H E R T II A. FEUILLETON. No. 59\ Twee en Negentigste Jaargang. 1890. ZONDAG 18 VI E I. PARIJSCHE BRIEVEN. TWEEDE BLAD. BUITENLAND. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar 0,8© franco door het geheele rijk 1, De 3 nummers O.OB. Prijs der gewone Advertentiën. Per regel ©,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMS. COSTER k ZOON. Telefoonnummer 23. LVIII. De lieve Meimaand is in het land en ik weet niet •hoe bij n in Holland het weder isdoch hier kan men zich .gerust bij afwisseling in Maart of Augustus gelooven. 's Morgens is het zeer koel, 's middags vreeselijk warm, en vervolgens vallen hevige onweersbuien, die ons reeds meer dan één nat pak bezorgden. In dat opzicht be vredigt deze maand ons dus nog niet, doch nit een ander oogpunt beschouwdhebben wij weer stof tot tevredenheid. Zoe ging de gevreesde 1 Mei hier in de grootste kalmte voorbij behalve een paar opstootjes en het opbrengen van eenige belhamels en nieuwsgierigen, die te dicht met de politieagenten in aanraking kwamen, hebben wij van de met zoo luide kreten aangekondigde manifestatie niets gezien. Een oud parijzenaar, die reeds meer dan eene revolutie heeft bijgewoond was wel zoo vriendelijkmij eene opheldering te geven over de zoo geheel onverwachte kalmte zijner stadgenooten. Men kan *wel zien", bemerkte bij met een fijn lachje, »dat gij ^ondanks uw veeljarig verblijf te Parijstoch nog niet ^geheel van uwe uitheemsche vooroordeelen genezen zijt, maar geloof mij, de echte parijzenaar heeft geheel en al >genoeg van revolutiënopstootjes en straatgevechten. >Dat was goed voor jaren en jaren geleden, toen moesten snog zoovele droombeelden werkelijkheid worden doch ïthans, nu wij weten wat een opstand is nu wij reeds s-zoovele burgeroorlogen achter den rug hebbenthans willen wij ook wel eens rustig toekijken en laten wij »het rumoer aan de provincie en aan den vreemde over." Gaf Parijs dus op 1 Mei een voorbeeld van rust en kalmteop zondag 4 Mei voltooide zij dit bewijs van verstand en wijsheid door de verkiezingen voor den pa rijsehen gemeenteraad. Het is niet noodig hierbij lang stil te staan, en wij behoeven ook niet te beslissen of de partij van Boulanger iets goeds of iets kwaads zou hebben uitgericht, zoo zij vasten voet in den gemeenteraad ge kregen had. De waarheid, isdat de boulangisten ge slagen zijn, maar zoo geslagen, dat deze partij vooreerst totaal heeft afgedaan. Zij rekende er op, minstens een veertigtal zetels te veroveren doch Parijs geeft er haar slechts tweeen dan nog aan bijna geheel onbekende leden der partij. Van de politiek afstappend moet ik n ditmaal eens met eene finantieel© rechtszaak aan boord komen. Deze zaak is werkelijk de moeite waard. Sinds Maandag j.l. zijn voor de elfde kamer der correctioneele rechtbank van de Seine de debatten aangevangen in zake het Comptoir d' .Esoompte en de Société des Metaux. Het zon ons te ver voeren, al deze debatten geregeld te volgen, doch men duizelt bij het hooren van de fabelachtige sommen, welie door beide inrichtingen verloren zijn. Het Comptoir d' Eseompte werd beschouwd als een extra-solide, bijna even solide als de Fransche Bank. Tal van huisvaders, handelaarsgroote en kleine renteniers hadden hnn ge- UIT HET HOOGDUITSCH VAN E. ECKSTEIN. 18) Toen Otto von Anzendorff hetzelfde verzoek deed werd hij zoodanig van alle zijden en vooral door Marie en Hertha bestormd dat hij zijn verzoek introk. sNu, mij goed!" zei hij lachend. »Als gij mij, ouden heerdan volstrekt wilt laten meedoen Maar dan één ding: ik eisch minstens de rol van Romeo!" »Nu wie weet," antwoordde Idnna een weinig on deugend »gij zoudt in staat zijn die rol zóó naar het leven weer te gevendat menige jongeheer er jaloerscb op zon worden." »Ik zal den jongeren hunne vreugde niet bederven zei de kolonel tot mevrouw von Grnthenanzonder de opmerking van Idnna een antwoord waardig te keuren. Het is nu eenmaal niet anders: een amusement schijnt niet meer te kunnen gelukken of do onde en oudste ge slachten moeten er aan deelnemen Nn volgde de verdeeling van de rollen. Nadat een half uur was voorbijgegaan met het aanhooren van de be zwaren die de door den heer Ehlers uitgekozen perso nen tegen de hun toegedachte rollen inbrachten nam men, op voorstel van graaf Gassier, het doelmatige besluit, om de beslissing aan den professor over te laten die wilde bij zijne moeilijke taak met succes kunnen ver vullen met de onbeperkte macht eens dictators moest worden hekleed. Van dit oogenblik af liep het scheepje glad van stapel. Had men met de voorbereiding al veel tijd verbeuzeldde zaak zelve werd nu met te meer kracht aangepakt. Ehlers en freule Aurelie ontwikkelden een bijzonder talent in het overwinnen van allerlei moeilijkheden betref fende het tooneel en het decoratiefzij waren scherp en heele fortuin aan dit lichaam toevertrouwd. Op 31 Januari van het vorige jaar sloot de balans met een kapitaal van 80 millioen francseene reserve van 20 millioeneene winst van 8 millioen, en stonden de aandeelen op 1070 frs. Een groote maand later, op 5 Maart daaraanvolgende, brak op eens de bom los. Het Comptoir had zich niet bepaald tot de bankoperatiën, waartoe het volgens de statuten uitsluitend recht haddoch de directie had zich laten overhalen tot eene fabelachtige specnlatiewelke door den heer Secretan, directeur van de Société des Métaux, was op het touw gezet. Deze had zich het monopolie willen .verzekeren van den koperomzet over de geheele werelden had contracten aangegaan met alle groote en kleine kopermijnenwaardoor hij de eenige kooper en ook verkooper werd, en dus zijne prijzen kon stellen zoo hoog als hem aanstond. Hij dacht hierdoor 100 percent en meer te kunnen verdienen maar daar het kapitaal zijner maatschappij niet groot genoeg was, zoo moest het Comptoir d' Eseompte hem helpen. Met ongelooflijke lichtzinnigheid nam het Comptoir de verantwoordelijk heid der gesloten contracten overhet totaal dezer som men beliep ongeveer 500 millioen en ware de speculatie niet gestuitdan zon wellicht het cijfer tot een milliard gestegen zijn. Toen op 5 Maart van het vorige jaar het Comptoir geroepen werd, eene som van 20 millioen terug te betalenen de directeur zagdat de kas ledig was verloor hij het hoofd bij de gedachte aan de groote ver antwoordelijkheid, die op hem rustte en schoot zich dood. Het gevolg was een geduchte paniek onder het pnbliek vielen en aan de beurs de aandeelen die 1070 francs stonden, tot 75 francs, en thans staan eenige der grootste financiers terechtSecretan administrateur-directeur van de Société des MétanxHentsch van het Comptoir d' Eseompte Emile Laveissière van de Société des Métanx, en Joubert van de Banque de Paris et des Pays-Bas. Een en ander wegens het nitdeelen van niet bestaande dividenten of winsten aan de aandeelhouders en het in beslagnemen van een artikelhetwelk bij de wet ver boden is. Het is hier namelijk uiet geoorloofd een pro duct., hetwelk een ieder noodig heeft, zooals koper, ijzer, olie koffie enz. enz., in zoo groote hoeveelheden op te koopen, dat daardoor alle concurrentie gedood wordt. Dit wordt beschouwd als .strijdig met de belangen der maatschappij en is daarom strafbaar. Er heerscht overigens in de finantieele wereld een zeker wantrouwen, en dit is niet te verwonderen," wan neer wij nu weerover het Crédit Foncier hooren spreken. De heer Lévèqueafgevaardigde van het departement Cöte d'Or en sinds twaall jaren onder-gonverneur van het Crédit Foncierheeft op eens zijn ontslag genomen uit deze betrekking, verklarende dat hij niet langer de ver antwoordelijkheid wil dragen van zekere onwettige han delingen volgens hem door den gouverneur, den heer Albert Christophle, gepleegd. De houding van den heer Lévèque is voorzeker zeer vreemdgewoonlijk bedenkt men zich niet twaalf jaren lang, wanneer men meent zich te moeten beklagen over verkeerde praktijken. De zaak kwam eergisteren voor de kamer van afge vaardigden doch het zoo lange en onverklaarbare stil zwijgen van den heer Lévèqueingeval zijne beschuldi- juist in hunne eritiek levendig en gul in hunne bijvals betuigingen. De kleedingstukken die Gustaaf, geholpen door den huisknechtvoor den dag had gehaald gaven een zeer goed denkbeeld van de costumeszooals deze bij de werkelijke voorstelling zonden zijn. Het eerste nommer wasRomeo en Julia. Een kamerschutwaarover een tapijt was gehangen stelde de leuning voor van het door het licht der maan bestraalde balcon van het paleis der Capulets. Iduua, Julia met een kanten doekje om den welgevulden hals, leunde er in zulk eene verliefde houding overheen dat haar eigen echtgenoot zieh niet weerhouden kon luid bravo te roepen. Ook Romeo-Gustaafdie met de knie op een kunstig verborgen houten kistsmachtend naar haar opkeek en het hoofd achterover had gebogen als een aangeschoten hertmocht de goedkeuring van den pro fessor verwerven. Hij maakte bepaald een gunstigen in druk. Daarbij waren het blanw-zijden buis nit den tijd der renaissance en de zware vergulden keten geheel over eenkomstig de voorstellingdie de dichter zich van het origineel maakt, evenals de schitterende overvloed van granaatbloemen in het donkere haar der schoone Vero- neesche. Egmond's droom in de gevangenis bood geene enkele zwarigheid aan. Luitenant von H offerthalf bedekt met een blanw-zwarten mantellag vol zelfbewustheid op eene sofa te sluimerenterwijl Klaartje Linda von Lassberg gedrapeerd met tule en neteldoekals de genius der vrijheid hem een krans boven het hoofd hield. Daarna was het door Roland Kessinger geschilderde tafereel aan de beurtdat zoo even het onderwerp van de debatten had uitgemaakt. Iduua tooverde voor den edelman, welke rol inderdaad aan graaf Eberhard was toegewezen eene licht-blanwe sjerp en eene fraaie baret te voorschijnterwijl Marie als gemalin van den Veneti- aan een geïmproviseerden bruidssluier droeg. »Een knap paar fluisterde mevrouw Lncie von Wolfs- hagen tante Susette in het oor en freule von Halffkerke knikte eenige malen bevestigend. Voor de »arme verlatene" had professor Ehlersge- gingen werkelijk gegrond waren maakte het voor den heer Christophle en voor den minister van financiën gemakkelijk zich daartegen te verdedigen zoodat de Kamer het debat sloot met eene motie van vertrouwen. Dit neemt echter niet weg dat het pnbliek langzaam aan hang wordten niet meer weet aan wie het zijne spaarpenningen moet toevertrouwen. Verlaten wij de politiek dan is de voornaamste ge beurtenis de opening van den jaarlijkschen kunstsalon in de Champs Elysées. Ik heb er nog niet kunnen heen gaan ik zal dit echter spoedig doen te meer daar wij dit jaar twee salons krijgeneen in de Champs Elvseés en een ander op het Champs de Mars. De heeren artisten hebben twist gehad ten gevolge van de beloo ningen, welke verleden jaar op de groote tentoonstelling aan de schilders waren toegekend; ondanks alle moeite is deze twist niet bijgelegd, vandaar dus eene scheuring, en bij gevolg twee salons. Dit heeft zijn voor en zijn tegen; een voordeel kan het zijn, indien, door de concurrentie aange spoord, de groote schilders zich beijveren, werkelijk fraaie doeken te leveren; doch een nadeel vloeit ook voort door deze afscheiding, want het aantal middelmatige doeken zal thans in beide salons vrij groot zijn in twee salons is natuurlijk meer plaats dan in eenen allicht heeft Champs Elysées ditmaal een schilder toegelatenal is zijn product ook niet bijzonder, enkel en alleen opdat hij toch maar niet naar Champs de Mars zal loopen en omgekeerd. Er is hier onlangs een groot schilder overleden Robert Floury een der meesters van de fransche school, lid van de academie van schoone kunsten, enz. enz. Fleury vvas reeds zeer oud, ongeveer drie en negentig jaren, en heeft gewerkt onder leiding van Girodet Gros eu Horace Vernet. Zijne voornaamste doeken zijnTasso in het klooster van Saint Onuphre de laatste oogen- blikken van Montaigne Karei V in het klooster van Saint Jnstde intrede van Clovis in Tours enz. enz. Hij laat een zoon na Tony Robert Fleury genaamd die ook een verdienstelijk schilder is. Parijs, 10 Mei 1890. J. M. T. BEliCIJE. De Kamer heeft zich den 13 met 64 tegen 12 stemmen terwijl zich 10 leden zich van de stemming onthielden vereenigd met een door de regee ring ingediend wetsontwerp tot wijziging der suikerbe lasting. DUITSCSHjAND. Te Berlijn is uit Zanzibar het bericht gekomen dat majoor Wissmann den 10 Lindi heeft veroverd nadat de plaats eerst door de dnitsche oorlogsschepen gebombardeerd was. Den 13 is uitspraak gedaan in de zaak der omkoope- rijen bij de marine. Twee der beklaagden zijn veroor deeld tot 2j en 2j- jaar gevangenisstraf en één tot eene maand. Twee zijn vrijgesproken. De Hamburger Nachrichten trekt in een artikeldat blijkbaar weer van prins Bismarck afkomstig is, te velde tegen de Kreuz. Zeitung. Het blad betoogtdat de duit- gevend aan den afwijzenden blik van zijne echtgenoote, Hertha von Weijlburg bestemd. Iedereen was verrast bij de aanschouwing van dat bleeke treurende gezichtjemet de groote tranenlooze oogen dank zij de kunstmiddelen van den regisseur, die over verschillende soorten van blanketsel kon be schikken maar meer nog de wijzewaarop Hertha hare phantasie liet werken en hare rol opvatte. Niet weinig droeg hiertoe bijdat zij gedurende de laatste uren veel bad nagedacht over den raadselachtigen roman van freule von Halffkerke en een oogenblik vóór den aanvang zulke zonderlinge openbaringen had ontvangen omtrent Aurelie. Met hare buitengewoon ontwikkelde verbeeldingskracht verplaatste zij zich geheel in de rol van het door vurig verlangen verteerdemisleide meisje en toen het scherm opgingvoelde zij zich werkelijk angstig te moedeen was hare bleekheid volstrekt niet alleen op rekening te stellen van het overigens goed aangebrachte kunst licht. Nu volgden eenige tafereelen van vroolijken aard waarin de LassbergsMarieHertha en Wladimir Or- lowsky optraden. Er was nu uitsluitend sprake van tafereelen uit den nieuweren tijd zoodat men telkens spoedig gereed was. Alleen Hans Kunibert bood den regisseur bijna onover komelijke hinderpalen aan. In het eenige tafereelwaarin hij moest optreden, zon hij zijne zuster Asra een billet- doux overhandigenmaarniettegenstaande alle bemoei ingen van den professormaakte hij den indruk alsof hij een geladen revolver in de hand had. Het was be paald aandoenlijk te zien met welk eene trouwhartige geduldige uitdrukking 'sjongelings oogen rondkeken, toen hij van alle zijden bijvalsbetuigingen opmerkingen en waarschuwingen ontving welke hij eindelijk als een kunstenaar die eene benefice-voorstelling geeftmet de hand op het hart en met eene diepe buiging beant woordde. Clandine en freule von Grnthenau zaten achter hare zakdoeken te giggelen. »Een rhinoceros aan den Noordpoolfluisterde de

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1890 | | pagina 7