Binnenland. derheid eeue geschreven motie in, waarbij Parnell ver zocht werd als leider af te treden. M'c Carthy gaf deze motte aan den voorzitter, Parnell, die haar verscheurde, de stukken tegen den grond werpende en M'c Carthy een klap in het gezicht gevende. Daarop ontstond een hevig rumoer. M'c Carthy's zoon noemde Parnell een vijand van het vaderland en verklaarde niet langer te willen gehoorzamen aan den man, die zijnen vader be- leedigde. Verscheidene leden sloten zich hierbij aan en ten slotte verlieten 44 leden de vergadering onder leiding van M'c Carthy, den vader, die daarop tot hunnen voor zitter verkozen werd. De minderheid', ruim 20 leden, be krachtigde de verkiezing van Parnell tot leider. De scheiding is dus volkomen. Lagerhuis. Den 8 werd het wetsontwerp tot op richting van een afzonderlijk departement voor landbouw- aangelegenheden in Ierland aangenomen met 191 tegen 129 stemmen. Allo nationalistische afgevaardigden stem den met de minderheid, met inbegrip van Parnell. FRAXKRIJK. Te Nizza is de vader van Garn- betta overleden. Kamer. Den 5 is bij de beraadslaging over de be- grootiug van financien art. 4, strekkende om de belasting op inkomsten, verkregen uit roerende goederen, met 1 pet te verhoogen en alzoo te brengen van 3 op 4 petaan genomen met 291 tegen 248 stemmenniettegenstaande het krachtig verzet van de heeren de Soubeyran, Peytral en Leydet. Bij die beraadslaging ontkende minister Rou- vier ten sterkstedat het land zeer zwaar gebukt ging onder den druk der belastingen. De welvaart nam steeds toe, de waarde der Staatsfondsen steeg en het in de spaar banken belegde kapitaal vermeerderde. Deze verhooging was voorgesteld, omdat het niet wenschelijk werd geacht, het ontbrekende alleen door vermeerdering der directe belastingen te dekken. Vervolgens werd op voorstel van de begrootingscommissie goedgekeurd het voorstel van den heer Desprès waartegen de minister geen bezwaar had gehad, om de aanplakbiljetten te belasten met eene belasting van 1 tot 4 fres. per vierk. elnaar gelang van de grootte der gemeenten waardoor nog 3.500.000 fres. verkregen zou worden. Een voorstel van den heer Dreijfuss tot het invoeren eener algemeene inkomstenbe lasting werd met 291 tegen 248 stemmen verworpen. OOSTEXRIJK-HOXGARIJE. Uit Klausenburg wordt gemeld, dat het korps officieren van het regiment, waarvan wijlen de Koning der Nederlanden eigenaar was, den 4 eene plechtige mis heeft opgedragen welke door al de officieren met den veldmaarschalk Galgotzy aan hoofd, werd bijgewoond. ZWITIliBLAlVU. De Groote Raad hoeft het voor stel tot benoeming eener constituante voor Tessino aan genomen. Dat kanton wordt verdeeld in 17 kringenen de afgevaardigden zullen gekozen worden in verhouding tot de uitgebreidheid dier kringen. De verkiezingen zijn vastgesteld op 11 Januari. De Groote Raad heeft verder een gemengd bestuur benoemd bestaande uit 3 conser vatieven en twee liberalen. VGlREElVielDE STATE1V. De rondreizende iersche afgevaardigden Dillon, O' Brien enz. hebben den 3 be sloten, hun verderen tocht te staken in verband met het óver dén heer Parnell gerezen gesehil. BRAXILIE De commissie uit het congresaan welke het onderzoek van het ontwerp der nieuwe grond wet voor de republiek opgedragen was, heeft zich ver- eenigd met het verslag van de rapporteurs, die voorstelden het ontwerp goed te keurennadat het door eenige amendementen gewijzigd was. Die wijzigingen betreffen hoofdzakelijk de wijzewaarop de president gekozen wordt en de benoeming der ambtenaren zou geschieden. LIJXEMH1JRG Groothertog Adolf van Luxemburg is met de groothertogin en den erfgroothertog den 8 des morgens te 8j uur van Frankfort aan Main naar Luxem burg vertrokken en aldaar aangekomen. Hij werd met geestdrift ontvangen. Juffrouw Wörler deed haar open en uitte hare blijde verrassing over dit onverwachte bezoek op de hartelijk ste wijze. Zij bracht Grete naar de «mooie kamer" en verzocht haar daar een oogenblik te bljjvendaar zij Adolph wilde roependie juist van het kantoor was teruggekeerd. Toen Grete de «mooie kamer" binnentradoverviel haar eene bijzondere gewaarwording. Nu eerst merkte zij het onderscheid op tnsschen de woningen die zij van hare kindsheid af gekend haden de waarlijk niet rjjkmaar met smaak ingerichte woning van mevrouw vop Sellnitz. Hoe armoedig zag alles er hier uitHoeveel leelijke overtolligheden en smakelooze overdaadEn dandie zonderlinge reukZij kende dien reuk In haar ouders huis had het evenzoo geroken, zoo vochtig en schimmel- achtigDe Wörlers schenen evenmin als hare ouders behoefte aan frisscho lucht te hebben; een der venster banken was geheel ingenomen door bloémpottenzoodat het venster niet geopend kon worden en voor het andere stond op een van mandenwerk gevlochten bloemen- standaard, eene groote sjerplant in een porseleinen pot, die eerst met veel moeite verzet zou moeten worden vóórdat men het venster kon bereiken. Het goedkoope behangsel was zeegroen met donkergroene en roode bloemen. Voor de met bruin trijp ovortrokkea sofa stond op een klein armoedig karpeteene ovale tafelwaar over een gehaakt tafelkleed lag. Alles wat daar eenigs- zins gelegenheid toe aanbopdwas met een of ander gehaakt kunststuk bedekt. Op de tafel stond een orna ment van hel gebronsd gips, voorstellende eep boomstam, waaronder een verliefd paar elkander teedér omarmd hield. De stam droeg eene breede schaalwaarop een glazen kom met drie goudvisschen. Eene petroleumlamp van gebronsd zink stond op eene kast naast eene kooi., waarin een kanarievogel zijn hoogste lied ten beste gaf. De wanden waren, zóó behangen met allerlei smakelooze voorwerpendat het behangsel bijna niet te zien was. Öm alles was een lijstje gemaakt. Al® hoofdsieraad dien den twee groote schilderijen in olieverf met breede gouden STATEN-GENERAAL. VEREEXIGDE JElfTlSTG De zaal der Tweede Kamer, waar deze zitting gehou den werd, was gelijk aan de vorige maal. In de. tri bunes waren gezeten de gezanten, de ministers van staat, de leden van den Hoogen Raad de Algemeene Reken kamer en de secretarissen-géneraal van de verschillende departementen met hunne damesallèn in rouwgewaad. Te half één opent de heer van Naamen van Eemnes voorzitter der Eerste Kamer de vergadering, waar ook de ministers en de leden van den Raad van State aan wezig zijn en laat door den griffier het kon. besluit van den 3 voorlezen betreffende deze Zitting. Hij benoemt vervolgeus de heeren Beelaerts van Blok land Blussé, van Swinderenvan Royen, van der Kaay, Reekers DonUer T. Mackay Wertheim de Bruyn Goedkoop en Borret tot leden der commissie die H. M. de Koningin-Regentes in en uit het gebouw zal leiden. Te 10 minuteti over een uur worden de middendeuren geopend en kondigt de binnentredende kamerheer-ceremo niemeester met luider stem aan«de Koningin-Regentes", H. M. wordt naar hare plaats geleid door den voorzitter der commissie, den heer jhr. mr. Beelaerts van Blokland terwijl de kamerheeren en de grootofficieren van het kon. huis zich links en rechts om de troon plaatsen. Vóór H. M. ging de opperceremoniemeester en achter H. M. de waar nemende grootmeesteres mevr. Schimmelpenninck van der Oye en de {dame du palaisdouairière gravin van Lynden van Sandenburg. H. M. was in diepe rouw een lange zwarte sluier viel over het rouwgewaad met sleep. Na op den zetel ter zijde van de troon plaats te hebben genomen schoof H. M. de sluier weg. De voorzitter staat op en zegt «Mevrouw Met diepen weemoed heet ik U. M. opnieuw Welkom, Nauwelijks toch was U. M. uit deze vergadering terug gekeerd aan het ziekbed van Uwen gemaal, of de treur mare weerklonk, Z. M. Koning Willem III is de eeuwige rust ingegaan. Ik zal thans niet herhalen wat onze zoo betreurde Koning voor Nederland geweest is, wat ons vaderland in hem verlo ren heeft. Liever zal ik wijzen op den kostbaren schat, dien Z. M. aan Nederland heeft nagelaten in onze beminde konin gin Wilhelmina motU.M. als leidsvrouw. Het Nederlandsche volk ziet in zijne jeugdige Koningin het beeld eener schoone toekomstomdat het overtuigd isdat hare vorming en opvoeding bij U.M. als Regentes en Voogdes volkomen veilig en in de beste handen zijn. De volksvertegenwoordiging deelt ten volle die over tuiging, welke zij reeds vroeger in wettelijkein vorm heeft uitgeproken. Als haar voorzitter neem ik de vrijheid U.M. eerbiedig te verzoeken den in de. Grondwet voorgeschre ven eed als Koningin-Regentes gedurende de minderjarig heid van koningin Wilhelmina in mijne handen te wil len afleggen. H.M. de Koningi n-R e g e n t e s rijst op van ha ren zetel en legt kalmop eenigzins bedekten toon eerst volgens art. 43 der Grondwet den eed af bij het aanvaarden van het Regentschap «Ik zweer trouw aan de Koningin; ik zweer dat ik in de waarneming van het koninklijk gezagzoolang de Koningin minderjarig -is, de Grondwet steeds zal onder houden en handhaven. «Ik zweer, dat ik de onafhankelijkheid en het grond gebied des Rijks met al mijn vermogen zal verdedigen en bewaren, dat ik de algemeene en bijzondere vrijheid, en de rechten van alle onderdanen der Koningin en van elk hunner zal beschermen en tot instandhouding en be vordering van de algemeene en bijzondere welvaart alle middelen aanwenden, welke de wetten te mijner beschik king stellen, gelijk een goed en getrouw Regentes schul dig is te doen. «Zoo Waarlijk helpe mij God almachtig!" Daarna verzoekt de voorzitter H.M. eerbiedigwel te willen afleggen den eed volgens art. 34 der Grond wet voor de aanvaarding van de voogdij en luidende aldus «Ik zweer trouw aan de Koninginik zweer al de lijstendie op sommige plaatsen beschadigd waren zoodat de kalk onder het verguldsel te voorschijn kwam. De eene schilderij stelde een landschap vooreen jeugdig paar in middeneeuwsche kleederdracht stond op dón voorgrond, hot meisje met neergeslagen oogen, de jongeling mét smachtende blikken 'haar aanstarende, terwijl achter een struik een kleine Amorschelmachtig lacbèndte voorschijn kwam en een pijl afschoot op het hart van het móisje. Op hét andere een pendantzag men eene familie op het terras van een kasteelwaarvan de toren in een zeer bedenkelijk perspectief op den achtergrond stond een dappere ridder met een wapperenden vederbos op de barethoóge laarzen en een verbazend groot zwaard zwaaide met de linkerhand den vollen bekér terwijl hij met de rechter de halfgeVulde kruik hield omklemd. Tegenover hem zat zijne gemalin; zij Scheen te zingen ten minste haar mond Was half geopend en zij begeleidde haar lied op de mandoline. Aan de voeten van dit gelukkige paar speelde een aanvallig kind met eónige bloemen en vruchten. Behalve deze prachtexemplaren waren ér ook nog schilderijtjes van minder gehalte onbegrijpelijk slecht gekleurde houtsneoplateneen aantal photographiön van familieledenwaaronder velen in uniform. Tegenover de deur in oen lijstje en met gemaakte bloemen omkransd, las men den op stramien geborduurden wensch«Héil en Zegen"; terwijl tegenover do sofa op één tafeltje een glazen stolp stond waaronder zicb eette bloem bevond, dié zeer kunstig uit blond en bruinachtig haar was vervaardigd en welks -stengel' véhsièrd #as hiêt èeh wit ten strik. Verder hingen aan dén muur ontelbare hoek en penantplankjes, mandjes, kastjes met raadselachtige bestemmingalles Versierd 'ffiét borduursels en op die plankjes en kastjes wemelde het van allerlei snuisterijen, die in dén loop dér jaren waren bijeenvergaard. Niets was gespaard gebleven voor de nijvere vrouwen hand: overal borduursels en bahkWerkjes. Zélfs dé rook- tafèl haid dit lot Mét fcanrien ontgaan. De oude juffrouw Wörlerëéfi klein vrouwtje met een krommen rugdfinne beweeglijke Kp"péh enjgrijkè haren, plichten welke de voogdij mij oplegtheilig te vervul- feu, en er mij bijzonder op te zullen toeleggen, om der Koningin gehechtheid aan de Grondwet en liefde voor haar volk in te boezemen. «Zoo waarlijk helpe mij God almachtig De Voorzitter antwoordde Moge de Almachtige God Uwe Majesteit gezondheid kracht en wijsheid geven om de dankbare maar moeielijke taak van Regentes en Voogdes te vervullen tot geluk van onze beminde koningin Wilhelmina en tot heil van Ons dierbaar Vaderland." Daarna verliet H. M. de vergaderzaal. Op weg van en naar het Paleis groette de menigte zonder hoorbare teekenen. Aan het Paleis en bij het gebouw dor Tweede Kamer deden de muziekkorpsen het VVilhelrfius hooren en brachten de troepen de verschul digde eerbewijzen. De vereenigde vergadering voor de eedsaflegging van den raad van voogdij werd te 3£ nur geopend. De griffier las het kon. besluit voor, waarbij de voor zitter gemachtigd werd tot het afnemen van den eed aan de leden van den raad van voogdij in eene vereenigde vergadering. De griffier leidde de bedoelde heeren binnen zijnde mr. W. baron van Goltstein, jhr. mr. J. RoëllA. N. J. M. baron van Brienen van de Groote Lindt, jhr. mr. G. C. J. van Reenen, jhr. mr. W. A. O. de Jonge, E. A. A. J. de Roy van Zuidevvijn mr. J. G. Kist en mr. C. Polis. Zij nemen plaats op stoelen voor den troon. De leden verheffen zich van hunne zetels. De griffier leest het formulier van don eed voor «Ik zweer trouw aan de Koningin; ik zweer al de plichtenwelke op mij als lid van den raad van voogdij rustenmet de meeste toewijding te zullen vervullen. Zoo waarlijk helpe mij God Almachtig." Al de heeren zeggen deze laatste woorden na. De voorzitter wenschte hun geluk met de aanvaarding hunner betrekking en hoopte dat zij die ten nutte des lands en van Koningin Wilhelmina zouden vervullen Daarna verlieten zij de zaal en werd de vergadering gesloten. Dankbetuiging van H.Mde Koningin-Regentes. De Staatscourant van den 7/8 bevat in rouwrand het volgende bericht De directeur van het Kabinet des Konings maakt be kend dat hij heeft ontvangen dezen brief van H.M. de Koningin-Weduwe Regentes van het Koninkrijk »*s-Gravenhage den 6den December 1890. «Ik verzoek U HoogWelGeboren aan allen die in de laaste dagen zulke hartelijke blijken gaven van deelne ming en rouwbij den harden slag die Mijne beminde Dochter en Mij heeft getroffen, daarvoor Mijn oprechten dank te betuigen. «Het is rnij ondoenlijkzooals Ik zoude wensehen aan een ieder Afzonderlijk, de verzekering te doen geven, hoe zeer Ik erkentelijk ben voor de buide van alle zij den aan de nagedachtenis van Mijn betreurden Gemaal ge bracht. «Toch heb Ik behoefte het uit te spreken, bij de groote droefheid over Mijn geleden verlies, hoe een gevoel van innige dankbaarheid Mij vervult, bij de herinnering aan de bewijzen van liefde en eerbied door het Nederland sche Volk gebracht aan de Lijkbaar van den ontslapen Koning. «De overtuiging, dat het geheele vaderland deelt in de rouw van Mijne Dochter en Mij geeft troost en stenn voor het tegenwoordige hoop en vertrouwen voor de toekomst. «EMMA." Ingevolge Harer Majesteits bevelen heeft de directeur van het Kabinet des Konings de eer dat schrijven van H.M. door plaatsing in de Nederlandsche Staatscourant ter algemeene kennis te brengen. 's-GravEnhagb den 6den December 1890. Op 1 November 1.1. waren nog 1195 candidaat- notarissen aanwezig: van 1 Nov. 1889 tot 1 Nóv. 1890 werden slechts 27 candidaat-notarissen tot notaris be noemd. die boven op het hoofd al erg dun warenkwam de kamer binnentrippelengevolgd door haar zoon Adolph, die ter eere Van Grete zijne beste jas had aangetrokken. Ook zijne trouwe oogen blonken van blijde verrassing. De góede lUidjCs wistèn niét wat zij verzinnen zouden om Grete genoegen te doen. Zij boden haar van alles aan en voelden zich bijna beleedigd dat Grete alles af sloeg. Toch sloop juffrouw Wörler even wegging naar den bakker om koekjes te halen en zette koffie. Intusschen deed Adolph zijn best om Grete den tijd te verdrijven. Hij sprak over den ouden tijd op den Weinbergwegover de oude kennissenvertelde haar hoe het hem ging en informeerde naar Grete's omstan digheden. Hoe oprecht gemeend echter zijne vriend schapsbetuigingen ook waren Grete kon hare gedrukte stemming niet te boven komen en gaf slechts korte ant woorden. Zelfs werd hare stemming hoe langer hoe droeviger, want zij voelde duidelijkdat er tnsschen henmet wie zij vroeger had omgegaan en met wie zij zich tot nu toe op dezelfde sport had gewaand eene wijde klove was ontstaan. De eigenaardige lucht deed haar onaangenaam aan. Zij luisterde met eenige verwondering naar hetgeen verteld werd en stelde geen belang meer in hetgeen de goede Wörlers levendig interesseerde. Zij voelde zich als in een andere wereld geplaatst en had met hare vroegere omgeving alle aan- knoopingspnnten verloren. Haar veelbewogen zieleleven had haar opgeheven uit de sfeer harer kindsheid. Zij •hield van die mensohen-die daar zoo gemoedelijk en trouwhartig met haar zaten te babbelen maar zij wist niet wat zij met hen moest beginnen. Toch voelde zij den warmen adem van hunne goedheid en dat stemde haar dankbaar. Zij drukte da hardebeenige, verschrompelde hand van de oude vrouw en knikte nu en dan Adolph die haar met groote van liefde smachtende oogen aankeek, vriendelijk tóe. Eindeljjk was het uur aangebroken, dat Grete werke lijk aan naar-htiiS-gaan moest dqnkëp,. 0tj verheugde zich óip dit oogenblik, dAt zij naar het gesticht, aat hkar vroégér eene Huivering o'ver de leden had gejaagd, kon terugkéeïéo. Ifordt e&votyd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1890 | | pagina 2