Premie Fogteloo. SEETÏÏA, Feuilleton. No. 90. Twee en Negentigste Jaargang. 1890. WOENSDAG 30 JULI. Offieiëel Gedeelte. Buitenland. Van verschillende zijden wordt ons het verlangen kenbaar gemaaktdat de vier novellentezameut voor f 0,40, ook ver krijgbaar zullen worden gesteld voor hen, die niet als geabonneerde bekend staan maar met anderen de courant medelezen. Wij willen., zoolang de voorraad strekt, gaarne aan dien wenseh voldoen, Men ver zoeke dan den lezer, ten wiens name de courant staatbij ons of bij den brieven gaarder of boekhandelaar een exemplaar aan te vragen. De UlTGrEYEES. ét ALKNAARSCHË Oil KAM. Deze Conrant wordt Binsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar ƒ0,80? franco door het geheele rijk 1, De 3 nummers 0,00. Prijs der gewone Advertentiën Per regel 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. Telefoonnummer 33. Burgemeestee en Wethouders van A l k m a a r Gezien artikel 171 der algemeene politie-verordening wan 3 April 1889 (Gemeenteblad No. 15) luidende Het is verboden met rij- of voertui gen harder dan stapvoets te r ij den, waar, wanneer en zoolang dit «door de ambtenaren der politi.e wordt gelast of door een kennelijk teeken verbo den is; Overwegende dat het harder dan stapvoets rijden in de Achterstraat en in het Payglop gevaar oplevert voor de apenbare veiligheid; Brengen ter algemeene kennis hun besluit van .20 Mei 1890 No. 13d, cm met ingang van 15 Juli 1890 liet harder dan stapvoets rijden met rij- of voertuigen in de Achterstraat en het Payglop te verbieden door middel van een kennelijk teeken, dat aan de uiteinden dier stra ten zal worden geplaatst. Burgemeester en Wethouders voornoemd Alkmaar, A. MAC LAINE PONT. 12 Juli 1890. De Secretaris NUHQUT VAN DER VEEN. KENNISGEVING. Het HOOFD van het Plaatselijk Bestuur te ALKMAAR brengt, op grond van artikel 1 der wet van 22 Mei 1845 (Staatsblad no. 22), bij deze ter kennis van de ingezetenen der gemeentedat het kohier voor de be lasting op het personeel voljaars No. 2voor de wijken C en D dienstjaar 1890/91 op 25 Juli 18.90 door den Provincialen Inspecteur der direete belastingen in Noord holland executoir verklaardheden aan den Ontvanger der Rijks directe belastingen binnen deze gemeente ter invordering is overgegeven. Ieder belanghebbende wordt vermaand, op de voldoening van zijnen aanslag acht te geven, ter voorkoming van gerechtelijke vervolging. Alkmaar, de® 28 Juli 1890. Het Hoofd van het Bestuur voornoemd, A. MACLAINE PONT. UIT HET HOOGDUITSCH VAN E. ECKSTEIN. 49 Het verhaal van Orlowsky's wederwaardigheden werkte op aller lachspieren. Graaf Eberhart had in weken en maanden niet zoo hartelijk gelachen als nu over het avontuur met den levensgevaarlijk" gewonden drijver. Het was ook al te vermakelijk de ontsteltenis van den boosdoener, het angstgeseheeuw van den getroffene, het biljet van vijftig mark en eindelijk de beide roode vlekkenwaarop bij nadere beschouwing de doodelijke wond van het ongelukkige slachtoffer neerkwam Ofschoon Wladimir Orlowsky met de algemeene vroo- lijkheid had ingestemd, merkte hij toch op, toen het gelach eindelijk wat bedaard wasdat de zaak even goed een treurigen afloop had kunnen hebben. «Ik weet nietwelke duivel mjj bezielde pardondames dat ik den loop van mijn geweer niet zooals gewoonlijk oplichtte, ik wilde den tromp langs den kerel heenbren gen om den vos onder schot te nemendie met zijn breed schelmengezicht zoo heel stilletjes wilde voorbij- sluipen. Ik deed het echter met den tromp naar beneden en den vinger aan den trekker. Of mijne hand nu getrild heeftof ik in het kreupelhout verward was of hoe an ders het is geschied ik kan het niet zeggen. Zooveel is echter zeker het schot ging af eer ik het zelf wist. Ik dachtdat hij de volle lading in zijn lichaam ge kregen had. Ik huiver er nog van »Ja, mijn waarde Orlowsky," antwoordde graaf Gass ier nu ook ernstigmen kan op de jacht niet voor zichtig genoeg zijn. Ik heb dingen bijgewoond Hij vertelde daarop een ontzettend ongelukdat acht, negen jaren geleden bij Lassberg had plaats gegrepen. HEEBIE. Toen de Koning zich den 23 op het raadhuis te Brussel bevond om het adres van geluk- wensching in ontvang te nemendat de raad hem wensehte aan te bieden, hield de burgemeester, de heer Buis, eene rede tot hem, waarvan het slot aldus luidde: »Het is daarom, dat wij onze leus ontleenen aau de groote mannen wier nagedachtenis wij hebben vereerd .en «eggen ondanks het ministerie dat de staatkunde aan üwe Majesteit opdringt blijven wij in alles den Koning trouw tot aan den bedelzak. De Koning zeide in zijn ant woord o. a., dat hij nooit zoover zou gaan zijne om onder danen te vragen met den bedelzak voor hem te loopen. Deze toespraak van den burgemeester, die bij de clericale partij volstrekt niet gezien is, geeft aanleiding tot zeer scherpe artikelen in de bladen dier partij en in enkele radicale bladen. Voordat de overeenkomst tnssehen de regeering en den Congostaat in stemming werd gebracht, heeft de minister president bij de beraadslaging geruststellende verzekerin gen gegeven omtrent Frankrijk's houding. Sedert de indiening van het wetsontwerp was van de fransche re geering geene opmerking vernomen, strekkende om twijfel te -opperen aangaande België's goed recht. Frankrijk ver langde België in Afrika evenals in Europa tot nabuur te hebben en had er geen bezwaar tegen, dat op den Congo dezelfde regeling werd toegepast als voor de Schelde gold. Ook de andere mogendhedenwelke het verdrag van Berlijn onderteekenden, zouden met voldoening het Congo- gebied aan het onzijdig België zien komen. Zoowel "de minister als verschillende leden spraken in den loop der beraadslagingen met grooten lof over de verdiensten des Konings jegens Afrika -en jegens zijn land. BI ITSCHEAAB. Keizer Wilhelmdie op zijne reis in het noorden van Europa bijna altijd slecht weer heeft gehad is den 28 te half een in goeden welstand te Wilhelmshaven aangekomen. Beieren. Den 1/ des avonds is het rijtuig van den prins-regent in botsing gekomen met de stoomtram uit Nymphenburg. De prins-regent werd nit het rijtuig ge slingerd maar bleef geheel ongedeerd. De adjudant werd licht gekwetst. ESTGEEASfB. Het engelsehe stoomschip Egypt ver trok den 10 Juli met gemengde lading en 640 stuks vee van Nieuw-York naar Londen. Alles ging goed tot den 17 des avonds 11 uur, toen de boot zich op 40° NB. en 38fl WL. bevond. De gezagvoerder en de opperstuurman waren op de brugtoen medegedeeld werd dat in de lading brand was ODtdekt. De geheele bemanning werd onmiddellijk aan dek geroepen en de brandspuiten en stoompompen in werking gesteld. De lading bestond voornamelijk uit katoen en granen, terwijl het vee zich in hokken op het dek bevond. Met verbazende snelheid breidde het vuur zich uiten hoewel de bemannino- «En toch zei Orlowsky nadat de eerste indrukken van deze geschiedenis voorbij waren, «en toch is en blijft de jacht een vorstelijk vermaak. De heerlijke lucht, het ruischende woud, de zonnige veldenen dan het on beschrijfelijk heerlijke gevoel, wanneer men daar zoo staat te loeren op zijn buitik ken niets zaligers. Jammei koloneldat de bezorgdheid over uw jongen u vandaag belette mede te gaan. Den eerstvolgenden keer zult gij toch zeker van de partij zijn Otto von Anzendorff had gedurende de laatste minuten onbeweeglijk voor zich zitten kijken. »Nu, daarover zullen wij nog wel eens pratenant woordde hij. Vroeger dan anders zijne gewoonte wasverliet de kolonel het gezelschap. Hij scheen behoefte te gevoelen om alleen te zijn, want hij ging nog niet naar zijne kamermaar wandelde nog wel een uur in het park op en ueerwaar de maan tusschen de openingen in de kastanjeboomen door, de grilligste figuren op het kie zelzand tooverde. Hertha had het gezelschap reeds vroe ger verlaten want haar kind was nog steeds onrustig. Drie dagen later noodigde Hans Kunibert al de heeren uit tot eene groote drijfjacht in de bosschen van Lass berg. Des avondsna afloop van de jachtzou op het heerenhuis een echt jagerssouper plaats hebben. Vroeg in den morgen brak het gezelschap van Lassberg opeerst werden eenige van de wildrijkste terreinen ten noorden van het dorp afgedrevenwaarna men naar het oostwaarts gelegen Galsberger woud toog en zich tus schen zes en zeven uur op de Heilbrunnweide verza melde om vaudaar den terugweg naar Lassberg aan te nemen. Hans Knnibert met zijn ouden beproefden houtvester Bruno von Wolfshageneen neef van Aurelie, waren de eersten. Zij namen in den jachtwagen plaats en zoch ten heil en verkwikking bij een flescli Bourgogne, die zij in de nabijzijnde beek een weinig hadden afgekoeld, ter wijl zij met een tevreden blik den buit monsterden, die reeds zeer aanzienlijk was en elk oogenblik nog aan groeide. De overige heeren volgden spoedig; men begroette elkanderfeleciteerde elkander met een gelukkig schot, in omstreeks 100 man onvermoeid werkte slaagde zij niet in het blusschen van den brand. Na 4) uren on- vermoeiden arbeid werd de toestand wanhopig. De ma chinisten en stokers moesten de machinekamer ontvluchten, waarna de machines ophielden te werken en de boot stillag. Weldra barstte het dek open en bleek het schip reddeloos verloren te zijn. De zes booten werden uit gezet, waarin alle opvarenden afdaalden. Men nam water, levensmiddelen, zeilen, riemen en kompassen mede. De stoomboot was toen één vuurmassadie eene geweldige hitte afstraalde en waarin de beesten levend gebraden werdenvoor zoover ze niet hunne halsters en touwen verbroken hadden en in zee gesprongen waren. Na eenige uren te hebben rondgedreven, werden de schipbreuke lingen aan boord van het duitsche fregat Gustav Oscar opgenomen en later op de Manhattan overgezet, die hen naar Engeland vervoerde. Den 26 zijn de nieuwe dokken te Southampton geopend door koningin Victoria die daarvoor opzettelijk uit Os borne was overgekomen. Zeer vele redevoeringen werden uitgesproken. De minister van koloniën herinnerde aan de overeenkomst tusschen Engeland en Dnitschland welke aan den handel nieuwen steun zal geven. Hij hoopte, dat binnen weinige dagen met Portugal een even be vredigend verdrag zou worden gesloten. Dienzelfden dag hield de heer Matthews minister van binnenlandsche zaken, te Birmingham eene rede. Hij trachtte te betoo- gendat de stelselmatige tegenstand der iersche partij in het Lagerhuis verhinderdedat het tegenwoordige parlement eenigen belangrijken maatregel nam in het belang van Ierland. De spreker spoorde conservatieven en de zich met hen vereenigd hebbende liberalen aaneen drachtig samen te blijven gaan. Eagerliuis. Den 23 kwam bij de behandeling der zaken van het departement der posterijen een voorstel van een radicaal lid ter sprase, om de jaarwedde dos ministers met 1200 te verminderen om op die wijze afkeuring uit te spreken over de houding van den postmeester-generaal tegenover zijne ambtenaren bij de onlangs voorgevallen ongeregeldheden onder de brievenbestellers te Londen, en voornamelijk over het verbod tot het houden van open bare samenkomsten door brievenbestellers zonder toezicht van regeeringswege. De postmeester-generaal verdedigde zijne handelingen en wees er o. a. op dat genoemde bestellers zeker het recht hadden om onderling hun belan0* te bevorderenmaar volstrekt niet om eene vereeniging te vormen met het doel aan het parlement en de° re geering voorwaarden te stellen. Hij deelde mede, dat hij kort vóór het uitbreken der onderhandelingen noc voor stellen ingediend had tot verbetering van de inkomsten van enkele ambtenaren, maar dat ook nu geen bij de postkan toren werkzaam zijnde beambten een minder inkomen had dan van 10.80 per week. Met 195 tegen 111 stemmen werd het voorstel ten slotte verworpen. De minister van oorlog weigerde in die zitting de onderhandelingen van den krijgsraad in zake de ongeregeldheden bij het tweede garde-bataljon aan het Huis over te leggen en tot een punt van bespreking te maken. één woord er heerschte eene zeer opgewekte stemming. Het was op verre na niet zoo warm geweest als drfe dagen geleden en het resultaat van den jacht was buiten gewoon schitterend. Wladimir Orlowsky had geen enke len drijver aangeschoten maar wel het prachtigste dam hert geveld dat men sinds jaren in het Galsberger woud had gezien. Graaf Gassier genoot met volle teugen bij het aan schouwen van dit prachtexemplaar, terwijl Hans Kuni bert zich bescheiden op den achtergrond hieldals °-old al de lofdien men het wild toezwaaidehem zeiven. Ernstige en grappige verhalen over alles wat men dien dag beleefd had, wisselden elkander voortdurend af. Eindelijk vroeg graaf Gassier, terwijl hij op zijne hor loge keek«Het is over zevenenIs het gezelschap voltallig »Ik geloof het welantwoordde Hans Ivuuibert. «Neenantwoordde Orlowsky «kolonel von Anzen dorff ontbreekt nog." Juist, de kolonel!" klonk het van alle kanten. Hij stond geen tweehonderd schreden van ons af, toen wij voor het laatst op dien vos schotenzei graaf Gassier. _»Nn, dan zal hij wel dadelijk hier zijn Tien, twintig minuten gingen voorbij. Hij zal toch niet verdwaald zijn?" vroeg de jonge Wolfshagen. «Onmogelijkantwoordde de houtvester. «Mijnheer behoefde de beek slechts te volgen. Men kan daar niet verdwalen." «Och, als men een weinig verstrooid is, zooals de kolonel «Misschien heeft von Aazendorff nog juist vóór het sluiten van de jacht een galant avontuurtje gehad merkte de onverbeterlijke baron von Gruthenau op. «Mij zal het niets verwonderen als hij met een visch- otter voor den dag komtriep een. «Boven, in de Lassbach zijn er genoeg." "Maar, voegde de houtvester er bij «men komt de rakkers niet zoo gemakkelijk aan 'tlijf; bovendien heeft mijnheer de kolonel geen hond bij zich."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1890 | | pagina 1