ARMÜ MEISJES.
No. 143*
Twee en IVegentigste Jaargang.
1890.
ZONDAG
30 NOVEMBER.
TWEEDE BLAD.
PARIJSCHE BRIEVEN.
FEUILLETON.
Buitenland.
Roman uit het Berlijnsche leuen.
ALK1IAABSCHE Ol ItVM
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden voor Alkmaar 0,80; franco door het
geheele rijk 1,
De 3 nummers O,OU.
Aria
Telefoonnummer
Prijs der gewone Advertentiën
Per regel 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HEBMs. COS-
TER ZOON.
TE Si I l it tegen 1 Januari 1891 het aan de gemeente
Alkmaar behoorende huis aan de liaatvlak
tegenover de K. li.. Kerk te Alkmaar, laatstelijk
bewoond geweest door nu wijlen den heer Dr. J. J. DE
GELDER. Huurprijs ten minste f 350,—Nadere in
lichtingen te bekomen ter gemeente-secretarie te Alkmaar.
LXXI.
Jaren is het reeds geleden dat wij als jongelui onze
vrije avonden zoek brachten in het Palace-Théatre, ook
wel genaamd Skating-Rink. Het was eene inrichting van
ontspanning en genot in den geest der Folies-Bergères
doch veel grooterde promenoirs waren buitengewoon
roimhet tooneel was grooten de vertooning dei-
balletten meestal van Métraverschafte aan tallooze
familiën een aangenamen avond. In de zaal was boven
dien ruimschoots gelegenheid tot schaatsenrijden over
dagen tot hardloopen des avonds. Gewoonlijk ontbrak
het er niet aan een talrijk publiek, doch langzamerhand
ging dit theater toch aan het kwijnen, de reden daarvan
is mij nooit duidelijk geweest, tenzij wij mogen aanne
men dat voor zulk eene inrichting de kosten noodzake
lijk zeer hoog liepenen onmogelijk door de ontvangsten
gedekt konden worden. De entréeprijs was, vooral in den
laatsten tijd bijzonder laag gesteld slechts één franc
terwijl die vroeger twee francs bedroeg. Nog komt daarbij
dat die geheele buurt wat afgelegen was, de rue Blanche
ligt achter do kerk Trinité (Drievuldigheid) en hooger
op bood Montmartre nog niet die afwisselingen welke
thans overal als uit den grond oprijzen. Sedert echter
Montmartre zich niet meer vergenoegt met den Moulin
de la Galette en het bal van den Grooten Turkdoch
thans ook Chat noir, Moulin rouge en andere inrichtingen
aan dit kwartier weer leven geven schijnt ook de rue
Blanche de hoop te voeden van weder druk bezoek te
trekkenen verrees dezer dagen op de plek waar een
maal de oude Skating-Rink bloeide oen nieuw gebouw,
en wel het Casino de Paris. Op den duur zal moeten
blijken of dit Casino een beter lot beschoren is dan aan
Palace-Théhtre Eden-Thé&tre en andere te groote inrich
tingen voorloopig echter kunnen wij slechts stilstaan
bij een nieuw en groot succes. Dit Casino is voorzeker
een der schoonste vroolijkste en fraaist verlichte zalen
van geheel Parijs en dat wil waarlijk wel wat zeggen.
Het is eene bepaalde verrassing; treden wij binnen hetzij
aan den kant van rue Blanche of van rue de Clichy
dan bevinden wij ons in eene reusachtige vierkante zaal,
welke zeer rijk versierd isen voorzien van logesbal-
cons terrassen en een orkest. Daar binnen is een ge
woel van menschen die door elkander wemelen of wel
kringen vormen rondom acrobaten jongleurs en meer
zulke artisten.
Hier is het reeds zoo druk en vroolijk dat wij zou
den gelooven dat dit alles is, hetwelk het Casino aanbiedt,
doch een luid gejuich en applaushetwelk wij van tijd
DOOR
PAUL LINDA U.
Uit het Hoogduitseh.
33)
HOOFDSTUK XII.
Grete had het aangekondigde bezoek bij Dr. Mödling
van dag tot dag uitgesteld. Niets had zij onbeproefd ge
laten om ergens een onderkomen te vindenmaar alles
te vergeefs. Daar waar haar uiterlijk tot aanbeveling
scheen te strekkenwerden haar voorstellen gedaan
waaraan zij geen gevolg kon geven, en bij anderen waren
hare natuurlijke en aangeleerde eigenschappen een hin
derpaal. Intusschen was de kleine som die zij bezeten
had, toen zij de woning van mevrouw von Sellnitz ver
liet niettegenstaande de ongelooflijkste zuinigheid en de
grootste ontbering, bijna geheel opgeteerd.
Met angst en vreeze zag zij het oogenblik aanbreken,
waarop zij ontbloot zou zijn van alle middelen om ver
der te leven. Zij wist weldat zij zich voor het aller
uiterste kon vrij waren, maar haar trots verbood haar on
dersteuning te vragen daar, waar zij die zeker zou heb
ben gekregen. Zij kon het niet van zich verkrijgen aan
graaf Bruno te schrijven en er was niets, wat haar zoo
tegen de borst stuittedan geld aan te nemen van
hare zusters.
jNu dan 1" sprak zij op zekeren morgen met een zucht,
die eene uiting was van hare poging om al haar moed
bijeen te roepen. In die beide woorden lag een vast be
sluit verborgen.
Met blijkbaren vasten wil had de lente sedert eenige
dagen hare intrede gedaan en hedenop den geboorte
tot tijd vernemenwanneer sterk gevoerde deurendie
bijna geen geluid doorlaten zich even openen doet ook
ons dien weg uitgaan, en bevinden wij ons in een andere
zaal geheel in den geest van een theatermet een too
neel groot genoeg om er echte schouwspelen te ver-
toonen. Deze zaal wekt vooral door het frissche en
coquettehet is er zoo echt parijsch zoo vroolijk is
alles beschilderd het is er vol tapijten de ornamenten
schaffen electrische verlichtinghongaarsehe danseressen
wisselen af met sterke gymnasten doch het grootste
succes is voor het balletgetiteld «Oapitaine Charlotte,"
hetwelk gedanst wordt door italiaansche ballerines en
ons keur van fraaie costumes en schoone danspassen
vertoont. U de intrige van dit ballet te beschrijven
zou mij op het oogenblik moeilijk vallen om reden ik
dan eens in de eene zaaldan weder in de andero was.
Dat het er ook aan de noodige buffetten en fraai ge-
kleede dames- niet ontbreektzal ieder die Parijs en
Folies-Bergère en Eden-Thééttre bezocht heeftzich kun
nen voorstellen.
Het théatre du Gymnase gaf ons de eerste voorstel
ling van «Laatste Liefde" van Georges Ohnet. Waar
schijnlijk is deze schrijver aan de lezeressen van dit blad
niet onbekendzijn roman Le Maïtre des Forges (de
eigenaar der Smidshoeve) is ook in het Nederlandsch ver
taald en zoo ik mij niet vergisverscheen deze verta
ling als feuilleton in een der dagbladen. Gewoonlijk trekt
Ohnet zijne drama's uit zijne romans zoo genoot ik
hier reeds de voorstellingen van Le Maitre des Forges
Comtesse Sarah, Serge Panine enz. Het nieuwe stuk
«Laatste Liefde" wordt zeer verschillend beoordeeld; als
gewoonlijk wordt aan Ohnet verweten dat hij niet het
werkelijke leven schildertdoch slochts poppen vertoont,
zooals hij die in zijne verbeelding ziet. De intrige is
ditmaal zeer eenvoudig eene dame van veertig jaar is
gehuwd met een jongeren manvan wien zij zielsveel
houdtdit is hare eerste en laatste liefde haar man
wordt verliefd op een jong schoon uiterst fatsoenlijk
meisje; de oudere dame gevoelt alle plagen der jaloezie,
tot zij eindelijk in hare groote liefde voor haren man
de kracht vindt zichzelve op te offeren. Zij neemt ver
gif in en geeft daardoor aan de jonge lieden de vrij
heid, die hun ontbrak. Dit is nu toch werkelijk een
toestand zooals die bestaan kan wel zullen niet vele
vrouwen zooveel opoffering bezitten doch zoo af en toe
ontmoet men toch nog eens zulke karakters. Zoo dit
stuk niet het succes behoudt van vroegere reeds ge
noemde drama's dan zal het hoofdzakelijk komen door
te groote eenvoudigheid in de intrige, welke niet genoeg
boeit om vier bedrijven te vullen. Voorden winteravond
durf ik echter de lezing van den roman Dernier Amour"
wel aanbevelen.
Ten slotte moet ik nog een waar gebeurd drama ver
melden namelijk den moord gepleegd op den zestig
jarigen russischen generaal Seliverstoffin het Hotel de
Bade op den Boulevard des Italiens. Deze misdaad kan
gesteld worden op rekening der Nihilisten en is dus
een politieke daad. De generaal was in der tijd chef der
geheime russische politie, hij was toen bijzonder gestreng,
dag des Keizers scheen de zon warm en weldadig. In
de laatste acht dagen was elk spoor van den winter uit-
gewischt en Duitschland's hoofdstad vertoonde zich in
haar eersten lentedos.
Buitenin de Müllerstraszezag het er al bijzonder
vriendelijk uit en toen Grete het huis binnenkwam, zag
zij niets dan vroolijke gezichten van lachende spelende
kinderen. Van alles wat de wereldstad aan vermaken en
vroolijkheidaan rijkdom en overvloed opleverthad
Grete in haar leven niet veel gezien; zij kende eigenlijk
slechts de ellende, die zulk eene wereldstad aanbiedt, en
zij had bijna niets anders gezien dan armoede en de af
schuwelijke opeenhooping van de onbemiddelde klasse in
de onherbergzamekazerneachtig gebouwde huurhuizen.
Daarom had zij zich ook in de Müllerstrasze zoo be-
hagelijk gevoeld. Daar eindigde het grootsteedsche leven;
men vond daar geen overvloedmaar ook geen ellen
dige armoede. De ontzaglijk lange straat in het noor
delijkste gedeelte van de stad had werkelijk haar klein-
steedsch aanzien onvervalscht bewaard. Niet dan hoogst
zelden vond men hier een groot gebouw, dat tot woning
diende aan meer dan één gezin. Het geheel had zijn lan
delijk en vreedzaam voorkomen behouden en thans, nu de
lentezon voor de eerste maal doorbrak kreeg men er
een vriendelijken indruk van. De huisjes, die voor het
meerendeel slechts ééne verdieping en hooge, leien daken
hadden, maakten niet de minste aanspraak op kunst of
smaak. En hiermede hield ook de straat zelve gelijken
tred. Het plaveisel was een voorbeeld van ongelijkheid
en van riooleering was geen sprake. Jazelfs was de
gasverlichting nog niet tot hier doorgedrongen. Op gelijke
afstanden waren vierkante houten palen geplant, die aan
de eene zijde twee ijzeren krammen vertoonden tot het
plaatsen der ladders en op deze ongeverfdeverweerde
grauwe palen maakten walmende petroleumlampen de
geheele verlichting uit.
De menschendie Grete hier dagelijks tegenkwam
zagen er zelfs niet uit als Berlijners. De mannen droe
gen mutsen of hoeden met neerhangende randen en
aan hunne geheele kleeding kon men ziendat zij met
en had zich daardoor den haat der verdrukte revolutio
nairen op den hals gehaald. In de maand Juni van dit jaar
werden verscheidene russische uitgewekenen door parijsche
politie gevangen genomen onder beschuldiging van het
vervaardigen van gevaarlijke ontplofbare bommen. De Ni
hilisten beschouwen den generaal Seliverstoff als de hoofd
oorzaak van deze vervolgingen later werden nog andere
Russen in hun eigen land gevaten kwam aldaar dezer
dagen hun proces in behandeling. Dinsdagmorgen ont
vingen de russische Nihilisten, die te Parijs wonen, het
bericht, dat drie hunner partijgenooten in Rusland waren
ter dood veroordeeld eenige uren latertegen half elf
in den ochtend, drong een Pool Stanislas Padlewski
genaamd, het hötel binnen, vroeg den generaal Seliverstoff
te spreken en met hem alleen gelaten schoot hij hem
morsdood. De moordenaar is nog niet teruggevonden
waarschijnlijk houdt hij zich te Parijs schuildoch de
chef der russische revolutionairen alhier, de heer Stanis
las Mendelsohn, is in hechtenis genomen. Deze misdaad
is hier op het oogenblik de groote gebeurtenis van den
dag intusschen zullen de Nihilisten wel zorgen, dat hun
makker niet in handen der politie valt.
Parijs, 21 Nov. 1890. J. M. T.
BETiStE. In de door eene fransche naamlooze ven
nootschap gedreven dynamiet- en kruitfabriek tusschen
de dorpen Arendonck en Pastel, dicht bij de nederlandsche
grenzen, heeft eene ontploffing plaats gehad, waarbij de
23jarige Theresia Lenaerts dadelijk gedood en vier vrou
wen ernstig gekwetst werden.
De graaf van Vlaanderen zal den Koning vertegen
woordigen bij de begrafenis van Koning Willem III.
Kamer. De toesprakenden 25 gehouden naar
aanleiding van het overlijden van Koning Willem
III dor Nederlanden verdienen afzonderlijke vermel
ding. De voorzitterde heer de Lantsheerehield
eene kortedoor de leden staande aangehoorde rede
hoofdzakelijk iuhoudendedat de geschiedenis van Belgie
en die van Nederland zooveel gemeenschappelijke blad
zijden telden; de banden, welke de twee landen verbin
den zoo talrijkzoo innig en nauw warendat hij
voorzeker de tolk was van al de leden der vergade
ring wanneer hij zeidedat Belgie met hartelijk mede
gevoel deel nam aan den rouw, waarin de dood van Z. M.
Willem III het Koninkrijk der Nederlanden gedompeld
had. Voortaan paren zich onze wenschen aan die der
naburige natie voor de Doorluchtige Vorstin op wie
hare hoop rustzoo luide het slot zijner rede.
Van alle kanten werden deze woorden met eenzeer
goed, ontvangen, waarop de minister van buitenl. zaken,
prins De Chimayhet woord nam.
De regeeringverklaarde deze stemt in met het door
door den voorzitter gesprokene. In dezelfde gevoelens
werd door de Kamer en het geheele land gedeeld. Ik
behoef u niet de geestdriftvolle ontvangst te herinneren,
den Koning der Nederlanden bereidtoen Z. M. in 1884
handenarbeid hun brood verdienden. De vrouwen gingen
allen óf blootshoofds óf hadden een doek omgeslagen
met schrille kleuren; van de meeste waren deze kleuren
echter minder of meer verbleekt. Heden, bij het heerlijk
weder, speelden tallooze kinderen op de straat, vroolijke,
blonde kinderen, die er toch steedsch en bleek uitzagen;
de kleine meisjes droegen zonder uitzondering roode
blauwe of zacht rozeroode kousen, die door het licht en
het stof voor het meerendeel eene gelijkmatig grauw
achtig bruine tint hadden aangenomen.
Bijna alle huisjes lagen vrij en waren door tuintjes
of een stukje bouwgrond van de buren gescheiden
houten schuttingen omringden de verschillende eigen
dommen. Tusschen de huizen door zag men een uit
gestrekt weiland. De straat was verbazend lang en hoe
verder Grete kwam, hoe verder ook de huizen van elkander
stonden. Nu begon het terrein aan hare rechterhand een
weinig op te loopen en zag zij zelfs eenige vrij hooge
zandbergende bekende Rehbergeterwijl de horizon
aan de linkerzijde werd gevormd door den zoom van
een uitgestrekt mastbosch, de i Jungfernhaide."
De huizen werden hoe langer hoe zeldzamer en eindelijk
hielden zij geheel op. Nu had zij de wereldstad achter
den rugalleen de rails van de paardentram die deze
afgelegen wijk met het middelpunt van de stad verbindt,
herinnerde haar nog aan Berlijn. Zij sloeg nu een straat
weg in, die in noordelijke richting liep, kwam door een
gedeelte van het meer oostwaarts gelegen Reinickendorf,
langs een aantal nette vriendelijkenieuw aangelegde
villa's, die door fraaie tuinen waren omgeven, en eindelijk
zag zij tusschen het groen eenige grootelangwerpige
gebouwen, met leien daken en opgetrokken van helrooden
baksteen te voorschijn komen. De kolossale gebouwen
schitterden in het zonlicht en de rook steeg uit de lange
schoorsteenen vriendelijk omhoog. Dit was het krank
zinnigengesticht van Dalldorf.
Grote belde aan den met het stadswapen een beer
voorzienen hoofdingang en vroeg den portier waar
Dr. Mödling te vinden was. Deze verwees haar naar het
hoofdgebouw.