ARME MEISJES.
No. 115.
Twee en Megentigste Jaargang,
1890.
V RIJ I) A <j
20 SEPTEMBER.
Amsterdainsche Brieven.
FEUILLETON.
ft oman uit het Berlijnsche leven.
ALKMAARSCHE COERAAT.
Deze Courant wordt Dinsdag,-/Bonderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden voor Alkmaar ®,8öfranco door het
geheele rijk 1,
De -3 nummers 0,0tt.
Telefoonnummer: 23.
Prijs der gewone Advertentïën.
Per regel J 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMS. COSTER
ZOON.
XXIV.
De amsteruamsebe belastingschuldigen hebben zich dezer
dagen kunnen verdiepen in eene bestudeering van de
ingediende gemeente-begrooting voor 1891, die ditmaal
er° waarlijk 'blijk van, geeftdat de vroede mannen dei-
hoofdstad in sommige opzichten getracht hebben, zooveel
mogelijk te bezuinigen. „Trouwens, de kiezers hebben in
de "laatste jaren duidelijk genoeg getoond, dat zij van
eene verhooging der belasting niets wilden weten en
daar voor sommige posten meer moest worden uitge
trokken dan het vorige jaar, dienden burg. en weth. bij
andere wel voor eene inkrimping te zorgen. Zij hebben
dat geven en nemen met zooveel handigheid ten uitvoer
weten te brengen, dat zij zegepralend uit hunne millioenen-
studiën te voorschijn zijn gekomen met het voorstel om
het percentage van heffing der plaatselijke directe be
lasting naar het inkomen voor 1891/1892 weder op 3 pet.
te bepalen. Tot mijn genoegen heb ik gezien, dat op de
bestrating inzonderheid het bezuinigingssysteem is toe
gepast, want daarvoor is tot hiertoe al heel wat geld in
het water geworpen. Herhaalde malen was ik er .getuige
vandat een .weg werd opgebroken die nog jaren had
kunnen dienen; nauwelijks waren de straatmakers weer
naar een ander gedeelte der stad getrokken of eenige
«ware wagens, .zooals b. v. de tramomnibussen, .kwamen
aangehotstdie enkele keien zóó diep in den drassigen
amsterdamschenbodem deden dringen, dat de,«ene kuil
na den anderen ontstond. De bewoners van Leidsche
-straat en Vijgendam zullen zeker met blijdschap vernomen
hebben, dat hun een asphalt-bestratiug te wachten staat,
want het verkeer is daar in de laatste jaren zóó druk
geworden dat er 'den ganschen dag zulk een leven en
geraas van rijtuigen en vrachtkarren is, dat Üe-winkeliers
zich dikwijls, niet verstaanbaar kunnen maken voor hunne
klanten. Met het oog op het hangende plan tot de
reorganisatie en de verhooging der jaarwedden van politie
en brandweer, is voer de kosten der openbare veiligheid
en der brandweer een bedrag van 51.350 meer dan
.het vorige jaar uitgetrokken, waartegen niemand verzet
zal kunnen aanteekenendie bedenkthoe van deze
takken van dienst bij de uitbreiding der stad steeds meer
^gevergd wordt, daar het getal/der agenten en brandweer
mannen in de laatste jaren niet is vergroot. Ook het
hoofdstuk van de plaatselijke gezondheidspolitie zal in
189,1 hoogere èisChen aan de gemeente-financiën stellen
dan tot hiertoe het geval waswat in de eerste plaats
moet toegeschreven worden aan -de meerdere kosten .voor
exploitatie van het Liernur-stelselwaarbij het noodig
geacht wordt, geregelden dag- en nachtdienst in te voeren,
terwijl nog bovendien plannen zijn ontworpen om aan
den aandrang van den tegenwoordigen tijd gehoor te
verleenen en een volksbadhuis op te richten. Het onder
wijs, waarvoor de gemeente Amsterdam zoo uitmuntend
zorgt en waarvoor de ingezetenen voor het grootste
gedeelte /zich gaarne offers willen getroosten kost bijna
.ieder jaar meer, daar het aantal scholen steeds toeneemt
DOOR
PAUL LINDA U.
Uit het Hoogduits eh.
5)
Grete vestigde hare oogen op de prachtige i Gloire
de Dyon."
Bevalt u die het best
»Ja."
j.Sta mij toedat ik haar u aanbiede."
Grete was zichtbaar verrast en keek verlegen voor zich.
Zij kreeg eene kleur en aarzelde.
aNeem toch aan", zei Alma. Grete nam de bloem
uit de hand van den graaf aan en bedankte met neer
geslagen oogen.
De luitenant lachteknikte haar toe en maakte zich
gereed om heen te gaan. Plotseling keerde hij zich op
den drempel om.
Daar zon ik bijna de hoofdzaak vergeten; Juffrouw
Kleinert laat mij een mooien ruiker makeu maar
een bijzonder mooie."
Zeer goed. Juffrouw Gretewilt gij de bestelling
opschrijven
Wanneer moet hij gereed zijn en aan welk adres
mag ik hem zenden vroeg Grete.
»Zoo spoedig mogelijk hier is mijn kaartje aan
juffronw Franzi, Markgrafenstrasze het nummer weet
ik niet." -
tO, dat weet ik wel", zei jnffrouw Kleinert.
Zonder verder van haar boek op te zien, schreef Grete
den naam harer zuster op. Hare hand beefde echter. De
graaf gaf haar zijn kaartje en Grete las Graaf Bruno von
en de gemeenteraad het onderwijzend personeel behoorlijk
wenscht gesalarieerd te zien voor 1891 moet deze post
andermaal met 76.800 verhoogd worden. De toestroo-
ming van het plattelandsche arbeiderselement naar de
hoofdstad is oorzaak dat het getal der bedeelden ieder
jaar stijgt, zoodat wezenlijk de vraag wel eens mag opge
worpen, of burg. en weth. niet verstandiger zouden doen
met daaraan paal en perk te stellen dan maar telkens
het hoofdstuk voor het armwezen zooals nu weer met
f 28.000 te verhoogen. De post «renten en aflos
singen" is ten gevolge van de leening voor de overname
van het entrepotdok en het afkoopen der kanaal- en
havengelden op het Noordzeekanaalalsmede door de
renten en aflossingen der stadsschouwburg-leening/150.000
hooger gesteld zeker een aanzienlijk bedrag, doch, naar
wij willen hopen, zal de vrije doorvaart van de Noordzee
naar Amsterdam den handel verlevendigen en alzoo den
bloei van Hollands aloude koopstad bevorderen. Is het
hoofdstuk pensioenen en wachtgelden" gestegen daar
entegen is de post «andere uitgaven" met 19.450 ver
minderd, voornamelijk door het vervallen van de subsidies
aan den stadsschouwburg en de stedelijke tentoonstelling
van schilderijen. Alles te zamen genomen is het geza
menlijk bedrag van alle hoofdstukken 300.450 hooger
dan voor 1890. De ontvangsten worden echter door de
opbrengst van de petroleumhaven en het entrepötdok
ook vrij wat hooger geraamd. In ontvang en uitgaaf
wijst de begrooting een eindcijfer aan van 12.101.110,
nogal een som op eene bevolking van nog geen
500.000 zielen!
Hierboven spraken wij reeds met een enkel woord van
eene leeningdaarbij moeten wij nog eenige oogen-
blikken langer stilstaan. Voor de overname van het
entrepotdok is een bedrag van 2.5 millioen noodig, maar
nn zij toch eenmaal aan het leenen gaan stellen burg.
en weth. voor om meteen nog maar 3.5 millioen meer
te vragen. Door den gemeenteraad is namelijk besloten
tot de uitvoering van allerlei werken die uit buitenge
wone middelen moeten worden bestreden zooals den
aanleg van de spoorwegverbindingen met de hout- en
petroleumhavens en met de aschbelthet bonwen van
het buiten-gasthuishet maken van een golf brekenden
dam in het IJ en den bouw van verschillende scholen
dus redeneert het dagelij ksch bestuur der hoofdstad
en het bedrag dat dan nog overblijft van die 6 millioen
kan in de toekomst dienen voor andere buitengewone
werken, waartoe besloten mocht worden. De hoeren wil
len dus niet alleen de schulden der gemeente afdoen, maar
bovendien nog eenige tonnen om handen hebbenOf
zij in hunne particuliere zaken ook dergelijke theoriën
huldigen
Met een enkel woord is in deze courant reeds melding
gemaakt van het voorstel van het raadslid mr. J. N.
van Hall om op de begrooting voor 1891 een post van
f 5000 uit te trekken en deze, onder door burg. en weth.
te bepalen voorwaardenter beschikking te stellen van
de veieeniging «Kindervoeding," ten einde haar te steu
nen in hare pogingen tot het verschaffen van warm
voedsel aan die kinderen van de lagere scholenwelke
Pagger-Mohldorif. Hij bleef eenige oogenblikken voor de
toonbank staan om nog een blik van het schoone meisje
op te vangen maar toen deze eindelijk de oogen op
sloeg, zag hij in zulk een ernstig, treurig gezicht dat
het den verwenden en anders weinig gevoeligen jongen
man zeer zonderling te moede werd.
«Tot weerziens sprak hij en ging heen.
Juffrouw Kleinert en Alma begeleidden hem tot aan
de deur en eerstgenoemde gaf hem de verzekeringdat
de commissie nauwgezet zou worden uitgevoerd.
De urendie nu volgdenbrachten Grete menige
afwisselingmaar zij moest toch voortdurend aan graaf
Bruno van Pagger-Mohldorff denken, die haar de schoone
roos geschonken en Franzi een bouquet gezonden had.
Bruno wandelde langzaam naar de sociëteitwaar hij
gewoon was te ontbijten. Hij vond daar een aantal ka
meraden en bekendeno. a. den heer von Wernitz, Sak
sisch gezantschaps- secretaris aan het hof te Berlijnen
den heer Oskar Bössow, die onder de club- en sport-
genooten meestal «de kleine Oskar" genoemd werd.
Oskar Bössow was zeer gezien in den kring waarin
hij verkeerde. Hij was de zoon van een schatrijken groot
handelaar uit Hamburgdie eigen schepen in de vaart
had en lid van den stedelijken raad was hij had te Hei
delberg en Bonn in de rechten gestudeerd een jaar bij de
garde-huzaren gediend en was daarna reserve-officier ge
worden. Te vergeefs had de oude heer Bössow zijn zoon
trachten over te halen de wijde wereld in te gaan en
de leiding zijner zaken te Rio-Janeiro op zich te nemen.
Oskar had den goedhartigen ouden man telkens weten
te beduidendat het in Berlijn veel aangenamer was en
de groote reis was telkens weer uitgesteld. Zijn nuttige
werkkring in Berlijn kon men gevoegelijk in drieën ver-
deelen een weinig beursaangelegenhedentamelijk veel
amourettes en zeer veel club- eu sportbezigheden. De
kleine Oskar was slim en doortastend, welke eigenschap
pen in tegenspraak waren met zijne sierlijke gestalte en
zijn eenigszins verwijfd uiterlijk. Reeds op vierentwintig
jarigen leeftijd had hij zich in beursspeculatiën begeven,
die men eenvoudig waaghalzerij zou kunnen noemen
daaraan het dringendst behoefte hebben. De toelichting
van het voorstel dat ondersteund wordt door de heeren
Berns Treub Moltzer en Beckerachten wij zoo be
langrijk dat wij den hoofdinhoud daarvan meenen te
moeten mededeelen. De genoemde heeren beginnen met
er op te wijzen dat de raad zich den 29 Mei 1889 ver-
eenigde met het praeadvies van burg. en weth. om af
wijzend te beschikken op het adres van de afdeeling
Amsterdam der Yereeniging tot bevordering van het
Volksonderwijs en het schoolbezoek in Nederland om
vanwege de gemeente aan de kinderen die scholen der
gemeente bezochten schoeisel en voedsel te verschaffen
in de gevallenwaarin dat noodig bleek te zijn eene
beslissing, die zij toeschrijven aan onvoldoende bekend
heid met de resultaten tot hiertoe door de vereeniging
«Kindervoeding" verkregen. Om een juist begrip daarvan
te krijgenheeft de heer van Hall zich gewend tot de
hoofden van de 57 openbare lagere scholen le klasse
alsmede tot verscheidene hoofden van bijzondere scholen,
welke laatste echter ten deele het antwoord schuldig
bleven, zoodat daaromtrent geene conclusies zijn te trek
ken. Uit de opgaven der eerstgenoemden is hem evenwel
gebleken dat op 57 o. 1. scholen le klasse met om
streeks 20.000 leerlingenaan ongeveer 1500 kinderen
gedurende korter of langer tijd twee- of meermalen 's
weeks voedsel kan worden uitgereikt. Het bestuur van
de vereeniging «Kindervoeding" stelde als regel dat elk
kind slechts tweemaal 's weeks warm voedsel zou ont
vangen en alleen in bijzondere omstandigheden werd
daarvan afgeweken. Dergelijke bijzondere omstandigheden
werden b.v. in deu winter van 1889/90 veroorzaakt door
de influenza ten gevolge waarvan vele kinderen in de
onmogelijkheid waren om van het hun toegedacht voor
recht gebruik te maken waardoor anderen in plaats
van tweemaaldrie- ot viermaal warm voedsel konden
ontvangen. Doch de regel blijft tweemaal 's weeks, waar
toe de beperkte financiën der Vereeniging haar nopen.
Verder is het den heer van Hall gebleken, dat zij, die
zich aanmelden om hunne kinderen van de kostelooze
voeding gebruik te mogen laten maken in den regel
werkelijk tot de allerbehoeftigsten behooren, wier kinderen
thuis geen warm voedsel ontvangen tenzij wellicht des
zondags. Van die zeer behoeftigen moesten o. a. op de
scholen 1 6,9, 10 16 19 32 41 42 en 45 ver
schillende aanvragen worden geweigerd wegens het on
voldoend aantal beschikbare kaai'ten. Maar bovendien is.
voor voeding en versterking van die waarlijk behoeftigen
het ontvangen van eene portie warm eten tweemaal 's
weeks ten eenenmale onvoldoende. De pogingendoor
de Vereeniging «Kindervoeding" nu reeds eenige jaren,
achtereen in het werk gesteld zoo eindigt de heer
van Hall zijne zaakrijke memorie verdienen ongetwij
feld warme waardeering. Konden zijalleen op eigen
krachten steunendhet moeilijke en kostbare werk vol
brengen dan zou dit ook in mjjne oogen de voorkeur
verdienen. Maar nu het duidelijk blijkt, dat de behoefte
in een stad als de onze te groot is dan dat een parti.
culiere vereenigingzonder steun van gemeentewege
daarin naar behooren kan voorzien vertrouw ikda t
menig solied koopman met huivering vervulden en zijn
vader in toorn zouden hebben doen ontsteken zoo hij
ze vernomen had. Ook in de sociëteit behoorde hij tot de
voornaamste en onverschrokkenste spelers. Hij scheen
volstrekt de waarde van het geld niet te kennen zoo
dat men hem zijne buitengewone gulheid eigenlijk niet
als eene deugd kon aanrekenen. Aan deze eigenschap
dankte hij echter boven alles zijn succes bij die dames
aan wie hij voortdurend het hof maakte en dit succes
had hem verbazend veel zelfvertrouwen geschonken bij
zijn optreden door den omgang met allerlei personen
uit den hoogsten stand was hij echter altijd vriendelijk
en beleefd.
Van hetgeen in de wereld, waarin hij verkeerde, voor
viel was geen tweede zoo goed op de hoogte als Oskar
Bössow. Verscheen ergens eene nieuwe ster aan den Ber-
lijnschen vrouwenhemel. Oskar wist hoe begreep nie
mand onmiddellijk van waar zij kwam en hoe zij
heettehij alleen wist inlichtingen te geven over de
zangeressen die bij een eerste optreden in de opera de
tooneelkijkers van de berlijnsche «jeuuesse dorée" tot
zich trokken.
Bössow hield er twee woningen op naeene offici-
eele in de Lennéstraszemet stalling en bedienden en
een zoogenaamd geheim klein gezellig ingericht kwar
tier in de nabijheid van de sociëteit in de Mittelstrasze,
waar hij bezoeken ontving van personen die hij in zijne
officiëele woning moeilijk kon toelaten.
De heeren zaten aan het ontbijt en hadden het druk
over de paarden, die bij de eerstvolgende wedrennen de
meeste kansen hadden voor den eersten prijs. Een der aan
wezige «sportmen" werd van alle kanten gelukgewenscht,
daar hij den Londenschen sportliefhebbers een uitsteken
den jockey had weten te ontfutselen. Ook werd er over
allerlei voorname dames gesproken toen Bruno binnen
kwam. Hij ging naast Bössow zitten en zei
»Ik heb uwe dame zoo even een fraaien bouquet ge
zonden."
«Welke?" vroeg Bössow onverschillig.
«De kleine Franzi natuurlijk. Ik had het haar gis-