ARME MEISJES. No 145. Twee en RTegentigste Jaargang 1890. VRIJ 1)AG Officieel Gedeelte. 5 DECEMBEK. Begrafenis des Konings. FEUILLETON. PARIJSCHE BRIEYEN. Rejaan uit het Berljjnsche leven. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Katerdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar 0,80franco door het geheele rijk 1, De 3 nummers O,©O. Prijs der gewone Advertentiën. Per regel ©,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMS. COSTER ZOON. Telefoonnummer 33. LIJST VAN BRIEVEN j waarvan de geadresseerden onbekend zijnverzonden gedurende de le helft der maand November 1890: Pieterson, Rotterdam. Van Rustenburg: J. Starre veld, Ouwerkerk. Briefkaarten: P. N. Hooge, Amsterdam; W. E. Swijter, 's-Gravenhage. Brieven: Amerika: L. Zweet, Solee. Van Broek op Langedijk: Baileij, Grand Rapids. Duitschland: Mevrouw M. Sander Hamburg. Afrika: E. W. Pickett, Ticksburg. De Staatscourant van don 3 bevatte een gewijzigd j>ro- •gramma voor de begrafenisplechtigheid. Die wijziging kwam hierop neder, dat zich achter den rouwwagen na de ordonnans-officieren zouden aansluiton CC. De vorst van Waldeck en Pyrmontde groot hertog van Saksen; de groothertog van Luxemburg. DD. De grootvorst Alexis van Rusland; de aartshertog Frederik van Oostenrijk; prins Albert van Pruisen, regent van Brunswijk; prins Eduard van Saksen Weimar. I EE. Prins Victor Emanuel van Savoije graaf van Turijnde graaf van Vlaanderen prins Wilhelm van Wurtemberg; .prins Waldemar van Denemarken, i FF. De erf-groothertog van Saksen; de erf-groothertog van Luxemburgde hertog van Mecklenburg Schwerin. GG. De prins vou Schaumburg-Lippe de prins von Wied de prins von Bentheim und Steinfortallen in rijtuigen bespannen met 6 paarden gaande 3 lakeien naast elk portier. HH. De graaf van Rosen, eerste kamerjonker van den Koning van Zweden en Noorwegen; de graaf von der Schiilenburg, hofmaarschalk van den hertog van Saksen- Altenburg; de burggraaf de Pindella, vertegenwoordigende den Koning van Portugalde heer von Bülowopper hofmaarschalk van den groothertog van Mecklenburg- Strelitz, in een rijtuig, bespannen met vier paarden, gaande een lakei naast elk portier. II. De prins Karadja Pacha, vertegenwoordigende den sultan van Turkije; de heer Legrand, buitengewoon ge zant en gevolmachtigd minister van de fransehe repu bliek; de heer de Villa Urrutia, buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister van den Koning van Spanje, in een rijtuig bespannen met 4 paarden, gaande een lakei naast elk portier. JJ. De heer Gennadiusvertegenwoordigende den Koning van Griekenland de heer Vaearesco vertegen woordigende den Koning van Rumenië; sir Collins ver tegenwoordigende de hertogin van Albany, in een rijtuig, bespannen met vier paarden, gaande een lakei naast elk portier. DOOR PAUL LINDAU. Uit het Hoogduitse h. 35) Toen zij voor de eerste maal haar vader in het groote gesticht van Ilalldorf opzocht, was zij aangenaam verrast geweestwant zonder twijfel mag deze inrichting in den edelsten zin des woords eene model-inrichting genoemd worden. Reeds dadelijk had de vriendelijke omgeving hare aandacht getrokken. De fraaie, vroolijke huizen met de breede gangende hooge zalen en slaapzalen, die er alle zoo keurig netjes uitzagenwaren zonder twijfel de mooiste lokalen die zij in haar leven gezien had. De zieken wandelden in eenvoudige, nette kleediug, kalm op de groote binnenplaatsin den tuin of in het park. Ook bezocht zij haar vader eens op het etensuur en deze liet haar de spijzen proeven. Nog nooit had haar iets zoo lekker gesmaakt. Zoo goed had haar vader het in zijne eigene woning zeker niet. Nooit had hij in zulk eene mooie frissche kamer gewoond en geslapen nooit zulk goed eten gehad. Zij kon zich maar niet begrijpen waarom haar vader eigenlijk in een krankzinnigensticht was opgesloten want hij sprak heel verstandig met haar en zij had zich de bewoners van zulk een ge sticht altijd voorgesteld als menschendie niets dan gekke dingen zeggenallerlei dwaze streken uitvoeren en zich allerlei zaken voor den geest halen die niet bestaan. En nu zag zijdat die zieken zich op geenerlei wijze van gewone menschen onderscheidden, dat zij aller lei verstandige dingen zeiden juist zooals haar vader als hij zich niet bedronken had. Dit alles kwam haar zoo vreemd voor dat zij hare KK. De generaal Derrécagaix en de admiraal des Essarts, van het fransehe leger en van de fransehe ma rine de kolonel Chamoin vertegenwoordiger van den president der fransehe republiekde luitenant-kolonel le Bon van het fransehe leger, in een rijtuig, bespannen met vier paarden, gaande een lakei naast elk portier. Achter de rijtuigen der vorstelijke personen volgen, in rijtuigen, met twee paarden bespannen, gaande een lakei naast elk portier, hun gevolg. Voorts is de gepens vice-admiraal F. A A. Gregory, die verzocht had om gezondheidsredenen niet in aanmerking te komen, vervangen door den gep. vice-admiraal F. L. Geer ling, als drager der ridderorden. Tal van prachtige kransen en bloemstukken werden zoowel den 2 als den 3 ten Paleize ontvangen; sommigen gebracht door afgevaardigden van vereenigingen. Bijzon dere aandacht trok de krans van de Bataviaasche schut terij neergelegd door don oud-commandantden heer mr. W. Stortenbeker, op telegrafisch verzoek uit Batavia; die der d.d. schutterij te 's-Gravenhage, hebbende een middellijn van 11 el, bestaande uit violen, waaronder een tak van seringen en orchideën en rozeneen monster lauwerkrans van 1.80 el in doorsnede met strikken van ordelintennedergelegd door de ridders der Militaire Willemsorde; die van de Kon. Vereeniging »HetNeder- landsch tooneel" bestaande uit palmenlauwerbladen camélia's seringen en chrysanthemumshebbende een omvang van 1,4-0 el buiten de linten de zilveren krans van het Huis des Konings en het staldepartementde kransen uit Luxemburgdie van de Kamer van Afge vaardigden was van zeer groote afmetingen uitsluitend samengesteld uit gele rozen es minola's gedekt met de koninklijke kroon in nationale luxemburgsche kleuren omwonden met rouwfloers. Van ihet korps ambtenaren bij het binnenlandsch bestuur in Nederl. Iudie werd een kolossale krans in massief zilver nedergelegddie uit muntte door rijkdom van bewerking en schoonheid van gedachte. De rouwkamer in het Paleis maakte door hare schitterende kaarsverlichbing, die van den zil veren luchter op de zware rouwdraperieën afstraalde op de ontelbare bezoekers een overweldigenden indruk. Uit de vestibule kwam men in eene voorzaal, waar men onwillekeurig staan bleef, getroffen door den trotschen aanblik. Men ging links langs den tegen den zijmuur geplaatsten troonhemel in zwart fluweel, gevoerd met wit satijn en voorzien van zilveren ornamenten waaronder op de met zwart laken gedekte estrade de lijkkist rustte, bedekt met «enige der kransen. Aan de zijde tegenover den ingangtusschen de zilveren candelabres die ook daar langs de portières geplaatst waren, verliet men de zaal. Het stadshuis te Delft is versierd met fraaie drape rieën. Voor den ingang der kerk wordt eone grocete ronwpoort geplaatst, ontworpen door den heer Lecomte- Nadat den 2 de noodige voorloopige werkzaamheden in de Nienwe Kerk afgeloopen waren, bestond er voor be langstellenden gelegenheid de kerk van binnen te zien waarvan door velen gebruik gemaakt werd. verwondering te kennen gaf aan Dr. Mödlingdieals een waar menschenvriend groote belangstelling en diep medelijden aan den dag legde voor de bloeiende dochter van zijn patiënt. Hij onderrichtte haar dat de ziekten van den geestdie nu eens op de verschrikkelijkste, dan weder op bijna onmerkbare wijze aan het licht komen somtijds voor leeken geheel en al onwaarneembaar zijn, en dat de meeste krankzinnigen den indruk maken van volmaakt gezonde menschen terwijl de krenking van den geest slechts nu en dan, onder bepaalde omstandigheden, aan het licht komt. Met uitzondering van de geheel wezenloozen, die onbewust zijn van hetgeen in de wereld voorvalt, nemen allen een meer of minder levendig aan deel in hetgeen om hen heen geschiedt. Zij weten zeer goed waar zij zich bevindenen zijnbehalve in de «ogenblikken van waanzindie meestal door bepaalde omstandigheden worden opgewektvolkomen toereken baar. Zij volgen met de meeste helderheid elk gesprek lezen met verstand en hebben lust in allerlei arbeid en verstrooiingen. Zelfs de zware zieken hebben meermalen tijdendat hun geest helder is. Zij weteu op vele vragen behoorlijk te antwoorden en spreken soms zoo verstandig als de verstandigste mensch. Juist daarom meenen zij dat zij volkomen gezond zijn en de natuurlijke zucht naar vrijheiddie in ieder mensch leeftis bij hen bijzonder sterk ontwikkeld. Zij beweren steeds geheel genezen te zijn en begrijpen nietwaarom men hen nog in het ge sticht houdt. De ongelukkigeu zien echter niet in, dat, als zij aan de maatschappij teruggegeven en aan zich zeiven overgelaten worden de ziekte onvermijdelijk zon terugkeeren do ziokte die in de inrichting voort durend wordt gadegeslagen en bestreden. Grete was verbaasd geweest over den vriendelijken omgang van de dokters met de bewakers en van deze met de zieken. Zij was nu niet meer bang om naar Dalldorf te gaan, terwijl zij vroeger reeds bij het hooren van dien naam eene huivering had gekregen. Zij ver heugde zich zelfs op die bezoeken en keerde telkens geheel gerustgesteld omtrent het lot van haar vader, naar de Ackerstrasze terug. LXXII. Hoewel wij er sinds geruimen tijd op waren voorbereid, I toch werden wij ook hier trenrig verrast, toen wij op maan dag j 1. bij het lezen der ochtendbladen den dood van Koning Willem III vernamen en deed het ons bepaald goed, dat de parijsche pers over het algemeen met zeer veel waardeering over den overleden vorst sprak. Men roemt zijn persoonlijken moed zijne getrouwheid aan de grond wet en zijne liefde voor zijn volk en ziet ook in de gehechtheid van hot Nederlandsche volk aan het huis van Oranje den besten waarborg voor het behoud van vrede en voorspoed, zoodat de jonge Koningin kan re kenen op de liefde en steun van allen, die Nederland en Oranje als onafscheidelijk beschouwen. Keeren wij weder tot het Parijsche leven terng, dan be merken wij eene buitengewone kalmte. De maand Novem ber is nog niet geheel winter, zoodat op het gebied der ver- j makelijkheden weinig valt waar te nemen gisteren viel hier de eerste sneeuw en daalde de thermometer ver scheidene graden onder het vriespunt. Padlewskide moordenaar van den rnssischen generaal Seliverstoff is nog niet gevatmeer en meer blijkt dat hij een politiek misdrijf beginghetgeen niet te verwon deren isdaar zijn vader reeds deel nam aan don vrij heidsoorlog van Polen tegen Ruslanden stierf in de gevangenis te Kiew. Geen wonder alzoodat de zoon die een revolutionair dweeper was en om zijne denk beelden reeds verscheiden malen veroordeeld werd en ook uit Oostenrijk en Zwitserland moest vluchten ten laatste zich op een zijner tegenstanders gewroken heeft. Ook werd reeds een verkeerde Padlewsky aange houden en bleef deze twee dagen in verzekerde bewa ring totdat duidelijk bleek dat men zich vergist had. Behalve deze gebeurtenis en het feitdat de fransehe Bank aan de engelsche 75 millioen in goud geleend heeft, is alles kalm zoo zelfs dat wij reeds enkele malen in de bladen lazen, dat een dag verliepzonder dat er mi nisterraad gehouden werddus zelfs de ministers hadden elkander niets te vertellen. Daarom, dacht mij, zon wel licht een beetje statistiek u niet vervelen en keek ik dezer dagen eens na hoeveel candidaten er wel gevonden worden voor officiëele posten, en of die allen kans van slagen hebben. Dan moet gezegd wordendat het voor die candidaten er nog treuriger uitzietdan voor den jongen Theobald nit Ds. van Koetsveld's »Het leven van oen sollicitant." Kijken wij eens na: voor eene plaats als kantoorklerk op een der bureaux van het Seine de partement zijn meer dan 3000 sollicitanten, en per jaar vallen slechts vier plaatsen open, de laatste der 3000 zon dus bijna 800 jaar moeten wachten op een zeer schraal baantje. Voor plaatsen bij de begrafenisvereenigingen of I als bewaarders der kerkhoven waar eens in de tien jaar wat open komt, zijn toch nog meer dan 2000 sollici tanten en zoo is het voor al die grootere en kleinere betrekkingen. Toch vraagt men zich af of het niet be ter zou zijn al die candidaten maar dadelijk naar huis Ook thans, nu zij voortdurend in het gesticht blijven zon was diezelfde kalmte over haar gekomen. Het af grijzen was geheel geweken maar zij voelde diep mede lijden met het lot der arme ziekenhet voortdurend verkeer met de ongelukkigen bracht haar echter in eene zwaarmoedige stemming en nu en dan kwam de vree- seljjke gedachte in haar op: »De Hemel beware mij er voordat ik zelvo het verstand verlieze Velen van degenen, die aan hare hoede waren toe vertrouwd schenen haar niet zieker toe dan zij zelve was. Telkens kwam die angstige gedachte weder bij haar op dat ook zij eenmaal tot de lijders zon behooren die zij nu met zooveel liefde verpleegde doch waarvan de minst zwaar getroffenen toch zoo diep ellendig waren te noemen. Veel hoorde zij daar ook dat haar angst nog meer opwektezij vernam de vreeselijkste verhalen over de wreedheid der natuur, over de erfelijkheid der ziekte over den vloek die op kinderen van drinkers rust. En haar vader was zulk een drinker Zij had al hare wils kracht noodig om deze sombere gedachte te verdrijven, om kalm en bedaard te schijnen, beleefd en voorkomend te zijn en in het bijzijn van de dokters, die haar voort durend bespieddenomdat zij ook met haar lot begaan waren, een vriendelijk, vroolijk gezicht te vertoonon. De gezellige avond-bijeenkomsten gaven haar telkens nieuwen moed en het bewustzijn dat zij haar plicht deed, hield haar staande. Toch bleef neerslachtigheid de grondtoon van hare stemming. De eigenlijke oorzaak van dezen gedrukten gemoedstoestand was echter noch hare angstwekkende omgevingnoch het gevoel van onrust over de terugwerking op haar zelve noch ook hare weinig verkwikkelijke toekomst. De eigenlijke oorzaak was iets anders zij beminde Bruno. Zij begreep wel dat het eene dwaasheid was nog met hare godachten te verwijlen bij iemand die zich wellicht harer niet eens meer herinnerde. Zij maakte zich volstrekt niet meer wijsdat zijne grootmoedigheid aan iets anders haar 0ntstaan zou te danken hebben dan aan lichtzinnigheid; jjij had immers geen hand meer naar haar uitgestoken

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1890 | | pagina 1