Premie Fogteloo. ÏÏERTHA. Feuilleton. No, 77. Twee en Negentigste Jaargang. 1890. ZONDAG 29 JUNI. Dit nummer bestaat uit 2 bladen. EERSTE BLA1K Binnenland. Van verschillende zijden wordt ons liet verlangen kenbaar gemaaktdat de v i e r novellen tkza.uk voor f 0,7 ook ver krijgbaar zullen worden gesteld voor ken, die' niet als geabonneerde bekend staan maar met anderen de courant medelezen. Wij willenzoolang de voorraad strekt gaarne aan dien wensch voldoen, Men ver zoeke dan den lezer, teil wiens name de courant staatbij ons of bij den brieven gaarder of boekhandelaar een exemplaar aan te vragen. De UITGEVERS. ALKMAARSCHË C0URAJ¥T. Deze Courant wordt öinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar ©,803 franco door het geheele rijk ƒ1, De 3 nummers ©,©6. Prijs der gewone Advertentiëm: Per regel ©,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. Telefoonnummer 23. STA TEN-GENERAAL. Eerste Hamer. Den '27 is op voorstel vau den Voorzitter naafdoening van eenige wetsontwerpen van ondergeschikt belangnog behandeld de overeenkomst met Amsterdam betredende de afschaffing der kanaalrechten. Met algemeene stem men werd dat ontwerp na korte bespreking aangenomen. Tot rapporteurs over de spoorwegovereenkomsten zijn benoemd de heeren van der Breggen, van Alphen, Stork, Kappeijne en Six. Op eene vraag van den heer Fran sen van de Putte verklaarde de minister van koloniën zich bereid om, als het Lawa-contraot in de Tweede Kamer moeht zijn aangenomen tijdig ook aan de Eerste Kamer over te leggen de onder geheimhouding aan de Tweede Kamer overgelegde stukken. De Kamer is daarop uiteengegaan tot zonder bui tengewone omstandigheden 14 Juli. Tweede Kamer. Den '27 werd besloten, na afdoening der reeds aan de orde gestelde wetsontwerpen in behandeling te nemen de nadere verklaring omtrent de bevoegdheid van den scheidsrechter in zake de grensscheiding van Suriname en de dading omti'ent het gymnasium te Emmerik. De behandeling van het ontwerp betreffende het militair on derwijs werd voortgezet en vorderde tot art. 30. Bij art. 13, het leerplan van de cadettenschool, werd met 43 tegen 35 stemmen verworpen het voorstel van de heeren Zaaijer, Seijffardt en Rooseboomdat het onderwijs in de daar genoemde vakken zich zou uitstrekken tot den omvang van de studie aan de Rijks hoogere burgerschool 5e klasse. Na goedkeuring van de artikelen 14 15 en 16 werden te gelijk behandeld art. 2 bis. (amendement Löben Seis, vroeger gemeld) en art. 17 en 18 De heeren van der Kaay c. s hadden hun amendement, tegemoetkoming bij dienstverbintenis terug genomen. Het amendement Löben Seis werd bestreden dooi de heeren Schimmelpenninck van der Oije, Seyffardt en Roëll en door de meerderheid der commissie van rap porteurs. De minister van oorlog bestreed mede het amen dement, evenals dat van den heer Schimmelpenninck van der Oije, om de in art. 18 den aanstaanden officier opgelegde dienstverbintenis op te heffen indien de jon gelieden moeten worden verwijderd, omdat zij langer dan 2 jaren in hetzelfde studiejaar zouden moeteu doorbren gen en om te bepalen, dat ook elders opgeleiden tot de cadettenschool kunnen geacht worden te behooren en met de leerlingen der school worden gelijk gesteld. Ten slotte stelde de minister een nieuw artikel voor iu dezen zin dat ouders, die een externaat willen, dit zoudeu kunnen verkrijgen door n a de toelating aan de jongelieden een onbepaald verlof toe te kennen, zonder toekenning eener toelage als tegemoetkoming in de stu diekosten. Er zou dan vooraf eene opgave moeten gaan van hen, die van deze bevoegdheid gebruik willen ma ken. In verband hiermede werd, op voorstel des voor zitters, de behandeling van deze verschillende arti kelen verdaagd. Na goedkeuring van de artikelen 19 tot en met 29 ving de beraadslaging bij art. 30 aan over het voorstel der commissie van rapporteurs om de egelen, waarnaar de detacheering der cadetten zal plaats hebben, wettelijk vast te stellen. De heer Seyffardt ver dedigde het amendement, dat in beginsel gesteund werd door den heer Seret, doch bestreden door den minister. Den 1 wordt de behandeling voortgezet, zoo noodig in eene avondzitting. Voor het in Augustus gehouden wordende verge lijkend examen voor surnumerair der registratie en domeinen hebben zich 66 aspiranten aangemeld. De gemeenteraad van Nijmegendie den 3 Mei burg. en weth. machtigde, voor ten hoogste 1500 deel te nemen in het door de ingezetenen gevormde waar borgfonds heeft aan dat college nog een krediet van J 500 verleend met het oog op den omvang dien de maskerade-feestelijkheden hebben genomen. De minister van oorlog heeft in overleg met zijn ambtgenoot voor justitie vastgestelddat in den loop van dit jaar in de noordelijke provinciën nog elf bri gades maréchaussée uitgezet zullen worden. In de omstreken van Graft en in de Schermer beginnen zich weder gevallen voor te doen van de be smettelijke vlekziekte bij varkens. Hoewel zieke varkens nog zeer sporadisch voorkomen, is men niet zonder vrees, dat deze verschijnselen de voorboden zullen zijn van een epidemisch optreden dier ziekte. Door den heer mr. H. Cosman is aan de Provinciale Staten van Noordholland een adres gericht, met verzoek de voordracht van Gedepnteerde Staten betreffende een te verleenen subsidie aan de heeren Bosman en de Lange voor UIT HET HOOGDUITSCH VAN E. ECKSTEIN. 36) Hoofdstuk XVI. Drie jaren later. Het zonnetjedat van het eerste oogenblik af de Anzendorffs met haar warmen gloed had beschenenstraalde nog steeds met onverminderden glans. Hoewel de bedenkingen en de bezorgdheid van vroeger reeds geheel geweken warenhield de kolonel toch in zóóver rekenschap met de ongewone verhouding, dat hij met de grootste voorzichtigheid jabijna met angstvalligheid alles vermeed, wat dien glans in Hertha's ziel ook maar eenigszins zou kunnen verduisteren. Hij toonde zich niet zwak of onmannelijk, wanneer het eens noodig was zijne meerdere ervaring of zijn helderder in zicht te doen gelden maar hij goot zijne bedenkingen in zulk een zachten, goedhartigen vorm, dat het Hertha een genoegen moest zijn zich aan zijne uitspraak te onder werpen. Hij droeg haar op de handenomringde haar met liefdemet allerlei opmerkzaamheden als met een beschermenden mantelen hield daardoor alleswat niet schoonedel en goed wasvan haar verwijderd, Nooit echter liet hij het vaderlijke en beschermende, dat hem als eene tweede natunr was gewordenontaarden m eene soort van voogdijschap; integendeel, hij liet zijne jonge gemalin haar zelfstandig karakter behouden en was telkens weder opnieuw verrukt van de krachtige en ver standige wijzewaarop zij er uiting aan wist te geven Bij alle gewichtige aangelegenheden won hij raad bij haar in en hij deed het nooit of zijne plannen waren er door gehaat, en bet vervulde hem met innigen een lokaalspoorweg tusschen de gemeenten Alkmaar en Hoorn niet aan te nemen. Door hem worden in dat request als de voordeelen van een stoomtramweg boven een lo kaalspoorweg genoemd: 1°. goedkooper aanleg en exploi tatiekosten waardoor de tarieven voor personen- en goederenvervoer van een stoomtram-maatschappij lager zullen zijn dan die van een lokaalspoorweg 2°. zal volgens bedoeld adresindien een subsidie voor een stoomtram-maatschappij gevraagd mocht wordendeze enorm lager zijndan die van een lokaalspoorweg waaruit volgtdat het iu het voordeel van alle belas- tingbetalendon, ook die geen onmiddellijk belang hebben bij eene verbinding tusschen de gemeenten Alkmaar en Hoorn zal zijn, de voordracht te verwerpen. Volgens de uitkomsten der 7e tienjarige volkstel ling had de gemeente Bijpe den 1 Januari 1890 4487 inwoners, 2282 mannen en 2205 vrouwen die zich in de onderscheidene godsdienstige gezindten verdeelden als volgt 3164 ned. herv.; 1 fransch of waalsch herv.; 12 evang. luth.; 5 herst luth 197 doopsgezinden; 22 christ. gerei.; 1036 r. katholieken en 49 tot geene gezindte be- hoorende. Over de verschillende dorpen met hunne on- derdeelen verdeelt zich de bevolking aldusBurgerbrug en Hazepolder 967; St. Maartensbrug 831; Schagerbrug 1138; 't Zand 859 en Oudesluis 692. In de kommen der dorpen zijn woonachtig te Bur gerbrug 239; te St. Maartensbrug 269; te Schagerbrug 391; te Oudesluis 322 en 't Zand 504 personen. In 1889 zijn geboren: 59 m. en 74 vr., totaal 133; overleden: 40 m. en 40 vr., totaal 80; gehuwd 48 paren. Vertrokken naar eene andere gemeente des rijks of naar het buitenland 230 m en 282 vr., totaal 512. Inge komen van elders: 168 m. en 235 vr., totaal 403. Volgens de uitkomsten der 7e tienjarige volkstel ling had de gemeente Callantsoog den 1 Januari 1890 675 inwoners350 vrouwen en 325 mannendie zich in de onderscheidene godsdienstige gezindten ver deelden als volgt: 584 ned. herv.; 2 fransch of waalsch herv.; 7 doopsgezinden; 1 remonstrant en 81 r. katholieken. In wijk A, het dorp en den polder Callantsoog zijn woon achtig 347 personen en in wijk B, het Koegras met de Groote Keeten en de Kolksluis 328 personen. Iu 1889 zijn geboren: 14 m. en 7 vr., totaal 21; overleden 5 m. en 9 vr., totaal 14. Gehuwd 5 paren. Vertrokken naar elders 104 en ingekomen van elders 86 personen. Vergaan van de „Prins Frederik". Bij de Stoomvaart-Maatschappij Nederland werd een telegraphisch bericht ontvangen vau kapt. Visman uit Falmouth dat haar stoomschip Prins Frederik den 25 avonds 10 uur bij mist door aanvaring met de Mar- pessa van Londen in de Golf van Biscaye gezonken was. De opvarenden waren gered, uitgezonderd een officier der landmacht en zes mindere militairen, wier namen zoo spoedig mogelijk zullen worden medegedeeld. Behalve de nog al kostbare gemengde lading was voor 1.000.000 gemunt geld aan boord. Veertien reizigers zouden te Genua aan boord komen. De officier was de heer H. van Wijk. Voor de redding had men slechts zeven minuten tijd gehad. blijden trotsdat hij in Hertha eene vrouw gevonden haddie hem zijn tehuis tot een hemel maakteniet zooals graaf Gassierdie eene vrouw bezat voor de wereld. Hertha had haar echtgenoot een jongen geschonken. Max heette de kleinenaar Hertha's overleden vader. Dit bekoorlijke kind dat nu juist twee jaar oud was had zoo mogelijk den band nog versterkt, die de harten van deze beide gelukkige menschen zoo onverbreekbaar had saaragesnoerd. Hertha scheen dan ook geheel op te gaan in haar man en haar kind. Alleen in onvermijdelijke gevallen kwamen zij eens in het publiek. Overigens hadden zij hun omgang beperkt tot een klein getal bloedverwanten en vrienden, waaronder de Gasslers, Wladimir Orlowsky en natuurlijk ook de Steinman's. Julie en Hertha hadden elkander in den laatsten tijd wat beter leeren begrijpen en Hertha had nu ook den goeden kant leeren waardeeren van de eenzijdigheid harer zusterdie alleen maar de eigenlijke roeping vau eene goede huisvrouw en moeder overdreef. Hertha vond het nu niet meer zoo vreeselijk prozaischals Julie uren lang over het model van een pakje voor Hansje zat te zuchten ofschoon zij zelve dergelijke vraagstukken wat sneller oplosteen bovendien nog in een aantal dingen uit haar meisjestijd belangsteldewaarvoor mevrouw Steinman niet hot minste gevoel meer had. Hertha had ook het penseel weder ter hand genomen De uren die zij in het bekoorlijk atelier doorbracht dat de kolonel voor haar had laten inrichten, behoorden tot de heerlijkste van den geheelen dag. De kleine Max stoeide dan met den geredden smous op het leeuwenvel voor de sofa het vroolijk gelach van het door en door gezonde kind vermengde zich met het blaffen van den honddie de vriendschap van den knaap op levendige wijze beantwoordde hem nu en dan omgooide en over hem heen sprong, maar daarvoor ook de stompen met de kleine vuistendie vaak genoeg vrij onzacht op zij snuit konden neerbomen, met taai geduld verdroeg. Hertha kon dat vroolij^e leven bijna niet ontberen met gloeiende wangen stond zij dan voor haar laag ezeltje en hanteerde ijverig het penseel. Zij had geen bijzonder talent, maar schilderde toch voldoende, om een meester werk dat zij copiëerdeniet te verknoeien. Zoo was von Anzendorff's kamer reeds sedert langen tijd versierd met eene copie van de beroemde schilderij van Kessin- ger»Na de huwelijksinzegening." Het was de copie van eene copie en toch zóó voortreffelijk geslaagd, dat men den stijl van den meester tot in de kleinste bijzon derheid er in terugvond. De tijd, dien Hertha aan de kunst wijdde, werd door den kolonel besteed aan de voortzetting van zijne ge schied- en krijgskundige studiënmaar ozoo gaarne en zoo vaak wipte hij even naar de overzijde om zich te verlustigen in de idylle, die hij daar te aanschouwen kroeg. Hij sprak dan weinignam den knaap op zijn arm, waarbij de smous luid blaffend tegen hem opsprong, en drukte dan zijne vrouw, die bem vriendelijk toe knikte een kus op die verleidelijke kleine krulletjes in den nek. »Laat ik u niet storen I" zei hij dan vriendelijk en klopte haar op den schouder. Gij maakt vorderingen Hertha, bepaald verrassende vorderingen!" Een oogenblik later ging hij dan weder aan zijn werk met louter zonneschijn in het hart, en in het onuitspre kelijk zalig bewustzijndat ook aan de overzijdein het atelieralles zich baadde in den gouden glans van het geluk. Gedurende de herfstmaanden wanneer het zomersei zoen op Göllrode geëindigd was en de wintervermake lijkheden in de hoofdstad nog niet begonnen waren kwamen de Gasslers nu en dan wel eens des avonds een kop thee drinken. In weerwil van Marie's zucht naar wereldsche vermaken scheen het huwelijk van het grafelijk paar gelukkiger dan von Anzendorff had durven verwachten. De routsde balsde soiree's behoorden nu eenmaal tot het element van gravin Marie maar over 't geheel gleed het werkelijk gevaarlijke gedeelte van het leven in de groote wereld haar voorbij zonder indrukken achter te laten. Trouwens, niets scheen een diepen indruk

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1890 | | pagina 1