HERTHA.
Feuilleton.
No. M
Twee en Negentigste «Jaargang
1890
V R IJ i> A
8 AUGUSTUS.
l)it nummer beslaat uit 2 bladen-
EERSTE BLAD.
Officieel Gedeelte.
Stedelijk Museum.
PARIJSCHE BRIEYEN.
Buitenland.
ALKMlABSCIIi: COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden voor Alkmaar 0,80; franco door bet
gebeele rijk ƒ1,
De 3 nummers O,©6.
Prijs der gewone Advertentiën:
Per regel ©,15- Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
Telefoonnummer 23-
Bezichtiging tegen ÏO ets. de persoon op Zondag
1© Aug.'s namiddags van 1—3 uren.
Kostelooze beziehtiging op Zondag 17 Aug.
van 14 uren waarvoor toegangskaarten te verkrijgen
zijn ter vergadering der Commissie op Donderdag 14 Aug.
1890, 's namiddags van 23 uren, ter gemeente-secretarie.
Verder is het museum te bezichtigen tegen betaling
van 25 ets de persoon op Maandag en Vrijdag
van iedere week, van des namiddags 1 3 aren.
Aan kinderen beneden 13 jaren worden geene toegangs
kaarten afgegeven.
LXIV.
Sinds de laatste feestdagen van 14 Juli zijn wij niet be
paald in eene vroolijke stemming. Alle nieuwtjes die
wij zoo af en toe vernemen zijn van trenrigen zelfs
bloederigen aard en zouden stof te over opleveren voor
een aantal sensatieromans Waarschijnlijk hebt gij in dit
blad reeds bet bericht gelezen van de familie Hagem
man vrouw en zes kinderen, welke gebeele familie een
vrijwillige dood stierf, met uitzondering van de vrouw,
die aan de verstikking door kolendamp niet bezweek
doch thans zelfs weder geheel beter wordt. Ongelooflijk
veel is er over dit ongeluk geschreven, de een beklaagt
Hagem de ander beschuldigt hem wat mij betreft
ik zal deze daad maar liever niet beoordeelendoch
ben toch van meening, dat de man zeker door wanhoop
reeds half krankzinnig moest zijn. Overigens was zijn
naam niet Hagem en was hij ook niet israëlietzooals
men eerst geloofde, hij heette de Werth en was protes
tant. Men beweert, dat hij buitengewoon trotsch was en
geen onderstand of hulp wilde vragenook wilde hij
geen werk aannemen hetwelk hem voorkwam niet aan
zijn talent van teekenaar te passen geen wonder dus
dat dit huisgezin van acht personen gebrek leed de
ongelukkigste is heden voorzeker de moeder, die thans
al hare kinderen mist.
Het zal velen mijner lezers wellicht verwonderen hoe
het mogelijk kon ?ijn, dat zulk een afschuwelijk ongeluk
plaats greepzonder dat de naaste buren er iets van
bemerkten. Ja, in dat opzicht is Parijs eene bijzondere
stad. Wij leven hier niet zooals in Hollandwaar de
gegoeden in een huis wonende minder welgestelden
in een onder- of bovenhuis. Hier leven wij in huizen
•van ongelooflijke afmetingen mag ik u zulk een huis
"«ens voorstellen? Wij zullen het niet te groot nemen,
UIT HET HOOGDÜITSCH VAN E. ECKSTEIN.
53)
En zietjuist op het oogenblik dat hijontstemd en
verzadigdaan den terugkeer naar de hoofdstad dacht
en de vraag overwoog of hij werkelijk trouw zon blijven
aan zijn genomen besluit en elke ontmoeting met Her-
tha vermijden juist op dat oogenblik ontving hij het
bericht van den plotselingen dood van Hertha's echtgenoot.
De indrukdien dit onverwachte bericht op Roland
maakte was uit een psychologisch oogpunt hoogst merk
waardig. In het eerste oogenblik kwam er een overwel
digend gevoel van vreugde in hem op, waaraan hij uiting
gaf in één langen juichkreet, die door geen overweging,
van welken aard ook, kon worden belet. Wel moest hij
zich zeiven bekennen dat het onbeschaamd en strijdig
was met het geringste gevoel van menschelijkheidom
te jubelen bij het nauwelijks verstijfde lichaam van zijn
tegenstander maar dat weerhield hem niet. Hij had
zijn geluk letterlijk kunnen uitschreeuwen. »En"
sprak hij, »moet ik gevoeliger zijn dan de natuur zelve
Overal ontkiemt immers leven nit het vernietigde ver
leden overal voedt het geluk van den een zich immers
met den ondergang van den ander 1"
Al heel spoedig echter was er plaats voor eene zonder
linge beschouwing. Hij meende op te merken dat het
verlangen waaraan hij nauwelijks weerstand had kunnen
bieden, zoolang het doel onbereikbaar scheen, hoe langer
hoe kalmer werd. Herthadie hij tot nu toe bemind
had als eene verhevene godindaalde langzamerhand tot
de aarde afzij werd een wezen van vleesch en bloed
zooals er duizenden waren en hoeveel moeite hij ook
eenvoudig zes verdiepingen hoog, dat is de gewone hoogte;
aan de straat zes of acht ramen breed beneden een
paar winkels, daartusschen de hoofddeur, toegang gevende
tot een soort gewelfwaarin gij desnoods met paard en
wagen kunt binnenrijden. Onder dit gewelf is rechts
een klein apartementje van kamertje en keukentje be
stemd voor den portierwant alle hnizen hier hebben
een portier en eene portierster. Deze echtelieden dienen
om op het huis te passen, het schoon te houden, en ons
na donker in en nit te laten. Verder ziet gij links een
trapen rechts een trapen dikwijls nog eene groote
binnenplaatsook weer met alle kanten trappenen nu
klautert gij naar boven. Op elke verdieping zijn gewoon
lijk drie deuren, toegang gevende tot even zooveel aparte-
mentenvermenigvuldigt nu zelve maar, waarde lezers,
3 maal zooveel trappen, en dan nog eens maal zooveel
verdiepingen, dan kunt gij u een denkbeeld vormen van
het groot aantal families, hetwelk hier één huis bewoont.
En denkt nietdat ik u over de armenwijk spreek
volstrekt niethoe dieper gij in het oude Parijs door
dringt des te grooter en ougezelliger hnizen en juist
in de nieuwe armenwijken vindt men tegenwoordig
woningen meer ingericht naar de eischen van den tijd.
Het zal n dus wel niet verwonderen, dat men hier geen
kennis maakt met zijne naaste burenuit beleefdheid
zegt men elkander op den trap goeden dag doch op
straat herkent men elkander volstrekt niet, niemand be
moeit er zich medewat zijn buurman doet of laaten
zoodoende was het dan ook mogelijk dat Hagem zich
van kant maakte met al de zijnenzonder dat iemand
er erg in had. Toch wordt hier buitengewoon veel ge
daan op het gebied der liefdadigheidzoodra de dag
bladen slechts een ongeluk vermolden, stroomen onmid
dellijk de gaven toe doch zooals in alle groote steden
schuilt de grootste ellende juist bij de trotsche armen,
bij hen die niet vragen willen deze telt men in Parijs
bij duizendenen zij zijn helaas niet genoeg bekend.
Breekt dan plotseling de bom los dan wordt er een
dag of wat over geschrevende een beschuldigt de ge-
heele maatschappij alsof die het helpen kan de ander
geeft eenige steken onder en boven water aan do Pu
blieke Assistentie", daarna gebeurt er weer een nieuw
ongeluk of er komt een feest tnsschenen het eerste
geval raakt in het vergeetboek. Wie spreekt er bijvoor
beeld beden nog over den ongelukkigen Borras, die drie
jaar lang onschuldig gevangen zat Men heeft den man
reeds totaal vergeten.
Genoeg voor lieden van al die akeligheid, het is hier
zoo warm dat wij waarlijk wel aan iets vroolijkers mogen
denken. En dan was de openbare vergadering die wij
een paar dagen geleden bijwoonden bepaald intres-
sant. Het was in het Quartier Latinhet studenten
kwartier in de zaal .l'Ermitage", dat een geestelijke
de abt Garnier optrad om de anarchie te bestrijden. De com
pagnon of duidelijker gezegd de gezel Martinet, een bekend
anarchist zou den abt beantwoorden. De zaal was prop
vol dat was minder aardigwant het leek er veel op
een stoombad, doch overigens was het wel waard bekeken
deed om het te loochenenbij deze verandering
verloor zij iets van den schijn van gloriewaarmede
zijne gloeiende verbeeldingskracht haar had omkransd
Er waren oogenblikken, waarin hij zich de vraag stelde
Ben ik dan werkelijk ongeschikt voor de liefde zooals
ik mij die onlangs nog gedroomd heb Word ik
slechts verblind door den glans van het onmogelijke
Ken ik slechts twee dingenlaffe beuzelarij en het ro
mantische van de smart
In betere oogenblikken echter trachtte hij zich zeiven
te bewijzendat eene zekere verandering in zijne in
zichten volkomen te begrijpen was. Juistomdat hij
niet twijfelde dat de geliefde hem nn voor eeuwig zon
toebehooren kon hij dezelfde gewaarwordingen van vroe
ger niet meer ondervinden.
Maar alle bedenkingen of zijn hart in staat was om
liefde te geven en te ontvangenverdwenentoen hij
Hertha na die maandenlange scheiding, weder ontmoette.
O, hoe schoon, hoe heerlijk kwam hem die slanke g
stalte voor in haar eenvoudig rouwkleedDe lichte blos,
die als het morgenrood van een aanstaand gelnk hare
wangen kleurde toen hij haar groettebracht hem ge
heel van streek. Hij begreep nietdat hij ooit aan de
waarachtigheid van zijne liefde getwijfeld had.
j>Haar en geene andere!" zwoer hij vol verrukking,
toen hijna langen tijd doelloos door de straten te heb
ben gezworven, in zijne woning terugkeerde.
Hertha beminde hem nog Hij had het duidelijk op
haar gelaat gelezen. De rouw over den overledene mocht
oprecht zijnzij ging er niet onder gebukt als eene
weduwewier geheele volgend leven is vernietigd.
Deze ontmoeting was op het lot van Roland en Hertha
van beslissenden invloed. Hij had zich niet bedrogen
toen hij uit haar vluchtigen blik nit de bescheidene
ernstige wijze, waarop zij de oogen neersloeg, het voort
bestaan van hare liefde gelezen had. Midden in de smart
over den doode begon de levende plotseling het beste
gedeelte harer gedachten weder in te nemen.
Ook thans weder had dezelfde gewaarwording zich van
haar meester gemaakt, die vóór het heengaan van haar
en aangehoord te worden. Anarchisten socialisten
studentenkatholieke werklieden en daartusschen een
twaalftal geestelijken, welke laatsten het verbazend druk
hadden met al hunne buren te beantwoorden doch er
heerschte een vroolijke geest, en nadat de gezel Martinet
eerst gesproken haden zoowel het leger des Heils als
de katholieke kerk had aangevallen, kwam de abt Gar
nier aan het woorden erkend moet worden dat zijn
woord pittig en krachtig is, en de abt zijne denkbeelden
duidelijk uiteenzet. Hij werd dan ook zeer toegejuicht
en ondanks de repliek van Martinet zullen wij ons voor
eerst niet laten bekeereu tot anarchisten.
De politiek geeft mij ditmaal niet veel stof, wel baarde
zij mij een weinig verwondering. Ieder jaar ter gelegen
heid van den 14 Juli worden vele persouen beloond met
het eerekruis voor bewezen diensten. Militairen worden
in rang verhoogdmisdadigers krijgen kwijtschelding of
vermindering van straf. Ditmaal werd Quesnay de Beau-
repaire benoemd tot commandeur van het Legioen van
Eer. En hier kom ik aan mijne verwondering, want
ziet velen, en zelfs echte republikeinen zijn zeer ver
stoord over deze benoeming. Vanwaar die groote boos
heid, ja, dat weet ik u niet te veiklaren, die heer Q. de
Beaurepaire is toch de man geweest die de acte van
beschuldiging tegen generaal Boulanger heeft volgehouden,
en dat was werkelijk geene benijdenswaardige taak, want
daarvoor is hij door de tegenpartij zoowel in zijn pu
bliek als privaat leven op ergerlijke wijze aangevallen.
De Beaurepaire wist waaraan hij zich blootstelde, twee
of drie rechters hadden dan ook voor deze taak bedankt,
doch hij stelde zijn plicht boven alles, en nu hij daarvoor
beloond wordt door zijne benoeming tot commandeur
zijn zijne eigene partijgenooten niet eens tevreden. Al
weder een bewijs voor het fransche spreekwoord»men
kan niet iedereen en den koning tevreden stellen."
Parijs 30 Juli 1890. J. M. T.
EN6ELAXD.
Lagerhuis. Baron Henry de Worms zeide den 4,
dat de door den president der Transvaal Krijger ge-
teekende overeenkomst betreffende Swaziland dien dag
bij den Transvaalschen Volksraad ingediend was. Zij was
nog niet volledig bekend, doch de hoofdinhoud kwam op
het volgende neder
1. De onafhankelijkheid der bevolking van Swaziland,
erkend bij de overeenkomst van 1884, wordt nader be
vestigd en gehandhaafd.
2. Er zal een gemeenschappelijk beheer zijn over de
europeesche kolonisten, krachtens eene proclamatie, uit te
vaardigen door den regent van Swaziland en den Volksraad.
3 Een hof van justitie zal worden ingesteld tot toe
passing der rechtsbedeeling, tot berechting van alle ge
schillen van crimineelen en civielen aard, welke tnsschen
de europeesche kolonisten mochten ontstaanen tot on
derzoek naar de soliditeit van betwiste concessiën.
echtgenoot in haar was opgekomen en haar toen met
hangen twijfel had vervuld. Zou het ééne niet mogelijk
zijn naast het anderede hartelijke genegenheid voor
Otto van Anzendorff' en de hartstochtelijke liefde voor
Roland Toen de kolonel op dien heerlijken zomeravond
op Gruthenau hare hand vroegvermoedde zij nog niet,
dat eene liefdeals zij thans voor Roland voeldeop
de wereld bestond. Dat onuitsprekelijke gelnk, dat geheel
en onvoorwaarlijk opgaan in een ander wezen, dat had
niet opgesloten gelegen in haar jawoord. Thans echter
En nn was het geen zonde meernu was het reine
hemelsche zaligheid
Gedurende de eerste maanden van haar rouwtijd ont
moette zij den man met wien haar geheele hart was
vervuld, niet dan zeer zelden. Roland Kessinger scheen
veranderd. Hij vermeed alle genoegensjabijna alle
gezelligheid. Met grooten ijver werkte hij a^n de nieuwe
schilderij waaraan hij in het midden van October was
begonnen. Men had kunnen gelooven, dat ook hij tegen
over de wereld eene daad van piëteit had te volbrengen.
Januari naderde en nog hadden Roland en Hertha
elkander slechts drie of vier malen en alleen in engen
familiekring bij de Gasslers of de Steinmanns ont
moet. Gravin Marie was in het geheim en aangezien zij
bijzonder veel hield van Roland Kessinger, deed zij haar
uitersten best om hun plan bevorderlijk te zijn en hen,
zoo dikwijls haar dat mogelijk wasin elkanders gezel
schap te brengen. Zij wilde de lieve, bekoorlijke Hertha
zoo gaarne weder gelukkig zien en voelde dat een huwe
lijk met Kessinger daartoe de eenig mogelijke weg was.
In het begin van Mei achtte Kessinger het oogenblik
gekomen om het beslissende woord te spreken. Eigenlijk
was dat niet meer noodig. Zonder plichtplegingen, kalm
en in eenvoudige woorden vertelde hij haar op een avond,
dat Marie beiden bij toeval of met opzet alleen gelaten
had wat Hertha reeds langen tijd wist en Hertha gaf
hem even kalm antwoord. Alleen de zachte, innige toon,
waarop zij spraken verried dat hier geen onderhoud
werd gevoerd over alledaagsche zaken.
Nadat zij ja had gezegd hield hij zonder te spreken