Binnenland. Prov. Staten van Noordholland. Alkmaar-Hoorn. lil Hi! Si® Eerste Kamer. Blijkens het eindverslag over het wetsontwerp tot ver lenging van den diensttijd der miliciens maakten vele leden ernstige bedenkingen tegen dit wets ontwerp omdat er thans zelfs geene buitengewone om standigheden bestaan die dezen maatregel zouden wet tigen. Door goedkeuring van dit voorstel meende men in eene afdeeling zou men niet handelen naar geest en letter van de tegenwoordige grondwet. Terwijl voorts gewaarschuwd werd tegen de geldelijke gevolgen van het wetsontwerp, vreesde men ookdat door de aanneming van het wetsvoorstel het oordeel over de krijgswet zou worden gepraejudicieerd. Andere leden verklaarden voor het ontwerp te zullen stemmennu de regeering heeft verklaard dat onze levende strijdkrachten niet voldoende zijn of zich op den algemeenen staatkundigen toestand beroeptsommigen wilden zich er bij neerleggen nu de legerwet is ingekomenwaaromtrent men zich echter volkomon vrijheid van oordeel wilde voorbehouden. Bij het onderzoek van het wetsontwerp tot a a n w ij- zing van de betrekkingen, die tot het lidmaatschap van de Eerste Kamer recht geven, werd door een lid geprotesteerd tegen de mis kenning van handel en nijverheid door den minister van binnenlaudsche zakendie aanvankelijk terstond bereid was de voorzitters der kamers van koophandel te Amster dam en te Rotterdam van de lijst der benoembaren te schrappen. Vereenvoudiging werd gewenscht in de samenstelling en de omslachtige wijze van vaststelling van de lijsten der hoogstaangeslagenen. Dinsdag 8 Juli. Tegenwoordig aanvankelijk 56, later 66 leden. Bij de verkiezing van leden voor de Eerste Kamer was de uitslag als volgt Jhr. mr. D. van Akerlaken herkozen met 42 stemmen. Verder waren uitgebracht op den heer W. Hovy 6, op den heer J. Breebaart Kz. 3 stemmen, op mr. W. baron Roëll en Vas Visser elk 1 stemterwijl er 4 blanco biljetten in de bus waren. Mr. G. van Tienhoven herkozen met 56 stemmen. Verder waren uitgebracht op den heer H. Waller 3 stemmen, en op elk der heeren mr. H. JKist en J. Prins 1 stem, terwijl er drie blanco biljetten in de bus waren. Herkozen de heer J. Prins met 54 stemmen. Verder waren uitgebracht op den heer mr. van Water schoot van der Gracht 5 stemmen op elk der heeron mr. W. baron Roëll, W. Hovy en mr. J. P. Kraakman 1 stem terwijl er 3 blanco biljetten in de bus waren. Tot buitengewoon lid van Ged. Staten werd opnieuw benoemd de heer mr. J. F. T. van Valkenburg met 63 van de 65 uitgebrachte stemmen. De heer van Valken burg verklaarde die benoeming aan te nemen. De rekening van de enkel provinciale en huishoudelijke inkomsten en uitgaven van 1888 werd vastgesteld evenals de ontwerp-begrooting der kosten van het pro vinciaal bestuurvoor zooveel het Rijksbestuur is voor 1891. Aan de wed. van wijlen den provincialen archivaris is weder voor vijf jaren eene toelage van 800 per jaar verleend. Voor de uitgave van het Jaarboekje voorde provincie Noord-Holland voor 1891 werd eene bijdrage van f 200 verleendaan de Industrieschool voor de vrouwelijke jeugd te Amsterdam voor drie jaar eene jaarlijksche toelage van 2000 aan het Conservatorium te Amster dam voor drie jaar eene jaarlijksche toelage van 1000 met 59 tegen 6 stemmenaan de Teeken- school der Vereeniging «Concordia Inter Nos" te Am sterdam voor drie jaar eene jaarlijksche toelage van 300 met 52 tegen 14 stemmen aan het Oudheidkundig Ge nootschap te Amsterdam, ten behoeve eener beschrijving van kunstmonumenten in Noord-Holland, voor drie jaar eene jaarlijksche bijdrage van 2000. Voor het onderhoud der wegen en vaarten tusschen de zes Noordhollandsche steden is tot wederopzeggens toe eene bijdrage van 12000 's jaars verleend. tante bleef, dan eenige meerdere bekwaamheid tot zulk een hoogen prijs te koopen. Het blijft de vraag of von Anzendorff zich dit alles zoo helder voor den geest bracht, of dat alleen zijn in stinct hem weerhield om den onuitgesproken doch ge makkelijk te raden wensch zijner vrouw te vervullen. Hoe het zij hij gaf aan het gesprek eene richtingdie hen zoo ver mogelijk verwijderd hield van Hertha's ijver voor de kunst. De jonge vrouw liet zich leiden, praatte op levendigen toon mede over het heerlijke herfstweder, luisterde naar de opmerkingendie Kessinger maakte over de nieuwste operette en verviel eindelijk in een droomerig stilzwijgen. Roland Kessingerdie intusschen op de beleefde uit- noodiging van den heer des huizes weder had plaats genomenstond nu op en nam zijn hoed. Voor een eerste bezoek was hij toch al buitengewoon lang gebleven. »Ik durf nauwelijks het verzoek uitspreken", zei bij, «of mevrouw de goedheid wil hebben mij een vluch- tigen blik te gunnen op haar laatste werk «Gaarne." Zij ging voorKessinger en de kolonel volgden. «Ziehier", sprak zij en wierp de vleugeldeurendie toegang gaven tot haar atelierwijd open. «O allerliefst riep de schilder uit toen hij binnen trad. «Ik benijd umevrouw. Mijn atelier is niet zoo aesthetisch Hij wandelde langs de verschillende schilderstukjes die overal waren opgehangen. «Zeer interessant die omgehouwen boomEn hierdeze molen en die rots partij getuigen van bewonderenswaardige vorderingen voor eene dillettante. Alles naar de natuur?" «Het meeste." Nu stond hij voor het venster, roemde het uitzicht en zei, dat hij dezen helderen namiddag nog moest gebrui ken om aan zijne «croquetpartij" te werken. Och? Zijt gij aan eene croquetpartij bezig?" «Indien mijnheer en mevrouw er belang in stellen nog vijf of zes dagen, dan ben ik zóó ver gevorderd, dat ik mijn arbeid kan laten bekijken." Voor den aanleg eener haven aan de Haukes te Wie- ringen is eene bijdrage verleend tot een bedrag van de helft der na aftrek van de bijdrage der gemeente Wie- ringen overblijvende kosten van het werk mits niet te bovengaande de som van f 32000. Met de voorgestelde verandering in het plan voor de vergrooting en verbetering der haven beoosten het Oude Schild op Texel werd genoegen genomen. Na langdurige bespreking is met 52 tegen 14 stemmen verworpen het voorstel van de heeren mrs. Th. Heems kerk, J. C. de Vries en W. S. J. van Waterschoot van der Grachttot wijziging der besluiten van de Staten van 2 December 1884 No. V en 10 Juli 1885 No. IX, betreffende de verpleging van behoeftige krankzinnigen. Overeenkomstig het voorstel van Ged. is na beraad slaging met 26 tegen 27 stemmen besloten het denkbeeld om de aanstelling van een gcëxamineerden apotheker in Meerenberg voor te schrijven, te laten varen, maar even als tot dusverre geschiedde aan de commissie van toe zicht over dit gesticht over te laten, op welke wijze zij in den pharmaceutischen dienst van het gesticht wenscht te voorzien. Door den heer Loman werd uitgebracht het alge meen verslag der afdeelingen over de voordracht van Gedeputeerde Staten dd. 21 Mei 1890 no. 55, tot toezeg ging van eene subsidie van 100,000,uit de provin ciale fondsen voor den aanleg van een lokaal-spoorweg, volgens het door de heeren C. Bosman en Mr. A. P. de Lange te Alkmaar, aangeboden plan. Aan het onderzoek werd door 65 leden deelgenomen. In alle afdeelingen vereenigde men zich eenparig met het oordeel door Gedeputeerde Staten uitgesprokendat de gemeenschap tusschen het oostelijk en westelijk deel van ons Noorderkwartier gebrekkig is, het streven om hierin verbetering te brengen aanbeveling verdient en de aanleg van een lokaal-spoorweg tusschen Alkmaar en Hoorn in groote mate bevorderlijk kan zijn aan de ont wikkeling van handel en industrie van een belangrijk deel van ons gewest. In de afdeelingen werd er op gewezenhoe tusschen de welvarende marktsteden Hoorn en Alkmaar, alle ver voer langs smalle wegen, dikwijls over hooge dijken loopendemoet geschieden en voldoende waterwegen ten eenemale ontbreken. Van verschillende zijden werd de verbinding tusschen de deeleu der provincie door het ontbreken der schakel HoornAlkmaar aan de beide in noordelijke richting loopende lijnen als onvoldoende aangewezen. Met ingenomenheid had men daarom in de toelichting- van de voordracht geziendat Gedeputeerde Staten af doende redenen meenden te hebben, om de aanvragers door geldelijke ondersteuning in de uitvoering van hun plan behulpzaam te zijn en vrijheid vinden voor dezeu lokaal-spoorweg eene provinciale subsidie toe te zeggen. In alle afdeelingen was men eenstemmig van gevoelen, dat deze lokaal-spoorweg is eene zaak van provinciaal belang. In twee afdeelingen werd ook het Rijk als be paald belanghebbende aangewezen. Behalve dat in ééne afdeeling door de minderheid werd opgemerkt, dat de stelling nog onbewezen is, wat betreft het- verkiezen van een lokaal-spoorweg boven een stoom tramweg, werd in geene afdeeling de juistheid van het oordeel van Gedeputeerde Staten omtrent de voorkeur, die aan een lokaal-spoor moet worden gegeven in twijfel getrokken. In twee afdeelingen werd die voorkeur uit drukkelijk door de groote meerderheid geconstateerd. In eene afdeeling werd de stoomtramverbinding tus schen Hoorn en Schagen besproken en de vraag gedaan of die verbinding welligt uit een provinciaal oogpunt zou te verkiezen zijn boven de verbinding Alkmaar Hoorn. Men stelde zich de mogelijkheid voordat de provincie bereid zou zijn voor ééne dezer verbindingen gelden beschikbaar te stellen Eene kleine minderheid zou de lijn HoornSchagen zelfs verkiezen. De meer derheid dier afdeeling echter wenschte, ook met het oog op da directe verbinding tusschen de beide steden Hoorn en Alkmaar, den lokaal-spoorweg tusschen deze steden te verkiezen. Algemeen werd eene provinciale subsidie noodig geacht. «Allerliefst Hij nam afscheidde kolonel geleidde hem beleefd tot aan de trap en Hertha bleef alleen in haar atelier. Zij keek rond. Alles scheen haar veranderd toe nog meer, nog eigenaardiger dan op den dag na het geeostu- meerde bal. Haar hart klopte luider dan anders. Was werkelijk alleen de ontkiemende kunstenaarstrots daar van de schuld? Was het werkelijk alleen de verrukking over het feit, dat de alom bewonderde maestro haar werk ge prezen had Zij kon er zich geene vorklaring van geven, maar voelde een onweerstaanbaren lust om naar buiten te snellenin de vrije natuur. Zij stelde haar echtgenoot voor met haar te gaan toeren of een weinig door de Annenstrasze te slenteren, waar de rijk uitgestalde win kels zulk eene aangename afleiding boden. Eu het was zulk heerlijk weer. Tot zijn grooten spijt was von Anzendorff ditmaal ver hinderd. Hij moest voor zijn krijgswetenschappelijk werk nog eenige brieven schrijvendie hij gaarne vóór het middagmaal nog wilde laten bezorgen. Het kind sliep; dus ging Hertha alleen. Welk een gewoel, wat eene drukte op de breede trot toirs De zon verspreidde een gouden glans over de daken en hier en daar in de zijstraten. Niettegenstaande het vriezende weder was er iets voorjaarsachtigs in de luchtiets dat aan de lente deed denken. Of was dat alleen maar in Hertha's binnenste Zij had een ge voel alsof zij zweefde tusschen dat bonte gewemel. Ook de gezichten van de menschen die zij tegenkwam straalden zóó vroolijk, zóó helder, alsof al het leed, alle ellende, alle wanhoop van de aarde waren weggevaagd Hé, hoe toevalligToen zij het Victoriaplein overstak, zag zij, slechts eenige weinige schreden van haar verwij derd, de hooge gestalte van Roland Kessinger, die juist uit een winkel kwam en nu recht op haar toeliep. Hier, in het volle daglicht zag hij er nog edeler, nog fierder en nog belangwekkender uit dan te voren. Of was dat ten gevolge van de stemmingwaarin zij verkeerde Zon derlingin het eerste oogenblik nadat zij hem had opgemerktmeende zij te moeten oiukeerenmaar in De groote uitgaven, die vereischt worden voor onteige ning bij de stijgende landprijzen, voor aanleg over een gedeeltelijk slappen bodem voor het maken van talrijke kunstwerken in een door slooten doorsneden terrein, ver tegenwoordigen zulk een hoog cijfer, dat zelfs onder de meest gunstige omstandighedenzonder subsidie aan geen billijke winst voor den ondernemer te denken valt. Omtrent het bedrag der te verleenen subsidie en ten aanzien van den vormwaaronder deze zou moeten wor den verleendliepen de meeningen uiteen. In alle afdeelingen was de overgroote meerderheid van gevoelew, dat de som van 100,000,door Gedepu teerde Staten voorgedragenonvoldoende zal blijken om hot werk tot stand te brengen. In ééne afdeeling wilde men daarom eene provinciale subsidie verleenen van 160,000,a ƒ170,000,het geen overeenstemde met de bijdrage indertijd voor den iokaal-spoorweg HoornMedemblik verleend van onge veer 8,000,— per kilometer. In eene andere afdeeling wenschte menalvorens een oordeel uit te spreken over het bedrag van de te ver- hoogen subsidie, af te wachten welke nadere inlichtingen zullen worden verstiekt. De minderheid dier afdeeling achtte eene subsidie van 150,000,billijk. In eene andere afdeeling was men van meeningdat de subsidie van 100,000,niet genoegzaam was gemo tiveerd en wilde men op grond daarvan de voordracht renvoyeren aan Gedeputeerde Staten. In drie afdeelingen werd eenparig het gevoelen uitge sproken dat om de zaak tot stand te brengen eene provin ciale bijdrage van 200,000,moest worden toegezegd. Alléén over den vorm, waaronder die subsidie zou moeten verstrekt worden, waren de opinies verdeeld. Eene dezer afdeelingen wenschte deze bijdrage van twee ton op dezelfde voorwaarde toe te zeggen als Gedeputeerde Staten bij hunne voordracht hebben gesteld. De beide andere afdeelingen zouden die subsidie willen verleenen in den vorm van een renteloos voorschot, dat geleidelijk zou worden terugbetaaldwanneer de winsten door de eventueel op te richten Maatschappij verkregen meer dan vier procent 's jaars bedroegen. In eene dezer beide afdeelingen was men van meening, dat die vier procent moest berekend worden van af het eerste jaar der exploitatie. In een dezer drie afdeelingen werd door vier leden een schriftelijk voorstel ingedienddat door alle leden werd aangenomen en aan het slot van dit verslag wordt vermeld. Omtrent de door Gedeputeerde Staten voorgedragen subsidie van 100,000,hadden overigens verschil lende besprekingen plaats. In alle afdeelingen had het eenige bevreemding gewekt dat Gedeputeerden die blijkbaar voor deze zaak zoo gunstig gestemd zijngeene vrijheid hadden gevonden om meer dan 100,000,voor te dragen. Yoor de lokaal-spoor HoornMedemblik, die iets min der lang is, en zeer zeker van minder provinciaal be lang is te achtenwerd 150,000,gegeven. De kosten voor deze lijn nu zijn belangrijk grooter. De uitgaven voor onteigening zijn alleen geraamd op 317,000,welk bedrag door de heeren Bosman en de Lange van de provincie wordt gevraagd, na aftrek der 40,000,door de gemeente Alkmaar toegezegd, blijvende 277,000, Hoe is het te verklaren, werd gevraagd, dat Gedepu teerde Staten in dit geval zulk een betrekkelijk lage subsidie voordragen Omtrent deze vraag werden in sommige afdeelingen door het aldaar aanwezige lid van Gedeputeerde Staten nadere inlichtingen gegeven. Gedeputeerde Staten wenschen zoo word gezegd de voorgedragen subsidiegelijk in de toelichting wordt uiteengezetbeschouwd te hebben gedeeltelijk als een blijk van instemming met de zaak als een middel om het particulier initiatief op te wekken de belanghêb- denden tot deelneming aan te sporen en een deel van de risico over te brengen op de ondernemers. Bovendien waren de kosten van onteigening en aanleg in het plan van de heeren Bosman en de Lange hoog geraamd. Terwijl in dit plan een bedrag van 317,000, is uitgetrokken voor onteigening, heeft deze voor de lijn MedemblikHoorn slechts gekost 169,771,Voor het volgende vond zij dat lafbespottelijk Zij wan delde dus dapper voorthem te gemoet, en beantwoordde zijn buitengewoon beleefden groet met eene vluchtige buiging. Nu was zij weder boos over die vluchtigheid. Wat moest hij wel van haar denken? Twintig minuten geleden had hij bij haar gezeten, met haar gepraat, be langstelling in haar en in haar werk getoond en nuliep zij hem voorbijzooals zij haar behanger of haar timmer man zou doen. Als hij maar niet had opgemerkt, dat zij, al was het ook maar een deel van eene secondegeaar zeld had verder te gaanHad zij het wel gedaan of was het maar een inwendige schok geweesthad zij het maar gedaan in haar geest Zij wist het niet. In elk geval lag in den groetwaarmede hij haar was voorbijge gaan niets wat aan ironie deed denken. En dat had zij toch kunnen verwachten als hij hare aarzeling had opgemerkt Gedurende hare verdere wandeling kon zij aan niets anders denken dan aan het oogenblik van de ontmoeting. In den aanvang was zij bijna boos op zich zelve waar lijk zij schaamde zich. Spoedig echter won de over tuiging bij haar velddat eene jonge vrouw die anders altijd en in elk opzicht de vormen nakomt, zich natuur lijk een weinig ontdaan moet voelenwanneer zij bij uitzondering eene onhandigheid heeft begaan en toen zij nu de Annenstrasze weder insloeg, was dat onaan gename gevoel verdwenen en bleef er niets over dan de indruk van den heerlijken dagniets dan eene zonnige, feestelijke stemming. Hertha kwam bijna twintig minuten te laat, doch nog juist bij tijds, om de keukenmeid van wanhoop te redden, want de visch was op het punt van week te worden. «Waarblijft gijlieve kind?" vroeg de kolonel, trok haar naar zich toe en drukte de lippen op haar voorhoofd. De heerlijkefrissche atmosfeer, die zij mede in huis bracht, de rozengloed op hare wangen, de glans in hare schitte rende oogen bedwelmden hem gedurende een oogenblik. «Waar ik blijf? Lieve hemel, ik vermoedde niet dat het al zóó laat was Gij had moeten meegaan, niettegenstaande uwe brieven! 't Is een goddelijke dag!" Wordt vervolgd

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1890 | | pagina 2