Gemeente- Gasfabriek.
t
ABM£ MEISJES.
No. 147.
Twee en Negentigste Jaargang.
1890.
WOENSDAG
10 DECEMBER.
Officieel Gedeelte.
Buitenland.
Dreggen ter redding van
Drenkelingen
FEUILLETON.
Roman uit het Berlijnsche leven.
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden voor Alkmaar 0,8© franco door het
geheele rijk 1»
De 3 nummers ©,06.
Prijs der gewone Advertentiën.
Per regel J 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMS. COSTER
ZOON.
Telefoonnummer 83.
i
Te^en betaling van tien centen is ter gemeente-secretarie
verkrijgbaar een exemplaar van het gemeenteblad No. 102,
houdende de verordening van 7_ Augustus 1883, regelende
het gebruik van gas door particulieren.
De VASTE COMMISSIE voor de GEMEENTE-GAS
FABRIEK te ALKMAAR brengt in herinnering dat
het volgens artikel 5 der verordening van 1 Augustus
1883 (Gemeenteblad No. 102), regelende het georuik
van gas door particulieren, aan een ieder vrijstaat de
leiding binnen zijn huis door eigen werklieden
te laten verrichten, uitgezonderd het plaatsen van den
meter, mits die werklieden zich gedragen naar de bij
dat artikel vastgestelde bepalingen; dut echter, al
vorens de leiding geheel afgewerkt is, dus
vóór de oplevering, daarvan schriftelijk ken
nis moet worden gegeven aan den directeur,
die alleen dan gas lal leveren, wanneer de
leiding overeenkomstig de bestaande voor
schriften volkomen in orde wordt bevonden
dat volgens art. 6 dierzelfde verordening van iedere
verplaatsing of var meerdering van lichten aan den direc
teur schriftelijk kennis moet worden gegeven, welke
veranderingen alleen daarna onder zijn toezicht mogen
plaats hebben. De commissie voornoemd
P Alkmaar A. MACLAINE PONT.
8 Dec. 1890. C. W. BRUINVIS.
W. F. STOEL.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen in herinneringdat van gemeentewege
reeds geplaatst zijn in de volgende gebouwen:
a. in het politie-bureau
b. op de Stadstimmerwerf
c. in de woning van den opzichter der kaasdragers
H. Muelink, aan het Kleine Waagplein
d. in het pakhuis van den heer H. J. Bruinvis,
aan de Kaarsenmakersgraeht
e. in de Zwemschool
f. in de brugwachterswoning bjj de Vlotbrug
g. in de brug wachterswoning bij de Friesche draaibrug;
h. in den winkel van den heer P. B 1 a a u w Az.. hoek
Ritsevoort en Kennemerpark;
en nog geplaatst zullen worden in
i. het huis hoek Molenbuurt en Zevenhuizen be
woond door den heer H. J. Jansen;
het huis aan den Geestersingel, No 16, bewoond
door den beer C. A. Duinker.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar A. MACLAINE PONT.
•9 December 1890. De Secretaris,
NUHOUT VAN DER VEEN.
BPIiOlE Den 1 heeft de onlangs tot lid van den
gemeenteraad van Brussel verkozen socialist Vandendorpe
den eed van trouw aan don Koning afgelegd, waarna try
verklaarde, dat hij aan dien eed geene waarde kon hech
ten en dat hij hem alleen gedwongen afgelegd had. Bur
gemeester Buis verklaarde met dit voorbehoud geen ge
noegen te kunnen nemen.
DCITSCHIiAAD. De Keizer heeft don 4 in zijne
rede nog gezegd, dat de gymnasiasten, om recht te hebben
op eenjarigen dienst een eind-examen zouden moeten
doen; voor de leerlingen der burgerscholen was een ge
tuigschrift van volbrachten leertijd noodig Grammaticale
proeven moesten twee klassen lager afgelegd worden
daaraan moest eventueel een vaandrigs-examen verbonden
worden. Het bekende woordwie opvoeden wil moet
zelf opgevoed zjjn, was op het onderwijzerspersoneel niet
geheel °van toepassing de jongelingen moeten voor het
praktische leven gevormd worden. De kwestie der school-
hygiëne werd bestudeerd. Manuen moeteu de wereld
leeren zien, niet door eene bril, maar met eigen oogcn.
Pruisen. Huis van Afgevaardigden. Don
6 is, na eene beraadslaging van vijf uren, het wetsontwerp
tot wijziging der wet op het volksonderwijs verzonden
naar eene commissie van 26 leden. Dr. Windthorst had
het wetsontwerp onaannemelijk verklaard omdat het
naar zijne meening, ten doel had de onderdrukking der
katholieke kerk en wijl het de grondwet schond. De
minister van eeredieust en onderwijs kwam op tegen dit
verwijt. Het wetsontwerp was geenszins in strijd met
de grondwet en evenmin bestond er eenig streven, zich
in de geestelijke rechten der kerk te mengen. Hij uitte
de hoop, dat dit ontwerp tot wet mocht worden verheven,
zoo niet in deze, dan in eene latere zitting.
ENdELilAID. Vrouw Pearcydie eene vrouw en
een kind in het noorden van Londen vermoordde en
toen beide lijken in een kinderwagen nit haar huis wist
te verwijderen, is den 3 ter dood veroordeeld.
Den 4 had in de Hollandsche kerk te Londen een
zeer plechtige lijkdienst plaats ter eere van de nage
dachtenis van Koning Willem III. De geheele kerk was
in rouw gehuld hier en daar afgebroken door bloem
kransen of gekroonde W's in bloemen of in zilverbe
nevens een reusachtig nederl. wapen in zilver boven aan
het orgel. De bloemenversiering was in het oog loopend
fraai. In de tegenover den preekstoel open gehouden
ruimte waren o. a. gezeten de gezantgraaf van Bij-
landt, als vertegenwoordiger van het nederl koninklijke
I hnis, de vertegenwoordigers van de Koningin van Enge
land, van den prins en de prinses van Wales en van de
overige leden der vorstelijke familie alsmede de lord-
mayor vergezeld van zijn gevolg. De hertogin van
Albany zuster van Koningin Emmawas zelve tegen
woordig. Ook de regeering was vertegenwoordigd, terwijl
de gezanten en de zaakgelastigden, vergezeld van hunne
raden en secretarissen, op de voor hen bestemde eere
plaatsen gezeten waren. De plechtigheid ving aan met
orgelspel, namelijk met de »Samson" van H&ndell. Ds. A.
D.° Adama van Scheltema, die inmiddels door den ker-
keraad naar het preekgestoelte geleid was, liet vervolgens
het eerste vors van Gezang 19 zingen. Daarna las hij
Psalm CXXX, Psalm CXXI en CIII, 1 Cor. XV 53-58
en 1 Tim. 1 17 (zijnde de laatste de tekst geweest oy
de eenige gelegenheid, dat wijlen de Koning in de kerk
was); een en ander werd gevolgd door een gebed, waarna
het vierde vers van Gezang 19 werd gezongen. Vervol
gens hield de predikant eene toespraak naar aanleiding
van 2 Kronjjken XXXV, 24b.
„En Josia stierf en werd begraven in de graven zijner
vaderen en gansch Jnda en Jerusalem bedreven rouw
over hem."
De preek was voor hen, die geen hollandsch verstonden,
in het engelsch vertaald, zoodat iedereen den predikant
gemakkelijk volgen kon. Na afloop werd op het orgel
de Andante" van Mendelssohn gespeeld, het derde vers
van Gezang 17 gezongen en door ds. Ücheltema de ze
genbede, Num. VI: 24—26, uitgesproken. De toevloed
van belangstellenden was zoo groot geweest dat ver
scheidene personen, wegens gebrek aan plaats, met toe
gelaten hadden kunnen worden.
Vier afgevaardigden van de iersche partij hebben den
5 een onderhoud van een uur gehad met Gladstone in
tegenwoordigheid van den heer Morley die na dat on
derhond nog geruimen tijd bij Gladstone verbleef.
Dat onderhoud had plaats naar aanleiding van een aange
nomen voorstel, dat Parnell zich tijdelijk uit het staatkun
dige leven zou terugtrekken, indien Gladstone zich verbin
den wilde aan Ierland's Home Rnle-eischen te voldoen.
Het op die bijeenkomst verhandelde is nog geheim.
Wel wordt algemeen gezegd, dat Gladstone geëischt had,
alvorens verder in eenige onderhandeling te treden, dat dit
onderhandelen moest geschieden met de erkende vertegen
woordigers der partij en dat elke kwestie, wie de leider
der iersche partij zou zijn, ter zijde moest worden gesteld.
Na dat onderhoud hebben de iersche afgevaardigden, met
intrekkiug van het vroeger genomen besluit, eene motie
aangenomen, waarin zij den wensch uiten de bedoelingen
van Gladstone en zijne aanhangers betreffende het iersche
landvraagstuk en het toezicht op de iersche politie te
leeren kennen. De liberale leiders zijn daarop bijeen
gekomen.
Den 6 werd te 1 ure eene vergadering der iersche
partij gehouden, waarin beraadslaagd werd over het door
den heer Gladstone geschreven antwoord op de hem den
5 door de afgevaardigden gedane vertoogen. In dat
schrijven herhaalde hij de beloftedat hij nooit een
Home-Rule plan zou voorstellen waarmede het iersche
volk zich niet kon vereenigen. De heer Sexton, een der
voornaamste leiders van de meerderheid, verklaarde, dat
deze belofte voldoende was en Parnellwiens aftreding
door Gladstone steeds geëischt werd, dus moest wijken.
Vervolgens las hij nog een brief van aartsbisschop Walsh
uit Dublin voor, die mede zijne aftreding eiscbte. Nadat
van dit schrijven kennis genomen was, diende de meer-
DOOR
PAUL L IND AU.
Uit bet Hoogduitse h.
37)
»Wjj ontvangen bezoeken van de buren en brengen
bezoeken terughouden ons onledig met allerlei spelen
en in het kegelen heb ik het al zóó ver gebrachtdat
ik graaf Bruno gisteren voor de eerste maal verslagen
heb. Wij gaan nit rijden, roeien en zeilen te zamenin
één woord mijn leven is zóó zonnig en heerlijkdat
mij nn en dan een bijgeloovige angst bekruipt en ik
tot mij zelve zeg »Zoo heerlijk kan het niet blijven
De gravinmet wie ik natuurlijk het meest omga, is
de edelste, waardigste en liefste vrouwdie ik ooit heb
leeren kennen en zeker is het voor mij een onbeschrij
felijk groot geluk, dat ik met deze voortreffelijke vrouw
dagelijks mag omgaan.
Vaarwel, lieve mama! Zoo gij nog een wensch voor
mij koestert dan zij het deze moge het geluk dat ik
thans met volle teugen genietlang heel lang^ voort
duren Met een hartelijken kas Uwe Regine."
Grete's hart kende geeD jaloezie, maar toch trof elk
woord van Reginewie zij haar geluk van ganscher
hart gundehaar als een dolksteekzoodat het haar
groote inspanning kostte hare innerlijke ontroering te
verbergen. Zeker zou dit aan de menschkundige Clau-
dine niet zijn ontgaanware niet juist op_ dit oogenblik
eeu hoog opgeschoten, piepjonge luitenant binnengetreden.
>Mijn zoon Gebharddie eenige dagen verlof bij mij
doorbrengt juffrouw Grete Lessen, onze vroegere pen
sionnaire, van wie wij u veel verteld hebben", zoo stelde
mevrouw von Sellnitz de beide jonge menschen aan el
kander voor en voegde er bijHoudt gij juffrouw Les
sen een oogenblik gezelschap dan zal ik voor de koffie
gaan zorgen."
Nauwelijks bad Claudine de kamer verlaten of Gebhard
schoof zijn stoel dicht bij dien van Grete en zeide
»Men heeft mij inderdaad veel van u verteld, juffrouw,
maar naar ik zie nog veel te weinig."
Hij kende Franzi en had zelfs eenmaal, in zeer vroolijk
gezelschap, met haar gesoupeerd.
Hij wist ookdat het bezoek van Franzi de eerste
aanleiding geweest was van Grete's vertrek en achtte
zien nn gerechtvaardigd tegenover eene dame, die eene
kennis van Franzi waseen buitengewoon familiaren
toon aan te slaan
Grete luisterde nauwelijks naar de laffe complimenten,
die hij haar maakte. Hare ziel was nog zoo geheel bij
hetgeen zij zoo even vernomen had, dat zij den jongen
luitenant slechts met klanken en zeer afgetrokken ant
woordde. Daar zij hem echter niet raw teragstiet
meende Gebhard dat zij reeds half gewonnen was en
zeide
»Ik ben hier slechts een paar dagen en alleen om wat
pleizier te maken. Het zou allerbeminnelijkst van u zijn,
zoo gij mij het genoegen wildet doen mij daarbij gezel
schap te houden En als ik n dat nu eens erg lief vroeg,
zoo heel, heel lief.
Hij had hare hand genomen en wilde haar kussen,
Grete ontwaakte plotseling uit hare verdooving en scheen
nu eerst te begrjjpen wat Gebhard bedoelde. Zij trok
hare hand terug en zag hem zóó koel, zóó ijzig koel aan,
dat do luitenant een weinig in verlegenheid geraakte.
Tot zijn geluk werd hij uit zijne onaangename positie
geredwant de deur werd geopend en Claudine trad
met het koffieblad binnen.
Grete was intusschen opgestaan en zeide
»Ik heb mijn tijd al een weinig verpraatmevrouw
en er volstrekt niet op gelet, dat het al laat is. Ik vraag
u verschooning, dat ik u nu reeds moet verlaten, maar
ik zou mij niet gaarne aan een verzuim schuldig maken."
Mevrouw von Sellnitz vond dat zeer natuurlijk en bood
haar zeer vriendschappelijk de hand tot afscheid. Gebhard,
wien het op eens invieldat hij eene afspraak gemaakt
had en ook onmiddellijk vertrekken móestbood zich
zoo galant mogelijk aan, juffrouw Lessen ten minste een
eindweegs te vergezellen Maar Grete sloeg zijn geleide
af en had zoo snel de deur bereikt, dat Gebhard, als hij
niet in het oog wilde vallen, van zijn voornemen moest
afzien. Hij maakte »bonne mine a mauvais jeu" en hield
zijne moeder gezelschap bij de koffie.
Het was nauwelijks zes nar. Grete was verlegen met
haar tijd want zij wilde niet vóór het bepaalde nur te-
rugkeeren in het gesticht. Met haastige schreden ging zij
door de dichtbevolkte straat en sloeg zoo spoedig moge
lijk een zijstraatje in, om de zeer waarschijnlijke plannen
van mijnheer de luitenant te verijdelen.
Nadat zij tamelijk zeker was dat hij haar niet meer
kon volgen legde zij zich zelve de vraag voor »Waar
nu heen Haar hart dreigde te bersten en zij was bang
om alleen te zijn. Een wonderlijk beeld zweefde haar
voor de oogen een liefelijk beeld dat haar toch zoo
onbeschrijfelijk veel leed deed. Bruno en Regine in een
vertrouwelijk gesprek Zelfs schenen zij haar bijzonder fee
der toe. Zij kon niet boos op hen zijn, want zij hield van
beiden, waarom wist zij zelve niet. Toch deed hot haar zeer.
Bij de gedachte aan Regine overviel haar een gevoel
van innige droefheid. Die roode sjaal, dat leven op de
gang na middernacht van dienzelfden dagde merk
waardige toespraak van Bössow, die haar met eene andere
verwisseld had wat moest zij van dat alles denken
Zij kon niets anders veronderstellen dan iets heel ergs
Zij wilde het niet zijn maar toch was zij ongerust en
diep terneergeslagen.
Waarheen moest zij nu gaan
Naar Adolph Wörler
Zij had werkelijk nog niet aan hem gedacht
Grete was moe en nam aan den hoek van de straat,
eene vigelante die haar naar de Joachimstrasze bracht,,
waar de Wörlers woonden.