HERTHA,
Feuilleton.
Kq. 89.
Twee en KTegentigste Jaargang,
1890.
'M 0 N DJL G
27 JULI.
Dit tiuuuHor kest&at uit 2 iiladen.
mSBMË BLAD
De feesten te Brussel.
A»
Va® \yerscliilleMe '.zijden wordt ons liet
verlangen kenbaar gemanktdat de vie 1*
novellen .teai.uk» vooï f 0,40, ook ver
krijgbaar zullen worden gesteld toot hen,
die niet als geabonneerde bekend staan
maar met .anderen de «urant medelezen.
Wij willen-, zoolang de voorraad strekt
gaarne aan dien wenscli voldoen, Men ver
zoeke (dan den lezer, ten wiens name de
courant staatbij ons of bij den brieven
gaarder of .boekhandelaar een exemplaar
aan te vragen.
JDe UITGEVERS.
AILKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant .wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Satcrd liffftv011 o uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maant len voor Alkmaar /«Dy8O} franco door het
.geheele rijk ƒ4,
De 3 n uitimers ƒ0,©8.
Telefoonnummer 33.
Prijs der gewone Advertentie»
Per regel 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
In Belgie wordt thans een dubbel feest gevderh^ 60
jaren zijn voorbijgegaan na 4c onafhankelijk verklaring
des lands, m in December zal het .25 jaren geleden-zijn
dat Koning (Leopold It den toon besteeg. Voor zich
zêlven begeerde de Koning geen ander blijk van waar
deering dan de oprichting van icon fonds voor oude of
gebrekkige werkliedenmaar bij de hei-denking van de
grondvesting vaa .den Belgischen staat rneemt hij art-den
aard der zaak een voorname plaats in.
Vcor ons, Neerd-Nederlanders, heeft.een viering van
Belgie's onafhankelijk .volksbestaan nog altijd iets pijn
lijks al heeft ©ok de tijd voel doen vergeten en het
overige verzacht. De verbittering tegen rl© Belgen is in
den loop dier zestig jaren gewekenen wij zijn zelfs
niet ongeneigd te erkennen, dat Noord- en Zuid-Neder
landers meer geschikt zijl om goede huren dan om één
volk te wezen. De bezwaren die aan 4e samenkoppeling
van Noord- en Zuid-Nederland verbonden waren en zich
in velerlei opzicht zonden hebben doen gevoelen als in
1830 de band niet was verscheurdworden door ons
helder ingezienwij zouden zelfs een hereeniging niet
wenschenen gelooveu dat de belangen van Noord-
Nederland .3r niet door bevorderd zouden worde®. Toch
/loet de herinnering aan de wijze waarop wij .rijn ge
scheiden ons nog onaangenaam aan wij berusten in de
scheiding, wij hebben er volkomen vrede mede, wij
keuren haar zelfs goed en achten baar in het belang
van beide pas-tijenzoowel van ons zeiven als. van de
zuidelijke broedersmaar het kost ons toch eenige over
winning op ons zeivenmet onbevangen gemoed en ge
paste deelneming getuigen te zijn van een «nationaal
feest" waarmede het heuglijk feit dezer scheiding word^
UIT HET HOOGDÜITSCH VAN E. ECKSTEIN.
48)
Ook logeerde op het kasteel Gruthenau nog een aca
demievriend van Gustaaf, een ietwat vervelend jong
mensch een zekere Hans Ellrich die weinig praatte
veel at, nog meer dronk, maar die, niettegenstaande zijn
jeugdigen leeftijd, zeer op de hoogte was van de bosch-
cnltuurwaardoor de jonge baron zich sterk tot hem
aangetrokken voelde. Gustaaf had namelijk het plan op
gevat om dezen Hans Ellrich over te halen om medo-
arbeider te worden aan een groot, wetenschappelijk werk
over het boschwezen, waarvan hij zich in zijne jeugdige
opgewondenheid de illusie maaktedat het eeu geheelen
omkeer zou brengeu in de cultuur der duitscho bosschen
en heidevelden. Graaf Gassier noemde hem naar aan
leiding daarvan schertsenderwijze een tweeden Cotta.
De zomer ging op dezelfde wijze, zij het dan ook met
wat minder afwisseling dan de vroeger beschrevene
voorbijbezoeken aan de buren tochtjes op het meer
rijtoertjesbals en twee of drie malen comedie en ta-
bleaux-vivants.
De Lassbergs namen bijna geregeld hieraan deelniet
tegenstaande Hans Kunibert door zijne weinige spraakzaam
heid en onhandigheid meermalen tot doelwit strekte van
allerlei spotternijen, hetgeen de gezelligheid niet vorhoogde.
Mevrouw von Anzendorff was bijna de eenige, die zich
den »Hun," zooals hij meestal genoemd werd, aantrok;
de overige dames, vooral gravin Marie dreven hare pla
gerijen somtijds wel wat al te ver verder zelfs dan de
heeren die zekere grenzen niet mochten overschrijden,
wilden zij bepaalde onaangenaamheden vermijden. Met
«gevierd." De vereenigde Nederlandsehe provinciën had
den een Hinken staat kunnen vormen zooveel grooter
en krachtiger dan elk der deelen waarin zij gesplitst
.zijn en daarom ook zooveel beter opgewassen voor de
taak die hij onder de beschaafde natiën zou te vervullen
hebben en zooveel meer ontzien en geëerbiedigd door andere
staten Dat zon inderdaad het geval zijn geweest
als de bewoners het met elkander hadden kunnen vin
den als zij het eens hadden kunnen worden omtrent
den vorm en de wijze waarop het land geregeerd werd,
en over de taak waartoe zij als Europeesehe mogendheid
geroepen warenmaar nu dit niet het geval is geweest,
vervallen ook al die schoone droomenen is gebeurd
wat moest gebeuren. IJdele moeite is het, zich de vraag
te stellen wat er zou gebeurd zijn, indien de toenmalige
regeering een ander stelsel van bestuur had gevolgd of
tegen het opkomend oproer dat later een omwenteling
werd, behoorlijke voorzorgen had genomen en zich daar
tegen krachtig had doen gelden ijdele moeite zich te
verdiepen in beschouwingen over hetgeen zon gebeurd
zijn., indien zekere dingen, die nu eenmaal zijn gebeurd,
niet waren gebeurd. Gedane zaken nemen geen keer.
Toch is de wijze waarop de feesten te Brussel zijn
begonnen voor ons merkwaardig genoeg om er een oogen-
blik bjj stil te staan. Of mag het niet merkwaardig
heeten.dat de Burgemeester van Brussel een tiental
standbeelden onthuldewaaronder in de eerste plaats
genoemd moeten worden die van Prins Willem I
Marais .ven St. Aldegonde en Hendrik van Brederode
en dat het geheele feest van de hoofdstad des lands een
doorioopende hulde was aan de groote gebeurtenissen
der L6de eeuw, waarvan niet Zuid-, maar Noord-Neder
land in de eerste plaats de vruchten heeft geplukt
Reeds waren de standbeelden van Egmond en Hoorne
van de Groote Markt naar den kleinen Zavel verhuisd
waar zij nu ,ici gezelschap zijn gebracht met de beelden
van staatsliedengeleerden en kunstenaars nit dit roem
volle tijdvak -onzer geschiedenis. De Burgemeester van
Brussel droeg bij deze gelegenheid den geuzenpenning
en deed ieder .dor genoodigden ter gedachtenis een exem
plaar daarvan ter hand stellen. Eeu gecostumoerde op
tocht trok door de stad ter herinnering aan de grooto
gebeurtenissen die Nederland verlosten van de Spaansche
overheerschingmuziekcorpsen en zangvereeuigingen in
-de kleeding van dien tijd speelden en zongen oude geuzen
liederen en deden voor het stadhuis het «Wilhelmus"
weerklinken ea Luther's «Een vaste burg is onze God."
Merkwaardig bovenal was de warme hulde in de toe
spraak van den Burgemeester aan den grooten zwijger
gebrachtals de schoonste en edelste figuur uit «onze
geschiedenis", gelijk ,de spreker zich uitdrukte aan
dezen «onbaatznchtigeai.en vastberaden man, wiens schoone
droom de staatkundige <f>n godsdienstige ontvoogding van
ons vaderland wasen wiens droombeeld zou zijn ver
wezenlijkt zoo niet een moordenaar, aangemoedigd door
een despootden bundel der zeventien provinciën in
zijne hand had verbroken." Ook hier nit zich over
de verbreking der eenheid van Noord-en Zuid-Nederland
in de 16ste eeuw hetzelfde leedgevoeldat Brussel's
het oog op Kunibert's geoefend oog en vaste hand lag
daarin ook wel iets bedenkelijks. Tot hun geluk scheen
hij op de dikwerf vrij laffe grappen nauwelijks acht te
slaan. Hij was van zijn jeugd af wat afgetrokken en
droomerig geweest. Dezen zomer echter was zijn gedrag
vreemder dan ooit te voren: het scheen wel alsof hij in
eene andere wereld leefde en nauwelijks eenige voeling
meer onderhield met het werkelijke leven.
Baron von Gruthenaudie een buitengewoon scherpen
blik had op dergelijke dingenhad al heel spoedig op
gemerkt waar hem de schoen wrong. De rens was doode-
lijk verliefd en wel op de bekoorlijke Iduna, die hem,
drie jaren geleden ook reeds zoo onweerstaanbaar had
aangetrokken. De oude baron was woedend, toen hij dit
bespeurde. O die vrouwen Men lean geen staat op haar
maken Geen twijfel of deze donker gelokte Loreley had
reeds lang opgemerktdat zij in den reusachtigen jonk
man een nieuwen aanbidder had gevonden hoewel de
baron even vast overtuigd was, dat Hans Kunibert het
nog niet gewaagd had met een enkel woord op zijn
gevoel te zinspelen. De vrouwen zoo sprak de baron
tot zich zeiven weten dat gewoonlijk nog eerder dan
de betrokken persoon zelf. In dit geval echter zou het
noodlot het wel eens zoo kunnen beschikken, dat Iduna,
hoe ongenaakbaar zij tot nu toe ook geweest was, plot
seling tot het inzicht kwam hoeveel deze jeugdige Lassberg
op hem, Gruthenau, onloochenbaar voor had. Dit inzicht
kon gevolgd worden door eene snelle impnlsio, ja, door
den onweerstaanbaren drang om zich in de armen te
werpen van den blonden reusindien deze zelf den
moed miste om zijn grooten mond met de breede, schit
terende tanden voor eene liefdesverklaring te openen.
Iets dergelijks was niet zeldzaam. De baron hield vrouwe
lijke standvastigheid die hij in «enkele gevallen", niet
had kunnen loochenendoorgaande voor zotteklap zoo
niet voor berekening
Die verwenschte jeugd Die vermaledijde blondheid, die
voornamelijk bij donkere vrouwen dikwijls zooveel succes
heeftHij was buiten zich zeiven van toorn en verbit
tering en hoe langer Iduna hem liet smachten steeds
Burgemeester eenige jaren geleden over de scheuring in
1830 aan den dag legde, toen hij aan eenige vertegen
woordigers der Nederlandsehe schutterijen verklaarde
het zon beter geweest zijnals de scheiding tusschen
beide landen nooit had plaats gegrepen.
Dat dit feest en deze redevoering in België niet al
gemeen zouden worden toegejuicht, liet zich verwachten.
Het clericale blad van Gent de Bien Publicnoemt de
toespraak van den Brnsselschen Burgemeester «een open
bare beleediging van het gezond verstand, de geschiede
nis den godsdienst en de waarheid", een wanklank bij:
de nationale feesten «ter herinnering aan de vóór 60 jaren
op het Protestantsch despotisme veroverde onafhankelijk
heid en ter viering van 's Konings 25jarige regeering",
niet alleen een hoogst ongepasten uitval, maar «de daad
van een slecht burger."
Merkwaardig is de feestviering te Brussel ook in een
geheel ander opzicht door hetgeen Koning Leopold bij
deze gelegenheid heeft gezegd. Met recht en zonder zich
aan grootspraak schuldig te maken mocht de Koning
gewagen van zijne toewijding aan de algemeene belangen,
van zijne zorg voor de bestendige ontwikkeling van alle
hulpbronnen des lands, ten einde zijn bloei te verhoogen,
voor de verbetering der middelen van verdediging en
voor de openiög van een uitgestrekt gebied voor de na
tionale nijverheid buiten de grenzen des lands. Die
laatste woorden herinneren ons, dat Leopold II niet alleen
de titels draagt van Koning der BelgenHertog van
Saksen en Prins van Saksen-Cobnrg-en-Gothamaar
ook van Souverein van den Onafhankelijken Congo-
staat. Toen hij op 18jarigen leeftijd krachtens de Bel
gische grondwet als Troonopvolger zitting nam in den
Senaatsprak hij herhaaldelijk over de wenschelijkheid
van handelsondernemingen in andere werelddeelen om
daardoor aan de nijverheid een nieuw en ruim afvoer-
gebied te bezorgen. België moest koloniën hebben. En
van dat oogenblik af heeft hij onverpoosd voor dit denk
beeld geijverd; hij heeft in overzeesche gewesten gereisd,
mannen van kennis en ervaring op het gebied van handel
en koloniaal beheer geraadpleegdde stichting van den
Congo-staat in het hart van Afrika bevorderd uit zijn
particulier vermogen schatten aan dat groote werk ta
kosten gelegd, en op het feest van zijn 25jarige regeering,
openbaart de 55jarige vorst te dien aanzien zijn uiter
sten wil.
«Bij het aanbieden der middelen om uwen werkkring
op economisch gebied nit te breiden" sprak de Ko°
saing tot de volksvertegenwoordiging «werd ik gedre
ven door het denkbeeld om België de ware elementen
van voorspoed te geven, die het sedert 1830 miste. Van
het oogenblik der stichting van den Congo-staat af heb
ik steeds aan België gedacht, en voor het vaderland alleen
heb ik moeite noch opofferingen ontzien. Dank zij den
steun mijner landgonooten heeft dt> nieuwe staat zich
uitgebreiden aan zijne schitterende toekomst wordt
nauwelijks meer getwijfeld. Dus was het oogenblik aan
gebroken om mijne bezittingen in Afrika aan België af
te staan, hetzij na mijn dood, hetzij nog bij mijn leven,
maar niet dan na tien jaren, omdat ik dit tijdvak noodig
beleefd, voorkomend en met een glimlach om de heerlijke
lippen hoe meer zijn gloeiende haat werd aangewakkerd
tegen Hans Kunibert, die, naar hij meende, alleen daarom
niet reeds lang de zege had behaald, omdat hij zelfs
voor zulk eene gemakkelijke verovering te linksch en te
houterig was.
O, do brave baron was zoo zenuwachtig Zijne gemalin,
de eenige onder de bewoners van het kasteelin wier
tegenwoordigheid hij aan zijne kwade luim lucht gaf,
wist daarvan mede te praten Somtijds lag hij den halven
nacht wakker en Bertha was dan wel gedwongen, om
zijne jammerklachten aan te hooren over alle mogelijke
dingen, behalve over de werkelijke oorzaak van zijne ver
bittering zij moest zich allerlei verwijten laten welge
vallen over het ellendigeeenzame leven dat hij haar
dankte, over de vergankelijkheid van al wat schoon was,
maar vóór alles over het niet te betwisten feit, dat hij
elk jaar weder ouder werd.
Op deze wijze ging Augustus voorbij en op den eersten
September werd als naar gewoonte de jacht geopend.
Het heerlijke wederwaarmede de herfstmaand begon
overtrof de stoutste verwachtingen.
Wladimir Orlowsky, de hartstochtelijke jager, had reeds
eenige dagen te voren zijne geweren nagekeken en met
het grijnzend gelaat van een lekkerbek, die aan een wel
voorzienen disch plaats neemt, eenige schoten in de lucht
gedaan. Hij verheugde er zich op als een kind, om nu
eindelijk neder eens in de buurt van Güllrode met het
geweer in den arm te kunnen ronddolen, want de be
roemde everswaarop de jacht ten allen tijde is toege
staan, waren langzamerhand meer noordwaarts getrokken.
Men had daarvoor altijd twee dagen noodig en moest
dan nachtkwartier honden in do houtvesterswoning, het
geen de aantrekkelijkheid niet verhoogde. De hartstocht
voor de jachtdie hem eertijds naar de beren in het
Uralgebergte had gedreven was sedert zijn verblijf in
Duitschland ook wel een weinig afgekoeldhij gaf in
den laatsten tijd de voorkeur aan hazen patrijzen en
grof wild en lag onder verdenking, dat hij de verhalen
van zijne vroegere jachtavonturen wel wat had opgesmukt.