No. 149. Twee en ZVegentigste Jaargang. 1890. ZONDAG Dit nummer bestaat uit 2 bladen EERSTE BLAD. Binnenland. 14 DECEMBER, 1LKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Katerdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar 0,8©franco door het geheele rijk 1, De 3 nummers O,O©. Prijs der gewone Advertentiën. Per regel J ©,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMS. COSTER ZOON. STATEN-GENERAAL. Tweede Kamer. Den 10 werd de behandeling der indische begrooting voortgezet. De heer C r e m er behandelde verschillende punten doch hoopte vooraldat deze regeering de hand zal weten te slaan al is het dan ook voorloopig gedeel telijk aan de zoo noodige decentralisatieter ontwik keling onzer indische bezittingen. De heer W. K. van D e d e m drong zeer aan op zuinigheid in en vereenvoudi ging vein het beheer en meende, dat versterking van de middelen langs iudirecten weg gezocht moest worden meer bepaaldelijk door de zoutbelasting en de inko mende rechten. Aan de blokkade in Atjeh die zoo uit nemend werktmoest streng worden vastgehouden tot dat zij doel getroffen had, maar dan moest ook onze macht op de kuststaten behoorlijk zijn geconsolideerd o. a. door eene scheepvaartregeling. De heer H i n t z e n besprak de koffiecultuur, waarvan hij de intrekking in niet minder dan 8 residentiën noodig achtte. De heer Keuchenius waardeerende het christelijk bewustzijn in deze regeering, die daarom ook gesteund moest wor den, bleef aansporen ook in Indië het christendom hoog te houden. Verder besprak hij verschillende onderdee- len. De regie in zake het opium-stelsel was in strijd met de christelijke beginselen. De heer van VI ij men kwam terug op zijn denkbeeld tot uitzending van een cemmissaris-generaal als buitengewone maatregel. Hij meende verder niet enkel woorden te hebben gebezigd, zooals de heer Keuchenius hem verweten had, maar ook praetische denkbeelden te hebben uiteengezet. De heer Keuchenius had daarentegen als minister weinig hart getoond voor de indische geldmiddelen. De minister van koloniën beantwoordde de verschillende sprekers. Daarbij bleek o a., dat de Flores-expeditie geëindigd is. Voor de scheepvaartregeling in Atjeh moest het geschikte oogenblik afgewacht worden. Het denkbeeld van de centralisatie was vooral geldelijk in de praktijk niet aanbevelenswaardig. In afwachting van de rapporten nit Indie bleef de minister overhellen tot opium-regie. Den 11, toen den heer Dijkmeester verlof ver leend werd om den minister van waterstaat te inter- pelleeren over de exploitatie van de spoorwegen Rotter damDordrecht en ArnhemNijmegen door de Holl. Spoorwegmaatschappij, leverde de voortgezette beraadsla ging niet veel belangrijks op. De heer Geertsema, sprak o. a. de hoop uitdat de adviezen omtrent het koffierapport niet zoolang zouden uitblijven dat het niet meer de moeite waard zou zijn over de koffie te spreken. Den heer Keucheniusdie altijd christelijk begint en hatelijk eindigtmerkte hij op, dat deze den ploeg en het rund van Amos te zijner be schikking had gehad, maar dat hij geen enkele voren van Indie had weten te doorploegen gedurende zijn minister schap. Op hem is toepasselijk veel praten en weinig doen. De heer van Nunen zou bij het hoofdstuk koloniën mededeelenwelke middelen aangewend behooren te worden tot herstel van het geldelijk evenwicht in Indië. De heer Bool wees nader het voordeel van de regie in de opium-kwestie aan. De heer Domela Nieuwen- huis bleef volhouden, dat de koloniale staatkunde roof en plundering is en dat dit dan nog niets zou zijn, als men er maar niet de christelijke beginselen bijhaalde. Hij kwam vooral op tegen de rede van den heer Keuche nius die na zijn mislukt ministerieel leven zeker geen recht had anderen toe te roepen, dat het woorden, geene daden waren. Ook wees hij er op, dat men niets meer hoorde van bevrediging met Atjeh, welke van de dagorde afgenomen is. Verschillende sprekers verduidelijkten hunne meening, zonder dat nieuwe gezichtspunten geopend werden. Ten slotte verduidelijkte de minister zijne mee ning omtrent sommige punten, zonder zich te verbinden tot bepaalde toezeggingen. Het met 41 tegen 34 stemmen aangenomen voorstel des voorzitters om op den 12 en den 15 eene avondzitting te houden werd door de heeren Kerkwijk en Harte bestre den omdat het eigenlijk terugkomen was op een reeds genomen besluit. Den 12 werden in de ochtendzitting twee amende menten van den heer W. K. van Dedem aangenomen, het eene, Btrekkende om niet toe te staan eene som van J 16500, aangevraagd voor een cursus tot opleiding van inlandsche ambtenaren bij het openbaar ministerie, met 51 tegen 23 stemmen het andere, om art. 64 te ver minderen met j 23000, uitgetrokken voor verbetering van het ijk wezen in Indië, met 40 tegen 36 stemmen, op grond dat onder de bestaande omstandigheden die uitgaaf vol strekt onnoodig was. De heer van Dedem had in beginsel tegen het op richten van eenen genoemden cursus geen bezwaar, wel tegen de wijze, waarop de regeering dien wilde inrichten. \i\ -v Telefoonnummer S3. In de avondzitting van den 12 trok de heer Brantseu van de Zijp zijne interpellatie omtrent de loodsgelden op de Schelde voorloopig inEen amendement van den heer Levyssohn Nor man om art, 46 van de uitgaven in Nederland te verlagen met j 7000, ton einde te komen tot eene geleidelijke vermindering van uitgaven voor het werfdepot te Harderwijk, als onnoodig naast de koloniale reserve, werd na bestrijding door den minister van koloniën, die dat worfdepöt niet wilde opheffen tij dens den thans bestaanden overgangstoestand, aangenomen met 43 tegen 18 stemmen. Gezondheidstoestand aan de Kon. Kil. Aeademie te Breda. Den heer Michiels van Verduijnen werd verlof ver leend tot het vragen van inlichtingen omtrent den ge zondheidstoestand aan deze inrichting. De minister van oorlog verklaarde zich bereid terstond te antwoorden. De heer Michiels vanVerduijnen herinnerde dat sedert eene maand aan deze inrichting zestien ge vallen van gastrische koorts zijn voorgekomen, waarvan 3 met doodelijken afloop. In 't belang der familiebetrek kingen van de cadetten vraagt hij hoe do gezondheids toestand op dit oogenblik is en welke maatregelen ge nomen zijn De minister van oorlog antwoordtdat op 30 November bij den inspectour van den geneesk. dienst voor 't eerst bericht werd ontvangendat sedert 14 dagen een aantal lijders in de ziekenzaal waren opge nomen, lijdende aan gastrische koorts met lichte aandoening van het darmkanaal (typhus). Terstond werd een onder zoek ingesteld naar de oorzaken maar men kon geen bepaalde oorzaak vinden. Het drinkwater uit de beste pompen van Breda on de melk uit de melkinrichting zijn sedert gekookt en er is een filter-Pasteur gebruikt voor zuivering van het water. Een nauwgezet scheikundig en bactereologisch onderzoek naar het drinkwater wordt ingesteldde afloop daarvan moet afgewacht worden. Drie zieken zijn overleden, allen aan typhus, en van twee aan typhus lijdenden is de toestand bevredigend; de overigen zijn hersteld en met verlof huiswaarts gezonden. Sedert zijn geen gevallen meer voorgekomen. Ofschoon geen bepaalde oorzaak is op te sporen, gelooft hij dat het drinkwater de oorzaak is, ten gevolge van den zeer hoogen waterstand van de rivier. Eenige jaren geleden is ook gebleken dat deze een slechten invloed had op het drinkwater. Der halve is het zeer gewenscht, dat afdoende verbetering ontsta door de drinkwaterleiding die ontworpen wordt. De Kerstvacantie is eenige dagen vervroegd om meer ruimte te krijgen voor schoonmaken en desinfecteering. De cadetten zijn niet vroeger met verlof gezonden om de ziekte niet in 't land te verspreiden. De heer Mie hiels dankt voor de inlichtingén waaruit de dringende noodzakelijkheid van een drink waterleiding blijkt. De interpellatie liep daarmede af. Inkomen der Koningin. In overeenstemming met de opmerkingen der commis sie van rapporteurs is door de regeering bij wijziging van hoofdstuk I der staatsbegrooting van 1891 voorge steld, het bedrag van het inkomen der Koningin, in af wachting van hetgeen daaromtrent in de bij art 24 der grondwet bedoelde wet zal worden bepaaldvoor loopig voor »memorio" uit te trekken. Verder is in dat hoofdstuk het jaarlijksch inkomen der Koningin-Weduwe geraamd op de bij art. 28 der grondwet vastgestelde som van 150.000 De heer W. Grootonderwijzer te Aartswoud heeft om gezondheidsredenen eervol ontslag aangevraagd. Den 10 werd te Kolhorn eene hardrijderij op schaatsen gehouden door jongens van 12-14 jaren. Uit geloofd waren: vier prijsjesdie gewonnen werden door jongens van Wit, Schaap en Broke, allen te Winkel, en van Herman te Kolhorn. Den 11 had een gelijke wed strijd plaats, door jongens van 15-17 jaren, waarbij overwinnaars waren; P. Beers te Kolhorn, K. Bur ger, D. Klomp en C. Jonk, allen te Winkel. In de vorige week is de oudste inwoner van Loos duinen Mozes Blühmi, in den ouderdom van 104 jaren overleden. Bij kon. besluit van den 10 is L. L. J. Snoeck uit zijne betrekking van notaris te Cuijk ontslagen. Bij kon. besluit van den 11 zijn de heeren A. Steen houwer, predikant bij de herv. gemeente te Angerloo en J. J. A. Valeton, predikant bij de herv. gemeente te ten Boerbenoemd tot predikant bij de protestantsche ge meente in Nederl. Indië. Bij kon. besluit van den 11 is, met ingang van den 16, benoemd tot adspirant-ingenieur van den Rijks water staat de heer W. F. Druyvesteyn. Niettegenstaande het vele ijs beproefde eene der kaasschuiten, als gewoonlijk, den 11 naar Alkmaar te vertrekken; even voorbij de vlotbrug nabij Westgraft- dijk echter is de schuit gezonken. De opvarenden red den zich. Een koopman uit Zutphen, die den 11 met den lokaaltrein uit Brammen naar Zutphen wilde, doch bij vergissing in den trein naar Arnhem geraakt was, sprong, toen hij zijne jvergissing bemerkte, uit den wagonmet het noodlottig gevolgdat hij onder den trein geraakte waar door beide handen en een been afgereden werden. Den 12 heeft een gewapend detachement van het 7e regt. infanterieonder bevel van een luitenant, een tocht op schaatsen gemaakt van Amsterdam naar Haarlem. Den 12 hebben de houders der 2e hypothecaire leeuing ten laste van de kon. fabriek van stoom- en andere werktuigen te Amsterdam zich voor het aanhangige hervormingsplan verklaard. De raad der gemeente Graft benoemde in zijne ver gadering van den 12 den heer P. Verweij te Abfoekerk tot onderwijzer aan de openbare school in die gemeente. De leden der Prov. Staten van Znidholland zijn tegen den 30 bijeengeroepen ter verkiezing van een lid der Eerste Kamer, in plaats van wijlen den heer jhr. mr. J. Huydecoper van Maarsseveen. Met ingang van den 16 is benoemd tot directeur van het post- en telegraafkantoor te Zaandam de heer H. Eekhout, thans directeur van het postkantoor aldaar. De Koningin-Regentes heeft aan de ministers me degedeeld dat H. M. wenschtedat de ministers weke lijks bij Haar zouden komen. Den 23 zal in het nutsdepartemeut te Kolhorn als spreker optreden de heer K. Berg van Buiksloot. Den 11 des avonds heeft de substituut-officier van justitie te Haarlem de heer mr. J. P. van Outeren persoonlijk te Rotterdam een hem bekendenwegens on zedelijke handelingen gesignaleerden onderwijzer, tegen wien door de arr. rechtbank te Haarlem rechtsingang met bevel tot gevangenneming was verleendaangehouden aan boord van het naar Amerika op vertrek liggend stoomschip Spaarndamwaar hij in de derde klasse on der eenen vreemden naam aanwezig was. Den 10 is op de Streng, een water in de nabij heid van Lo'oiteen jongmensch uit Herwen onder het schaatsenrijden door het ijs gezakt en verdronken, vóór dat men hem te hulp kon komen. Een meisje uit Lobit, dat er op toe reed, zakte mede door het ijs, maar werd,, na bijna 15 minuten met groote moeite het hoofd boven water te hebben gehouden, gered door twee ambtenaren bij 's Rijksbelastingen. De minister van waterstaat heeft aan do Tweede Kamer in het antwoord op het kamerverslag omtrent zijne begrooting medegedeeld dat het spoorwegongeluk in den afgeloopen zomer te Zand voort niet ontstaan is door den slechten toestand van den spoorweg, die bij onderzoek niefs te wenschen overliet. Vermoedelijk is. er te snel gereden en te snel geremdthans is de rijtijd verlengdwaardoor ook bij het inhalen van verloren tijd niet sneller behoeft gereden te worden dan voor de lokaalspoorwegen is toegelaten. Een jongen, die schaatsen reed op het verbindings— kanaal Damster-Boterdiep geraakte in eene bijt voor de stroohulzenfabriek te Groningen en zonk in de diepte, doch werd daaruit spoedig gered door den hond van dea boekhouder dier fabriekdiezelf niets ter redding kunnende doenzijnen hond gelastte onmiddellijk te water te gaan. Te Huizen is een spieringvisscher te water geraakt en verdronken hij laat eene vrouw met 5 kinderen na. To Heer Hugowaard zullen van de 399 school kinderen 149 het volle schoolgeld en 84 de helft moeten betalen terwijl 166 op grond van onvermogen van be taling vrijgesteld zijn. De minister van justitie heeft aan de Tweede Ka mer medegedeeld,^ dat hij eene nieuwe wettelijke rege- ling van het Notariaat zal ter hand nemen. Het denk beeld is in overweging genomen om bij den algemeenen maatregel van bestuur bedoeld bij art. 4 der arbeids wet eenige algemeene voorwaarden te stellen zonder welke de arbeid van jeugdige personen en van vrouwen in fabrieken en gevaarlijke werkplaatsen niet zal geoor loofd zijn. In het begin van 1891 kan die maatregel verwacht woideu. In de bestekken voor nieuwe werken van wege het departement van justitie zal aan den aan nemer de verplichting worden opgelegd, de werklieden tegen ongelukken te verzekeren. In de op den 10 gehouden vergadering van de ver schillende polders onder Bergen, zijn herkozen de heerenJ. van Reenen en C. Roskam, als leden van het algemeen bestuur der vereeniging van polders en oningepolderde landen onder Bergenvoor de oninge- polderde landen J. Leijen Sr., als lid van het dagelijksch bestuur van genoemde polders J. Leijen Sr., als polder meester van den Damlanderpolder; J. Oldenburg, als polder meester van den OudburgerpolderJb. Swaan Sr., als voorzitter van den Noorder RekerpolderS. Kramer te Koedjjk als voorzitter van den Zuider Rekerpolder A. Admiraalals poldermeester van den Philistijnschen polder en P. Brakenhof, als poldermeester van den Sluispolder. Een begin van brand in het Diaconiehuis te monnikendamwaarschijnlijk ontstaan door het te recht komen van een vonk in de turfbak van de kamer, waar het bestuur den 11 des avonds vergaderd was ge weest, werd door een der verpleegden, die niet in slaap kon komen en eene benauwde lucht gewaar werd, nog bij tijds ondekt. Te half één was de concierge in de kamer geweest en had niets bemerkt. Armvoogden to 81. Pankras hebben weder hunne goede gewoonte, bij nijpende koude eene buitengewone uitdeeling te houden, gevolgd. Een 25tal mingegoeden, waarvan de meesten niet-bedeeldenwerden weder door- eene welkome gave verblijd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1890 | | pagina 1