ARME MEISJES.
ifo. m
Twee en Wegentigste Jaargang.
1890.
W 0ENS1» AG
Officieel Gedeelte.
VER K.IEZ I K G.
PÜlTERTTSXV.
De Suppletie-Patenten, dienst
1890j91, van de Buitenge
meenten;, kunnen ter Secretarie
afgehaald worden tot en niet
den 14 October 1890van des
niorgens9 tot'snamiddags2 uren.
"Wijziging* van het plaatselijk
belastingstelsel.
FEUILLETON.
1 OCTOBER.
Soman uit liet Berlijnsche leven.
Deze Courant wordt 'Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden voor Alkmaar 0,§0; franco door het
geheele rijk ƒ1,
De 3 nummers O,O®.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter kennis van belanghebbenden
dat de inlevering der stembiljetten voor
de verkiezing van een lid van den Raad op Woens
dag 1 October 189© plaats heeft van des voor-
middags 9 tot des namiddags 4= uren in het
huis der gemeente aan de Laat No. 84, tegenover de
R. K. kerk, bewoond geweest door nu wijlen den heer
dr. J. J. de Gelder en
dat de o p e n i n g dier biljetten zal plaats hebben op
Donderdag 2 October 189©, des voormiddags
te 9 uren op het stadshuis, in de zoogenaamde blauwe
of polderkamer.
Zij verzoeken tevens dringend de kiezersdie van hun
stemrecht gebruik makenbij de inlevering van hun stem
biljet den oproepingsbrief mede te nemen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar A. MACLAINE PONT.
•23 Sept. T890. De Secretaris
NUHOUT VAN DER VEEN.
Prijs der gewone Advertentiën.
Per regel ©,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMS. COSTER
ZOON.
Telefoonnummer 23.
De herziening van de algemeene regelen omtrent, de
heffing van plaatselijke belastingen, die door de Regeering
wordt voorgesteld, is van ingrijpenden en ingewikkelden
aarden het is niet gemakkelijk zieh een oordeel te
vormen omtrent de vraag, of zij in het algemeen wen-
schelijk geacht moet worden. De nood van sommige ge
meenten is bekendten platte lande gaan er gebukt
onder den schier ondragelijken last der hoofdelijke om
slagen of andere directe plaatselijke belastingenook
grootere gemeenten, Amsterdam b.v., hebben moeite om
de noodige gelden te vinden voor de steeds klimmende
nitgaven, die inzonderheid voor allerlei openbare werken
gevorderd worden. Dat de gemeenten behoefte hebben
aan uitbreiding harer bevoegdheid tot het heffen van
plaatselijke belastingen, wordt daarom algemeen erkend;
de grenzen waarbinnen de gemeentewet hare bevoegdheid
DOOR
PAUL LINDA U.
Uit het Hoogduitseh.
7)
Voor het dozijn kragendat gereed komtkrijgen
wij dertig tot vijfendertig pfennige. Aan het eerste
dozijn werkt eene handige werkster twee volle uren.
Langzamerhand gaat het wat vlugger. Wij komen
's morgens om 8 uur en gaan 's avonds om 6 uur naar
huis tenminste wanneer er werk genoeg is. Omdat ik
zoo ver weg woondeheb ik 's middags maar doorge
werkt en onder bet naaien door mijn ontbijt en mijn
twaalfuurtje gebruikt och lieve Hemel, 't was spoedig
genoeg opgegetenroggebrood en een beetje koffie, den
eenen dag voor, den anderen na. In tien uren kan eene
geoefende werksterdie met den arbeid vertrouwd is
en onafgebroken doorwerkt, het tot zes dozijn brengen
dat maakt dan een Mark en tachtig pfennige daags."
»Hoe, nauwelijks twee Mark voor tien uren arbeid
vroeg Bruno verbaasd. Hij was ernstig geworden onder
Grete's verhaal.
Jamaar daar gaat nog het garen af', ging Grete
voort»wij moeten het zelve koopen en dat kost ons
wekelijks nog ongeveer een Mark. Wanneer wij dus
zonder een oogenblik van ons werk op te zienvan
den morgen tot den avond aan de machine zitten en
des zondags nog tehuis werkenkunnen wij het weke
lijks toch niet verder brengen dan tot twaalf of der
tien Mark."
Bruno schudde peinzend bet hoofd. Hij had naar hare
beperkt, zijn te eng; op allerlei wijzen hebben zij getracht
de noodige gelden bijeen te brengen; de opcenten op de
grondbelasting hebben in de meeste gemeenten sinds lang
het geoorloofd cijfer bereikten zoowel de opcenten op
de personeele belasting als de directe belastingen of
hoofdelijke omslagen, waaromtrent de gemeentewet alleen
bepaalt dat de opbrengst der eerstgenoemde belasting
niet hooger mag zijn dan die der laatstgenoemde, zijn in vele
gemeenten zoo hoog opgevoerd, dat niet alleen aan geen ver
dere opdrijving te denken valt, maar ook tegen de handha
ving van het tegenwoordig cijfer ernstige bezwaren bestaan.
Meer vrijheid voor de gemeentebesturen uitzetting van
de grenzen die ten aanzien van sommige belastingen aan
hare bevoegdheid tot heffing gesteld zijn, of opening van
nieuwe bronnen van inkomsten is dus noodigdaarover
bestaat geen verschil van gevoelen de vraag is maar
welke nieuwe rechten en bevoegdheden de Regeering aan
de gemeentebesturen ten aanzien der heffing van plaat
selijke belastingen wil toekennen.
De voornaamste wijzigingen die de Regeering voorstelt
zijn de volgende.
Bij de heffing van opcenten op de hoofdsom der Rijks
personeele belasting zal niet meer gelet behoeven te
worden op de opbrengst van eenige andere belasting
de gemeenten zullen in dit opzicht geheel vrij zijnhet
Rijk zal daarenboven de beffing van 20 opcenten op de
personeele belasting laten varen zoodat verhooging van
de gemeente-opconten op deze belasting met hetzelfde
bedrag voor de belastingschuldigen geen onaangename
gevolgen zal hebben.
Evenzoo zal bet Rijk afstand doen van de bestaande
heffing van 28 opcenten op de hoofdsom der patentbe
lasting maar zullen daarentegen de gemeenten de be
voegdheid verkrijgen 30 opcenten op die belasting te
heffen. Voor de belastingschuldigen kan deze ruil geen
noemenswaard bezwaar opleveren.
In plaats van 40 opcenten op de hoofdsom van
de grondbelasting der gebouwde eigendommen en 10
opcenten op die der ongebouwdezullen de gemeen
ten 60 opcenten op de hoofdsom van beide kunnen
heffen. In ons vorig opstel hebben wij reeds gezien, dat
daartegenover de grondbelasting ten behoeve van het
Rijk eenigermate zal worden verminderdmaar dat de
grondeigenaars aan Rijk en gemeenten te zamen ten
slotte elf en een halve ton (1.148.000) meer zullen moe
ten betalen.
Behalve omtrent de heffing van opcenten op de Rijks
directe belastingen is de bevoegdheid der gemeenten ook
ten opzichte der heffing van eigenzelfstandige belas
tingen aanmerkelijk uitgebreid. Naast de bekende be
lastingen op de honden, de tooneelvertoouingen, muziek
uitvoeringen en vermakelijkheden, de rechten en loonen
en belasting in natura of verplichting tot arbeid of
levering aan gemeentewerken, worden toegelaten
belastingen naar het vermogen of naar het inkomen
met vrijheid om die te heffen van allen op gelijken voet
of wel volgens een schaal waarbij de mindere vermogens
of inkomsten ook minder worden belast. Ook zal van
de inkomsten een verschillend bedrag kunnen worden ge-
omstandigheden geïnformeerd louter om een aanloopje
te nemen. Grete's onthullingen boezemden hem thans
echter diep medelijden in. Van zulk eene geringe som
tot bestrijding van alle levensbehoeften had hij tot nu
toe zelfs geen vermoeden gehad.
^Twaalf Mark in de week herhaalde hij.
Ja", antwoordde Grete op den onschuldigsten en een-
vondigsten toon der wereld>in den goeden tijd. Na
Pinksteren begint de slechte tijd en die duurt tot Sep
tember. Dit jaar is hij zelfs nog vroeger begonnen. Wij
krijgen dan niet meer dan drie dozijn kragen per dag te
maken, somtijds zelfs nog minder. In de vorige week heb
ik maar acht en een halve Mark kunnen verdienen en in
den nazomer kom ik zelden met meer dan vier of vijf Mark
weekloon thuis. Dat is niet veel nietwaar De goede
slechte en middelbare tijden door elkander gerekend
kom ik toch nooit hooger dan tien Mark per week en
daarvan gaat voor het garen en het ziekenfonds nog
ongeveer een Mark af. Ik moet mijne moeder wekelijks
zes en eene halve Mark kostgeld betalen, waarvoor ik om
den anderen dag warm eten en op de overige dagen vier
boterhammen en eene kan koffie kreeg. Ik had meer
dan drie kwartier noodig om van mijne woning naar
den Groenen weg te komen, 's Winters maakte ik 's mor
gens gedeeltelijk van den paardentram gebruikzoodat
ik toch nog tien of twaalf Mark'sjaars verreed. Gij kunt
u niet voorstellen hoeveel wij, meisjes, aan onze schoenen
verslijten. Om de veertien dagen zijn de zolen doorge-
loopen. Bij de grootste zuinigheid blijft mij wekelijks
nauwelijks anderhalve Mark over. Daarvan moet ik mij
kleeden alles aanschaffen wat ik noodig heb en boven
dien nog belasting betalen. Al wasch ik mijn ondergoed
zelvehet kost mij toch zeep en men kan alles niet
zelve wasschen. Men komt nimmer uit de geldzorgen.'
»Wat gij mij daar verteld hebt, is vreeselijk!" riep
Bruno uit»Maar één ding begrijp ik nog niet. Waarom
hebt gijin stede van zooveel ellende te verdurenn
niet liever als meid verhuurd Dan krijgt gij tenminste
behoorlijk eten en een meisje zooals gij zijtzal licht
een dienst vinden."
heven naar gelang van de verschillende bronnen waaruit
zij voortvloeienzoodat b. v. de inkomsten uit effecten
of hypothecaire vorderingen iets hooger (of lager) belast
zullen kunnen worden dan die nit grondbezit of bedrijf.
Vrijstelling van inkomsten van een laag bedrag zal vrij
blijven
belastingen naar den uiterlijken staat of verterings
belastingen. De gemeenten zullen dus een eigen soort
van personeele belasting kunnen heffen naast de opcenten.
Op de Rijks personeele belasting en desverkiezende ook
naast een eigen vermogens- of inkomstenbelasting
belastingen op ondernemingen van handel en nijverheid
voor zoover het bedrijfhetzij rechtstreeks hetzij door
tusschenkomst van anderen in kantoren, winkels, maga
zijnen pakhuizenfabriekenwerkplaatsen of andere
vaste inrichtingen binnen de gemeente wordt uitgeoefend.
De gemeenten zullen alzoo een eigen bedrijfsbelasting
kunnen heffenwaarin ieder zal bijdragendie in de
gemeente een kantooreen winkeleen fabriek of een
dergelijke inrichting houdt, ook al woont hij in eene
andere gemeente, maar de opcenten op de Rijks-patent
belasting die iemand ten behoeve der gemeente betaalt,
zullen van zijn aanslag in deze plaatselijke bedrijfsbelas
ting worden afgetrokken. De uitwonende hande
laars en industriëelen zullen alzoo op deze wijze kunnen
worden belastmaar ook de inwonende zullen op
gelijken voet als de uitwonende worden aangeslagen,
terwijl zij bovendien als ingezetenen der gemeente in de
algemeene inkomstenbelasting zullen bijdragenwaarin
dan om eenigermate aan dit bezwaar tegemoet te komen,
de inkomsten uit het bedrijf lager belast zullen kunnen
worden dan die uit grondbeziteffectenambtelijke
bezoldiging enz.;
belastingen op den verkoop in het klein van tabak,
sigaren en dranken naast die op den verkoop van sterke
dranken waarvoor reeds het bekende vergunningsrecht
geheven wordt. Door dit debietrechtzegt de Regeering,
zullen sommige gemeenten gelegenheid hebben om meer
rechtstreeks voordeel te trekken van het bezoek van
vreemdelingen. Ongetwijfeldmaar die tabak- en drank-
verkoopers kunnen reeds aaogeslagen zijn in de plaatse
lijke inkomstenbelasting, de gemeente-opcenten op de
patentbelasting en de plaatselijke bedrijfsbelasting.
Tegenover de opcenten op de grondbelastinghet per
soneel en de patentbelastingwaarvan het Rijk afstand
doetom aan de gemeenten meer vrijheid te geven tot
belastingheffing op dat gebied, neemt het echter iets
terug van de som, die het tot nog toe nit de personeele
belasting aan de gemeenten uitkeert. Zooals bekend is,
werd die som in 1865, toen de plaatselijke acciinsen wer
den afgeschaft, bepaald op 4 5 van de geheele opbrengst
dezer belasting in de gemeente naar mate de belasting
in de gemeente meer opbrachtwerd dus ook aan de
gemeente meer uitgekeerd. In 1885 werd echter het
bedrag voor het vervolg vastgesteld in verhouding tot
de gemiddelde opbrengst over eenige jaren. Van die
som wil de Regeering thans ten behoeve van het Rijk
een vierde, ten bedrage van ruim 2 miljoen, terugnemen.
Over de overblijvende 3/4 zullen voorts de gemeenten
ïGij vergist u. Een meisje dat op eene fabriek ge
werkt heeftvindt geen goeden dienst meer."
Maar van dat beetje geld hebt gij toch niet kunnen
leven
»Gij zietik leef nog. Het verwondert mijzelve wel
eens, maar wat mij het meest verbaast is, dat ik onder
die omstandigheden mijne vroolijkheid heb kunnen be
houden. Onze arbeid toch is ver van opwekkend. Wij
mogen niet sprekenniet zingen niet lachen en van de
benauwde lucht in onze werkplaats kunt ge n geene
voorstelling maken. Stel u eene gewone berlijnsche woon
kamer voorlaag van verdieping twee trappen op en
uitkomende in den tuindie erg klein is en op het
noorden ligtzoodat er nooit een zonnestraaltje in
valt. Wij zitten daar voortdurend bij ellendig licht tus-
schen vuile witte muren. Tegenover ons is eene weverij,
waar de machines den geheelen dag snorrenzoodat
ons hooren en zien vergaat. Denk u daar dan nog de
elf machines bij in onze eigene kamerdie voortdurend
in beweging zijn. Wij zitten zoo diebt op elkander, dat
wij elkaar meermalen hinderenwant behalve de elf
machines vindt men in de kamer nog de afsnijtafel en
de stempelmachine. Bij het snorren ratelen en tikken
der naaimachines komt das nog het voortdurend geklop
van den stempel. In deze beperkte ruimte zijn behalve
de afsnijder, de afsnijdster met twee meisjes, die het
afsnijden moeten leeren de stempelaarsterdie tegelijk
de knoopsgaten maakt, elf meisjes, die machiuenaaien
in het geheel dus zestien personen. In den winter kunnen
de vensters niet geopend worden en des zomers is de
hitte onverdragelijk. De meeste meisjes kunnen het ook
niet uithoudenbeginnen te hoestenlijden aan de
ademhalingswerktnigon krijgen dikke voeten kortom
zij zijn spoedig op. Het is een wonderdat ik bij die
omstandigheden gezond en vroolijk ben gebleven. Ik ben
zelfs zeer gezond."
Wordt vervolgd.