feuilleton. ARME MEISJES. ZONDAG Dit nummer bestaat uit 2 bladen EERSTE BLAD. S)e Uitvaart des Konings. 7 DECEMBER. Roman uit liet Berlijnschc leven. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs por 3 maanden voor Alkmaar 0,80 franco door het geheele rijk l, De 3 nummers 0,00. Prijs der gewone Advertentiën. Per regel J O,IS. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMS. COSTER ZOON. Toen den 4 to kwart voor elven het eerste kanonschot viel, werd de lijkbaar van de ronw-estrade afgenomen en door de dragers, vergezeld van 24 onderofficieren, stil zwijgend gedragen tusschen do rijen der hofdigmtarissen naar den lijkwagen. H M. de Koningin-Regentes, gesteund I door de groothertogin van Saksen-Weimar en gevolgd door hare hofdames, deed, diep aangedaan het lijk uitge- 1 leide tot in de vestibule van het Paleis. Zoodra de kis creplaatst was en de slippen dragers hunne plaatsen inge- i nomen "hadden, zette de stoet, die overigens reeds geheel opgesteld was, zich in beweging. Het vroeger medege deelde programma was trouw gevolgd. Van de schutterij te 's-Gravenhage, die den stoet, welke een half uur lang was, opende, was de staf van het regiment de yertegen- i woordiging; de infanterie was vertegenwoordigd door twee I bataljons van het regiment grenadiers en jagers en een ba- taljon van de infanterie uit Leiden. De daarna volgende ma rinetroepen trokken in hooge mate de aandacht. Zij beston den uit eene afdeeling der kon. ned. zeemacht, sterk 200 ge- weerdragende manschappen, schepelingen en mariniers. De troepenmacht werd voorafgegaan en gevolgd door huza- I ren De lijkwagen maakte, evenals Maandag, overal een overweldigenden indruk. Zoodra hij in aantocht was ontblootten alle personen langs den weg het hoofd. De stoet werd gesloten door eene aanzienlijke troepenmacht, I namelijk door twee bataljons jagerseen eskadron hu zaren en twee batterijen veldartillerie. De straatlantaarns I langs den geheelen weg waren brandende, doch met knp omwonden. De voor de Nieuwe Kerk te Delft aangebrachte rouw- versiering was 40 el breed en 25 el hoog. De Gothiscko spitsboog van den ingang was behan gen met zwart fluweel, breed geplooid naar beneden en met zilveren sterren in den hemel. Daarin was het wapen van Luxemburg aangebracht. Hiertegenaan sloot een boogvormig front met fries van licht grijze stof 1 waarop de wapens der elf provinciën benevens die van de hoofdstad des Rijks en van de Residentie aangebracht waren, alle gedekt door rouwdrapenën met zilveren i franje, terwijl koorden en kwasten ze onderling verhou den en zilveren knoppen in rouwfloers ze bekroonden. Het geheele benedengedeelte was met effen rouwknp in plooien behangen en de benedeneinden waren met gl BovenfopSlwas' de midden-as gekroond door de groote Rijkskroonwaaronder het wapen van Oranje-Nassau. Hiertegenaan waren de wapens aangebracht, die zich op het praalgraf in de kerk bevinden. Wapen en Kroon waren met rouwkrip gedekt. Ter weerszijden eindelijk aan de uiteinden van het boogvormig front waren groote j kransen bevestigd, terwijl een groene lauwertak langs het I middenvak was geplaatst. Telefoonnummer 33. In de kerk waren alle gaskronen omfloersd en evenals de straatlantaarns brandende. De vaste banken ter recliter- en ter linkerzijde waren voor bewoners van Delft en 's-Gravenhage bestemd. Yóór het koor was aan weers zijden eene estrade aangebrachtmet zwart laken be kleed voor genoodigden die in het koor goene plaats konden vinden. Om de pilaren was rouwfloers geslin gerd dat met het wit der pilaren een goeden indruk maakte terwijl tusschen de pilaren evenals in 1884 groote schilden met de wapens der provinciën opgehangen waren, allen omfloersd en omgeven door rouwfestoeuen. Het orgel werd van elf unr bespeeld door denzelfden organist", die dienst deed bij de begrafenis van Koning Willem I en Willem IInamelijk de heer Kersbergen 81 jaar oud, geholpen door zijnen leerling, den heer Kethel. Ontelbare kransen waren opgestapeld vóór de graftombe van Prins Willem I. Zoodra een kanonschot het teeken gaf, dat het lijk het Paleis verlaten had, werd de marche funèbre van Nicolaï aangeheven Te half drie kwam het eerste gedeelte van den stoet op het geheel afgezette plein voor de kerk aan Bij het binnendragen van het lijk werd de Marche funèbre van Beethoven ge speeld. Toen allen plaats genomen hadden, hield de hof prediker ds. C. E. van Koetsveld eene rede, waaraan het volgende ontleend wordt „Nog eens, o God! nog eens staan wij hieren is weder °de deur geopend van den grafkelder waarin de creschiedenis van ons land en Vorstenhuis als met doods beenderen is geschreven. Nog eens en nuhelaas de laatste nit, de mannelijke lijn van Oranje. „Toen een meer dan zeventigjarige tot hofprediker werd benoemdwie kon toen vermoeden dat het zijn zou om binnen de 12 jaren al de 5 vorsten van Oranje ten grave te brengen De taak is bijna al te zwaar, vooral deze"laatste. Mijn hart is te vol, mijne herinneringen overstelpen mij. Ik heb mijnen Koning lief gehad en hij mii. En de liefde is niet altijd welsprekend. Vier malen zag ik hem daar tegenover mij. En nu, in dezen wijden kring van vorsten, al waardeeren wij hunne belangstelling, geen° eigen zoon of broeder om te troosten De eenige zuster weent tehuis in stilte. God trooste haar°! Dat juist is 't, aandoenlijke van dezen oogenblik. De zonendie onzen Koning hadden moeten opvolgen wachten hem al lang in t' grafen wij brengen hior onzen afscheidsgroet aan dén laatsten Oranje-Nassau. Zal het zijn om hem te oordeelen, zooals de oude Egyptenaars hunne dooden deden Maar dat staat aan ons niet. De geschiedenis oordeelt den Koningmaar den mensch oordeelt God alleen. »En wat zal nu de geschiedenis van dezen Koning zeg gen Hij heeft het langste geregeerd van alle Oranje vorsten, -ll'/j jaar, en was de 5e in regeeringsjaren van de 80 vorsten van Europa. Na de 40 jaren kon hij zeg gen„Mijn volk zal van mij getuigen, dat ik mijn Ko ninklijk woordbij het aanvaarden mijner regeering heb gestand gedaan". Dit woord schotst die regeering De spreker herinnerde daarna aan verscheidene trek ken van den overledene, die getuigenis aflegden van zijn goed hart en kiesch gevoelal mocht hij door het op bruisende on hartstochtelijke in zijn karakter, als mensch vaak het zelfbedwang missen dat hem als koning sierde. Hij voegde daaraan verscheidene persoonlijke herinne ringen toe. Hij besloot aldus „Zoo is dan ons Koningshuis uitgestorven. Maar God dank niet geheel. Wat in een hoogeren zin de Profeet van David's huis zeide is ook op 't onze van toepas- sin<?. „Een rijske zal voortkomen uit den afgehouwen tronk en eene scheut uit zijne wortelen zal vruchten dragen." Ons blijft de jeugdige Koningin, als Prinses reeds de oogappel van ons volk, dat nu met dubbelen nadruk bid: »0 God! bescherm, bewaar en leid Haar aan de hand eener vrome en wijze Moeder Dat eens de spruit een boom worde als vroeger en troost en sterk beiden vooral in deze droeve dagen „Vreemde vorsten en gezanten Gaat henen met den dank van ons allen en zegt het ten uweut, dat het kleine Nederland niet wanhooptaltoos nog groot door zijn trouw aan Oranje, aan zijne geschiedenis en aan zijn God. En zoo rust dan nu geliefde Doode, na al de onrust van het levenWij treurenmaar niet als die geene hope hebben. Want verzinken vorsten en volken voor en na in den nacht des doods eens de Christus is^ er ons borg voor eens daagt de morgen der Opstanding over de graven. Amen." Nadat hij zijne toespraak geëindigd had, zonk de lijk kist van het lijkkleed ontdaanneder in het grafal waar zij met het groote Rijkszegel in tegenwoordigheid van den minister van justitie verzegeld werd. De nederl. heraut verkondigde daarop met luider stemdat de ter aardebestelling van Z.M. Koning Willem III volbracht was. Dat do toevloed van vreemdelingen, zoo te s-Graven hage als te Delftbuitengewoon waskan vooreerst blijken uit de opgavon van de per spoor vervoerde perso nen uit verscheidene gemeenten doch wordt nog duide lijker, wanneer men verneemt, dat honderden den nacht van den 4- op den 5 onder den blooten hemel hebben moeten doorbrengen omdat zij nergens onder dak kon den komen; dat te Rotterdam noch rijtuigen, noch paar- den meer te krijgen waren en dat de weg van Rotter- j dam naar Delft bezaaid was met personen, die de plech tigheid wilden bijwonen en daarom den weg die drie uren lang is, te voet aflegden. Niettegenstaande die groote drukte, schijnen geene ongelukken van beteekenis te zijn voorgevallenwanneer men buiten rekening laat het hier°en daar invallen van stellingen, zooals bijvoorbeeld op den Rijswijkschen weg op het land van den heer Sterk man. In de Wagenstraat was men genoodzaakt het voor span weg te nemen van het met 6 paarden bespannen rijtuigwaarin de grootvorst van Rusland c.s. gezeten waren door het hevig steigeren der paarden. Op het stationsterrein te Haarlem hebben de zakkenrollers goede zaken gemaakt; verscheidene horloges werden ver mist en o.a. eene portemonnaie met 40. DOOR PAUL LINDA U. Uit het Hoogduitse h. HOOFDSTUK XIII. Toen zij voor het groote hek stond overlegde zij bij l zich zelve waarheen zij nu eigenlijk gaan zou en weder kwam dat gevoel van verlatenheid bij haar op. Zij had wel is waar ouders en zusters, maar zij wilde die naaste familiebetrekkingen geen van allen opzoeken. Zij dacht aan Alma. Och, dat goede meisje was op dit uur nog in haar winkel en daar zou zij haar natuurlijk storen. De dokter had haar geraden, vriendinnen op te zoeken, I menschen te zien zich eens te verstrooien mot wie zou zij zich verstrooien waar zou zij heengaan Zp nam de paardentram en bleef in gedachten verzonken in een hoekje zitten totdat de tram stilhield. Zij was aan de Weiderdammerbrug, maar nu was zij even wijs als zoo straks. Ten einde niet in het oog te vallen, sloeg zij de i eerste straat de beste in en wandelde langs het water. Zij keek niet om maar liet baar oogen weiden over het troebele water van de Spree; zij sloeg eene tweede straat in, maar onwillekeurig bleef zij aan den waterkant Up eens overviel haar een eigenaardig gevoelzij bleet staan en keek rond. Zij bevond zich weder op die zonder linge plaats, aan de Inselbrücke, tegenover het kerkje, op 1 dezelfde plek die haar voorheen reeds zoo onverklaar baar gemeenzaam en toch zoo geheel vreemd was voor gekomen. Ditmaal ondervond zij echter niet die onaan gename gewaarwording van vroeger, integendeel, zij voelde zich hier thuis. Het was hier nu vroolijker, levendiger; op de Spree bewogen zich ontelbare schuiten die des morgens met allerlei koopwaren beladen ter markt waren gegaan bovendien de hemel was onbewolkt en dat alleen reeds stemde Grete vroolijkermaakte haar voor een oogen blik frisscher en vrijer. Zij ging de brug op en staarde in het vuile water zuchtte eens en fluisterde „Ach daar in de diepte moet men eigenlijk pas rust vinden!" Glimlachend staarde zij op de gladde watervlakte langen, langen tijd en zij ging eerst heen, toen zij merkte dat een jongmensch naast haar was komen staan en van plan was een onderhoud met haar aan te knoopen. Snel ging zij nu verder. Waarheen Waarom niet naar mevrouw von Sellnitz Waaiom had zij dat niet eerder bedacht Och zij had wel degelijk aan haar gedachtmaar zij had ook tallooze goede redenen om niet naar haar toe te gaan. Thans wilde zij die echter alle over het hoofd zien; was zij eigenlijk niet verplicht mevrouw von Sell nitz die haar altijd zoo vriendelijk behandeld had op te zoeken Zonder twijfel Zij had zich immers niets te verwijten en moest zich nog altijd verontschuldigen over haar plotseling vertrek Zoo redeneerde zij in zich zelve en toch waren al de beweeggronden slechts voorwendsels. Zij wilde iemand zien iemand spreken die Bruno kende Zij wilde van hem het een en ander vernemen! Dat was de ware reden! Nu zij een doel had, ging zij met opgeheven hoofd en luchtigen tred door de drukke straten naai de Linden- strasze. Claudine was ten hoogste verbaasd over dit on verwachte bezoek. Zij ontving Grete zeer vriendelijk hartelijk zelfs en sprak met grooteu tact over de treu rige voorvallen van de laatste dagen van haar samenzijn heen. Met ware belangstelling informeerde zij naar Grete' lot sedert haar vertrek. „Ik ben volstrekt niet tevreden over uw uitzicht verklaarde mevrouw von Sellnitz. Gij zijt bleeker gewor den en ziet er vermoeid uit." „Och kom, dat zal wel gaan," antwoordde Grete met een pijnlijk lachje. „Mijne betrekking is zonder twijfel zeer inspannend maar ik zal er wel aan wennen. Ik ben verpleegster in eene stedelijke inrichtingzij durfde niet te zeggen in welke „En hoe gaat het juffrouw Regine?" vroeg zij snel, ten einde aan het gesprek eene andere wending te geven. „O ja dat weet gij nog nietriep mevrouw von Sellnitz en er kwam eene gelukkige uitdrukking op haar gelaat. „Regine heeft eene uitstekende betrekking gevon den zij is sedert drie weken op Mahldorff en zoo ge lukkig als zij zich nog nooit gevoeld heeft." „Dat verheugt mij zeer bracht Grete met moeite uit, maar zij werd oen oogenblik doodsbleek, „op Mahldorff! „Juist van morgen," voegde mevrouw von Sellnitz er bij terwijl zij de lade van een hoekkastje openschoof „heb ik een brief van haar gekregen en aangezien ik weetdat gij belang stelt in Regine's geluk zal ik u hem voorlezen als u dat genoegen kan doen." „Gaarne." Claudine las „Lieve Mama Ik heb u Goddank niets nieuws mede te deelen. Ik kan u telkens slechts dat ééne herhalen ik ben innig gelukkig en dankbaar voor de wending iu mijn lot, want ik heb do grootste weldaad ontvangen die een mensch ontvangen kan. Ik leef in de heerlijkste natuur, die men zich denken kan en met de beste en liefste menschen. De gravin vertroetelt mij als een kind graaf Hein- rich behandelt mij geheel als de dochter van een oud vriend en de jonge graaf is zóó vol attenties zóó een voudig en hartelijk voor mijdat ik er meermalen ver legen onder word. Wij gaan allen te zamen op de meest ongedwongen wijze met elkander om. Ik word geheel beschouwd als behoorende tot de familie en ik moet mij somtijds bedenken, dat ik hior eigenlijk eene vreemde ben dat ik deze innig goedebrave menschen slechts sedert eenige weken ken. Wij leiden een stil, genoegelijk loven, al ont breekt het niet aan verstrooiing." (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1890 | | pagina 1