InvoerrecMen en Slavilaniel.
No. 134.
Twee en Negentigste Jaargang,
1890.
ZONDAG
9 NOVEMBER.
Dit nummer bestaat uit 2 bladen
EERSTE BLAD
Prov. Staten van Noordholland.
Alkmaar-Hoorn.
AlkRAARSCHE COURANT
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden voor Alkmaar franco door het
geheele rijk ƒ1,
De 3 nummers f O,©©.
Prijs der gewone Advertentiën.
Per regel 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMS, COSTER
ZOON.
Telefoonnummer 33.
(s L O T.)
Hoe komt hetdat op één na alle onderteekenaars
van de Congo-akte reeds na vijf jaren verlangen terug
te komen op den vrijdom van invoerrechtendie in
1885 voor een tijdvak van twintig jaren door hen ge
waarborgd werd
Den 18 November 1889 werd te Brussel een nieuwe con
ferentie geopend van vertegenwoordigers van alle staten
die in 1885 de Congo-akte hadden geteekend ditmaal
tot een bijzonder en ongetwijfeld hoogst loffelijk doel
de bestrijding van den slavenhandeldien ontzettenden
vloek van de negervolken van Midden-Afrika. In de
oproeping werd dit doel in de volgende woorden duide
lijk omschreven: »Het oogenblik is gekomen om gemeen
schappelijk de middelen op te sporen die het meest ge
schikt zijn om het kwaad in zijn oorsprong te bestrijden.
Er bestaat volkomen eenstemmigheid ten aanzien van
het te bereiken doel, namelijk zoo krachtig mogelijk den
slavenhandel in het binnenland van Afrika tegen te gaan
en de in vrijheid stelling der slaven wier lot zou wezen
verkocht en over zee vervoerd te worden, te waarborgen."
Daartoe waren de vertegenwoordigers der mogendheden te
Brussel bijeengekomenen daartoe werkten zij samen met
zoo gunstigen uitslag dat allen bij het sluiten der con
ferentie op 2 Juli 1890 bereid waren de algemeene akte,
bevattende de uitkomsten der onderhandelingen en be
raadslagingen omtrent dit onderwerp te onderteekenen.
Er waren echter ook andere onderwerpen ter sprake
gébracht.
Naar aanleiding van een aantal adressen uit Engeland
en Frankrijk werd besloten den verkoop van sterken drank
in den Congo-Staat door een invoerrecht te bemoeilijken.
Dit was reeds een afwijking van de bepalingen der
Congo-akte omtrent de inkomende rechten, maar alleen
ten aanzien van een enkel artikelwaarvan het gebruik
voor de inlanders de noodlottigste gevolgen heeft. Na
enkele opmerkingen werden dan ook de bezwaren tegen
dezen maatregel niet overwegend geacht en het invoer
recht op sterken drank met algemeen goedvinden vast
gesteld op 15 francs de 100 kau gedurende de eerste drie
jaren om het daarna tot 25 francs te kunnen opvoeren.
Maar den lOden Meinadat de conferentie dus reeds
bijna zes maanden bijeen waswerd eensklaps het voor
stel gedaan om onverwijld in den Congo-Staat een in
voerrecht te heffen van ten hoogste 10 percent van de
waarde der in te voeren goederenmet uitzondering
natuurlijk van sterke dranken, waarvoor reeds een in
voerrecht was vastgesteld. Tegen deze afwijking van een
zoo uitdrukkelijke en belangrijke bepaling van de Congo-
akte kwam de afgevaardigde der Nederlandsche Regee
ring in verzeten ondanks allen aandrang van de ver
tegenwoordigers der andere staten heeft hij ten einde
toe bij dat verzet volhard. Twee akten lagen ten slotte
ter onderteekening gereed een algemeene aktede be
sluiten bevattende tot onderdrukking van den slaven
handel genomenalzoo alles waarvoor de conferentie
was bijeengeroepenen een afzonderlijke akte omtrent
de heffing van invoerrechten. De Nederlandsche gemach
tigde verklaarde zich namens zijne Regeering bereid de
eerste akte te teekenen drong er zelfs met nadruk op
aan tot die onderteekening te worden toegelaten, maar
bleef met beslistheid weigeren ook de tweede akte te
teekenen.
De conferentie wilde beide akten als van elkander
onafscheidelijk beschouwd hebbenwilde men in ernst
maatregelen nemen tot onderdrukking van den slaven
handel, aldus werd Nederlands afgevaardigde beantwoord,
dan was het ook volstrekt noodig aan den Congo-staat
de middelen toe te staan om daartoe de vereischte gel
den te vinden en de heffing van invoerrechten was het
eenige middel; daarom kon geen staat tot de ondertee
kening van do algemeene akte worden toegelaten, zonder
ook de afzonderlijke acte omtrent de heffing van invoer
rechten te teekenen. De Nederlandsche afgevaardigde
ontkende ten sterkste, dat heffing van invoerrechten het
eenige middel zou zijn om aan den Congo-staat de noo-
dige inkomsten te bezorgen; Nederland wensehte niet
minder ernstig dan eenige andere mogendheid den
Congo-staat de middelen te verschaffen tot bereiking
van het edele, door allen ge wensehte doel, maar dat
kon geschieden zonder inbreuk te maken op de bepa
lingen van de Congo-akte van 1885die akte liet
heffing van uitvoerrechten toe, en die konden verhoogd
worden, totdat de opbrengst voldoende zou zijn om de
kosten van de te nemen maatregelen tegen den slaven
handel te dekken. De handelshuizen in het Congo-gebied
hebben op verschillende plaatsen factorijen, waarheen de
goederen uit het algemeen depot worden gezonden naar
gelang van de plaatselijke behoeften. Nu alle invoer vrij
is, ondervindt de handel in dit gedurig heen- en weer
zonden der goederen een groot gemak en een groot voor
deel, dat verloren gaat wanneer invoerrechten geheven
worden. Tal van factorijen zijn daarenboven gevestigd
op plaatsen waar geen enkel ambtenaar wordt gevon
dende goederen zullen daar niet meer onmiddellijk
door de schepeu uit Europa kunnm worden aangevoerd,
zooals thans dikwijls geschiedt, maar de schepen zullen
alleen kunnen lossen in havens waar ambtenaren voor
de heffing der invoerrechten gevestigd zijn, en de goede
ren zullen vandaar met afzonderlijke schepen naar de
factorijen moeten worden overgebracht. De handel aan
den Congo is uitsluitend ruilhandelde Europeesche
handelsgoederen doen er dienst als geld daarom is een
heffing van invoerrechten er zoo moeielijk, en beantwoordt
een heffing van uitvoerrechten volkomen aan de tegen
woordige behoeftenieder koopman die invoort, voert
ook weer uit wat hij voor zijn waren geruild heeft.
Wanneer de toestanden zich dermate zullen hebben ont
wikkeld. dat ook in Midden-Afrika de handel door middel
van geld en wissels gedreven kan worden, zal ook de
tijd gekomen zijn om aan invoerrechten te denken, waar
van de heffing thans bovendien zoovele kosten zou vor
deren, dat er een belangrijk deel van de opbrengst mee
verloren zou gaan.
Zoo stonden de zaken en zoo werden van weerszijden
de tegenover elkander staande gevoelens ontwikkeld, toen
de conferentie den tweeden Juli 11. gesloten werd en de
beide akten door de vertegenwoordigers van alle staten
geteekend werden behalve door den vertegenwoordiger
van Nederland. Wel deed hij nog een voorstel om op
een nader te beleggen samenkomst te onderzoeken, of
een wijziging der Congo-akte van 1885 noodzakelijk was,
en bij die gelegenheid alleen dan tot het heffen van in
voerrechten vrijheid te verleenenwanneer elk ander
middel om de noodige gelden te verkrijgen, zonder de
ontwikkeling van den handel te belemmeren, na behoorlijk
onderzoek, onvoldoende zou zijn gebleken, maar ook dat
voorstel kon bij de andere mogendheden geen genade
vinden.
Het goed recht van Nederland om zoo krachtig voor
den vrijen handel in den Congo-staat op te komenis
onzes inziens aan geen twijfelonderhevig, en het kan
niet anders dan een treurigen, voor toekomstige onder
handelingen over internationale overeenkomsten weinig
bemoedigenden indruk maken, wanneer men reeds binnen
vijf jaren de verbonden mogendheden op een zoo ge
wichtig beding als de vrijdom van invoerrechten in het
gebied van den Congo ziet terugkomen. De handel van
Nederland in die gewesten is verreweg de belangrijkste;
daarom lag het ook op onzen weg, ons met nadruk te
verzettende vraag is of het zal baten. Opnieuw zijn
de afgevaardigden der mogendheden die de Congo-akte
ondertoekenden, te Brussel bijeen, om de heffing der in
voerrechten nader te bespreken en te regelen. Ook Ne
derland is er vertegenwoordigd, zonder zich evenwel tot
iets verbonden te hebben of door zijn deelneming aan
de beraadslaging tot iets te verbinden. Het is er ge
komen met het voorstel om het invoerrecht op sterke
dranken al aanstonds te bepalen op 25 francs in plaats
van op 15 francs, en de overige gelden, tot bestrijding
van den slavenhandel vereischt, te doen bijeenbrengen
door de verbonden mogendheden zeiven. Alleen met
algemeen goedvinden kan echter een dergelijk voorstel
worden aang?nomen en op algemeene instemming schij it
reeds nu geen uitricht te bestaan. Intusochen hebben
zich ook belangrijke organen van den handel in Duitsch-
land, Frankrijk en Engeland krachtig tegen de heffing
van invoerrechten verklaard, en deed een vergadering
van Congo-handelaars te Londen zich in denzelfden
zin hooren. De Regeeringen zeiven schijnen evenwel wei
nig gezind om aan de bezwaren van Nederland te gemoet
te komen. Toch zal de nieuwe conferentie het vraagstuk
nog eens van alle zijden aan een nauwgezet onder
zoek moeten onderwerpenen daarbij ook moeten
letten op tal van belastingen en heffingen van verschil
lenden aard, die in den laatsten tijd reeds door het be
stuur van den Congo-staat zijn ingevoerd of verhoogd
en waarmede men tijdens de vorige conferentie te Brussel
niet bekend was. Inzonderheid mag tegen de heffing
van invoerrechten ook het bezwaar gelden, dat de Congo-
staat zelf handel drijft, alzoo concurrent is van de vreemde
kooplieden en ten slotte aan zich zeiven invoerrechten
betaalt niet alleen maar door het onderzoek van alle
ingevoerde goederen tot in bijzonderheden bekend wordt
met den handel zijner concurrenten en het middel in
handen heeft om hen door allerlei formaliteiten te be
lemmeren en tegen te werken. Op die wijze zon het ver
bod van monopolie en privilegie in de Congo-akte niet
veel baten, en de daarin zoo hoog gestelde gelijkheid van
alle vlaggen en nationaliteiten weldra niets meer zijn
dan een ijdele klank.
Over het voorstel der commissie in deze zaak over
genomen door Gedeputeerde Statenzooals wij dat in
hoofdzaak onder de telegrammen in ons vorig nummer
opnamen, ving den 7 reeds dadelijk de discussie aan.
De heer mr. F, S. van Nierop vroeg daarbij in de eerste
plaats wat er gebeuren zouals de rekening door Ged.
Staten niet werd goedgekeurd tot het volledoor de
ondernemers voorgedragen cijfer of tot een lager bedrag
werd goedgekeurd welke vraag van te meer gewicht is,
nu ook de voorwaarden van terugbetaling van het voor
schot op dat cijfer gebouwd zijn. Omtrent de verwach
tingen van de opbrengst der lijn meent hij te moeten
waarschuwen tegen overdreven verwaehtingen. Op meer
dan 2500 per mijlper jaarzal men niet kunnen
rekenen en dan alleen voor lokaalverkeer. In het aller
gunstigste geval zal het dividend 4 a 5 percent kunnen
bedragen niet meer. Voor te groote winsten van onder
nemers en aandeelhouders behoeft men dus in geenen-
deele te vreezen. De aanlegkosten acht spreker inder
daad niet te hoog geraamd te meer daar men
ook de kosten van verschaffing van kapitaal gedu
rende den aanleg niet mag voorbijzien. De vraag rijst
ook bij hem of op de rekening van kosten van aanleg
b.v. ook als kosten van geldverschaffing zullen mogen
gebracht worden de uitgaven voor het plaatsen van
eene obligatieleening en het eventueel daarop te lijden
koersverlies. Het komt bij al die onzekerheid van het
commissievoorstel schier wenschelijk voornog geheel
andere voorwaarden te stellen.
De heer mr. J. C. de Vries merkte op, dat ook hem
do in het commissie-voorstel gestelde voorwaarden niet
voldeden. Want als de rekening door Gedeputeerde
Staten niet wordt goedgekeurd, dan worden de 25.000
niet aan de ondernemers uitbetaald, maar de reeds uit
gekeerde f 175.000 ook niet teruggegeven. Daarvoor
moet er zijneene goedgekeurde rekening. Hij neemt
aan, dat dit de bedoeling van de commissie niet is,
maar duidelijk uitgesloten wordt dit in het voorstel niet,
al zou hjj voor zich geen bezwaar zien, reeds nu de
mogelijkheid aan te nemen, dat voor eene belangrijke
en wenschelijke zaak als deze f 175,000 fonds perdu
werd verleend.
De heer mr. A. F. K. Hartogh schaarde zich geheel
aan de zijde van den vorigen spreker. Zelfs kon met de
voorwaarden van de commissie de mogelijkheid worden
verondersteld, dat er in het geheel geene rekening werd
ingediend. Hoe dan te handelen Hij betreurde ten
zeerste, dat Gedeputeerde Staten de door de commissie
voorgestelde wijziging hadden overgenomen. Van de drie
voordrachten, die aan de Staten waren overgelegd, achtte
hij die van de ondernemers zeiven nog het scherpst af
gebakend en het meest in het belang der provincie
zelfs al neemt men aan, dat de begrooting te hoog
is opgevoerd. Z. i. zou het daarom de voorkeur verdie
nen, alsnog terug te komen tot het oorspronkelijk voor
stel der ondernemers en de aanhangige voordracht der
commissie niet aan te nemen.
De heer mr. Th. Heemskerk heeft bezwaar, aan d'e>
ondernemers zonder noodzaakde verplichting
contractueel op te leggen, om op zondag vier treinen
te laten rijden. Hij sluit zich verder aan bij de opvat
ting des heeren Hartogh, dat het voorstel van de onder
nemers verreweg het duidelijkst is. Daartoe zou ook
hij daarom willen terugkeeren. Hij merkt ten slotte den
heer van Nierop op, dat kosten van k a p i t a a lverschaffing
zeker niet bedoeld kunnen. z:jn enfior ue Kunstwer-
ken van t»e baan, tot de aanlegkosten behoorende.
n»e heer Westerwoudt achtte het hoogst moeilijk
en dit in antwoord aan den heer van Niero"
bescheid te gev.en op vragen omtrent punten, die bij de
besprekingen tusschen Gedeputeerde Staten en de aan
vragers nooit zijn aangeroerd. Uit alles blijkt, dat de
ondernemers geen post voer kapitaalverschaffing op de
rekening zuilen brengen; de zorg voor het geld late
men gerust aan hen over. Ook op dit punt verlangen
zij volkomen vrijheid. Gedeputeerde Staten kunnen zich
z. i. nu niet verbinden omtrent de wijze van nazien van
de rekening; de billijkheid, daarvan houde men zich ver
zekerd zal echter z.i. daarbij nooit uit het oog worden
verloren.
De rapporteur der commissie, de heer Mouth a an,
stelde in het licht; in antwoord op de op haar voorstel
gemaakte bedenkingen, hoe in de zomervergadering reeds
was gebleken, dat de Staten de tot stand koming der
lijn bepaaldelijk wenschten, als zijnde zeer beslist een
provinciaal belang en Gedeputeerden, hierop steunende,
met lofwaardige bereidwilligheid aan de ondernemers
op tal van punten veel hadden toegegevendat dit
echter niet heeft belet, dat de aanvragers nog spraken
van onoverkomelijke bezwaren" bij aanneming van het
voorstel van Ged. Staten dat de commissie daarom de
taak had, de bedenkingen zooveel mogelijk uit den weg
te ruimen, tot bevrediging van beide partijen. Vandaar
hun voordracht. Hij achtte het natuurlijk, dat op de
redactie aanmerkingen te maken waren.De gevallen
echter, in de discussie ondersteld, achtte hij zoo weinig
waarschijnlijk, dat zij voor hem geene waarde hadden.
Worden zij werkelijk geboren, welnu dan roepe men
's rechters tusschenkomst in.
De heer mr. P. A. Brugmans meende dat door den
heer Mouthaan de opgeworpen bezwaren volstrekt niet
uit den weg waren geruimd. Ook hij vond de door de
commissie gestelde voorwaarden onduidelijk.
De heer mr. de Vries achtte de oplossing, door den
heer Mouthaan gegeven, om 's rechters tusschenkomst in