ARMS MEISJES. No. 125* Twee en NTegentigste Jaargang. 1890. ZONDAG 19 OCTOBER. TWEEDE BLAD. Een militaire expeditie in Nederlandsch-Indië. FEUILLETON. Ruiten land. lidman uit liet Beiiijuselie leveu. ALkMAllSCHE «01 RAM. Deze Contant wordt Dinsdag-, Donderdag, en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar O,SOfranco door bet geheele rijk I, De 3 nnmmers 0,0tf. Prijs der gewone Advertent iën Per regel 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. Telefoonnummer S3. Neemt men een kaart van den Indischen Archipel ter hand, dan zal men daarop, hetzij door een op de kaart géteekende grenslijn of door de verschillende kleuren die aan de eilanden zijn gegeven aanstonds kunnen zien welke eilanden aan Nederland toebehooren. Toch is de vraag, hoever zich onze heerschappij in Indië uitstrekt, niet zoo eenvoudig als hot schijnt. Met Engeland, Spanje en Portugal hebben wij traktaten gesloten waarin het wederzijdsch gebied op sommige punten is vastgesteld, en in het algemeen mag worden aangenomen, dat er een zekere kring bestaat, waarbinnen onze heerschappij althans door de overige Ecropeesche mogendheden niet wordt betwist; maar binnen dien kring is onze heerschappij ten aanzien van de inlandsehe bevolking nog zeer verschillend. In de eerste plaats zijn er landen die rechtstreeks aan ons bestuur zijn onderworpen; dan volgen de inlandsehe staten die ons oppergezag hebben erkendmaar die een eigen bestuur bezitten, een en ander door traktaten ge regeld daarenboven ziju er echter nog volksstammen waarmede wij geenerlei betrekking hebben aangeknoopt, en staten wier volkomen onafhankelijkheid door ons openlijk of stilzwijgeud is erkend. Op hetzelfde eiland kan grondgebied voorkomen van verschillenden aard. Dit is ouder anderen het geval met Flores één der kleine Soonda-eilanden. Bebalve de staatjes die zich krachtens traktaat aan ons oppergezag onderworpen hebben, bestaat daar nog een streok, door bergstammen bewoond die gezamenlijk met den naam Rokka's worden aangeduid waarvan erkend wordt dat zij tot nog toe een geheel onafhankelijk volksbestaan hebben. Wij weten overigens van hen niet veel meer dan dat zij heidenen zijn krachtig gebouwd >ruw van zeden zonder algemeen bestuur meestal zelfs zonder hoofden, en dat zij afkeerig zijn van elke aanraking met Europeanen of vreemdelingen. 0p Flores nn wordt vermoed tin-erts voorhanden te zijn, en van twee zijden ontving de Indische Regeering een aanvrage om vergunning tot mijnontginning op dat eiland. Alvorens daarop te beschikken, wenschte de Re geering zelve een onderzoek in te stellen, of dat vermoe den juist is en waar zich de tin in den bodem bevindt. Een mrjnbouwkundige expeditie van 40 personen onder leiding van Regeerings-ambtenaren trok in December van het vorige jaar het ons onbekende Rokkagebied op het eiland Flores binnen, doch ondervond van de bewoners een zoo weinig vriendschappelijk onthaal, dat zij binnen een paar dagen weer aan het strand terug was met enkele licht gewonden, terwijl een politie-oppasser .ver mist werd, de medegenomen goederen verloren waran, en eenige Rokkaneezen met geweerschoten waren gevold, waardoor de overigen op een afstand werden gehouden. Blijkbaar had men zich al zoo in de gezindheid fier DOOK PAUL L IN D AU. Uit het Hoogduit s ,c h. 14) Den geheele® morgen had bet reedt gesneeuwd en ,o.p dit oogenblik, om 12 uur 's middagswas het bijna zoo donker ak des nachts. Gedachteloos bleef Regine naar de ontelbare vlokken staren, die als uit een zak op de straat gesehad werden. Een tik op de deur stoorde haar iu haar gepeins; juffrouw Marianne Berg trad opgewekt en vroolijk als altijd het duistere vertrek binnen. f «Ik breng u kaartjes voor de opera, juffrouw Regine", begon Marianne. De groote voorstelling, die beden avond zou plaats hebben is uitgesteld want de tenor is ver kouden en nu geven wij eene operette. Het zal bijzonder leeg zijn zoodat heden de artisten een groot aantal vrij kaarten gekregen hebben." «Ik dank u zeer", antwoordde Regine. «Ik kan ech ter, helaas, geen gebruik maken van uw vriendelijk aan bod. Ik ben van daag niets gestemd om naar de opera te gaan en bovendien mijne moeder is plotseling naar Maagdenburg vertrokken. Mijn broeder heeft een klein ongeluk gehad bij het rijdenwaarover moeder zich ongerust maakteofschoon het niet der moeite waard isik zal daarom liever thuis blijven." «Gij moest juist bet tegendeel doen! Gij moest trach ten uw verdriet te vergeten en wat verstrooiing zoeken. En al is het heden avond nu al geen groote operagij zit toch in eene aangename omgeving boort goede mu ziek ziet menschen om u heen dat wekt van zelf de vroolijke stemming op. Bovendien heb ik eene mooie rol. Kom ga maar mee." bevolking schromelijk vergist zij was niet genegen vreemdelingen toe te laten tot het onderzoeken van den bodem maar bet vijandig optreden tegen onze ambte naren mocht niet ongestraft blijven; geen volksstam in Indië, onafhankelijk of niet, mag den eerbied aan ons gezag verschuldigd uit het oog verliezen. Een tweede expeditie trekt daarom in de maand Mei van dit jaar bet Rokka-gebied binnen, maar vindt de geheele bevol king vijandig tegenover zich, zoodat herhaalde versterking noodig wordt, en eindelijk een militaire macht van onge. veer 400 man met berggeschut, vaandel en muziek bijeen is. Hootden geven zich op genade of ongenade over personen die de eerste expeditie hebben aangevallen wor den uitgeleverd men belooft ook de geroofde goederen terug te geven, maar blijft in gebreke, ongetwijfeld omdat ze niet meer te vinden zijn; in plaats daarvan bieden de Rokkaneezen eenige buffels en varkens aan. Was het nu alleen om bestraffing te doen geweestdan was het doel bereikt en had men kunnen terugtrekken, dankbaar dat men zich zoo spoedig uit een werkelijk moeilijke omstandigheid had kunnen redden. Maar neen, men wilde nu oenmaal tin vinden op Flores, en trok daarom verder doortegelijk hernam de bevolking ook haar vijandige houdinggeweer- en geschutvuur doen echter hun werking de woningen der inlanders gaan in vlam men opmaar ook alle aanraking met de bevolking houdt op geen bevriend hoofdgeen onderhandelaar biedt zieh meer aan geen gidsen zijn meer te krijgen. Als één man staat de bevolking tegenover onze troepen; een patrouille van 100 bajonetten moet in carré terug trekken om zich de vijanden van het lijf te houdenen alleen de artillerie doet hen afdeinzen. Ofschoon onze troepen het terrein behoudenis hnn getal te gering om te midden eeneir zoo vijandige bevolking verder door te dringen. Zij blijft vooreerst waar zij is maar een derde expeditieeen nieuwe troeponmacht wordt uitge zonden om nu van de noordkust uitgaande de beide vorige expedities waren van de zuidkust het land inge trokken alweer naar tin te zoeken. De militaire macht zal volgens do laatste uit Indie ontvangen be richten (van 13 October) «slechts moeten strekken tot bescherming van het tin-onderzoekmet vermijding van het plegen van -vij&iidelijkhedeuzoolang die niet door de houding der inboorlingen noodig zijn geworden." Wij vreezen zeer dat die noodzakelijkheid zich spoe dig zal doen gevoelen. Vraagt men nu met welk recht wij tegen den zin der bevolking dit onbekende, onafhankelijke land zijn binnen getrokken om te onderzoeken of zijn bodem ook tin-erts bevatdan weet niemand voor dat recht eenigen grond aan te wijzen. Wij hebben ons nooit met deze Rokka neezen bemoeidnooit een poging aangewend om met hen in aanraking te komen nooit met eenig hoofd of iemand die onder hen eenig gezag had, een traktaat ge sloten, en wij wagen het hun land binnen te trekken om den bodem te onderzoeken. De eerste poging laat zich verklaren uit de roekeloosheid der onkunde. Aangenomen voorts, dat eenige bestraffing noodig was van de vijande lijke bejegening der eerste expeditie dieofschoon uit «Ik heb werkelijk weinig lust. En mot wie zou ik gaan Mijne moeder is immers ait de stad." «Waarom niet met juffrouw Lessen Dat hebt gij al mee.r gedaan." «Dat is waar., maar wij loopen te veel in het oog. Wij worden voor zusters aangezien on dat vind ik niet bijzonder aangenaam." *Zoo gij van avond door niemand wilt gezien worden, daar is een middel op. Ik heb twee plaatsen in de baig noire, waarin bovendien slechts twee zitplaatsen zijn. Zoo gij wat achteruit gaat zittenis het onmogelijk, dat gij in het oog valt. Kom maar, gij zult een prettigen avond hebben Nu, goed dan", zei Regine eindelijksik zal er met juffrouw Lessen heengaan. In huis is het toch ook niet uit te houden. Is juffrouw Grete al thuis?" «Ja, wij zjja te zamen de trap opgekomen." «Zullen wij het haar dan vragen Zij klopten bij Grete aan en traden binnen. Grete was bezig haar werk weg te bergen en verzocht de dames plaats te nemen. Zonder verdere omwegen vroeg Regine «Hebt gij lust van avond met mij naar de opera te gaan Juffrouw Berg heeft kaartjes voor ons." «Hoe jammer", sprak Grete en zij betreurde het op recht. «Ik zou zoo gaarne met u meegaan maar juist heden is het mij onmogelijk. Reeds eenige dagen ge leden heb ik mijnheer den graaf een onderhoud verzocht, waut ik heb hem iets belangrijks mee te deelen. Van morgen heb ik een brief van hem gekregen, dat hij van avond om acht uur zal komen Al zou ik hem willen verzoeken, zijne komst uit te stellen, ik zou niet weten waar ik hem vinden kan. Bovendien kan ik dat niet, want het betreft iets zeer gewichtigs. Het spijt mij zeer, juffrouw Regine, maar gij begrijpt, het is mij van avond niet mogelijk." Regine lachte op hare eigenaardige wijze. «Dan is het dus eene uitgemaakte zaak, dat ik van daag, evenals altijd, zal thuis blijven sprak zij met gemaakte onverschilligheid. Hoewel zij zoo even zonder den minsten strijd vrijwillig het aanbod had afgeslagen voorzorg gewapendechter niet kwam met vijandelijke bedoelingen, waarom moest dan, nadat de bestraffing bad plaats gehad, verder worden doorgedrongen om naar tin te zoeken, nu het toch zeker wel duidelijk was geworden dat de geheele bevolking er zich tegen verzette Waarom moet een nieuwe expeditie van de noordkust het land binnentrekken met hetzelfde doel Daartoe zijn wij niet bevoegd; daartoe missen wij het recht; daarvoor wordt ons in Atjeh geteisterd leger ge bruikt, en intusschen wekken wij wantrouwenhaat en verbittering in de harten der inlanders. Is dat de wijze, mag gevraagd worden, waarop wij onze roeping in Indië moeten vervullen Moeten wij door zulke handelingen daar beschaving brengen en moeten dergelijke expedi ties den weg banen voor onzo zendelingen Toch kon een motie in de Tweede Kamer, waarin verklaard werd, dat in de gegeven omstandigheden alle verdere mijnonder- zoekingen in het Rokka-gebied behooren te worden ge staakt, niet meer dan 26 stemmen verworven, terwijl 59 er zich tegen verklaarden. Gelukkig kunnen wij er bij voegen dat althans een andere motie zonder stemming werd aangenomen waarin de Kamer akte nam van de verklaringen der Regeering omtrent hetgeen haar wen- schelijk voorkomt met betrekking tot mijnonderzoekingen op Flores. De Minister van Koloniën had namelijk ver klaard, dat wel ons recht om in het Rokka-gebied naar tin te zoeken zeer twijfelachtig is misschien be hoorde dat gebied wel tot bet rijk Endeb op Flores waarmee wij een traktaat gesloten hebben maar dat wij dan toch, zonder geweldpleging, waren begonnen met de bevolking te onderhandelen en toen eensklaps waren overvallen dat wij hier te lande moeilijk kunnen be slissen in hoeverre ons prestige in Indië schade kan lijdendat ook hijMinisterniets liever zou zien dan dat een einde werd gemaakt aan het tinonderzoek in die streek, maar dat de staking een zoo groote verantwoor delijkheid medebrengtdat de Regeering hier te lande haar niet kan aanvaarden. Het bestuur in Indiëde Gouverneur-Generaal zal dus moeten beslissen. Naar onze meening ontbraken bij de handelingen op Flores juist rechtsbesef zoowel als goed beleid. Wij willen de hoop niet opgeven dat hetgeen er in de Tweede Kamer over gezegd is ten slotte ook door den Ministerhet Indisch bestuur de oogen zal openen en het zoo spoedig mogelijk zal doen terugkeeren van den verkeerden weg. DUITSCHHAWD. De Keizer heeft de herkiezing van den heer von Forckenbeck als eerste burgemeester van Berlijn bekrachtigdzoodat hij wederom 12 jaren als hoofd van het gemeentebestuur zal optreden. Er was aan die goedkeuring getwijfeldomdat genoemde heer dit jaar in den Rijksdag tegen de legerwet gestemd had. Bij een kabinetsorder is de oprichting medegedeeld van een kolonialen raad, als raadgever in koloniale zaken bij het ministerie van buitenlandsche zaken. thans, nu er iets in den weg kwam, kwam al de bit terheid, die in hare ziel wasboven. Het is werkelijk jammer", zei Marianne, en zich tot Regine wendende, voegde zij erbij «Welnu, als juffrouw Lessen niet kan, vraag dan iemand anders mede." Regine lachte bitter en vroeg op knorrigen toon: «Wie zou ik wel kunnen mee vragen Daarna zweeg zij een oogenblik, maar vond, evenmin als de beide andere meisjes, een antwoord op deze vraag. «Ik moet toch wel een vervelend, onaantrekkelijk schep sel zijn", voegde zij er bij, «dat ik op mijn twintigste jaai iu deze groote stad met haar millioenen inwoners niemand weet, die den avond met mij zon willen door- brongen. Het is waarlijk eene treurige ondervinding!" «Gij zijt onbillijk", antwoordde Marianne. «Gij weet zeer goed, dat gij een mooi, bekoorlijk meisje zijt en die u kennen, weten dat ook. Weinig menschen kennen u echter, want gij leeft geheel afgezonderd. Wie kan ook een fatsoenlijk meisje kennen, wier ouders niet uitgaan en geen bezoeken ontvangen Dat brengen de omstan digheden nu eenmaal mee." «Juistik klaag de omstandigheden ook aan", ant woordde Regine levendig. «Draag ik de schuld van die omstandigheden Waarom moeten wij dan ons leven zoo vreugdeloos slijten Ik zie niet in, dat daar eene geldige reden voor bestaat. Is het niot natuurlijk, als men den lust in zich voelt opkomen, alle vooroordeelen over boord te werpen en het leven te genieten, zooals zoo veel anderen Alle anderen lachen en dansen en zingen en wij Wij kwijnen weg van ergernis en verdriet en worden oud vóór den tijd. En wat wacht ons ten laatste Het heerlijk vooruitzicht eene eerbare oude jongejuffrouw te worden Het is verleidelijk «En toch", beweerde Marianne, «toch zondt gij nw lot met dat dier anderen niet willen ruilen." Regine maakte eene veelbeteekenende beweging met de lippen en zweeg. »Neen'\ viel Grete thans in, «gij zoudt zeker niet willen ruilen. Het ziet er van verre veel verleidelijker uit dan het in waarheid is. Gij kent dio anderen niet,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1890 | | pagina 5