Binnenland.
Alkmaar-Hoorn.
Telegrafische Berichten.
meisjes, van 800 tot ƒ1000, alsmede omtrent het door het
hoofd dier school in overweging gegeven denkbeeld om, met
herziening van het thans bestaande leerplan, het aantal
onderwijzeressen aan die school op zes te behouden. Ge
noemde verhooging van jaarwedde achtte de commissie in
het belang van het onderwijs. Als erkenning van hare
verdiensten en als vergoeding voor de vermeerdering
harer werkzaamheden werd de aanneming die» verhoo- I
ging door de commissie dringend aanbevolen. Het denk- I
beeld om den bestaanden negenjarigen cursus in eenen
zevenjarigen te veranderenwerd zoo krachtig mogelijk
bestreden. De daaruit voortvloeiende wijziging van het
leerplan zou ten gevolge moeten hebben, dat de gelegen
heid tot het ontvangen van meer uitgebreid lager onder-
derwijs voor meisjes alhier ten eene male zou ontbreken.
Het leerplan zou dan, zooals bij de openbare burgerschool
plaats heeft, ecne voorbereiding moeten worden voor het
ontvangen van middelbaar onderwijs. In den regel zullen
de leerlingen dier school op ongeveer 13jarigen leeftijd
de 7 klassen doorloopen hebben en zullen de ouders
verder onderricht voor hunne kinderen verlangende, ge
steld zijn voor de keuze, hen of naar eene andere gemeente
te zenden of de Rijks hoogere burgerschool voor jongens
alhier to doen bezoeken. Behalve de groote geldelijke
bezwaren, aan het eerste middel verbonden zullen de
meeste ouders bezwaar hebben hunne dochters op dien
jeugdigen leeftijd op verren afstand van de ouderlijke
woning door anderen te doen opvoeden. Vele ouders zullen
voorts bezwaar hebben om van het laatst aangegeven I
middel gebruik te maken. Het is der commissie bekend,
dat verscheidene belanghebbenden gevonden worden, die
hunne dochters niet of alleen door den nood gedwongen I
naar de hoogere burgerschool zullen zenden, omdat zij of
het aldaar gegeven onderwijs dat alleen met het oog
op dé toekomst van jongens is ingerichtvoor hunne
dochters niet wenschelijk achten of het gedurig te zamen
zijn van jongens en meisjes niet verlangen. Daarbij
bedenke men, dat het bezoeken der Rijks hoogere burger
school door vrouwelijke leerlingen in ieder geval afhankelijk
is van de goedkeuring van den minister van binnenl. zaken,
welke toelating elk oogenblik verboden kan worden en
welk verbod vrij zeker te verwachten is, zoodra de toe
vloed van meisjes naar die school eene overbevolking
doet ontstaan en dus splitsing van klassen noodzakelijk
maakt. En dat dit gevaar voor overbevolking van
een of meer klassen niet denkbeeldig is wordt reeds
bewezen door de mededeeling in het verslag van de
commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs over
1889. Inkrimping van den negen- tot eenen zevenjarigen
cursus zou voor de gemeente zelve eer na- dan voordee-
lig werken en de commissie is overtuigd, dat de raad
niet zal meewerken, om deze in bloei steeds toenemende
gemeente te doen afdalen naar eenen lageren rang dan
waarin zij onder de gemeenten van ons vaderland thans
staat en behoort te staan. Kon door particuliere krachten
zonder hulp der gemeente in de behoefte aan meer uit
gebreid lager onderwijs voorzien worden, dan zou zij niet
nalaten het nemen van de daartoe noodige maatregelen
uit te lokken. Daarvan kan onder de bestaande om
standigheden echter geen sprake zijn. Daarna geeft de
commissie een uitvoerig overzicht van het tegenwoordig
aantal leerlingen, van de oorzaken dat dit aantal tijdelijk
zoo gering is en van de bezwarenbij het hoofd der
school gerezen naar aanleiding van het niet vervullen
der betrekking van mej. Koning en de opheffing der I
betrekking van stads-teekenmeester. Na ernstige over- I
weging der bezwaren, zoowel schriftelijk als mondeling
door het hoofd der school tegen de tegenwoordige regeling
ingebracht, spreekt de commissie als haar gevoelen uitI
dat zij die bezwaren geheel zou deelen, wanneer de be- I
volking der hoogste klassen talrijker was, dan thans het I
geval is. De hoogste klasse telt thans ééne leerling
door de zeer geringe bevolking dier klasse is eene ver- I
eeniging van de beide hoogste klassen onder ééne onder- I
wijzeres mogelijk geworden. Waren die beide klassen I
talrijker bevolktdan zou eene dusdanige vereeniging
slechts kunnen geschieden ten nadeele van het mondeling I
onderwijs. Nu bestaat daarvoor geen gevaar. Verder
zet de commissie haar gevoelen uiteen, hoe zeer goed eene I
regeling kan worden getroffen, waardoor de bestaande I
moeielijkheden weggenomen kunnen worden. Alleen in I
geval van ongesteldheid zou de door de commissie aan- I
bevolen regeling niet meer uitvoerbaar zijn. Als slotsom I
harer beschouwingen geeft zij als haar oordeel te kennen, I
dat met het oog op den toestand der hoogste klasse de I
aanstelling eener tijdelijke onderwijzeres aan de school I
niet wordt gevorderd; dat alzoo, wanneer er zich geene I
buitengewone omstandigheden voordoen, het aantal on- I
derwijzeressen aan die school gedurende dit schooljaar op I
zes behouden kan blijven en dat eene verandering van
het bestaande leerplan met 9jarigen cursus in een 7jari-
gen geene aanbeveling verdient.
Na een korte bespreking, waarbij de heer Kraakman
verklaart geheel met het gevoelen der commissie in te
stemmen, lettende op het aantal van 74 kinderen dat
thans die school bezoektwaarvoor een getal van zes
onderwijzeressen, behalve het hoofd, voldoende kan wor
den geacht en dat van de toewijding van het personeel
verwacht mag worden dat het onderwijs geregeld ge
geven zal worden en de Voorzitter den heer de Lange
op eene vraag geantwoord had, dat burg. en weth. vol
gens de wet bevoegd waren, wanneer zich buitengewone
omstandigheden mochten voordoen, tijdelijke maatregelen
te nemen, wordt met algemeene stemmen het voorstel
der commissie aangenomen, onder dankzegging aan de
commissie voor het uitnemend door haar gestelde rapport.
40. Daarna gaat de vergedoring in eene zitting met
gesloten deuren over ter behandeling van bezwaarschrif
ten tegen de plaatselijke directe belasting naar het in
komen dienst 1890. Na heropening der deuren wordt
in behandeling genomen
41. het rapport der sectiën omtrent de ontwerp-
gemeente-begrooting voor 1891.
De voornaamste beslissingen waren de völgende.
Het gedeelte straat van de Oudegracht van de brug bij de
Oosterburgstraat tot de brug tegenover den heer 0. Bos
man zal verbeterd worden tot die verbetering was door
burg. en weth. reeds in beginsel besloten.
De post van 36uitgetrokken voor puntdraad op
den post onderhoud van plantsoenen, werd met 10 tegen
3 stemmen van de heeren StoelKraakman en Janssen,
verhoogd tot 60.
Bij het uitdiepen van het Luttik-Oudorp (in ééne
sectie ter sprake gebracht) moet rekening gehouden
worden met de wallendie niet onderheid zijn en ge
vaar zouden loopen in het water te zakkenindien
te diep werd gebaggerd. De oorzaak, waarom vaartuigen,
die 7 voet diep gaan, daarvan last ondervinden moet
worden toegeschreven aan de omstandigheid, dat Scher
merboezem eenige dagen beneden zomerpeil stonddie
stand is sedert hooger.
Burg. en weth. zullen ook met de gezondheidscommissie
in overleg treden omtrent gemeentelijk toezicht op vleesch,
evenals op andere levensmiddelen. In ééne sectie scheen
dit toezicht in het belang der volksgezondheid noodza
kelijk, ook met het oog op het volgende. Tengevolge
van de oprichting van het abattoir te Amsterdam en
van de nauwgezette keuring, waaraan het daar geslachte
vee wordt onderworpen wordt wel eens het daar afge
keurde vleesch naar de provincie terug gevoerd en wor
den de koeiendie men niet aan de keuring, bij de
slachting durft onderwerpen buiten Amsterdam en ook
hier geslacht en verkocht.
De post jaarwedden van onderwijzers werd met 150
verminderd in verband met het vertrek van een paar
onderwijzers, die vervangen worden door ouderwijzers op
lagere jaarwedde.
Burg. en Weth. zullen met de commissie van toezicht
n beheer over het stedelijk muziekkorps in overleg
treden over de door ééne sectie gestelde vraag, of de
eleerlingen der muziekschool niet te spoedig bij dat korps
opgenomen worden waardoor de montering en equipe-
mentkoston vermeerderd worden, terwijl zulks versnip
pering veroorzaakt in de geldelijke toelagedoor de
gemeente aan het muziekkorps toegezegd.
Met 6 tegen 7 stemmen werd besloten voor 1891 het
planten van boomen op de Laat te staken, in> overeen--
stemming met den geuiten wensch om eens eenige jaren
daarmede te wachten.
Vóór het planten van boomen stemden de heeren Jans
sen, Conijn, Preijer, Stoel, Vonk en Kraakman.
De post onderkouvan bruggen werd met 250 ver
hoogd voor versterking van de brug over de Kanaal
kade met het oog op de zware vrachten, voortdurend
over die brug gaande, uit te voeren in nader overleg
met de vaste commissie van bijstand voor de gemeente
werken.
Ten slotte werd de begrooting met algemeene stemmen
vastgesteld.
42. Bij de gewone rondvraag door den Voorzitter aan de
leden vestigt de heer Goede de aandacht op de hem ge
dane mededeeling, dat door de stremming van het ver
keer over de brug over het Noordzeekanaal te Velzen
verscheidene landlieden die gewoon zijn hier met hunne
kaas ter markt te komen, daarin verhinderd worden
daar er geene gelegenheid bestaat om met geladen wa-
I gens van de eene zijde van den weg naar de andere
I zijde over het kanaal te gaan. Hieruit vloeit natuurlijk
veel ongerief voort. De Voorzitter zegt namens burg. en
I weth. toe, dat hierop onmiddellijk de aandacht van den
heer Commissaris des Konings in deze provincie zal
I worden gevestigd, met verzoek te bevorderen, dat aan
I dit ongerief tegemoet gekomen wordt.
43. Daarna sluit de Voorzitter de vergadering.
Door landeigenaars in den Ellandsjpoldor werd
bij het bestuur van voornoemden polder aangedrongen
op het nemen van maatregelendie ten doel hadden
aan de verwoesting, door eenden aan de landerijen toe
gebracht, eenigzins paal en perk te stellen. Een gevolg
daarvan was vergadering op vergadering van belangheb
bende eendenhoudersom door het indienen van een
verzoekschrift te wijzen op de omstandigheid, dat tegen
over een klein voordeel voor enkele landeigenaars een
groot nadeel voor vele particulieren staat, daar berekend
kan worden dat de houders van de ruim 7000 eenden
's jaarlijks eene geldelijke schade van 12000 (11) daar
door zouden lijden. Men is zeer nieuwsgierig, hoe autori
teiten in deze zullen beslissen.
Te West-Gral'dijk was dezer dagen het kanaal
water zoo hoogdat het door de kade heen over den
openbaren weg liep. Nu is het water vallende.
Den 23 is te Broek op liongedijk opgericht
een departement der Maatschappij tot nut van het alge
meen, waartoe bereids 18 leden toetraden. Het bestuur
van het aldaar bestaande gezelschap .Eensgezindheid"
treedt op als voorloopig bestuur des departements.
In den vooravond van den 24is het woonhuis
van Abr. Bart aan den Schapenweg, nabij Oude-
Xtedorp in korten tijd afgebrand. De vlammen grepen
zoo snel om zich heendat de huisvrouw met hare
kinderen de man was afwezig met moeite de
brandende woning zijn ontvlucht. Van den inboedel
kon niets gered worden. Het aansteken van de petroleum
lamp schijnt den brand te hebben veroorzaakt.
Tot hoofdingelanden van het ambacht »de 4 Noor
der Koggen", voor de banne Hoog- en Aartswoud,
zijn herkozen de heeren C. Pijper Sr., te Hoogwoud en
K. Vel Kz te Aarts woud.
De polder de Lage Hoek, die door het verbran
den van den eenigen watermolen, natuurlijk zeer veel
I overtollig water had, heeft een contract gesloten met
I »de vier Noorder Koggen", om het water in dit water-
I schap te loozen.
Dinsdagnacht ging de boerenarbeider P. de Boer,
I wonende aan den Zomerdijk, gemeente Wogniim, eens
zien, of zijn eenige schaap nog aan den weg liep. Tot
I zijn verbazing zag hij dat het touw, waaraan het beest
I vaststond, was doorgesneden en dat het dier weg was.
Onmiddellijk begaf zich de B. naar huis, kleedde zich
I en ging loopend naar Purmerend, waar hij 's morgens
balf zes aankwam. De B. zag, op de markt gekomen, zijn
I schaap spoedig staan en maakte zich aan hem, die
I het schaap markte alB de eigenaar bekend. Deze gaf
voor, het ook gekocht te hebben en zou dien verkooper
I haleu: wie echter terugkwam, niet deze bewuste persoon.
Bedankt voor het beroep naar de hei v. gemeente te
I Spijkernisse door ds. J. H Miihring te St. Maarten c.a.
De den 1 ingevoerde dienstwijziging in den post
dienst te Warmenhuizen blijkt eene werkelijke
I verbetering te zijn. In plaats van vóór dien tijd ten
half 2 namiddags, komt nu reeds 's morgens kwart voor
I acht uur eene post, aan en heeft reeds ten 8 uur de be-
I stelling plaats van wat vóór den 1 ten 2 uur w,erd be
zorgd. Oók komen de boden nu geregeld op tijd aan.
De loop blijkt ook niet vermoeiend-te zijn; dat de vaste
bode sedert tweemaal gedurende enkele dagen vervangen
werd, was eene toevallige omstandigheidaan ongesteld
heid staat elkeen bloot.
In de najaarszitting der Prov. Staten dezer provincie
zal in behandeling komen de nadère voordracht van
Ged. Staten tot het verleenen van ondersteuning voor
den aanleg van een locaal-spoorweg tusschen Alkmaar
en- Hoorn
Over deze zaak werd in do zomervergadering ampel en
breed gediscussieerd en de uitslag daarvan wasdat als
motie werd aangenomen: „De Staten, de wenschelijkheid
erkennende van ondersteuning van dén aanleg van een
locaalspoorweg tusschen Hoorn en Alkmaarmet een
renteloos voorschot van hoogstens 200.000 of met eene
evenredige bijdragenoodigen Gedep. Staten uiteene
nadere voordracht te doen in den eenen of anderen zin."
Gedep. Staten brachten dat besluit ter kennis van de
concessie-aanvragers, de heeren Bosman en de Lange, en
verzochten hun mede te deelenof het dien heeren aan
leiding gaf om er hunne aanvrage mede in overeenstem
ming te brengen. De heeren antwoordden dat zij zich
o-evleid hadden met de hoop, dat hun het volle bedrag
van j 277.000, dat zij hadden aangevraagd, zou zijn toe
gestaan, en zij genoodzaakt zouden wezen om zoo hun
slechts f 200.000 werd verleend te trachten het alsdan
nog ontbrekende door do medewerking van andere be
langhebbenden te verkrijgen. Zij geloofden wel daarin
te zullen slagen en verklaarden voorts, gaarne te zullen
zien, dat hun door de Staten een renteloos voorschot vaD
200.000 of een gelijk bedrag, aan subsidie werd ver
strekt. Ged. Staten wisten dus nu, dat in ieder geval
het bedrag van 200.000 werdi verlangd, doch daar dit
cijfer als maximum van een te verstrekken renteloos voor
schot was aangegeven en het eene subsidie alleen toeliet
tot een evenredig, doch tot een vrij wat lager
bedragmeenden zij het denkbeeld van subsidiëeren te
moeten prijs geven waardoor het noodig werd zekere
voorwaarden te ontwerpen ten einde de terugbetaling
van het te verstrekken voorschot te regelen. Zulk een
ontwerp werd den concessie-aanvragers toegezonden, doch
dezen hadden tal van bedenkingenzonden het ontwerp
erug en voegden er een ander bij, waaruit bleek, dat de
theeren zich v o 11 ed ige v r ij he id v a n.h a n d e 1 e n
op financieel gebied we n s c h te n voor te
behouden. Dit nu konden Ged. Staten, met het oog
op de handhaving van het recht der provincie op terug
gaaf van het te verstrekken voorschot, niét toestaan Die
vrijheid diende eenigszins beperkt te worden dochom
alles te doen. wat mogelijk was om hinderpalen tegen
het tot stand komen der onderneming uit den weg. te
ruimen, besloten zij zich in hoofdzaak bij de voorstellen
der ontwerpers neer te leggen en dat ontwerp over te
nemen met deze wijziging dathoewel aan de onderne--
mers volkomen vrijheid van handelen werd gelaten, Ged.
Staten zich. echter eenig toezicht voorbehielden, en
zjj er eenige bepalingen aan toevoegden. De concessio
narissen vonden de bijvoegingen, goed, maar de hoofdzaak
niet. Volgens hun verlangen, zou de bruto-opbrengst die
verkregen moet zijnalvorens de provincie aanspraak
verkrijgt op teruggaaf van, haar voorschotreeds nu be
paald moeten worden op een vast cijfer van 73000.
per jaar, welk bedrag zij verkrijgen door bijeentelling
van 4 pet. der kosten van aanleg na aftrek van het
voorschot en van genoten subsidiëneen bedrag, van
f 45000,van kosten van exploitatie per jaar en 2900
voor kosten van beheer.
Nu is het niet tegen die berekening dat Ged. Staten
bezwaar hebben, maar zij achten het voorbarig die be-,
rekening reeds nu te maken op den grondslag, der
begrooting, terwijl het toch veel beter is het juiste cijfer
eerst vast te stellen nadat dn aanleg is voltooid. De
bezwaren door de aanvragers daartegen ingebracht mogen
naar het oordeel van Ged. Staten niet gelden, en daar
zij het in het belang der provincie achten hun voorstel te
handhaven stellen zij voor t voor den aan te leggen
locaalspoorweg AlkmaarHoorn uit de provinciale
fondsen een renteloos voorschot te verstrekken van
f 200,000, onder bepaling dat het voorschot zal worden
uitbetaald, nadat de weg zal gebouwd zijn en. op dien
voet in exploitatie gebracht, dat het rijden van. minstens
vier treinen heen en terug per dag verzekerd zij. Dit
moet vóór den len Augustus 1894 kunnen geschieden.
Het voorschot moet aan de provincie
worden terugbetaald uit de opbrengsten der
lijn, zoodra die zullen gestegen zijn boven zeker bedrag
per jaar, vast, te stellen nadat de weg zal
zijn gebouwd en in exploitatie gebracht,
doch voordat het voorschot wordt uit
betaald.
Tot vaststelling van het bedrag zullen warden bijeen-
geteld de sommen, zooals concessionarissen boven reeds
aangaven, en van de jaarlijksche opbrengst boven dit
bedrag, wordt de helft uitgekeerd aan de provincie.
Bovendien is het voorschot of het onafgelo3te deel daar
van in eens opvorderbaar bij verkoop of overdraont der j
lijn of bij naasting van den spoorweg door het rijk. De
ondernemers zullen verplicht wezen ten genoegen van i
Ged. Staten vóór 1 Augustus 1891 aan te toonen, dat
zich eene vennootschap heelt gevormd ten doel hebbende j
om den locaalspoorweg aan te leggen, te exploiteereu of
te doen exploiteereu. Deze vennootschap moet zich vooraf
jegens de provincie verbinden tot teruggaaf van het i
voorschot. De statuten dier vennootschap alsmede de j
jaarlijksche balans en winst- en verliesrekening worden
aan Ged. Staten overgelegd, en verder is het bestuur
der vennootschap verplicht aan Ged. Staten alle inlich-
tingen omtrent de onderneming te verstrekken, welke
deze zullen verlangen, totdat het voorschot geheel zal
zijn terugbetaald.
's GRAVENHAGE, 25 October.
Toestand des Konings.
De ministers van Koloniën en Justitie zijn heden och
tend wederom naar het Loo vertrokken, evenals Dr.
Vinkhuijzen, iu verband met mededeelingen,dinsdag in
de vereenigde vergadering der Stateu-Generaal te doen.