serdekschip 110.000, respectievelijk in Juni en Nov. 1889. Voor het eerste schip bedroeg dit 12 pet. van de geheele aannemingssomvoor het tweede 4 pet. van het totaal bedrag. Buitendien is nog een tweede termijn voor het ramschip betaald van f 150 000 met het eerste voorschot dus samen 350.000. Op 24 Maarttoen surséance van betaling verleend word, was aan mate rialen en arbeidsloonen verwerkt voor het ramschip ƒ83000 aan den romp, 40500 aan de stoomketels, 7500 aan de stoommachines, ongerekend de uitgaven van 20000 voor kosten op de sluiting van het contractsamen 151,000. Voor het pantserdektorenschip bedroeg het totaal 68000 zoodat de Staat voor het ramschip 199000 en voor het andere schip 42000 in het nadeel zou zijn, d. i samen 241.000, buiten rekening latende de waarde der werkteekeningen en uitslag van het ram schip op het spanterbord. Na den dag van voorloopige surséance werden geene materialen meer voor de sche pen bijgeleverd en is slechts zooveel er aan gewerkt dat het niet onder de termeu van staking viel. Na het verleenen der definitieve surséance van betaling zijn met de fabriek onderhandelingen aangeknoopt welke, voor zoover thans te voorzien is, tot een goeden uitslag zullen leiden, voor de voortzetting van den bouw der twee schepen. De voornaamste grondslagen dier onderhan delingen zijn P. het op stapel zetten en afbouwen van den romp, voor zoover dit op de helling behoort te geschieden, op 's Rijks werf te Amsterdam 2 halfmaandelijksche betaling van de in overeenstem ming mot het toezicht verwerkte materialen en arbeids loonen, vermeerderd met een opslag voor algemeene kosten en met eene matige winst 3°. garantie van de betaling der door de fabriek, in overleg met den minister, te bestellen materialen en werktuigelijke inrichtingen voor den bouw benoodigd en aan de daarvoor gestelde eischen voldoende en eindelijk 4°. wedorzijdsch recht om het nieuwe contract een maand te voren op te zeggen. Verder dat er ernstige ouderhandelingen worden ge voerd op den grondslag van verkoop der fabriek voor eene vaste som, die de vennootschap, in staat zal stellen met hare schuldeischers eene redelijke regeling te treffen en die waarborgen oplevert, dat het bedrijf zal worden voortgezet, op welke wijze dan ook. Den 4 werden achtereenvolgend behandeld 1. Ver hooging der begrooting staatsspoorwegen voor 1890 (afkoop van het recht der erven van der Made om eene houten brug te exploiteoren over de Donge bjj Geertruidgnberg.) Aangenomen met 58 tegen 7 stemmen, na bestrijding door den heer van der Feltz die de koopsom te hoog vond en de bijdrage der gemeenten Raamsdonk en Geer- truidenberg te laag en verdediging door den heer van Nunen die er op wees, dat bij verwerping van dit ont werp de bespottelijke toestand bevestigd zou blijven dat een goede steenen Rijksbrug ongebruikt zou blijven liggen terwijl eene onvoldoende houten brug gebruikt moest worden en door den minister van waterstaatdie de overeenkomst noodig en billijk achtte. De afkoopsom van 4000 is niet te hoog. 2. Suppletoire begrooting van waterstaat (subsidiën voor rivier verbeteringen en het maken eener vluchthaven te Wageningen). Aangenomen. 3. Beschikbaarstelling van gelden wegens verstrekkingen in 1890 voor het departement van oorlog. Aangenomen 4. Verhooging der begrooting van oorlog voor 1889 (geweren), De heer Rooseboom betrourdedat wij weer bij het buitenland ten achter waren met de invoering van geweren van klein kaliber met rookvrij buskruit. De heer V i r u 1 y kwam op tegen den herhaalden aandrang tot verhooging der oorlogsuitgaven, die alleen voor geweren j 5,000,000 zullen bedragen. Men moest voorzichtig zijn, daar de proefnemingen nog zoo onzeker zijn gelijk bijv. met het rookvrije kruit. Hij zou den minister steunen in zijn bedaard onderzoók tegenover het onmatige drijven in deze Kamer. De minister van oorlog kon niet toegeven, dat er omtrent het klein- kaliber geweer aandrang uit de Kamer noodig was, om hem de zaak ernstig te doen onderzoekenen deelde mede dat reeds proeven genomen waren met verschil- zich de vleugelen niet laat binden dat zij om honderden redenen niet bij hem paste, vóór alles echter, omdat hij immers veelveel te jong voor haar was! Jahij was jong Waarom klonk haar dat woord nu zoo vreemd en toch zoo verlokkend in de ooren Tot op dit oogenblik had zij er nooit bij gedacht of de heeren die zij ontmoette, jong of oud waren ja, toen von Anzendorff hare hand had gevraagd had zij hem een dwaas genoemdals hij telkens en telkens weder terugkwam op het groote verschil in leeftijd Zonder twijfel was bij dit gelaatbij deze schitterende kunste- naarsoogen en dit edelgevormde, heldere voorhoofd jeugd eene onontbeerlijke eigenschap. Zij trachtte zich Kessinger's gelaatstrekken in het ge heugen te roepen, te ontleden. O dat viel haar niet moeielijk Wanneer zij de hand voor de oogen hield zag zij hemdoor Marie naderbij gewenktop haar toetreden zichtbaar aangenaam verrastbeleefd bijna eerbiedig en toch zoo ongekunsteld en met oogen zóó schitterend als zij nog nooit in haar leven had gezien. Eindelijk stond zij op, na bijna een half uur alleen te zijn geweest. »Ah", zei de kolonel, toen zij weder op de estrade verscheenwaar hij nog steeds in een levendig gesprek was verdiept met Kessinger en Orlowsky. Ik heb genoten van herinneringen aan het verleden", sprak zij om zich te verontschuldigen. »Rome, het eeuwige Rome. Ik geloof, dat de dronk uit de Fontana di Trevi ook aan mij een wonder heeft gedaan. Wat zou ik nog gaarne eens neerzien op het werkelijk Fiazzo del Popoio en de klassieke obelisken." »Die wensch is te bevredigen zei Roland lachend. Zoodra gij het maar beveelt", voegde de kolonel er bij en nam hare hand in de zijne. »Als gij wilt, gaan wij morgen op reis." Op dit oogenblik had zij een gevoel als moest zij uit roepen Goed Ik houd u aan uw woord Morgen Maar deze opwelling verdween Nog eenmaal danste zij met Roland Kessinger. Mijn heer von Anzendorff", zei hij heeft mij eveneens ver lende stelsels doch dat men zoowel met de geweren als met het rookvrij buskruit met omzichtigheid te werk moest gaan. Aangenomen. 5. Verkoop van duinen en duingronden op Walcheren onder Vrouwepolder aan de gemeente Middelburg. Aangenomen met 45 tegen 18 stemmen. Sommige leden hadden deze gronden liever in erfpacht dan in eigendom afgestaan. De minister van financien ver klaarde zich bereid de bebossching der duinen en woeste gronden ter hand te willen nemen in overleg met eene daarvoor bestaande maatschappij. 6. Bekrachtiging van eene ruiling van het gedeeltelijk verlancle Zuiddiepje enz. 7. Naturalisatie van acht personen. 8. Kwijtschelding van eene den lande aankomende vordering. Alle ontwerpen aangenomen. Vervolgens werden eenige conclusiën van verslagen op regeeringsbescheiden en adressen behandeld en aan genomen. Met betrekking tot de heffing van bruggeld over het Zwarte Water bij Hasselt werd die heffing be streden door de heeren Smidt en van Kerkwijk doch verdedigd door den heer G. van Dedem die overigens toegaf, dat zij wel voor vermindering vatbaar was. De minister van binnenl. zaken verklaarde bij de aanstaande herziening dezer heffingen de gemaakte opmerkingen en ingediende bezwaren te zullen óverwegen. Bij de behandeling van de adressen van den gemeente raad van Opsterland over de ten laste dier gemeente ge vallen kosten van inkwartiering werd het voorstel van de minderheid der commissie (de heer Domela) om den minister te verzoeken alsnog alle kosten, voorkomende op de declaratie dier gemeente ten laste van het Rijk te brengen, werd na bespreking met 63 tegen 1 stem van den heer Domela verworpen. Bij die bespreking verkkiai'de de minister van binnenl. zaken dat het eenige wat. hij doen kon, was, de kosten der verzonden telegrammen aan den Commissaris des Konings en den officier van justitie ten laste van het Rijk te nemen en verzekerde de minister van oorlog dat, als de troepen te laat in eene gemeente aankwamen ze zooveel mogelijk niet bij de burgerij ingekwartierd maar in een logement onder dak gebracht werden. Het voorstel der meerderheid, om de ontvangen inlich tingen voor kennisgeving aan te nemen, werd aangenomen. Bij de behandeling van de conclusie betreffende het verslag over het armwezen maakte do heer Smidt zijne goedkeuring van die conclusie los van de beschouwin gen iu het verslag over eene toekomstige regeling van het armwezen en tegen de geleidelijke opheffing der sub sidiën, die in overeenstemming was met het goede beginsel der wet. De heer R o 1 1 sloot zich hierbij aan en kwam op tegen eenige feitelijke en juridische onjuistheden in de bijzonderheden van het verslag. O a. is het onwaar, dat aan kerkelijke en bijzondere liefdadigheid nergens zooveel wordt gedaan als in Friesland; in Noord- en Zuidholland is het veel meer, evengoed als in Utrecht, Zeeland en Gel derland. In het geheele verslag zag hij de strekking om op twee groote beginselen der armenwet terug te komen de armenzorg van de bijzondere en kerkelijke liefdadig heid en de geboorteplaats als wettig domicilie van onder stand. Van die beschouwingen maakte ook hij zich los. De heer Dobbelman verdedigde het rapport en trachtte de daarin voorkomende subsidie-cijfers te recht vaardigen. Hij hield vol, dat Friesland staat op de lijst van hen die het meest geven voor kerkelijke en bijzon dere liefdadigheid. Overigens wilde hij niet reageeren tegen de armenwet, maar enkel tegen hare mogelijke werking. De heer R o 11 lichtte zijne meening nader toe ter handhaving van de twee hoofdbeginselen der wet waarna de heer Dobbelman nogmaals de juistheid zijner cijfers aanwees. De conclusie werd daarop goedgekeurd. Na korte gedachtenwisseling werden nog aangenomen de ontwerpen tot verhooging van het maximum der uittegeven zilveren pasmunt in Indie van 12 op 17 millioen acht naturalisatiewetten en het ontwerp tot verlenging van den termijn van werking van artikel 1 der wet van 6 Maart 1818. Ten slotte werd de huis- oorloofd om een kijkje te komen nemen in uw atelier. Indien het u dus ernst geweest is Zeker. Voor een ijverige dilettante kan uwe beleefde belangstelling niet anders dan streelend zijn." »0 maar gij stelt de zaak geheel verkeerd voor. Gij zijt hetdie alles geeft ik neem alleen dankbaar en eerbiedig aan wat gij mij biedt." Wat bedoelde hij met deze raadselachtige opmerking Indien hij de copie bedoelde, klonk dit toch al te over dreven ja bijna bespottelijk Intusschen kondigde hij zijn bezoek aan tegen den vol genden woensdag maar hoeveel vreugde het vooruitzicht Hertha ook verschafte zij had toch een beklemd gevoel. Alles was ook zoo snel in zijn werk gegaan en de geheele persoonlijkheid van den kunstenaar had zoo iets buitengewoons »Gij schijnt u niet heel erg te amuseeren", zei de ko lonel, toen hij haar weder eens door de zaal geleidde. »0, voortreffelijk Maar ik ben wat moe. Hoe laat is het?" »Ruim halfdrie." »Zóó laat al. Zouden wij dan maar niet heengaan?" Zonder afscheid te nemen want het gezelschap was, eenige oudere personen uitgezonderd nog voltallig bracht de kolonel zijn vrouwtje naar de garderobe. De coupé van mijnheer en mevrouw van Anzendorff was juist aangekomen en reed nuop een wenk van den portier, voor. Hertha nam zwijgend in haar hoekje plaats. Een kwartier later waren zij tehuis. HOOFDSTUK XVIII. De kolonel was doodmoe en sliep terstond iu. Ook Herthaofschoon zij in het begin nog door allerlei visi oenen werd geplaagd, vond weldra verkwikking in den slaap. Weliswaar droomde zjj voortdurend, maar kalm, zonder eenige beteekenis, zoodat er haar den volgenden morgen slechts eene gelukkigeonbezorgde herinnering van achterbleefeen gevoelalsof deze dag een feestdag was, een ongegrond vermoeden, dat haar iets bijzonders wachtte. houdelijke raming in eene vergadering der Kamer met gesloten deuren behandeld. Kiesdistricten. In het eindverslag over het wetsontwerp tot wijziging der kieswet heeft een lid der commissie van rapporteurs het verlangen uitgesprokendat de minister van binn. zaken vóór de openbare behandeling van dat ontwerp alsnog aan de Kamer zou overleggen eene opgaaf van de cijfers der bevolking van de verschillende kiesdistricten, in dat ontwerp bedoeld en het aantal kiezers in elk dier districten, beide op 1 Januari 1890. De waarde der actieve bestanddeelen en van het passief van nalatenschappenwaarvan in 1889 succes sierecht betaald is, bedroeg resp. 268.203.519 en 26.010.172 (in de rechte nederdalende linie en tusschen echtgenoot, kind of kinderen 182.472.999 en ƒ18.777.332; in de rechte opgaande linie 2.344.535 en j 483.443; in alle andere gevallen 83.386 985 en 6 749.397). De van het recht van successie vrijgestelde nalaten schappen, waarvan in 1889 aangifte is gedaan, bedroegen 12.018, met een zuiver saldo van 9.960.668, waarvan 1.770 935 aan het recht van overgang was onderworpen. Iu 1889 is betaald aan successierecht1 pet. over f 142.767.288 (rechte nederdalende linie) en 16.514.908 (echtgenooten) 3 pet. over 1.801.5944 pet. over f 10.207.949 (echtgenooten) en 21.286.454 (broeders en zusters); 6 pet. over 15 627 367 en 7 pet. over 29.969 191. Op den spoorweg Haarlem—aandvoort werd in Januari 1890 ontvangen 929.70, per dag en per mijl 3.53 en in Februari 1012 441 per dag en per mijl 4 25,}. De burgemeester van Nijmegen heeft van de Ko ningin eea schrijven ontvangenwaarbij hem oprechte dank betuigd wordt voor zijne vele bemoeiingen bij het bezoek door haar en prinses Wilhelmina aan die ge meente gebracht en hij verzocht wordt, beider dank over te brengen aan allen, zoowel te Nijmegen als in de omstreken en naburige gemeenten die medegewerkt hebben, om haar een schitterende ontvangst te bereiden. Ook de regelingscommissie heeft een brief van dank ont vangen. De Commissaris des Konings in Gelderland heeft wegens het heerschen van het mond- en klauwzeer in vijf gemeenten van het arrondissement Kleef de vergun ning ingetrokkenwelke aan pruisische grensbewoners verleend wasom rundvee en schapen te doen weiden enz. op nederl. gebied. Te Schagen worden pogingen aangewend tot oprichting van een ziekenfonds strekkende om aan de leden zoowel geldelijke ondersteuning als kosteloos ge neeskundige behaudeling en medicijnen te verschaffen. Gedurende Juni zijn te Harderwijk bij het koloniaal werfdepot aangenomen 55 personen, waarvan 36 neder- landers en van de verschillende korpsen hier te lande overgenomen 66 ouderofficieren en minderenaan deze 121 man word 31610 handgeld uitbetaald. De gemeentelijke gasfabriek te Enschede heeft in 1889 eene winst van 8812,47 opgeleverddeze zou 3000 grooter geweest zijn, zonder de onvoorziene hooge prijzen der steenkolen. Aan de N. Rott. Courant wordt medegedeeld, dat van de adspiranten voor cadet bij de Kon. Mil. Akademie te Breda dit jaar velen afgekeurd worden wegens zoo genaamde aderspatten, het gevolg van geforceerde tochten per rijwiel. Over den spoorweg HaarlemZand voort zijn in 1880 215995 reizigers vervoerd. De geheele opbrengst was 56259 421, zijnde per dag en per mijl 18.13. Als uitkomst der gehouden 7 algemeene lOjarige volkstelling is gebleken dat in den nacht van 31 De cember 1889 op 1 Januari 1890 de bevolking in Noord- Brabant bedroeg 255162 mannen en 253317 vrouwen samen 518479 terwijl tijdelijk aanwezig waren 7353 mannen en 2679 vrouwen, samen 10032. Den geheelen dag bleef zij in die gelukkige stemming, die al wat haar lief was nog liever en al het goede, dat zij genootnog heerlijker voor haar maakte. Zij was buitengewoon vroolijk en gelukkiger dan ooit. Zij om helsde haar echtgenoot met meer dan gewone teederheid en drukte haar kind hartstochtelijk aan haar borst ja, haar kind vooralTelkens keerde zij weder naar den kleine terugzelfs gedurende de anderhalf uur die zij na het ontbijt in haar atelier doorbracht. Éénmaal kwam de gedachte in haar op, dat deze buitengewone teederheid voor haar kind een slecht voorteeken was. Zij herinnerde zich, dat hare zuster Julie op zekeren dag haar jongen zoo stormachtig omhelsd had, toen dokter Steinmann had gesproken over de uitbreiding van eene epidemie. Het was de eenige keerdat Juliedie anders deed denken aan de eentonigheid van een eeuwig helderen voorjaars hemel, iets verraden had, dat op hartstocht geleek; daarom was Hertha dit oogenblik bijgebleven. Drie dagen later was de kleine Hans doodziek; hij had rookvonk Hertha peinsde hierover gedurende eenige seconden. Daarna om armde zij haar vroolijk lachend knaapje met verdubbelde teederheid, kuste hem op het krullende haar en speelde en schertste met hem, alsof zjj even oud was als hij. Neen er was geen bang gevoel haar hart binnenge slopen. Zij voelde zich alleen zoo boven alle beschrijving gelukkig, zoo ja, zij had wel willen juichen Zij zette den knaap weder op de leeuwenhuid en toen speelden zij samen met den hond die als dol om hen heen liep en den eenen luchtsprong na den anderen maakte. Toen haar echtgenoot binnentradschaamde Hertha zich een weinig; zij kreeg eene kleur, knikte hem vroolijk toe en opstaande zeide zij »Er komt niets van het schilderen vandaag. Het kind is als uitgelaten. En dan de zon schijut zoo uitlok kend het is de schoonste Novemberdag, dien ik ooit heb beleefd Dat wil zeggen uitgezonderd dien éénen Zij sloeg den arm om zijn hals en drukte haar ge zicht tegen zijn schouder. De dagelijksche bezigheid waaraan zij tot nu toe behoefte had gevoeldstond haar al tegenzij voelde een niet te verklaren lust om niets te doenten minste om iets anders te doen dan zij ge woon was. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1890 | | pagina 2