Amsterdamsche Brieven. datgenewat hij gevoelt, ook voor een leek duidelijk en verstaanbaar te maken. In dat opzicht drukt hij de voetstappen van Ambroise ThomasGounodMeijer- beer en andere fransche componisten. Zijne muziek is nieuw, origineel en toch echt franschen dat is be paald een lof, welke men hem niet te veel kan toedichten. Niet dat ik iets op de waarde der duitsche muziek zou afdingen het tegendeel is waardoch waar Duitschers eu ook Hollanders dikwijls met goed succes in staat zijn Wagner na te volgen, daar is dit geheel iets anders met de Franschenwier karakter volstrekt niet met Wagner's muziek overeenkomten die dus verstandiger doenwanneer zij oorspronkelijk blijven, liever dan ver velend en na-aperig te worden. De opera werd door het orkest, door de hoofdzangers en zelfs door de koren op verdienstelijke wijze gesteund, en de componist en de artisten smaken de voldoening van oen in alle opzichten verdiend succes. Nu wij zoolang over de kunst gesproken hebben zullen wij de salons nog tot een volgend maal bewaren te meer nog, omdat de zware stortregens ons volstrekt niet uitnoodigeu nu reeds eeue wandeling naar het Champs de Mars te maken. Wij weten bet nog van verleden jaar, dat, bij slecht weder, wij er ons niet te best amuseerden. Intusschen werd heden in de tweede kamer een besluit genomenhetwelk het kunstminnend publiek voorzeker niet zal meevallen. De minister van schoone kunsten vroeg een crediet aan van een kwart millioen tot het aankoopen van eenige fraaie schilderijen voor het museum Louvredoch het meorendeel der afgevaardigden was voor eene «économie de bouts de chandelles", en alzoo werd dit crediet niet toegekend. Dit is bepaald eeue groote fout; zuinig te wezen is wel heel mooi, doch wat beteekeut een kwart millioen voor een land als Frankrijk? Het is te weuscken dat dit slechts eene uitzondering blijkewant eene republiek behoort niet alleen demo cratisch doch bovenal verlicht onderwezen en kunst minnend te zijn. Het spijt mij dezen brief te moeten besluiten met een akelig verhaal, doch ik kan niet nalaten althans met een enkel woord te spreken over een nieuwen moorddie sinds een tiental dagen geheele kolommen van dag- en weekbladen in beslag neemt. Het slachtoffer is weder eene dier ongelukkige vrouwen, zooals er in groote ste den zoo velen zijndie in een ongeregeld leven een middel van bestaan vinden. Marie Gugnal was pas drie en twintig jaar oud en meer bekend onder den naam van Marcelle. In den nacht van 7 op 8 Mei moet de misdaad gebeurd zijn; de ongelukkige jonge vrouw heeft nog enkele dagen geleefd en is eindelijk in het hospitaal gestorven zonder aan de justitie voldoende inlichtingen omtrent den misdadiger te kunnen geven. Zal deze nog gevonden worden misschien Prado en Pranzini hebben gelijke snoode daden met hun hoofd geboet, doch aan den anderen kant schijnt hetdat in de laatste achttien jaren ongeveer vijftig zulke vrouwen op dezelfde wijze den dood vondeu, en niet altijd viel de misdadiger in handen der heilige Hermandad. De reden dezer straf feloosheid is waarschijnlijk deze, dat het groote publiek niet zoozeer door zulke aanslagen wordt aangetastals wanneer het een rustig borger geldt. In dit laatste geval en terechtrust noch de pers noch de politie voor de boosdoener gevat is. Parijs, 19 Mei 1890. J. M. T. XV. Als een rechtgeaard Amsterdammer moet ik beginnen met de tramquaestie ter sprake te brengendaar deze de gemoederen van de bewoners der hoofdstad zoozeer vervult. Jaren lang heeft de inrichting van den dienst der Amsterdamsche Omnibusmaatschappij de bewondering van «stadgenoot en vreemdeling" zooals de stereotiepe uitdrukking luidt getrokken steeds heeft ieder een woord van lof gehad voor de doelmatige wagenshet beleefde en behulpzame personeel, de forsche paarden en de toch niet al te hoogc prijzen van vervoer. Die laatste opmerking verstomde, toen de tramomnibussen langs onze wegen gingen hotsen en met een veel lager tarief voor den dag kwamen. Zoo sterk verminderde het getal der passagiers van de A. O. M„ dat deze,.gelijk bekend iszich gedwongen zaghare abonnementskaartjes van 10 ets. tot 61 ets. terug te brengen. Dat toegeven heeft haar een reeks van moeilijkheden bei-eid en bij het nieuwe contractdoor haar met de gemeente Amsterdam te sluitenzijn bijna alle Raadsleden er op uit geweest om zooveel mogolijk voordeelen voor de gemeente te bedingen. Ontegenzeglijk heeft de A. O. M. jaren lang zeer hooge dividenden uitgekeerd doch insgelijks moet worden er kend, dat zij in die jaren toch reeds groote sommen voor de concessie aan de gemeente heeft uitbetaald en zich nooit ontzien heefthooge bedragen te besteden waar het 't dempen van grachtenhet verlagen van bruggen het verbroeden van wegen eu dergelijke wer ken gold. V eel heeft zij op die wijze tot verbetering en verfraaiing van de hoofdstad bijgedragen, wat baar waar lijk op eenige erkentelijkheid aanspraak geeft. Door een voortreffelijk beheer, waarbij echter niets verzuimd werd, dat haar nog meer de gunst van het publiek deelachtig kon doen worden, bleef er niettemin jaarlijks een belangrijk saldo in kas, dat aan de aandeelhouders ten goede kwam. Alle inspanning, die de directie zich getroost heeft, dreigt haar verderf te worden. Onder de vroede mannen van Am sterdam zijn er velen die thans niets liever zouden doen dan de vruchten te plukken van het door haar uitge strooide zaad, ja, een viertal hunner, de heeren Heineken, Treub, Becker en Gerritsen, beeft het zelfs gewaagd om voor te stellen, de geheele concessie in te trekken en de exploitatie zelf ter hand te nemen. Gelukkig, dat Neer land's hoofdstad echter «Ondank is 's werelds loon" niet zoo ver gedreven heeft en dit voorstel geene meerderheid heeft kunnen verkrijgen. Niemand zal het der gemeente euvel duiden, wanneer zij hare eigen belangen niet voor bijziet, doch daarom behoeft nog niet aan elk particulier initiatief de doodsteek gegeven te worden. Het gaat toch niet aan, om concessionarissen, die hunne verplich tingen trouw nakomen en door beleid en verstandig beheer hunne onderneming tot weivaart weten te brengen op een goeden dag aan den dijk te zetten om daarna met volle garven te oogsten van hetgeen zij geplant hebben. Op die wijze zou voor elke geconeessioneerde onderneming van particulieren de prikkel weggenomen worden om zich met hart en ziel aan hare belangen te wijden, want leidde haar streven tot de gehoopte uitkomst, dan kon eene naasting door de gemeente iedereu dag vóór de deur staan. Het zou haar dus geraden zijn om niet al to voel naar vooruitgang te streven maar dan heeft men toch ook het recht om te vragen waar blijven de belangen van het publiek Dit wordt gepaaid door fraaie voorstellingen van mindere belasting, doch al de beloften op dat punt zijn in de laatste jaren zoo dikwijls herhaald en zoo zelden vervuld, dat men daaraan ternauwernood meer gelooft. Is, er weinig geld voorradig, dan wordt er zuinig geleefd, is er wat meer in kas, dan kan alies op wat grooter voet geschieden. Van den gunstigen financiëëlen toestand der A. O. M. meende ook een amsterdamsch ingezetene te kunnen profiteeren. Men moet namelijk weten, dat bij den aan leg van de lijn Dam—P. C. Hooftstraat de rails der Maatschappij over een klein gedeelte van het Schapen- burgerpad nabij de Hobbema-straat gelegd werden waar tegen geprotesteerd werd door den bekenden kunstlievenden kleermaker F. H. Weute, die een terrein aan dien weg bezat. De uitspraak der rechterlijke macht werd inge roepen met het gevolg, dat de heer Wcnte in het gelijk werd gesteld. Zegevierend begaf hij zich naar de directie der Maatschappij en eisebte van haar, dat zij voor zijn stukske grond van nauwelijks 5 M aan hem vergoeden moest1° de advocatenrekeningen ten bedrage van 4000, 2". een stuk bouwgrond ter grootte van 115 M2, 3°. voor een door hem te duur gekocht perceel aan het Schapen- burgerpad 2000 en 4'' de kosten eeuer eventueele ont eigening. Werkelijk betoonde de Maatschappij zich zeer inschikkelijk, want zij verklaarde zich bereid de beide eerste eischen in te willigen De beide andere stonden echter geheel niet in verband met de aanhangige kwestie en toen de Maatschappij weigerde daaraan te voldoen heeft de heer Wente in de afgeloopen week op een goeden morgen bij het Schapenburgerpad een schutting opgericht, zoodat de tram de P. C. (een amsterdammsr laat de rest altijd weg) niet kon inrijden. Een kleine opening in de draad af te snijdenmaar ik heb in mijn lang leven ge leerd vergevensgezind te zijn en aan het woord te ge- looven «Alles begrijpen is alles vergeven." Bovendien het schijnt dat er mannen zijn, overigens edele karakters, die op dit punt hunne eigene inzichten hebben. De drang, die al wat leeft ook aan het leven doet hechten is zoo onweerstaanbaar dat die zekere Fransche schrijver mis schien gelijk heeftwaar hij beweertdat de aanleiding tot eiken zelfmoord een ziekte is «Dan toch een zielsziektemompelde Hertha. Freule von Hafflkorke streek zich met een zucht Over het voorhoofd. «Wij zijn daar op een onverkwikkelijk onderwerp ge komen sprak zij op een toon waarin eenig zelfver wijt was gelegen. «En dat op zulk een prachtigen dag Laat ons over iets aangenamers praten. Weet gij wel freule Herthabedoel ik dat gij er gisteren in uwe zeegroenen japon allerbekoorlijkst uitzaagt En apropos ja dat wilde ik u nog zeggen gij hebt wel een weinig talent om de coquette te spelen." »Ik? «JazekerGraaf Gassier heeft u vreeselijk het hof gemaakt en gij hebt het u laten welgevallen) en maar gelachen, ofschoon gij mij toch 's middags de verzekering hadt gegevendat de graaf u zoo onverschillig was als één man ter wereld." Dat is hij mij ook en juist daarom kon ik zoo vrij en zoo overmoedig zijn." «Ik weet niet of ik n wel mag aanmoedigen om op die manier voort te gaan. Gustaaf, bijvoorbeeld, was bij lange na niet zoo in do gratie." «Zoo En acht n dat verkeerd van mij Maar ik vind den graaf honderdmaal interessanter. Hij is een man van ondervinding, zijne hardigheden verraden ten minste eenigen geest, terwijl Gustaaf ik weet niet hoe het komtmaar hij maakt op mij den indruk van een ou- handigen gymnasiast. Ik dweep niet erg met de jongere heeren, ik bedoel met die heele jonge." «Dat heb ik opgemerkt. Ook die zonderlinge Rus, die rarf den graaf kwam, ik vergeet tolkens ziju naam Wladimir Orlowsky." «Ook deze scheen genade te vinden in awe oogen. Zijne spraakzaamheid scheen onweerstaanbaar te zijn. Gij luisterdet met eene aandacht «Och, tantetje, nu plaagt gij mij Aandacht! Hoe komt u er bijMen is al gelukkigwauneer men onder het dansen verschoond blijft van die gewone praatjes over het weer. TrouwensOrlowsky heeft werkelijk iets eigenaardigs." «Ziet gij wel «Hij flapt er uit, wat hij op het hart heeft, onverschillig of bet vleiend voor hem zeiven is of niet." «Misschien kan hij dat niet zoo juist onderscheiden." «Dat is wel mogelijk. In elk geval is het amusant als hij op zijne eigenaardige wijze vertelt, hoe hij eens in Charkow een pak slaag heeft gehad van zijn eigen dron ken koetsier en hoe die man hem later op zijne knieën om vergiffenis smeekte. Zijn jachtgeschiedeuissen zijn echter het aardigst. Milnchhausen in eigen persoonMaar zoo goed gemeend, zoo onschuldig Geloof mij die man heeft een goed hart. Mijnheer von Anzendorff is ook zeer met hem ingenomen. Zij hebben bepaald vriendschap gesloten." De dames waren al pratende omgekeerd en wandelden nu door de allee naar het terras terug. «De kolonelfluisterde Hertha. Zachtkens drukte zij den arm van hare oude vriendin Mijnheer von Anzendorff nam al op grooten afstand den hoed af, groette de dames op zijne gewone beleefde, doch eigenaardig afgemeten wijze, vroeg naar de gezondheid en of zij zich gisteren op het verjaarfeest van Marie goed geamuseerd hadden. Freule von Halffkerke bedankte hem met eene buiging, maar Hertha verklaarde op vroolijken toondat zjj in langen tijd zulk een heerlijken dag niet had beleetd. De kolonel knikte en zeide«Dat geloof ik wel, want alles werkte mede, om het hart van een jong meisje in verrukking te brengen." Wordt vervolgd. laagte was alleen 01U da menschen door te laten, doch ook later werd 1ze toegang geheel afgesloten. Men begrijpt, hoe dit nieutje aj3 een ioopend vaartje door de stad verspreid(l' em nieuwsgierig als de amster- dammers zijn, gingen ve^ eens naar de wegversperring kijken. Om hare passagii, z00veel mogelijk te gerieven liet de A. M. in de eer.t, dageu vau de amdere zijde der schutting een wagen n,r jiet eindpunt der lijn en omgekeerd loopenzoodat .en jn do Hobbema-straat slechts moest overstappen. w de p. c. echter niet oveial dubbel spoor heeft, was i»ze dienst zeer gebrekkig, maar voorzag toch nog eenigei,atc iu de behoeften, doch nu de Hobbema-straat gehee.j3 afgesloten, zien de bewoners der P. C. dubbel verlangud uit naar beëindi gen van liet geschil. Men kan nietandej.3 zeggen dan dat B. en W. onzer stad zeer spoedig ,r op bedacht zijn geweest om in dien zin werkzaam te ;jn Slechts een enkele dag na de afsluiting werd door La voor de leden van den raad een voordracht ter visie ge,cd, waarin zij aantoonden dat het op den weg der gemunte lag voor het betwiste gedeelte terrein een onteigeniio-gwetlian te vragen, waartoe zij des te meer vrij moedighei cevoelden, daar de A. O. M. zich bereid verklaard had de kosten, dié hieruit zouden voortvloeien, voor hare rekeningte nemen. Nu deze voordracht is aangenomen, zijn mijnheelWente's kansen om zijne wenschen vervuld te krijgen nie weinio- gedaald en het pleizier van zich dagelijks te verkneukelen als zijne schutting den trampaarden een «tot hiertoe e> niet verder!" gebiedt, zal nu zeker vrij wat minder in zjjn beurs doen vloeien dan hij gehoopt had. In mijn vorigen brief bracht ik den 8 urigen arbeids dag ter sprake en daar ik gehoord had, dat deze be handeld zon worden in eene vergadering der Amster damsche Typografen begaf ik mij zondagmiddag j.l. daarheen. Het trof mij dat daar bijna algemeen een werkdag van 8 uren te kort gevonden werd en zelfs socialistische woordvoerders zich vóór een arbeidsdag van 10 uren verklaarden. Allen erkendendat de be oefenaars der typographic meer nog dan andere arbeiders tijd noodig hebben om zich intellectueel te ontwikkelen, zoodat mij hnn streven naar twee uren arbeid per dag meer dan andere werklieden vragenwerkelijk wel der vermelding waard scheen. Overigens kreeg men op die vergadering den indruk dat het ook bij de typografen van Amsterdam alles behalve couleur de rose is." Met 9 a 10 gulden per week moeten de meeston hunnervaak niet een talrijk gezinrondkomenvan den vroegen morgen tot den laten avond moeten zij daarvoor hard werken en dan gaat er nog zooveel af voor huishuur en belasting! Met een bijtend sarcasme schetste de president van de Amsterdamsche afdeeling van den Ale. Ned. Typografenbond den zwaren strijd om het bestaan dien hij'en zijnsgelijken te voeren hebben: in de boekenwin kels lagen brochures, waarin «de knust" beschreven werd om met f 1500 s jaars rond te komen als dat reeds een kunst is hoe zal men dan met 450 of f 500 'sjaars op fatsoenlijke wijze in zijn levensonderhoud voorzien Na zijne rede werd met algemeeue stemmen eeue motie aangenomenwaarin de vergadering besloot stappen te doen om het volgende te verkrijgen1° een arbeidsdag van 10 urenwaarvan de verdeeling door de patroons, in overleg met hunne ondergeschiktenkan worden vastgesteld2° een mini mum-weekloon van J 12 d. i. 20 cent per uur3tt afschaffing van stuk werken4° iagang van het nachtwerk om 11 nar eu een extra-betaling daarvan van 10 cents per uur 5° betaling van overwerk met 25 cents per uur. Komt mij eens iets ter oore van den invloeddoor deze motie Ook de timmerlieden zijn weder eens bijeen geweest en ditmaal hadden verscheidene patroons van hunne uit- noodiging tot bijwoning der vergadering gebruik gemaakt. Ook hier waren de gezellen voorstanders van een 10 urigen arbeidsdag en gelijk men zich heriuneren zal wilden zij dan 25 cents per uur verdienen. Een dei- hoofdbezwaren die wij in een der vorige nummers van deze courant tegen dit voorstel inbrachten werd thans ook door de patroons op de vooi-grond gesteldzij vrees den dat alle werkkrachten uit de provincie in nog ster kere mate dan dit nu reeds het geval isnaar Amster dam zouden stroomen. Zeer zwak was het argument door de gezellen daartegen ingebrachtdat er van dien kant niet zooveel te duchten was omdat de bazen buiten de hoofdstad ten slotte wel verplicht zouden zijn hunne loonen insgelijks te verhoogen als zij niet geheel van werklieden beroofd wilden worden. Eer de provincie zoo veel arbeidskrachten heeft afgestaandat zij daaraan gebrek gevoeltmoet er nog al iets gebeuren en de Am sterdamsche werkman blijve daarvoor bewaard want de concurrentie zou dan nog veel machtiger worden dau zij nu reeds is en zeker velen ten verderve voeren. Dat er in den tegenwoordigen tijd des jaars, nu aan alle kanten der stad gebouwd wordtnog dergelijke vergaderingen gehouden wordenbewijst welhoezeer Amsterdam gedrukt wordt door de overmaat van ar beiders. Jaren iaDg heeft het platteland velen die daar aan lager wal geraaktenhun toevlucht zien nemen tot de hoofdstad en werkelijk hebben velen daar gevonden wat zij zochten. Tegenwoordig wordt echter de kans om hier goed te slagen hoe langer hoe kleiner en tegenover de enkelen die hier thans hun fortuin nog vinden, moet men de velen stellendie pijnlijker armoede deel achtig zijn geworden dan zij in de plaats hunner voor malige inwoning hebben ondervonden. Gelukkig voor hen dat de liefdadigheid hen niet vergeet onder zulke benarde omstandigheden. Van de weldadigheid wordt tegenwoordig in.Amsterdam dan ook veel gevergd bijna iederen dag komen er bussen langs de huizende bede laars quasi handelaars iu postpapier of lucifers zijn legio en dan houdt het niet op met oproepingen in de couranten. «Liefdadigheid naar vermogen" is meer dan ooit de toevlucht van vele armen en dit genoot schap moet kunstmiddelen als een liefdadigheidsdag in het leven roepen om maar eenigszins in de vele behoeften te kunnen voorzien. Zeer belangrijk voor de kennis van het Amsterdamsche pauperisme is het rapportdat dozer dagen door de heeren mr. W. van der Vliet, R. W. J. C. van den Wall Bake C'. Dyserinek G. A. Heineken mr. L. J. G. van Ogtrop en F. Stieltjes aan Burg. en Weth. werd gezondenwaarin zij een en ander mededeelen omtrent de kostelooze verstrekking van brood en koffie gedurende den afgeloopen winterwaartoe zij van bevriende zijde iu staat gesteld werden en waarvoor ook toen weder de

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1890 | | pagina 2