u I,! 41 No. 08* ZONDAG 8 JUNI. Twee en Negentigste Jaargang. 1890. TWEEDE BLAD. Officieel Gedeelte. Binnenland. Buitenland. .UKM.t COURANT. v uCTgwarr-1 r." yyrrrraiyxr lVrff* OTiryraMJiHi Burgemeester en Wethouders van Alkmaar brengen ter algemeene kermis, dat D. V i s s e r. koopman in brand stoffen alhier, zich tot den gemeenteraad gewend heeft met het verzoek aan hem in eigendom af te staan een strookje gemeentegrond, groot 28 centiaren, gelegen langs de Hoornsche vaartten oosten van het aldaar door hem gebouwd wordende pakhuiswelk strookje grond niet kan afgestaan worden dan nadat de Raad verklaard heeft, dat het niet meer tor openbare dienst bestemd is. Belanghebbendendie tegen die verklaring bezwaren mochten hebbenworden uitgenoodigddie bezwaren aan den raad mede te deoleu vóór 11 Juni a s. Burgemeester en Wethouders voornoemd Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 5 Juni 1890. De Secretaris, NUHOUT VAN DER VEEN. De BURGEMEESTER der gemeente A L K M A AR brengt ter kennis van belanghebbenden het volgende uit treksel uit eene bij hem ontvangen circulaire van den Minister van Binnenlandsche Zaken Herhaaldelijk komt het voor, dat Nederlandsche werk lieden door berichten in do nieuwsbladen of door daartoe uitgezonden agenten soms met verstrekking van reisgeld voor de heenreisnaar Duitschland ten behoeve van in- dustriëele ondernemiugen worden geloktterwijl bij hun aankomst ter plaatse blijkt dat zij daar niet ge plaatst kunnen worden. Het is daarom geraden, dat die werklieden, alvorens op zulke berichten en voorspiegelingen der agenten af te gaan of zelf of door tusschenkomst van den Burge meester hunner woonplaats zich tot den Nederlaudschen consul in de strook waar die oudornemingen zich be vinden, om inlichtingen wenden omtrent de vooruitzichten in het bekomen van werkde loonen en de huurprijzen der woningen aldaar." Alkmaar, De Burgemeester voornoemd 6 Juni 1890. A. MACLAINE PONT. Johannes van der Meerlaatste woonplaats Amsterdam wordt verzocht zich ter gemeente-secretarie aan te melden. STATEN-GENERAAL. Tweede Kamer. Den 5 heeft de minister van financiën naar aanleiding van den wensch van den hoer van Gijn, om aan de Kamer een staat over te leggen, aanwijzende het bedrag over eenige jaren van het geheven registratie recht voor den openbaren verkoop van koopmansgoederen, met vermelding van het bedrag, dat daarin door het gouver nement van Ned. Indie betaald is, zich bereid verklaard tot het overleggen van dien staat over het tijdvak 1883/89. Vervolgens kwam in behandeling het wetsontwerp tot afschaffing van de haven- en kanaalgelden voor het Noordzeekanaal, in verband met de overdracht van het Entrepötdok aan de gemeente Amsterdam. De heer A. van Dedem zette nader niteen hetgeen hij in eene nota bij de stukken had doen uitkomen aan gaande de geldolijke gevolgen dezer regeling, in verband met hetgeen andere provinciën tot ontheffing van lasten van het Rijk hebben verkregen. Hij zette in nadere becijferingen de wanverhouding uiteen, welke ten opzichte van heffingen op vaarten en wegen tussehen de provinciën Noord- on Zuidholland en de andere gewesten bestaat. De eerstgenoemde zijn aanmerkelijk bevoorrecht. O. a. komt ook het Merwedekanaal grootendeels de Hollandsche provinciën ten goede. Zoo is het met de waterwegen en met, de spoorwegen. Het tegenwoordige ontwerp is nitsluitend in het belang van Amsterdam, dat daardoor een geheel vrij kanaal krijgt, waarbij de Staat geenerlei belang heeft. De afschaffing der rechten had in elk ge val losgemaakt moeten worden van de overeenkomst betreffende het Entrepotdok, die op zichzelve ook nadeelig is, gelet op de waarde van het terrein. De heer Rooseboom achtte de militaire belaugen des lands bij deze overeenkomst niet genoegzaam behartigd met betrokking tot bet voorbehoud omtrent don eventueeleu terugkoop van een deel der gronden van het Entre pötdok. I11 dat geval zal de Staat 7ö van do waarde meer betalen dan van Amsterdam nu verkregen woj voor do overdracht van het Entrepötdok. De Staat moet zich in elk geval volle vrijheid voorbehouden om later een bod te doen, zooals hij dat billijk zal vinden Hij vraagt, of hij dit zoo goed heeft opgevat. De minister van financiën achtte het bij deze zaak van algemeen belang niet geraden het eene deel des lands tegenover het andere te stellengelijk de heer van Dedem gedaan had Diens beschouwingen waren ook niet juist, gelijk hij nader trachtte aan te toonen O. a. wees hij er op, hoe de heer van Dedem heeft voor bijgezien de sn'osidiën aan verschillende provinciën. Ove rigens zal men moeten afwachten, wat bij de thans aan hangige regeling in hot geldelijk belaug der gemeente zal gedaan worden. Afschaffing van allo tollon op land en waterwegen zou niet aangaan. Voor iedor afzonderlijk werk van dien aard moet eene afzonderlijke regeling plaats hebben, daarbij rekening houdende, gelijk hier met de omstandigheden. Betwist men het algemeen belang van het Noordzeekanaal, dan herinnert hij aan de geschiedenis er vanen hoe indertijd de heer van Dedem zich het krachtigst er tegen heeft verzet dat Amsterdam voor eigen rekoning het kanaal moest maken, terwijl Rotterdam door den Staat geholpen werd. De overeenkomst zelve en de overdracht van het Entrepotdok verdedigende, wees hij er op, dat bij behoud er van voor den Staat groote kosten zonden moeten gedaan worden. De vraag van den heer Rooseboom beantwoordde bij bevestigend. Na repliek verkreeg de heer Domola Nieuw en- huis het woord. Hij had algemeene afschaffing gewild van alle belemmeringen voor de scheepvaart in het al gemeen, van alle tolgelden op de wegen. Tegen de hier voorgestelde bevoorrechting van Amsterdam kwam hij op. De binnenvaart moest in het algemeen ontlast wor den. Voor de kleine schipperij nam hij het op. Dezo wordt zwaar godrnkt, gelijk hij in eenige bijzonderhedon aanwees. Toch wordt aan die binnenvaart niet gedacht, maar de groothandelde groote scheepvaart, wordt ook hier weer bevoorrecht. Hot, is alweer een gunst aan het lapitalisme. Wie het minst kunnen dragen blijven be last. Is de minister genegen binnen den kortst moge lijken tijd de afschaffing voor te stellen van alle hier bedoelde belemmeringen op de kleine scheepvaartdan wilde hij ook met dit ontwerp meegaan. De m i nistor van financiën kon die toezeg- ing niet geven. Het geldt hier eene zaak van zeer ingewlkkeldon aard. Men kan niet allo belangen in dezen over één kam scheren en zal zich vooraf moeten vorstaan met de verschillende belanghebbenden. Anders komt men juist tot de grootste ongelijkheid. Hij wil de belangen der binnenschipperij gaarne bevorderen en het was ook te haren behoeve, dat het Noord zee-kanaal werd gegraven. Overigens heeft hij nog onlangs voor de kleine schipperij ten opzichte der meetbrieven enz. gemakkelijker bepalingen in het leven geroepen. Voor het, Noordzeekanaal gelden bijzondere omstandigheden in verband met de mededinging onzer groote havens ge lijk Rotterdam met de bnitenlandsche. Dat is niet gelijk te stellen met de tollen. Deze zijn vooral retribu tion voor bewezen diensten. Het wetsontwerp werd aangenomen met 69 togen 15 stommen van de heeron Bahlmaun, Domela Nieuwenhuis, A. van Dedem, Iluber, Rooseboom, v. d. Borch, Okma, Brautsen v. d. Zijp, Seyffardt, de Vries, van Kempen, Lambrechts, Kolkman, G. van Dedem en van Vlijmen. Vervolgens werden aangenomen do wetsontwerpen tot bekrachtiging eener personeele belasting (op paarden en andere trekdieren) en van heffingen (bruggelden in Noord-Brabant). Eindelijk kwam aan de orde het ontwerp tot aanwijzing van de hoogo en gewichtige betrekkingen, die verkiesbaar maken voor het lidmaatschap der Eerste K a m e r. De heer van K e r k w ij k deed opmerkon hoe in strijd met de bedoeling van den grondwetgeverhier voornamelijk hooge ambtenaren worden verkiesbaar ver klaard. De visscherrjhandel en nijverheid hebben ook recht op vertegenwoordiging in de Eerste Kamer ook de historische instelling dor waterschappen had daarop recht. Het ontwerp is dus in strijd met de histo rische richting van het volk en van de gèschiedenis der grondwet. De minister van binnenlandsche zaken verklaardedat de regeering wenschte voor te stollen het wetsontwerp te wijzigen. De betrekking van hoofd ingenieur-adviseur en hoofdingenieur van den scheeps bouw wordt ingelasoht en bij militaire betrekkingen wordt gevoegd mits die betrekkingwerkelijk bekleed hebbende De heer de G e e r meende dat hooge aanzienlijke betrekkingen bestaan of niet bestaan. Bestaan zij, dan moeten zij hier op de lijst komen maar men kan niet de voorwaarden van eene waarneming gedurende zekeren tijd daaraan verbinden. Dit heelt betrekking op Gode puteerde Staten. Do minister van binnenlandsche zaken beantwoorddo de gemaakte bedenkingen. Hij verdedigde de weglating van de voorzitters van de Kamers van Koophandel op grond der opmerkingen in het afdeelings verslag steunende op de moeilijkheid om eene schifting te maken en wat de Ged. staten betreft, waar de grond wet toeliet die betrokking nit te sluiten mag de wet gever ook zekeren termijn van aanneming stellen om to beletten dat er eene verkiesbaarheid wordt gecreëerdin strijd met de bedoeling des wetgevers. De heer van Kerkwijk bleef zijne bezwaren vol houden en kwam ook op tegen het plotseling binnenloodsen van nieuwe betrekkingen De commissie van rapporteurs had voorgesteld op te nemen de betrekkingen van voorzitter van het College voor de Zeevisscherij en van voor zitter van de Kamer van Koophandel en Fabrieken in gemeenten boven de 20.000 zielen. De heer de Gee r stolde voor, leden van Gede puteerde Staten onvoorwaardelijk verkiesbaar te stellen. De heer R 0 11 beval namens de commissie van rap porteurs de bijvoeging van hoofdingenieurs aan. Hij be streed de regeerings-bijvoeging bij de militaire rangen omdat de Eerste Kamer dit moest uitmaken. De meerderheid der commissie beval het amendement d e Geer aan, dat zij in overeenstemming met de grondwet achtte. Hij lichtte voorts do door de commissie zelve voorgestelde amendementen toe en verklaardedat de commissie meer bepaaldelijk hnldo wildo brengen aan de groote diensten, door het College voor de Zeevisscherijen bewezen. De heer Roose boom stelde ook voor den directeur en de hoogleeraren der Polytechnische School te Delft ver kiesbaar te stollen. De heer Levyssohu Norman stelde ook voor de voorzitters der indische Kamers van Koophandel verkiesbaar to stellen. De minister ontraadde dezo amendementenvooral dat van den heer Rooseboom: bedoelde hoogleeraren verkecron te min in het algemeen. Het amendement van prof. de Geer werd aange nomen met 58 togen 15 stemmen: dat dor commissie (Collego Zeevisscherijen) mot 47 tegen 24 stemmendat betreffende de voorzitters der kamers van koophandel met 43 tegen 28 stommen dat van den heer Roose boom met 36 tegen 33 stemmen. Het amendement Levyssohn Noriuau werd verwor pen met 40 tegen 29 stemmen. Het wetsontwerp werd daarna goedgekeurd. T11 den loop der zitting zijn voor de volgende week aan de orde gesteld 0. a. de spoorwegovereenkomsten en de interpellatie-Rooseboom naar aanleiding van het adres Tindal benevens het wetsontwerp betreffende waterstaats werken. De V oorzitter stelde ook het wetsontwerp betref fende het militair onderwijs aan de orde. De heer S e r o t, wilde dat ontwerp voorloopig uit stellen. De Voorzitter wees op den bindenden termijn voor de herziening der bestaande wet. De heer van K e r k w ij k steunde het voorstel des voorzitters en vroeg tijdige indiening van eventueele amendementen Het voorstel des Voorzitters werd aangenomen met 59 tegen 21 stemmen. Den 4 zijn te Haarlem tot hoofden van scholen benoemd J. Franse te Enschede en C. de Beer te Haarlem. Don 5 zijn van Texel naar de markt te Leiden verzouden 3700 lammerenmakende met de vroeger reeds verzondene samen 16800 stuks. Den 5 is ie Haarlem door het prov. bestuur van Noordholland bij enkele inschrijving aanbestoed: 1. de uitvoering van baggerwerk in het Noordzeekanaaibe oosten zijkanaal A geraamd op f 40000. Laagste in- chrijver de heer C. Bos Az. te Dordrecht voor f31.800; 2. de uitvoering van eenige werken tot voorziening dei- boorden van het bnitonkauaal te IJinuldengeraamd op f 20000. Laagste inschrijvers de heeren A. VolkerLz. te Sliedrecht en P. A. Bos te Gorinchem voor f 17250; 3. het maken vaii oen lossteiger in het Noordhollandsch kanaal, ten behoeve van de Pettemer zeewering, geraamd op f 1300. Laagste inschrijver de heor S. Giltjes te Petten voor f 1440 4. het leveren van brik en steen en het bestorten der Helderscbo zeewering in twee per- ceeleii voor het eerste perceelgeraamd op f 3050 laagste inschrijver gebroeders Janzen te Nieuwedicp voor f 3867voor hot tweede perceelgeraamd op f 8950 laagste inschrijver de heor W. Goedkoop Dz. te Amster dam voor f 8950. De directie van de Maatschappij Zeebad Scheve- ningen heeft besloten het badseizoen den 7 te openen zoodat van dien dag af in zee kan worden gebaad. Op het eerste gedeelte, groot 50.009, der 3 pet. leeniug, groot 500.000, der gemeente 's-Hertogenbosch was slechts ingeschreven voor 20.000 tegen 93f pet. en 3000 tegen 94) pet. Alsnu zal eene 3) pet. leeniug uitgeschreven worden. De bevolking der provincie Gelderland welke op 1 Januari 1889 bedroeg 258,763 mannen en 252,510 vrouwen, was op 1 Januari 1890 geklommon tot 260,723 mannen en 254,303 vrouwen. De bevolking van Arnhem bedroeg op dat tijdstip 49.998, Nijmegen 32.326, Apel doorn 19.190, Zntphen 17.200, Rheden 13.785 en Ede 13.130. Do gemeenteraad van Edam heeft aan den pro vincialen bond van Harmonie- en Fanfarecorpsen in Noordholland f 100 subsidie verleend voor den op den 6 en 7 Juli te houden wedstrijd. De jaarwedde van den burgemeester dor gemeente Hensbroek is met ingang van 1 Januari 1890 vast gesteld op f 350 die van den secretaris dier gemeente op f 300. De Noord-Holl. tramwegmaatschappij lijn Am sterdam—Eilam bracht in Mei f 5225 op tegen f 4487 in Mei 1889 makende sedert 1 Januari f 20551 tegen f 17630. FRANKRIJK. De oud-gezant te Berlijn, de heel de Gontaut-Biron, die in 1871 en 1872 de onderhandelingen namens den president der republiek Thiers loidde t,er verkrijging der vervroegde ontruiming van het frausche grondgebied door de duitschersis overleden. Kamer. Den 5 richtte do heer Dnmay, socialist, eene interpellatie tot de regeering over de invrijheidstelling van den hertog van Orleans. Bij de toelichting zijner inter pellatie werd hij herhaaldelijk in do redo govalleu. llij vroeghoe de regeering er toe kwam om don prins vrij te laten terwijl nog zoovele huisvaders in de ge vangenis zaten. Waarom ook do straf niet kwijt ge scholden aan de werklieden die wegens vergrijpen bij do werkstakingen veroordeeld waren geworden V Minister do Freycinet antwoorddedat de regeeriug in deze zaak niet was geloid door overwegingen van staatkundigen aard. De republiek was sterk genoeg 0111 goedertierond te zijn. liet recht van gratie was een voorrecht van den president, waarmede de regeoring en de Kamer zich niot in te laten hadden. Hij noodigde ten slotte de Kamer uithare gewone werkzaamheden te hervatten. Eene motie van orde, door den heer Dnmay voorgesteld, werd verworpen. Daarentegen werd eene motiewaarmede de heer de Froycinot zich had veroenigdom tot de eenvoudige orde van den dag over te gaan met 312 tegen 141 stemmen aangenomen, doch niet dan nadat onder verschillende afgevaardigden eene levendige woorden wisseling was ontstaan. Door vele leden werd eeu voorstel ingediend 0111 volledige amnestie te verleenen wegens overtredingen en vergrijpen, bij werkstakingen begaan. Een voorstel, om het spoedeischend te verklarenwerd met 312 tegen 141 stemmen verworpen. Met 341 tegen 170 stemmen is het voorstel aange nomen betreffende een invoerrecht van 3 fr. op maïs en van 5 fr. op maïs-meel.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1890 | | pagina 5