BINNENLAND.
sche regeering noch in 1888, noch op een anderen tijd,
aan de engelsche regeering heeft voorgesteld een verbond
met Duitschland te sluiten of zich te vereenigen met
het drievoudig verbond. Ook is het onjuistdat tus-
schen de vorsten van beide landen hierover is gesproken.
Zelfs de meest onervaren diplomaat weet, dat, inge
val van oorlogEngeland en Duitschland elkaar onmo
gelijk kunnen helpen. Engeland kan dit niet doen in
dien Duitschland met Frankrijk in oorlog komten
Duitschland kan Engeland niet helpen indien dit land
in een oorlog gewikkeld wordt in Oost-Azie. Ook is
het onjuistdat tijdens de troonsbestijging van de kei
zers Frederik en Wilhelm I tusschen de duitsche en
engelsche regeeringen eene minder goede verstandhou
ding bestond. Toen lieten evenmin als nu de betrek
kingen tusschen beide regeeringen iets te wenschen over.
lusschen beide landen bestaat het beste vertrouwen,
dat nog versterkt is door het bezoek door keizer Wilhelm
aan Engeland gebracht.
Te Hamburg staakten de arbeiders in de gasfabriek
het werk, omdat het bestuur geweigerd had den werktijd
van 12 op 8 uren te brengen en zij niet voldoen wilden
aan het verlangen van het bestuur, om uit de vakver-
eeniging te treden. Het gevolg daarvan wasdat het
licht in de straatlantaarns maar van de gewone sterkte
bedroeg en dat men in de woningen öf geen licht öf een
klein lichtje had. Alleen de schouwburgenwelke
electrisch licht hebben ondervonden geen stoornis. Den
13 des avonds waren de straten weer verlicht.
Rijksdag. Den 12 verklaarde de staats-secretaris
voor buitenlandsche zaken omtrent de koloniale aange
legenheden op Afrika's Westkust, dat de handel in men-
schen er thans voor goed een einde had genomen de
invoerrechten waren er vertienvoudigd. De opdracht
van Emin-pacha was, in het belang van den duitschen
handel met de inlanders verdragen te sluiten, vriendschap
aan te knoopen het zendingswerk te beschermen en te
onderzoekenwaar stations tot voortdurende beveiliging
van de karavanen-wegen kunnen worden opgericht.
Engeland en Duitschland gingen loyaal samen om in
beider belang den slavenhandel te onderdrukken.
Bamberger verklaardedat zijne partijgenooten niet
onvoorwaardelijk tegenstanders van koloniën waren, maar
wel van de tegenwoordige koloniale staatkunde.
De Rijks-kanselier von Caprivi antwoordde, dat hoewel
hij vroeger ook niet met koloniën gedweept had, terug
keer thans onmogelijk was, zoowel om de reeds gedane
uitgaven als om de eer.
De rijkscommissaris Liebert gaf den 13 als zijne mee
ning te kennen dat de exploitatie van het bezit van
Afrika s Oostkust buitengewoon goede uitkomsten beloofde.
Hij wees op de verdiensten van majoor Wissmann wegens
het organiseeren van een modeltroep, het aanleggen van
stations die zich goed ontwikkelen, het maken van goede
straten en goede huizen. De aanstelling van Emin-pacha,
een man van practische ervaring, was van de hoogste
waarde voor de zondingen en een machtige factor voor
de koloniale ontwikkeling. Het militair gezag van Duitsch
land in Afrika is met zekerheid gevestigd en het gebruikte
kapitaal zal rijke vruchten afwerpen.
De heer von Bennigsen verdedigde met warmte de
koloniale staatkunde der regeering.
Ten slotte werd de wetsvoordracht naar de begrootings-
commissie verzonden.
Bij de beraadslaging over het wetsontwerp tot ver
sterking van het leger op den 14 wees de minister van
oorlog op de vertrouwelijke besprekingen der betrokken
commissiemen behoortwat de organisatie van het
leger betreftgelijken tred te houden met andere rijken,
omdat die organisatie niet plotseling is tot stand te
brengen. Graaf Moltke zeide, dat men, ondanks alle vre
delievende verzekeringen uit het buitenlandtoch zelf
voorzorgen voor eigen veiligheid behoort te nemen. Hij
geloofde aan de vredelievende gezindheid van alle regee
ringen maar zekerheid kan men toch alleen bij zich
zelf vinden. Hoe beter de strijdmacht is ingerichthoe
luitenant Gustaaf in het oor zachtmaar toch niet zóó,
of Hertha had het verstaan.
Op dit oogenblik ondervond freule von Weijlburg mede
lijden met den reusachtigen jongelingdie zich volstrekt
niet had opgedrongen Paul von Höffert boezemde haar
afschuw in. Het was toch ook hoogst onkiesch, zich op
kosten van zulk een weinig aanmatigend jongmensch
vroolijk te maken alleen om tegenover de dames zijne
meerderheid te toonenDaarna wendde Paul von Höffert
zich met zijne aardigheid tot Marie von Gruthenau
die bijna barstte van het lachen. Eindelijk moest ook
de kolonel voor het voetlicht komen. «Bedouinen, die
eene jonge Engelsche geroofd hebben van een fransch
schilder.
Linda von Lassbergdie iets engelsch in haar voor
komen had was uitgekozen voor de heldin of liever
voor het slachtoffer. Onbeweeglijk en met nedergeslagen
oogen zat zij voor de tentdie bij de repetitie was voor
gesteld door een leunstoel. De twee Bedouinen, Wladi-
mir Orlowsky en Otto von Anzendorffstonden beiden
in eene goed gekozen houdingin de nabijheid van hunne
schoone buit.
Iduna had nog geen zoo schitterende proeve gegeven
van haar talent als costumière. Een paar witte doeken
met een kunstenaarshand over de hoofden en schouders
van de heeren geworpentwee vuurroode shawls en twee
oude vuursteengeweren uit de wapenzaal van den baron
en de zaak was gereed.
Iedereen moest bekennen dat de beide heeren bij uit
nemendheid geschikt waren voor hunne taak. Beiden
hadden donkere oogeneene donkere gelaatskleur en een
zwarten knevel en als zij de oogen opsloegenkeken zij
als een paar echte Arabieren de zaal rond. Wladimir Or
lowsky wiens wenkbrauwen boven den neus ineenliepen,
had eene grimmige uitdrukking op het gelaat; terwijl
bij den kolonel waardigheid ernst en vuur om den voor
rang streden.
»Te drommel," zei de luitenant vrij hoorbaar, «kolo
nel von Anzendorff' zet zijn beste beentje voor!"
«Een knap mandie kolonelfluisterde Claudine
von Gassier de blonde Asra in het oor. «Tot nu toe had
ik dit nog niet zoo opgemerkt. En wat ziet hij er nog
jong uit
Hertha die dit mede aanhoorde-, had ook thans weder
een gevoel, alsof men iets liefs en goeds van haar zelve
geschikter zij voor den oorlog is uitgerustdes te meer
zullen andere mogendheden tot vrede geneigd zijn. Vor
dert de verdediging geld en nogmaals geld, men bedenke,
dat wanneer men zich geene uitgaven had getroostook
de schitterendste geldelijke toestand niet zou verhinderen,
dat de vijand het land binnentrok.
De heer Richter zeide dat, wanneer aanleiding tot
deze voordracht lag in verhooging van de legersterkte in
vredestijd in Frankrijk,waarmede aldaar tevens eene verkor
ting van diensttijd was verbonden, ook voor Duitschland een
diensttijd van twee jaren voldoende zou zijn. De Rijksdag
behoorde zijne eigen zienswijze te volgen en geen besluit
te nemen op het gezag van twee hooggeplaatste militairen.
De minister van oorlog deed uitkomen dat het tot
stand brengen der voorgestelde formaties nimmer meer
noodzakelijk kon genoemd worden dan thans.
De heer Windthorst stelde als motie voor, de benoe
ming eener commissie van "28 leden, welke het jaarlijks
terugkeerende vraagstuk der vredessterkte van het le"er
en der verkorting van den diensttijd oplost.
De minister van oorlog verklaarde dat het door de
verbonden regeeringen voorbereid wetsontwerp betreffende
de legerorganisatie en den tweejarigen diensttijd gele
genheid zou geven om te beraadslagen over de daarom
trent ingediende voorstellen. Op het oogenblik echter
kon geene concessie gedaan worden
De staatssecretaris voor financiën von Maltzahn ver
klaarde in antwoord op eene opmerking van den heer
Richter dat een deel der laatste rijksleeniug werkelijk
geruimen tijd in handen is gebleven van de bankiers
huizen die zich met de uitgifte hadden belastmaar
dat toch het volle bedrag der leening op den behoorlijken
tijd in 's Rijks kas was gestort.
De beraadslaging werd ton slotte verdaagd tot den 16.
OOSTERIiKI.TK-HOXCtA.KIJE:. Bij de beraad
slaging over de begrooting in het oostenrijkseke Huis
van Afgevaardigden deed de minister van justitie uit
komen dat hij in zake de anti-semietische beweging
heeft gehandeld, gelijk hij moest handelen. De regeering
was verplicht de belijders van alle godsdiensten gelijk
te beschermen, ten aanzien van de schikking, tusschen
de duitschers en de oud-czechen getroffen, verklaarde hij,
dat de regeering de verzoening tusschen deze partijen
zooveel mogelijk bevorderde.
TORTUKAIi De Kamer verwierp een voorstel,
waarin de regeeriug uitgenoodigd werd de voorloopige
regeering der Braziliaansche republiek te erkennen.
A BUK. In het mijndistrict Bilbao is eene werk
staking ontstaan waaraan 8000 lieden deelnemen. De
politie was genoodzaakt, tegenover de houding der werk
stakers de personendie zij in hechtenis had genomen
weder in vrijheid te stellen. Er zijn krachtdadige maat
regelen genomen tot handhaving der orde.
X WEDE V De Rijksdag heeft de door de regeerinc
gevraagde 6.750.000 kronen tot aankoop van den° spoor
weg van Lulea naar de grens van Noorwegen goedgekeurd.
VE1HKEHVIHOE: STATES!. Het rapport van het
bureau van laudbouw voor de maand Mei behelst het
volgende het zaaien van katoen heeft laat plaats gehad,
behalve in Noord- en Zuid-Carolina. Dit uitstel is ver
oorzaakt door de buitengewone regens, die op vele plaat
sen overstroomingen hebben veroorzaakt, en op de plaatsen,
waar het uitgezaaide was verrot, heeft men moeten
overzaaien. De uitzaaiing was minder in Tennessee, waar
gewoonlijk 7 8 der gronden zijn bezaaid vóór het einde
van April en waar dit jaar nauwelijks 34 zijn bezaaid.
De toestand van de wintertarwe is '/- hetgeen verla
ging van één punt uitmaakt op het gemiddelde, dat 80
is. Het gemiddelde van rogge is 21 a 933,j0 die van
gerst 84" l0. In Indiana en Illinois komt de achteruit
gang in den toestand het sterkst aan het licht.
ZIT1I» AJTTEIKIKA. De president der Republiek
zeide. Toen zij er over doordacht, kwam zij zich zelve bijna
belachelijk vooi. Mat deed het er toe of mijnheer von
Anzendorff er tien jaar jonger of ouder uitzag En was
het dan zóó belangrijk, dat jong uitzien? Ja, als zij
zich voorstelde dat die bekoorlijke Marie eenmaal het
evenbeeld van tante Susette dat zijHerthazelve
eenmaal eene schaduw zou worden van hetgeen zij thans
was dan moest zij zich zelve wel bekennen dat 's levens
lente iets onbeschrijfelijk heerlijks hadMaar zij was
een meisje! Voor een man beteekenden die uiterlijkheden
niets. Zij begreep zich zelve niet. Het gevoel van welbe
hagen was echter niet te loochenen.
De schemering begon reeds in te vallen toen men
aan het einde was. Er werd op de veranda gesoupeerd
waarna het gezelschap nog eenigen tijd in het park'
rondwandelde en om half elf scheidde men met de be
lofte over acht dagen terug te komen. Professor Ehlers
en mevrouw Iduna zouden intusschen zorg dragendat
iedereen nauwkeurige inlichtingen en teekeningen ontvinw
omtrent de costumes. Ook zou gezorgd worden voor alle
tooneelbenoodigdhedenzoodat deze repetitie tevens de
generale zijn kon.
«Adieu! Adieu! 't Was alleraardigst! Een heerlijke
dag Aangename rit t
Onder die uitroepen rolden de rijtuigen bij het heldere
maanlicht weg.
Hertha bleef naar den hoefslag luisteren, zoolang zij dien
hooren kon. Het was haar zoo eigenaardig te moede, zoo
nieuw en toch zoo heerlijk. Daar deed een nachtegaal
zich hooren in de takken van een grooten plataan. Eene
huivering voer haar door de leden. Ijlings begaf zij zich
naar hare kamer en bleef nog langen tijd in gepeins
verzonken naar buiten staren. De maan scheen zoo hel
der de toppen der boomen ruischten zachtde nachte
gaal zong nog steeds voortOwat was de wereld
toch schoon
Men zou zich vleugelen willen aanbinden om zich te
kunnen opheffen hoog en hooger in dien verblinden
den glans Wat was het toch dat dit menschenhart
zoo vervulde met een onuitsprekelijk verlangen Hertha
voelde dat hare oogen vochtig werden. Of zij zich hare
zwakheid al verweethet hielp niet. De tranen zochten
en vonden een uitweg kalm, zacht en verkwikkend.
ZÜ ontkleedde zich, deed een kort gebed en sliep
spoedig in. Wordt vervólgd.
Argentinië heeft den 11 het Congres geopend. In zijne
Boodschap deed hij uitkomen dat Argentinië vriend
schappelijke betrekkingen onderhoudt met andere rijken
en uitte hij de hoop, dat het Congres zich zou beijveren
om mede te werken tot de ontwikkeling der hulpbronnen
van het land en tot verbetering van den toestand der
geldmiddelen.
STATEN-GENE R A A L.
Tweede Kaïner.
Interpelln t le-Heldt.
De heer H e 1 d t richtte den 8 de volgende vragen tot
den minister van justitie
1 de minister van oordeel, dat het optreden der
justitie en politie^ in den namiddag van 14 April te
Hoogeveen allerminst getuigt van voorzichtigheid en
kalm beleid?
•1°. Acht hij het wenschelijk over dat optreden zijne
afkeuring uit te spreken?
3Is hij genegen maatregelen te nemendat zulk
onvoorzichtig optreden voortaan worde nagelaten
Volgens zijne mededeelingen zouden de te Hoogeveen
wonende bazen den 14 April vergaderen om de eischen
der werklieden te overwegen. Om te doen blijken, dat
het hun ernst was, waren omstreeks 300 veenarbeiders uit
het Zwindersche veld naar het vergaderlokaal der bazen
te Hoogeveen gegaan. Aan de grens der gemeente waren
zij door de politie tegengehouden om hun onbekende
reden terwijl zij met zich voerden de nationale vlag.
Een vijftal arbeiders woonden die vergadering bij en in
middels bleven de overigen in de volmaaktste orde, zonder
gebruik te maken van sterkeu drank in de nabijheid
den uitslag der vergadering afwachten. Die uitslag be
vredigde hun niet, doch geen enkel feit is aan te voeren,
waaruit zou kunnen blijkendat zij: lucht gaven aan
■ïunue ontevredenheid. De groote meerderheid trok in
geiegelde orde af, doch een 50tal bleef nog wachten, om
de gevallen beslissing onder elkaar te bespreken. Alleno-s
vei minderde dit aantal tot tien. Dit groepje zou eindelijk
ook den terugtocht aannemen; een hunner ontplooide de
nederlandsche vlag en dit ergerde den officier van justitie,
die eerst te 5 uren uit Assen was gekomen, zoozeer, dat
hij dadelijk last gafdat de politie zich van die vlag
meester zou maken. De drager waarschijnlijk een goed
vaderlander meende zijne vlag te moeten verdedigen
en daarmede was het sein gegeven tot een woesten en
ruwen aanval en werden de geheel weergalooze arbeiders
rechts en links geslagen door de politie. Zelfs van een
ai beider vader van een gezin werd de schouder stuk
geslagen, zoodat hij, volgens verklaring van den geneesheer,
vijf a zes weken onder behandeling moet blijven, terwijl
eenige andere personen lichter gewond werden. Deze
mededeelingen werden gevolgd door eene afkeuring van
liet gedrag der jastitie en politie. De minister van
justitie antwoordde, dat hij de eerste zou zijn om af
te keuren de wijze, waarop justitie en politie zich te
Hoogeveen zouden hebben gedragen was het door den
heer Heldt opgehangen tafereel eene werkelijk getrouwe
af beelding van het voorgevallene. Zijne inlichtingen zijn
van den officier van justitie te Assendiemet het ge-
heele begin der zaak niet te maken gehad hebbende
onbevooroordeeld kwam op het oogenblik van het begin
der wanordelijkheden. Vol^jns het wijdloopig verhaal
van den minister zou de uMerl. vlag die op een stok
gedragen werd, aau de veenarbeiders in ruil zijn gegeven
door den heer Rahderin de buurt van Hoogeveen
wonendein plaats van eene roode vlag. In den tijd
dat de samenspreking plaats had, verspreidden zich
veenarbeiders in verschillende groepen in Hoogeveen
en drongen sommigen in tal van winkels en slijterijen
binnen om daar levensmiddelen, brood, spek, leverworst
en sterken drank, zonder betaling, te eischen, op meerdere
plaatsen onder bedreigingdatgaf men die artikelen
niet goedwillig, men ze toch zou nemen. Tal van win
keliers hebben dit gestaafd. In sommige winkels is het
ook tot baldadigheden gekomen; bij een tapper heeft men
zich onder bedreiging 5 kan jeneverbij een ander 15
kan laten afgeven. De in het begin misschien rustige en
goedgezinde arbeidersmenigte geraakte daardoor lang
zamerhand in een meer opgewonden toestand, waardoor
het niet meer zoo ordelijk toe ging. Toen de officier van
justitie aankwam, waren verscheidene personen aanwezig,
die onder den invloed van te veel gebruik van sterken
drank waren. De waarnemende burgemeester had hem
telegrafisch om versterking der politie gevraagd. Toe
vallig had te Hoogeveen eene bijeenkomst plaats van de
brigade rijksveldwachters tot regeling van den dienst.
De officier zelf heeft t08n gezien dat de dienstdoende
rijksveldwachters met alle mogelijke bedaardheid zich
voortdurend onder de menigte bewogen hebben steeds
aanmanende tot rust en tot stilzwijgen, wanneer telkens
op nieuw luidruchtig werd gezongen of geschreeuwd.
Geruimen tijd gelukte dit, en verscheidene gingen lang
zamerhand naar huis. Doch 50 a 60 man, die te ongeveer
zes uur wilden vertrekken, wilden in optocht door Hoo
geveen gaan (waartoe zij geene vergunning hadden) en
een hunner ontrolde de vlag die 's morgens medege
bracht en in hun bezit gebleven was ondanks de ver
maningen der politie. In overeenstemming met de
politio-verordening werd toon verboden, de vlag verder
te ontplooien en een optocht tc houden, welk verbod door
hem minister wordt goedgekeurd. Toen men weigerde
gehoor te geven aan dat verbod, werd de vlag door
de politie in beslag genomen, waartegen men zica met
alle kracht verzette door aan de vlag te rukken en de
beambten weg te dringen. Ten slotte behield de politie,
die zich met den sabel in de hand tegen het opdringende
volk moest verdedigen de vlag. Toen waren er niet
tienmaar ongeveer 50 arbeiders aanwezig, waarvan 14
reeds meermalen door de rechtbank te Assen wegens
verschillende misdrijven veroordeeld waren. Dat er slagen
zijn toegebracht, is waar, maar zij waren naar zijn inzien
volkomen gerechtvaardigd, al wil hij niet ontkennen, dat
het te betreuren is, dat het zoover moest komen en dat
verwondingen plaats hadden, maar dit alles is niet te wijten
aan de wijze, waarop de politie zich heeft gedragen, wel
aan de wijze waarop de veenarbeiders huis hebben ge
houden. Op de eerste vraag antwoordde de minister,
dat hij het optreden èn van de justitie èn van de politie
volkomeu goedkeurde en de door hem bijgebrachte feiten
volkomen voor zijue verantwoording nam. Daardoor was