEDOG XIXT XXESI?
HEDDEKT IN D03MK.ER.E DAOE^
SLA Gr BIJ K.IJK.DUI3NT.
m OVERWIiYimiNG OP \OVA ZKtIRLA.
DE UITGEVERS.
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
EERSTE B L A 0
Otliciëel Gedeelte.
COURANT.
Prijs der gewone Advertentien
Per regel (1.15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven ran co aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
ALKMAARSCHE
Deze Courant -wordt 'Dinsdag.,Bmn'dereiag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden voor Alkmaar 0,S®;; franco door het
geheele rijk 1,
De 3 nummers ®,®ti
Burgemeester en Wethouders van Alk maak brengen
ter algemoene kennisdat het kohier der plaatselijke
directe belasting, dienst 1890, op 30 April 1890 door
.den gemeenteraad vastgesteld en bij besluit van 7 Mei
d.,a. v. onder Nr. 37 door Gedeputeerde Staten van
Noordholland goedgekeurd, op heden aan den gemeente
ontvanger ter invordering is uitgereikt, zullende dat kohier
in afschrift gedurende vijf maanden, aanvang nemende
15 .Mei 1890, ter gemeente-secretarie overeenkomstig art.
264 der gemeentewet voor een ieder ter lezing liggen.
Bezwaarschriften tegen don aanslag kunnen op onge-
zegeld papier bij den gemeenteraad ingediend worden
binnen drie maanden na den dag der uitreiking van de
aanslagbiljetten, welke uitreiking op den 20 Mei 1890
bepaald is. Burgemeester en wethouders voornoemd
Alkmaar A. MACLAINE PONT.
10 Mei 1890. De Secretaris,
NUHOUT VAN DER VEEN.
De verlofganger der militie CORNEL IS LAAN wordt
verzocht, zich ten gemeente-secretarie aan ;te melden.
Niet over den druk van den zoogenaamde® gewapen-
den vrede gaan wij ditmaal sehrijven, niet over. de zware
offers die de Enropeesche Staten zich zeiven en elkander
opleggen, om te voldoen aan hetgeen zij noodig verklaren
tot verzekering van eigen weerbaarheid en veiligheid
maar over een oorlog die thans gevoerd wordt op het
gebied van den arbeid in ons eigen vaderland, over den
strijd tusschen de fabrikanten en de werklieden te
Enschede.
De werklieden zijn den strijd begonnen en welzoo
het gebeurde althans juist is voorgesteld, op hoogst
lichtzinnige, onbillijke, laakbare wijze. Op 28 Februari
hebben de arbeiders in de fabriek van de firma ter Kuilo
en Morsman eensklaps het werk gestaakt en de fabriek
verlateD; deze werkstaking duurt nog altijd voort, alzoo
reeds gedurende ruim twee maanden. En wat gaf aan
leiding tot het besluit, om tot een zoo gedachten, schier
wanhopigen maatregel over te gaan, als toch elke werk
staking inderdaad is, en tot een zoo taaie volharding,
die voor velen een bron van groote schade, van ontbe
ring, van ellende moet zijn.
Eén der arbeiders was den vorigen dag beschonken in
de fabriek gekomen, had zich daar onbehoorlijk aange
steld en zich tegen den baas verzet, en werd daarom
niet .meer toegelaten. Terstond verlieten bijna al de
andere arbeiders de fabriek, hielden een vergadering en
besloten het werk niet eerder te hervatten dan nadat
eenige door hen gestelde eischen door de firma ter Knile
en Morsman zouden zijn ingewilligd; de eerste eisch was
•dat de'ontslagen arbeider weer zon worden toegelaten.
De firma antwoordde, dat over de andere eischen onder
handeld zon kunnen worden, maar dat de eerste eisch
in geen geval kon worden toegestaan. De arbeiders
bleven echter dien eisch handhaven, en het werk werd
niet hervat. Toch werden reeds don 2den Maart nieuwe
pogingen aangewend om het geschil te beeindigen er
bestaat namelijk te Enschede een vereeniging van fabri
kanten, waarvan de statuten reeds tijdens een vroegere
werkstaking in die gemeente publiek waren gemaakt
en waarvan het doel is werkstakingen te voorkomen door
UIT HET HOOGDUfïSCH VAN E. ECKSTEIN,
16)
»Ik verheug .mij erg op de vertooniagenzei Iduna
tot Gustaaf. »En dit biijft afgesprokengij staat Romeo
in de balconscène niet af aan den luitessantBegrepen
Blond krulhaar dat past uitmuntend bij een Romeo,
zooals ik mij dien voorstel. Julia, goed, die mag zwart
zijn als de nacht. Maar hijalleen reeds ter wille van
het contrast moet het beeld van Paolo Veronese gevolgd
worden. Het zal effect maken! Op mijn woord, gij zijt
bepaald een knappe jongen
Mevrouw .1"
»Komkom, ik zal u dat toek wel mogen zeggen,
ik, eene oude, getrouwde vrouw Nu trekt gij toch wer
kelijk een ietwat onnoozel gezicht. Van tijd tot tijd is
dat erg doelmatig! Gij zoudt anders de hoofden van
alle jonge meisjes op hol brengen en om te trouwen
zijt gij, Goddank, nog te jong!"
«Is dat u ernst
«Wat
»Dat ik nog te jong ben
«Zonder twijfel. Iemand als gij, een talentik had
bijna gezegdeen genie en trouwen Den Pegasus
lood aan de vleugelen hangen 1 Hef u op in den ether,
maar denk niet aan alledaagsche dingen als een huwelijk.
Is Romeo soms met zijne Julia getrouwd
«Neem mij niet kwalijk, mevrouw, maar ik vind dat
een zonderling argument
«Mensch 1 JongelingDichter Gij doet als versperde
ik u de poorten, die toegang geven tot de eeuwige zalig
heidHeb ik het geraden Zijt gij werkelijk reeds op
weg naar het stadhuis? O, die Hertha!"
«Onzin antwoordde de student boos.
?De ijver, waarmede gij mij tegenspreekt, verraadt u.
In ernst,, zij is bekoorlijk; even mooi als zij lacht en
als zij ernstig en in gedachten vediept is. Maar toch...!
Zij is ongeveer even oud als gijDus dezelfde verhouding
als die van den kolonel en freule von Halff kerke 1"
»Kom, kom!" hernam de student op buitengewoon
levendigem toon. Zijn open en eerlijk gelaat gloeide als
vuur.
Iduna laebte hem nitgaf hem een tikje op de wang
en zette al neuriënde La donna e mobilehet onder
zoek van de bant dooreengeworpen kleedingstukken voort.
Terwijl alzoo vóór en achter de coulissen een aanvang
,werd gemaakt met de voorbereiding tot de taakwelke
men zich dien dag had gesteld, hadden de overige leden
van het gezelschap zich in groepjes verdeeld.
Kolonel von Anzendorff, die op Marie's dringend ver
zoek de jeugd had begeleid papa was natuurlijk daarbij
tegenwoordig en ook tante Snsette die gisteren last had
gehad van migraine, was vandaag weder geheel hersteld
en ken aan de algemeene vreugde deelnemen kolonel
von Anzendorff dan was in een gesprek gewikkeld met
graaf -Gassier. Graaf Eberhard herinnerde zich met groot
genoegendat zijn overleden vader hem meermalen ver
teld had van zijn vriendschappelijke betrekking met den
kolonel en bij die gelegenheid ook den heerlijken zomer
tijd had herdachtdien de toenmalige tweede luitenant
von Anzendorff met eenige andere vrienden des huizes
op het kasteel Göllrode had doorgebracht.
Hertha die door Wladimir Orlowsky in beslag ge
nomen wasschonk slechts weinig aandacht aan den
woordenvloed van haar reisgenoot. Zij stelde meer belang
in het gesprek van graaf Eberhard met den kolonel.
Wederom werd de tijd aangeroerd, die haar zoo geheim
zinnig zoo romantisch toescheen. Werkelijk als de
kolonel zoo onder het spreken met dat eigenaardige lachje
het hoofd schudde, had hij iets van een Oosterschen waar
zegger. Zijne oogen schitterden dan als fonkelende sterren
aan een helderen winterhemel: men zocht dien blik en
vreesde hem toch te ontmoeten.
En de wijze, waarop de graaf met den kolonel omging!
Graaf Eberhard Gassier was eene knappeaangename
een onpartijdig onderzoek in te stellen van de geschillen
tusschen werkgevers en werklieden, te trachten die ge
schillen in der minne nit den weg te ruimen en eindelijk
den werkgever te steunen, indien de werklieden wille
keurig het werk staken, of niet vooraf een onderzoek
van hunne grieven bij de vereeniging hebben aangevraagd.
Het laatste had zich hier voorgedaan; de werklieden der
firma ter Knile en Morsman hadden geen onderzoek van
hunne grieven gevraagd, maar zonder dit te doen on-
middelijk het werk gestaakt. Den 2den Maart had eene
bijeenkomst plaats van het bestuur dezer fabrikanten-
vereeniging en eenige arbeiders, waaronder werkstakers,
maar ook werklieden die aan den arbeid waren gebleven
en die de onderhandelingen bijwoonden, in de hoop dat
door hunne tusschenkomst een beëindiging van het ge
schil gemakkelijker gemaakt zou worden. Deze bijeen
komst had echter geen gunstig gevolgde werklieden
bleven bij hun eisch; het bestuur der fabrikanten-ver-
eeniging drong er bij heD ernstig op aan, dat zij het
werk zouden hervatten zonder den ontslagen arbeider
en daarna hunne grieven zonden ten berde brengen, en
beloofde die grieven nauwgezet en onpartijdig te zullen
onderzoeken. Den volgenden dag werd er een vergade
ring van de werklieden gehouden, waarin werd besloten
het voorstel der fabrikanten-vereeniging niet aan te nemen
en het werk niet te hervatten, voordat ook de ontslagen
werkman weer in de fabriek was toegelaten.
De firma ter Knile en Morsman trachtte toen met de
weinige werklieden, die aan de werkstaking geen deel
namen, althans eenige weefgetouwen aan den gang te
honden, en vroegen in de courargten wevérs om de open
gevallen plaatsen te bezetten. Do werklieden van de
andere fabrieken te Enschede, die het werk niet gestaakt
haddeu, waren niet eenstemmig in hun oordeel over de
werkstaking; een deel van hen was geheel op de hand
van de werkstakers, die de weinige wevers van de firma
ter Kuile en Morsmandie aan den arbeid gebleven
waren, bedreigden, enkelen hunner mishandelden en op
allerlei wijze van het werk trachtten af te honden
werklieden van andere fabrieken ondersteunden hen daarbij;
in alle fabrieken te Enschede werden inzamelingen van
gelden gehouden ten behoeve van de werkstakers onder
bedreiging en mishandeling van hen die niet aanstonds
tot geven bereid waren. De werklieden, die de werk
staking afkeurden, bepaalden zich tot lijdelijk toezien.
De fabrikanten-vereenigiug heeft daarop eenige beslui
ten genomen om de werkstaking bij de firma ter Kuile
en Morsman te bestrijden en de werklieden in de overige
fabrieken terug te houden van het ondersteunen der
werkstakers. Al aanstonds besloten de overige fabrikan
ten te Enschede, althans een twintigtal, niemand van de
werkstakers in hunne fabrieken op te nemen enkele
dagen later volgde het besluit om zoolang de werkstaking
duurt geen enkelen nieuwen arbeider aan te nemen en
geen verandering in het loon te brengen dan alleen bij
volstrekte noodzakelijkheid en met goedvinden van hot
bestuur der vereeniging, en het inzamelen van geld voor
de werkstakers in hunne fabrieken te verbieden op
straffe van onmiddellijk ontslag. Toen dit niet baatte,
hebben de Enschedesehe fabrikanten eindelijk een besluit
genomen dathoe men er overigens over denkewei
verschijningkalmhoogst beschaafd mot intelligente
gelaatstrekkenzonder eenige gemaaktheid en toch
tegenover kolonel von Anzendorff was hij bijna onder
danig beleefd zooals men anders slechts in gezelschap
van dames is. Er lag iets zachts, iets voorkomends,
iets bedekts in zijne stem, waarvan de klank doordrong
tot in het hart. Men las op zijn gelaat den wensch om
den kolonel dien hij heden voor de eerste maal ont
moette eene mate van hoogachting te bewijzenals hij
zelden aan anderen deed.
Hertha had een gevoel van blijden trots, toen zij dat
waarnameen gevoel alsof die hulde haar zelve gold.
Zij had terstond begrepen dat graaf Gassier verreweg
de degelijkste was onder de jonge mannen dien zij op
Grnthenau had leeren kennen. Zijn aristocratisch gelaat
verried den denker. Dat nu juist deze bevoorrechte per
soon zoo ijverig het gezelschap zocht van den vriend van
haar vaderter wille van dezen zelfs bijna de dames
verwaarloosde, had voor Hertha eene eigenaardige beko
ring waaraan zij te vergeefs eene uitlegging trachtte
te geven.
«Gij zietkolonelzei de graaf na opnieuw eene
herinnering uit vroeger dagen te hebben aangeroerd
«gij ziet, dat ik volkomen op de hoogte ben. Het schijnt
in die dagen een vroolijk poëtisch leventje geweest te
zijn op Göllrade en Gruthenan. Zonder twijfel moet die
stemming in de tijdsomstandigheden gelegen hebben."
»Dat is zeer goed mogelijk", antwoordde de kolonel.
«Voor ons kwamen er echter nog verschillende oorzaken
bij. Gij weet natuurlijk, dat mijnheer uw vader in dien
tijd zijne latere bruid leerde kennen."
8Oja."
De kolonel wendde zich even afen toen zijn blik
op Hertha vieldie hem vroolijk toeknikteontdekte
deze dat er een floers lag over zijne anders zoo schit
terende oogen.
«Gij doet zeker ook mede aan de tableaux vivants
vroeg de Rus voor do tweede maalzonder zich door
Hertha's verstrooidheid te laten afschrikken.
«•Indien ik behulpzaam zijn kan, ja." Wordt vervolgd.