Veertig Cents
Spoorwegpolitiek.
HERTHi
C. FOGTELOO,
Feuilleton.
No.
Twee en Wegentigste «Jaargang,
1890.
Z 0 N D A G
25 MEI.
Hit nummer bestaat uit 2 bladen.
EERSTE BE AH.
Uitsluitend voor de geabonneerd en op ons blad stellen wij,
tot den uiterst lagen prijs van
verkrijgbaar eeneserie boeiende vaderlandscb-bistorisehe Novellen
van
getiteld: De Oorlog in het Polderland.
Helden in Donkere Dagen.
Slag bij Kijkduin.
De Overwintering op Nova-Zembla.
Be aflevering geschiedt, slechts voor zoover de voorraad
strekt, a contant. Waar buiten per post, na ontvangst van 5Ö ets.
DE UITGEVERS.
UK1IAARSCHE CO RAM
Deze Courant wordt Binsdag-, iïonderdas;- en
Z«terfl»gav«iiA nitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden voor Alkmaar 0,80; franco door het
geheele rijk 1,
De 3 nummers 0,0«.
wA "V
Telefoonnummer 23-
Prijs der gewone Advertentïïn
Per regel 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
Den 28sten Juni 1881 werd door de Tweede Kamer der
Staten-Generaal besloten tot het houden van een onderzoek
omtrent de exploitatie der Nedorlandsehe spoorwegen en
daartoe een eommissie van zeven leden benoemd. De
wenschelijkheid van het onderzoek werd onder anderen
toegelicht door de volgende zeer juiste,opmerking »Hier
te lande hangt de exploitatie van het spoorwegnet ten
nauwste met zijne wording samen. Dat net is niet de
vrucht van een vooraf na grondig overleg beraamd plan.
De hoofdlijnen daarvan werden niet, gelijk b.v. in België,
volgens ééne grondgedachte getrokken en aangelegdzij
kwamen bij gedeelten tot stand, en bij Se aanvulling van
het bestaande werd niet altijden stellig niet in de
eerste plaats, op den samenhang gelet. De beste lijnen
worden door de eerste concessionarissen genomende
Staat vulde grootendeels aan wat ontbrak, en leder exploi
teert nu of verhuurt ter exploitatie dat gedeelte hetwelk
hij zelf heeft aangelegd."
Het belangrijk verslag van de wijze waarop de com
missie zich van hare taak had gekweten en van de uit
komsten van haar onderzoek werd den 9den October van
het volgende jaar (1882) vastgesteld en geteekend. Be
sluiten naar aanleiding van dat verslag zijn niet genomen;
UIT HET HOOGDUITSCH VAN E. ECKSTEIN.
21)
Over het gelaat van tante Susette gleed een straal
van goedhartige blijdschap. Zij had het jonge meisje lief-
gekregen in den korten tijddien deze op het kasteel
had doorgebracht. Zij voelde dat hier een diep gemoed
een degelijk en toch echt vrouwelijk karakter verborgen
was achter onschuldige vroolijkheid en kinderlijken over
moed. Hertha's openhartigheid en gevatheid doch vóór
alles hare neiging tot hetgeen de profane menigte ro
manesk" noemt dat alles moest tante Snsette aan
trekken als de magneet het ijzer. Die zekere neiging
scheen haar echt gezond toedaar zij niet gepaard ging
met laffeflauwhartige sentimentaliteitdoch met fris-
schen levenslust en opgewektheid en dientengevolge in
haar oog een eigenaardig stukje poezie was. Freule von
Halffkerke was in haar tijd evenzoo geweest. Zeker
thans lag er een weemoedige sluier over haar leven die
haarals zij alleen waseene uitdrukking gaf van mat
heid en ernst. Maar ook slechts wanneer zij alleen was
Nooit viel zij iemand lastig met een onaangenaam hu
meur, of ook maar met verhalen uit baar vroeger leven...
nooit liet zij iemand een blik slaan in haar eigenaardig
lot
Nooit
Terwijl zij in Hertha's schitterende oogen staarde
vroeg zij zich af of zij voor dit jonge schepseltje niet
reeds al te duidelijk geweest wasof zij juist haar niet
reeds te veel had geopenbaard.
Die Hertha had ook eene manier om iemand's hart te
maar wel mag buiten twijfel worden gestelddat het
daarin ontstoken licht over het beheer onzer spoorwegen
en de meeningen en opmerkingen van zoovele onder-
vindingrijke spoorwegmannendie bij het onderzoek zijn
gehoordaan de spoorwegmaatschappijen en het regee-
ringstoezicht ten goede zijn gekomen.
Na de verschijning van dit verslag werd ook bij ver
lenging van concessie en vernieuwing van overeenkomst
door drie groote spoorwegmaatschappijen van de be
staande exploitatie in hoofdzaak niet afgeweken; toen de
tegenwoordige Regeering aan het bewind kwam, vond zij
een door haar voorgangster gesloten overeenkomst met
de Rijnspoorwegmaatschappij tot verlengen van hare
concessie, die nog door de Staten-Generaal moest worden
bekrachtigd, maar waarvan zij de verdediging niet op zich
wilde nemen; op verzoek der maatschappij werd de over
eenkomst daarop ontbonden, en dit gaf aan de Regeering
de gelegenheid omzooals hare mededeeling aan de
Tweede Kamer luidt, »de spoorwcgquaestie op zich zelve
eu buiten den invloed van eene afdoening eischende con
cessie-aanvraag nader te overwegen." Die overweging
heeft tot inderdaad verrassende uitkomsten geleidin
drie overeenkomsten met even zoovele spoorwegmaatschap
pijen (die tot exploitatie van Staatsspoorwegen, de Hol
landsche en de Rijnspoorwegmaatschappij), waarvan de
Regeering de bekrachtiging aan de Staten-Generaal voor
stelt wordt de Rijnspoorwegmaatschappij opgeheven en
veroveren om geheimen nit te lokken Enfin zij
bewaarde ze ook en beter nog zij eerbiedigde en be
greep ze. Geen zweem van overmoed van dien onuit
gesproken spot met de oude jongejuffrouw die nog hecht
aan de herinneringen uit de lente haars levens In één
woord Hertha was een lief schepseltje dat haar hoe
zonderling het moge klinken nn reeds beter kende dan
de baronesse von Grnthenau, gezwegen nog van de lucht
hartige Marie.
Hertha had haar arm vertrouwelijk op dien van de
freule gelegd.
»Gij bloeit als eene roossprak Susette. »Hier, neem
dezen knop die past bij n. Jajaals men jong is
Toen ik zoo oud was als gij kon ik er ook beter tegen,
maar nu krijg ik er hoofdpijn van. O wij vierden nog
anders feestEens het was de zeventiende Juli
vijfenveertigin dien zekeren zomer hebben wij in
diezelfde zaal doorgedanst totdat de zon den vloer be
scheen. Toen gingen wij toch niet naar bed. Wij snelden
naar het meer en maakten een heerlijken roeitocht
tien of twaalf jongelui allen even levenslustig en over
moedig. Terwijl de gastendie van elders gekomen
waren naar huis redengenoten wij van de frissche
morgenlucht. Wij waren wel wat koud maar het was
toch verrukkelijkIk zie mij zelve nog in mijne wel
wat laag uitgesneden lila zijden japonhet haar glad
met lila- en penséekleurige bloemenden collier van
turkooizen om den hals gij moet dien collier nog
zienHerthana dien avond heb ik dien niet meer ge
dragen en een doek met rose en witte ruiten over
de schouders tegenwoordig noemt men die sorties de
bal. Ik [zat aan den linkerkant van luitenant von
Anzendorff en aan zijn rechter
Zij bleef steken.
sNuwaarom vertelt gij niet verder? Het interes
seert mij meer dan ik u zeggen kan
>Gij ondeagend dingzei freule von Halff kerke
lachend niettegenstaande hare oogen vochtig waren ge
worden. Ik schaam mijdat ik zoo'n oud rnensch
mij zoo laat meeslepen. De onmeédoogende mensekkeid
haar materieel met alle rechten en verplichtingen dooi
den Staat overgenomen, gaan de lijnen dier maatschappij
met den Nederlandschen Centraalspoorweg in exploitatie
over aan de Exploitatie-maatschappij, die op hare beurt
de lijnen Leeuwarden Stavoren en DordrechtEist aan
de Hollandsche maatschappij overgeeften worden be
langrijke wijzigingen in de bestaande regelingen gebracht;
de slotsom is, dat er twee groote spoorwegmaatschappijen,
de Hollandsche en de Exploitatie-maatschappij zouden
overblijvenmet ruime toepassing van het stelsel van
gemeenschappelijk gebruik van dezelfde liinen.
Over het voorstel tot een zoo belangrijke verandering
in de bestaande exploitatie onzer spoorwegen hebben vele
leden der Tweede Kamer blijkens het voorloopig verslag
van haar onderzoek hunne bevreemding te kennen ge
geven. Heeft de Regeering aldus werd gevraagd zich
wel voldoende rekenschap gegeven van de eischen die in
het belang van handel en verkeer gesteld mogen worden?
Heeft zij wel afdoende gronden aangevoerd voor een ver
andering die voor de schatkist zeer bezwarend kan zijn
Wat gaf haar aanleiding tot zulke ingrijpende voor
stellen? Welke overwegende bezwaren heeft de tegen
woordige toestand opgeleverd, die niet door de regeering
konden worden opgeheven, wanneer zij van de haar toe
gekende bevoegdheden gebruik maakte Welke zijn de
belangrijke klachtendie de Regeering bewogen hebben
tot zulke belangrijke maatregelen
Voor deze vragen bestond inderdaad eenige grond. In
het reeds vermelde verslag der commissie van enquête
wordt het bestaan der drie groote spoorwegmaatschap
pijen niet veroordeeldmaar wel verdedigdimmers
daarin leest men Wanneer de exploitatie van het
Nedorlandsehe Spoorwegnet op zoodanige wijze zal zijn
verdeeld tusschen de drie bestaande groote maatschap
pijen, dat elk van haar eene of meer verbindingen tus
schen onze groote koopsteden en de grenzen in handen
heeft, hetzij langs hare eigen lijnen, hetzjj langs de lijnen
van andere ondernemingen door middel van runningpowers
(gemeenschappelijk gebruik); dan mag men vertrouwen,
dat met goed gevolg aan de behoeften van het verkeer
voldaan en aan de concurrentie van het buitenland het
hoofd geboden zal kunnen worden. Ieder dier maat
schappijen zal dan een deel van het net exploiteeren, dat
op zich zelf een goed samenhangend geheel uitmaken en
zich tot eene zelfstandige exploitatie leenen zal. Aan
geene van haar zal de noodige kracht ontbreken om
zich in den eersten tijd de in het belang van het verkeer
vooral ook tegenover het buitenland vereischte opoffe
ringen te kunnen getroosten. Tot dusver heoft de con
currentie voor het iuternationaal verkeer tusschen de
Exploitatie- en de Rijnspoorwegmaatschappijen gevoerd,
en waaraan sedert de aansluiting te Winterswijk ook de
Hollandsche maatschappij heeft deelgenomen, voor onzen
handel niet slecht gewerkt. Aan haar is het te danken,
dat de Dnitsche spoorwegpolitiek aan het verkeer over
onze havens veel minder schade heeft berokkenddan
anders te duchten geweest ware. De maatschappijen mogen
zich wederkeerig over het gebrek aan esprit de corps
harer concurrenten tegenover het buitenland beklagen
noemt datoudewijven gebabbel."
En ik vind het allerliefst van udat gij mij een
blik gunt in uwe jeugd. Gij moet wel heel mooi geweest
zijnuwe oogen bewijzen dat. Trouwens tante Snsette
heeft mij al zooveel laten radenwaarom zondt gij mij
niet zonder aarzelen uw trouwe hart blootleggen Wat
gebeurde er toen verder op die roeipartij in den vroegen
morgen
»0 niets, mijn kind, niets. Ik wilde alleen maar
zeggen hoe vroolijk en overmoedig wij waren en hoe
veel men als jong meisje doen kan! Een uur lang voeren
wij kris en kras over het meer; de morgenwind blies
ons duchtig in het gezicht, maar wij lachten er om.
In Lassberg dronken wij kolfie en toen toen wandel
den wijdoor de heeren van Göllrode tot aan de Ade
laarsrots vergezeld naar Grnthenau terug 1"
»Dus juist zooals wijop den dag van mijne aan
komst."
Jamaar na zes uren gedanst te hebben
»Zoo en de damedie aan de rechterhand van den
kolonel zat
»Naast luitenant von Anzendorff? Lieve Hemel, mijn
kinddie ging mij niets aan Waarom zou ik haar
nu noemen Ik vermoedde toen nietLuitenant
von Anzendorff had vijf maal met mij gedanstHij
scheen mij nog al te mogen lijden
»Gij antwoordt mij niet op mijne vraag, tantetje!
Ben ik te indiscreet of wilt gij het aan mij overlaten
uw verhaal verder uit te spinnen?"
»Nu, ik ben benieuwd te hooren wat gij er van ma
ken zult", sprak tante Snsette.
»0 dat is doodeenvoudigZie tantetje maar gij
moogt niet boos worden Kan ik daar vast op re
kenen
»Dat zal er van afhaDgen..."
»Oeh neen gij zult niet boos op mij worden want
gij weet wel hoeveel ik van u houd hoe onbegrijpelijk
het mij voorkomtdat wij zooveel in leeftijd verschillen,
terwij) wij toch zoo sympathiseeren. Welnu, toen ik eenige
dagen geleden op uwe kamer was en gij mij dat oude