1 Overlijden des Konings. m ARME MEISJES. No 141. Twee en UTegentigste «laargang. 1890. T WOENSDAG 26 NOVEMBER. FEUILLETON. Proclamatie. Roman uit liet Berlijnsche leven. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Katerdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 8 maanden voor Alkmaar 0,80franco door het geheele rijk 1,—. De 3 nummers 0,06. Prijs der gewone Advertentiën. Per regel J 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMS. COSTER ZOON. Telefoonnummer 33. des avonds kwam in den toestand des Konings eene zeer ongunstige wending, nadat Z. M. gedu- Den 22 plotseling rende de twee laatste dagen zeer onrustig was geweest. Er deden zich verschijnselen van uraemie (bloedvergiftiging wegens verlamming der nieren) voor, welke den toestand hoogst zorgelijk maakteu. De pols daalde van 60 tot op 20 slagen, de ademhaling versnelde, terwijl het slikken onmogelijk was. Alleen had de Koning nog gevoel. In afwachting van de komst van prof Rosenstein en dr. Vinkhuizen wier overkomst (zij zouden anders den 24 zijn gekomen) per telegram gevraagd werd liet de ko ningin dr Roossingh uit Deventer ontbieden om den hofarts J. Vlaanderen Cz. ter zijde te staan. Dr. Roes- singh constateerde bij zijne komst op het koninklijk paleis, te ongeveer half twee, mede het bestaan van urae mie. Alle door de geneesheeren aangewende pogingen om verbetering aan te brengen mislukten en te ongeveer 5 u. 45 min. gaf de Koning plotseling den laatsten snik terwijl dr. Roessingh bezig was de temperatuur van het lichaam op te nemen. Alleen de kamerdienaar was op dat oogeublik tegenwoordig. De Koningin die zeer ver moeid was, had tegen 4 uren de ziekekamer verlaten, om eenige rust te genieten. Na het gebeurde werd zij ter stond geroepen. Het gelaat van den overleden Koning is bijna niet veranderd; zelfs het aangezicht is weinig vermagerd. Des namiddags te 1 uur kwamen de ministers van koloniëD en justitie ten paleize om het stoffelijk over schot te zien en aan den burgemeester van Apeldoorn de voorloopige aangifte van het overlijden bij den bur gerlijken stand te doen. Zij onderteekenden den 25 de overlijdensakte. Des namiddags te 2 uren werd het dienstpersoneel m de gelegenheid gesteld het lijk te zien dat op het bed lag, bedekt door palmtakken. Prof. Rosenstein schouwde met de overige geneesheeren het lijk, dat den 25 gekist zal worden. Het wordt niet gebalsemd, maar is den 24 op andere wijze tegen ontbinding gevrij waard geworden, onder toezicht der geneesheeren. Te 4 u 58 min kwam de oppciceiemo niemeester, baron du Tour van Bellinchavo, te Apeldoorn aan tot regeling van verschillende zaken, om des avonds te 8 uren naar 's-Gravenhage terug te keeren. De Koningin-weduwe en de hofdames namen dadelijk den zwaren rouw aan. Het lijk van den Koning waarop den 23 des avonds door de Koningin-weduwe nog een reusachtige palmtak was gelegd is in admiraalsuniform naar de rouwkamer gebracht. Het personeel van de hofhouding werd nog in de gelegenheid gesteld het lijk te zien; de burgemeester van Apeldoorn opende de rij van hen die langs sterfbed gingen. Den 24 gingen de ministers van koloniën on justitie wederom naar het Loo ter bespreking van regeerings- zaken met de Koningiu-weduwe. Een peloton van 100 man betrekt dagelijks de eerewacht voor het paleis. Den 24 des ochtends is een afdruksel in gips van het gelaat van den doode genomen terwijl do heer Josselin de Jong eene houtskoolteekening van Z M. gemaakt heeft. Volgens ooggetuigen is het vertrek, waar de koning gestorven is, vrij ruim. Het rustbed, dat in italiaansche stijl met mozaiëk bewerkt is, was bedekt met witte bed- kleederen en aan het voeteneiude lag een deken van geel achtig pelnche. Op een kastje naast het bed stond een waterglas met eenvoudige bloempjesdoor Koningin Wilhelmina daar geplaatst. De wanden zijn bedekt met enkele aquarellen en schilderstukkon: links van liet bed hing eene groote photographie van koningin Emma. Links staan groote ebbenhouten kasten, rechts is de schoorsteen en in het midden der kamer stond een met geel peluche kleed bedekte tafel. Verder een toilettafel en eene tafel met enkele benoodigdheden. Door eene kleine deur komt men uit deze kamer in een nog rui mer vertrek, dat aan de koning in de laatste maanden tot werkkamer heeft gediend, en waar de koningin-we duwe in de laatste weken des nachts steeds verbleef, om van daar naar de ziekenkamer te kunnen gaan. Het lijk zal neergelegd worden in een hermetisch ge sloten kist, aan de binnenzijde met matrassen van witte zijde gecapitonneerd om welke kist een van zwaar ei kenhout zal worden geplaatst, die wederom zal omslo ten worden door eene van prachtig gepolijst mahonie hout, voorzien van twaalf massief zilveren handvatsels mot de zware beelden des doods en twaalf zilveren schroeven, gedekt met kronen. Op het deksel woi'dt eene zilveren plaat vastgehechtvermeldende de dagtee- kening van geboorte en overlijden. Onder deze plaat wordt eene opening gelatenwaaroverheen een glazen plaat wordt bevestigd, zoodat het gelaat zichtbaar blijft. De kist, die gedragen wordt door acht zilveren leenwon- klauwen wordt gemaakt door de firma C. Monton en Zoon te 's Gravenhage. Den 1 December zullen de koningin-weduwe en ko ningin Wilhelmina het paleis te 's Gravenhage betrek ken op dezelfden dag, des Voormiddags te 11J uren, wordt het lijk des konings daarheen overgebracht. De begrafenis zal vermoedelijk den 9 December plaats hebben. De eedsaflegging der koningin als regentes gedurende dc minderjarigheid harer dochter, koningin Wilhelmina, voorgeschreven bij artikel 43 der grondwet, zal eerst plaats hebben in eene vereenigde zitting der Staten- Generaal n a de begrafenis des konings DOOR PAUL LINDA U. Uit hot Hoogduitse h. 31) Reeds van verre had Regine Bruno herkend die op het hordes stond. Zoodra het rijtuig stilhield, sprong hij de trappen af, drukte zijn vader de hand en reikte haar j daarna aan Regine met een vriendelijken welkomstgroet, De graaf ging vooruit Bruno en Regine volgden. In I de gang wachtte eene der dienstmeisjesaan wie de graaf had opgedragen freule Regine von Seliuitz hare kamer te wijzen, die op de bovenste verdieping lag Regine was verrukttoen zij de kamer binnentrad waarin zij vooreerst eenige dagen en wellicht zij hoopte het ten minste de eerstvolgende jaren van haar leven zou doorbrengen. Op de tafel brandde eene lamp en de kaarsen op den schoorsteen waren aangestoken, terwjjl er eene aangename warmte in het ruimp, vriendelijke ver trek heerschte Hoe eeuvoudig het ook ingericht was, men herkende in elk meubel, in tapijten en gordijnen, in de versieringen aan den wand, in de luchters aan den schoorsteenkortom in allesonderwetsehe degelijk- l heid en rijkdom. Naast de lamp lag een klein bouquetje met een kaartje van freule Malwino von Sulzan. Op dit kaartje stond geschreven: «Voor mijne opvolgster, freule von Sollnitzmet den oprechten wensch dat het haar in dit vriendelijk huis even goed moge gaan als mij. Deze allerliefste attentie bracht Regine in de aange naamste stemming Zij maakte zooveel mogelijk spoed met haar toiletwaarbij Martha baar behulpzaam was want men wachtte in het salon met de thee op hare komst. Hoewel men gewoon was om negen uur de thee Den 24 is in eene buitengewone Nederlandsche Staats courant de volgende Proclamatie afgekondigd. «In naam van Hare Majesteit WILHELMINA, bij de gratie GodsKoningin der NederlandenPrinses van Oranje-Nassauenz., enz., enz. WIJ EMMA, Koningin Weduwe Regentes van het Koninkrijk Het heeft Gode behaagd, Mijnen geliefden en geeër- biedigden GemaalKoning WILLEM DEN DERDE tot Zich te nemen. te gebruiken had men dit heden met het oog op de aankomst der nieuwe hnisgenoote tot tien nur uitgesteld. Met een kloppend hart, een weinig verlegen maar niet schuchter vol goeden moed door de eerste indrukken trad Regine het groote rijk en smaakvol ingerichte sa lon binnen. De graaf kwam haar te gemoet en bracht baar naar zijne vrouw, die bij den schoorsteen zat. De gravin was tamelijk bleek en hare oogen waren verbor gen achter een bril met bijna zwarte glazen betgeen echter de uitdrukking van innige zachtheid en goedheid op haar vriendelijk en voornaam gelaat niet yorminderde. Zij had oen prachtig figuurslank en meisjesachtig In één woord hare geheele verschijning maakte niet tegenstaande de zichtbare kenteekenen van lichamelijk lij den, een zeer sympathieken indruk. Zij begroette freule von Sellnitz mot dezelfde hartelijkheid en denzelfden be- minneuswaardigen eenvoud als graaf Heinrich had gedaan. In het salon waren behalve de graaf en de gravin nog drie dames aan wie Regine werd voorgesteld. Freule Hermine en freule Catharine von Hohenwarp waren graaf Heinrich zeer na verwant. Zij hadden beiden haar tach tigste levensjaar reeds overschreden en wponden al ruim zestig jaar op Mahldorff. De vader en de grootvader van graaf Heinrich waren door haar mede ter aarde besteld. Zij zagen er nog merkwaardig frisch en opgewekt uit, werden door alle bewoners van het slot gewoonlijk tante Mijntje en tante Trijntje genoemd, en waren zeer spraak zaam en onafscheidelijk van elkander Zij bewoonden een gedeelte van den linkervleugel van het slot en verschenen alleen bij bijzondere gelegenheden in het salon. Gewoon lijk leefden zij maar zoo stilletjes voort met hare drie kattentwee honden en eenige dozijnen vogels. Het warengoedhartige oude freules die zich nog zeer goed herinnerden Napoleon in Duitschland gezien te hebben en met eene zekere voorliefde vertelden welken indruk het bericht van den volkenslag bij Leipzig op hare ouders en op haar zelve gemaakt had. Ook de derde dame was niet jong meer. Juffrouw Minna Dahlmann, eeue oude schoolvriendin van gravin Elisabeth, was in haar vijftigste levensjaar. Zij was de eigenlijke be- Ruim een-en-veertig jaren schaarde zich het Neder landsche Volk om Zijnen troon en gedurende dit tijd vak werdenonder 's Heeren zegenrustvrede en welvaart aan het Vaderland geschonken. De Kroon is door Zijn afsterven dat ons allen met diepen rouw vervultovergegaan op Mijne beminde Dochter WILHELMINA HELENA PAULINE MARIA. Haar Troon vinde zijnen hechten steun in de innige trouw en verknochtheid van het Nederlandsche Volk aan het Huis van Oranje. Moge de Almachtige God de gebeden verhooren, die tot Hem opgezonden worden voor onze Koningin WIL HELMINA Hij neme Haar onder Zijne heilige hoede en bescherming. Krachtens do wet ben Ik gedurende Hare minderjarig heid geroepen als Regentes van het Koninkrijk het Ko ninklijk gezag voor Haar waar te nemen. Vertrouwende op Hem in Wiens hand het lot is der Vorsten en Volkerenneem ik de Mij toevertrouwde regeeringstaak op Mijmet de bede dat bare vervulling in allen deele moge strekken tot heil van Land en Volk en tot bevestiging van het Koninkrijk. Lasten en bevelen, dat deze Proclamatie in al de Ge meenten des Rijks zal worden aangeplakt en afgekondigd ter plaatse waar zulks gebruikelijk is en dat zij in het Staatsblad zal worden geplaatst. Paleis Het Loo, den 24 November 1890. EMMA." Dit stuk is door al de ministers gewaarmerkt. Koninklijke Boodschap. Het overlijden van Z. M. Willem IIIKoning dei- Nederlanden, is aan de Staten-Generaal medegedeeld bij de volgende koninklijke boodschap. Mijne Heeren! Met een diep bewogen hart vervallen Wij den droe- vigen plicht U kennis te geven van het overlijden van Onzen innig geliefden gemaal. „Het behaagde Gode Zijne Majesteit WILLEM III Koning der Nederlanden in den vroegen ochtend van heden tot zich te nemen, na een smartelijk ziekbed, dat met gelatenheid gedragen, in de laatste oogenblikken in kalmte werd doorleefd. „Wij zijn overtuigd dat door UMijne Heeren en door geheel het Nederlandsche Volk met innigen wee moed wordt gedeeld in den rouw van het Koninklijk Huis. „En hiermede, Mijne Heeren, bevelen Wij U in Godes heilige bescherming „Het Loo, den 23sten November 1890. „EMMA." DRUKFOUTEN. In den aanhef van het artikel «Heffingen voor het gebrnik van gemeente-inrichtingen enz. worden genoemd artt. 238, 259 en 255 der Gemeentewet. Men leze artt. 238 254 en 255. Omstreeks het midden van de derde kolom is, in regel 26 tusschen de woorden «misschien" en «wel" het woordje «niet" weggevallen. Men leze: «Daarmede is echter niet gezegd dat mende zaak alleen van een praktisch standpunt beschouwende misschien niet wel doet door" enz. stuurderes van het huishonden en trad voor de vrouw des huizes in alle zaken op die deze zelve wegens haar lijdenden toestand niet kon behandelen Zij had alle sleu tels in bewaring zorgde voor alles wat keukenkelder I huishouding betrof en werd door allen met buiten gewone aehtiug en toegenegenheid behandeld Zij was tamelijk ernstig, de nauwgezetheid in persoon en in hooge mate opofferend. In hare jonge jaren had zij graaf Hein rich vurig liefgehad; hij was hare eerste en hare laatste liefde Zij was wanhopig geweest, toen hare beste vrien din Elisabeth het hart van haren geliefde veroverd had, maar het voorwerp van die liefde had van den onuitge sproken hartstocht der weinig bekoorlijke Minna niets ver moed, want zij had haar geheim in het meest verborgen hoekje van haar hart bewaard. Bij zijne verloving met Elisabeth was zij plotseling verdwenen maar toon der gravin het groote ongeluk trofwas zij de eerste die zich aanmelddo om hulp te bieden en van dat oogenblik af was zij in het slot gebleven, vol teedere opmerkzaam heid voor den graaf, wien zij steeds hoogachting en oprechte vriendschap had toegedragenhoewel zijn ongedwon gen toon haar steeds pijnlijk aandeed vol opofferende vriendschap voor de lijdende vriendinzij ging steeds ernstig en stil haar gangzoodat hare aanwezigheid bijna niet opgemerkt werdofschoon zij zeker de ge wichtigste persoon was uit het geheele slot. Zij was hetdie in alle stilte alles zag alles regelde alles in het goede spoor bracht of hield. Bruno had zich in dit gezelschap tameljjk verveeld en Rcgine's komst was hem als het ware een ademtocht, die uit de residentie tot hem overwoei, een aanknoopings- puut met hetgeen hij had moeten verlaten, eene schoone herinnering aan het vroolijk verleden. De thee werd in de aangrenzende kamer gedronken Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1890 | | pagina 1